ECLI:NL:RBGEL:2023:2565
Rechtbank Gelderland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake omzettingsvergunning voor kamerverhuur en overlast door arbeidsmigranten
In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekster tegen het verlenen van een omzettingsvergunning aan de vergunninghouder. Het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn heeft op 1 september 2022 een vergunning verleend voor de omzetting van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimten voor een maximale duur van vijf jaar, ingaande op 6 maart 2022. Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, dat op 7 februari 2023 gedeeltelijk gegrond is verklaard door het college. Verzoekster heeft beroep ingesteld en verzoekt om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 19 april 2023 behandeld, waarbij verzoekster en de gemachtigden van de betrokken partijen aanwezig waren. De voorzieningenrechter beoordeelt of er een spoedeisend belang is bij het treffen van een voorlopige voorziening. Hij concludeert dat verzoekster voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake is van spoedeisend belang, gezien de overlast die zij ervaart van de huurders in het pand van de vergunninghouder.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek echter af, omdat hij van oordeel is dat de verlening van de omzettingsvergunning niet leidt tot een ontoelaatbare inbreuk op het woon- en leefmilieu. Hij merkt op dat de overlast niet door de vergunning zelf wordt veroorzaakt, maar door het specifieke type bewoners. De voorzieningenrechter benadrukt dat het belangrijk is dat alle betrokken partijen in contact blijven om verdere escalatie te voorkomen. De beslissing van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een bodemgeding niet. De uitspraak is gedaan door mr. J.A. van Schagen, in aanwezigheid van griffier A. de Wijse-Hageman.