ECLI:NL:RBGEL:2023:2527

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
2 mei 2023
Publicatiedatum
2 mei 2023
Zaaknummer
05-254722-22
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Jeugddetentie voor meerdere straatroven met geweld en afpersing

Op 2 mei 2023 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere straatroven, wederspannigheid en openlijke geweldpleging. De verdachte, geboren in 2002 en op dat moment gedetineerd in een Jeugdzorginstelling, werd beschuldigd van het plegen van twaalf straatroven in de periode van 21 september 2022 tot en met 4 oktober 2022, waarbij hij slachtoffers onder bedreiging van geweld en met een mes dwong tot afgifte van hun mobiele telefoons en andere waardevolle goederen. De rechtbank achtte de feiten wettig en overtuigend bewezen, mede op basis van verklaringen van de slachtoffers en de verdachte zelf. De rechtbank legde een jeugddetentie op van 24 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren. Bijzondere voorwaarden werden opgelegd, waaronder een contactverbod met de slachtoffers en een locatieverbod. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en het effect daarvan op de slachtoffers, die door de daden van de verdachte een gevoel van onveiligheid hebben ervaren. De rechtbank besloot tot toepassing van het jeugdstrafrecht, gezien de leeftijd van de verdachte en zijn problematiek, en de noodzaak voor begeleiding en behandeling.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummers: 05-254722-22, 05-048746-22, 05-221615-22, 05-014834-19 (TUL)
Datum uitspraak : 2 mei 2023
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 2002 in [geboorteplaats] ,
op dit moment gedetineerd in de JJI [locatie ] .
Raadsvrouw: mr. A. van den Berg, advocaat in Arnhem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Parketnummer 05/254722-22(na een toewijzing van een vordering tot wijziging van de tenlastelegging)
1.
hij in of omstreeks de periode van 21 september 2022 tot en met 4 oktober 2022 te Arnhem, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, op de openbare weg, te weten het Stationsplein, volgende goed(eren), in elk geval enig goed, die/dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, te weten:
- een mobiele telefoon (iPhone 13 Mini) en/of AirPods toebehorende(n) aan [benadeelde 1] , en/of
- een mobiele telefoon (iPhone) en/of een bankpas en/of een mes toebehorende aan [benadeelde 2] , en/of
- een geldbedrag van € 200,-, althans enig geldbedrag en/of een mes toebehorende(n) aan [benadeelde 3] , en/of
- een mobiele telefoon (iPhone 12 Pro Max) en/of een (nek)tas met
daarin een telefoonoplaadknopje en/of een geldbedrag van € 55,-, althans enig geldbedrag, toebehorende(n) aan [benadeelde 4] , terwijl deze diefstal(len) werd(en) voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde 1] en/of [benadeelde 4] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s):
- die [benadeelde 1] meermalen, althans eenmaal, heeft/hebben geduwd en/of meermalen, althans eenmaal, heeft/hebben geslagen/gestompt tegen het hoofd (waarna) die [benadeelde 1] op de grond is gevallen en/of een knie op het hoofd van die [benadeelde 1] heeft/hebben gezet/geplaatst terwijl die [benadeelde 1] op de grond lag en/of die [benadeelde 1] heeft/hebben geschopt/getrapt en/of een mes op/tegen de borst van die [benadeelde 1] heeft/hebben gezet/geplaatst/gedrukt, en/of
- die [benadeelde 2] naar de grond heeft/hebben gedrukt/geduwd en/of een mes heeft/hebben getrokken en/of dat mes op de keel/hals en/of wang van die [benadeelde 2] heeft/hebben
gezet/geplaatst/gedrukt, en/of
- die [benadeelde 3] tegen de muur heeft/hebben geduwd/gedrukt en/of meermalen, althans eenmaal, in/tegen het gezicht/hoofd/lichaam heeft/hebben geslagen en/of een mes op/tegen diens keel/nek heeft/hebben gezet/geplaatst/gedrukt, en/of (vervolgens) die [benadeelde 3] heeft/hebben geduwd waardoor hij van de trap is gevallen, en/of
- die [benadeelde 4] in een hoek heeft/hebben geduwd/gedrukt en/of meermalen, althans eenmaal, die [benadeelde 4] heeft/hebben geslagen/gestompt tegen het hoofd en/of het lichaam, en/of die [benadeelde 4] met een mes heeft/hebben gestoken/gesneden in diens hand;
en/of
hij in of omstreeks de periode van 21 september 2022 tot en met 4 oktober 2022 te Arnhem althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, op de openbare weg, te weten het Stationsplein, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, de volgende perso(o)n(en) heeft gedwongen tot de afgifte van een of meer hierna te noemen goed(en), in elk geval enig goed, die/dat geheel of ten dele aan die perso(o)n(en) toebehoorde(n), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s), te weten:
- [benadeelde 1] , de (toegangs-/ontgrendel)code(s) van diens mobiele telefoon, en/of
- [benadeelde 2] , een mobiele telefoon (iPhone) en/of bankpas,
en/of
- [benadeelde 3] , een mobiele telefoon (OnePlus Nord 2) en/of de bijbehorende (toegangs-/ ontgrendel)code(s), en/of 05-254722-22/122764134-WT0102
- [benadeelde 4] , een mobiele telefoon (iPhone 12 Pro Max) en/of de bijbehorende (toegangs-/ontgrendelcode(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat
hij, verdachte en/of zijn mededader(s):
- die [benadeelde 1] meermalen, althans eenmaal, heeft/hebben geduwd en/of meermalen, althans eenmaal, heeft/hebben geslagen/gestompt tegen het hoofd (waarna) die [benadeelde 1] op de grond is gevallen en/of een knie op het hoofd van die [benadeelde 1] heeft/hebben gezet/geplaatst terwijl die [benadeelde 1] op de grond lag en/of die [benadeelde 1] heeft/hebben geschopt/getrapt en/of een
mes op/tegen de borst van die [benadeelde 1] heeft/hebben gezet/geplaatst/gedrukt en/of heeft/hebben geroepen/gezegd dat die [benadeelde 1] de code(s) van zijn telefoon moest afgeven, althans woorden van gelijke aard of strekking, en/of
- die [benadeelde 2] naar de grond heeft/hebben gedrukt/geduwd en/of een mes heeft/hebben getrokken en/of dat mes op de keel/hals en/of wang van die [benadeelde 2] heeft/hebben gezet/geplaatst/gedrukt, en/of
- die [benadeelde 3] tegen de muur heeft/hebben geduwd/gedrukt en/of meermalen, althans eenmaal, in/tegen het gezicht/hoofd/lichaam heeft/hebben geslagen en/of een mes op/tegen diens keel/nek heeft/hebben gezet/geplaatst/gedrukt, en/of (daarbij) heeft/hebben geroepen dat die [benadeelde 3] zijn telefoon en/of bijbehorende code(s) moest afgeven, althans woorden van gelijke aard of strekking, en/of (vervolgens) die [benadeelde 3] heeft/hebben geduwd waardoor hij van de trap is gevallen, en/of
- die [benadeelde 4] in een hoek heeft/hebben geduwd/gedrukt en/of meermalen, althans eenmaal, die [benadeelde 4] heeft/hebben geslagen/gestompt tegen het hoofd en/of het lichaam, en/of die [benadeelde 4] met een mes heeft/hebben gestoken/gesneden in diens hand en/of (daarbij) (dreigend) heeft/hebben geroepen/gezegd dat die [benadeelde 4] alles moest afgeven ook de code(s) van diens
telefoon, althans woorden van gelijke aard of strekking;
2.
hij in of omstreeks de periode van 16 september 2022 tot en met 5 oktober 2022 te Arnhem en/of Nijmegen, althans in Nederland, op de openbare weg, te weten het Stationsplein en/of het Kelfkensbos, volgende goed(eren), in elk geval enig goed, die/dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, te weten:
- een mobiele telefoon (iPhone 12) toebehorende aan [benadeelde 5] , en/of
- een mobiele telefoon (iPhone 11) toebehorende aan [benadeelde 6] , en/of
- een mobiele telefoon (iPhone 11) toebehorende aan [benadeelde 7] , terwijl deze diefstal(len) werd(en) voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde 5] en/of [benadeelde 6] en/of [benadeelde 7] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte:
- de telefoon van die [benadeelde 5] heeft vastgepakt en/of die [benadeelde 5] om/bij de nek heeft vastgepakt/vastgegrepen en/of (daarbij) heeft geroepen: ‘Laat los, laat los’, en/of (met kracht) de telefoon uit de hand(en) van die [benadeelde 5] heeft getrokken en/of die [benadeelde 5] naar de grond heeft gewerkt en/of die [benadeelde 5] meermalen, althans eenmaal, tegen het hoofd heeft
geslagen/gestompt en/of terwijl die [benadeelde 5] op de grond lag op de rug, althans het lichaam, van die [benadeelde 5] is gaan zitten
en/of (daarbij) meermalen, althans eenmaal, een mes heeft gezet/geplaatst/gedrukt op/tegen de keel/hals van die [benadeelde 5] , en/of
- die [benadeelde 6] meermalen, althans eenmaal, in/tegen het gezicht/hoofd heeft geslagen/gestompt en/of (waarna) die [benadeelde 6] op de grond is gevallen en/of die [benadeelde 6] , zo liggend op de grond, meermalen, althans eenmaal, heeft geschopt/getrapt tegen het lichaam en/of een mes op/tegen de keel van die [benadeelde 6] heeft gezet/geplaatst/gedrukt, en/of
- die [benadeelde 7] naar de grond heeft geduwd en/of een mes op/tegen de keel en/of been van die [benadeelde 7] heeft gezet/geplaatst/gedrukt;
en/of hij in of omstreeks de periode van 16 september 2022 tot en met 5 oktober 2022 te Arnhem en/of Nijmegen, althans in Nederland, op de openbare weg, te weten het Stationsplein en/of het Kelfkensbos, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, de volgende perso(o)n(en) heeft gedwongen tot de afgifte van een of meer hierna te noemen goed(en), in elk geval enig goed, die/dat geheel of ten dele aan die perso(o)n(en) toebehoorde(n), in elk geval aan een ander dan aan verdachte, te weten:
- [benadeelde 5] , een mobiele telefoon (iPhone 12) en/of de bijbehorende (toegangs-/ontgrendel)code(s), en/of 05-254722-22/122764134-WT0102
- [benadeelde 6] , de (toegangs-/ontgrendel)code(s) van diens mobiele telefoon, en/of
- [benadeelde 8] , een mobiele telefoon (iPhone 12) en/of
- [benadeelde 9] , een mobiele telefoon (iPhone 11) en/of de bijbehorende (toegangs-/ontgrendel)code(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte:
- de telefoon van die [benadeelde 5] heeft vastgepakt en/of die [benadeelde 5] om/bij de nek heeft vastgepakt/vastgegrepen en/of (daarbij) heeft geroepen: ‘Laat los, laat los’, en/of die [benadeelde 5] naar de grond heeft gewerkt en/of die [benadeelde 5] meermalen, althans eenmaal, tegen het hoofd heeft geslagen/gestompt en/of terwijl die [benadeelde 5] op de grond lag op de rug, althans het lichaam, van die [benadeelde 5] is gaan zitten en/of (daarbij) meermalen, althans eenmaal, een mes heeft gezet/geplaatst/gedrukt op/tegen de keel/hals van die [benadeelde 5] , en/of (daarbij) (dreigend) heeft geschreeuwd/geroepen/gezegd: ‘Geef de codes om je telefoon te openen en je iCloud codes’, althans woorden van gelijke aard of strekking, en/of
- die [benadeelde 6] meermalen, althans eenmaal, in/tegen het gezicht/hoofd heeft geslagen/gestompt en/of (waarna) die [benadeelde 6] op de grond is gevallen en/of die [benadeelde 6] , zo liggend op de grond, meermalen, althans eenmaal, heeft geschopt/getrapt tegen het lichaam en/of een mes op/tegen de keel van die [benadeelde 6] heeft gezet/geplaatst/gedrukt, en/of (daarbij) heeft geroepen/gezegd dat die [benadeelde 6] de code(s) vandiens telefoon moest afgeven, en/of
- een mes heeft getrokken en/of dit mes heeft gehouden ter hoogte en/of in de richting van de keel/hals van die [benadeelde 8] en/of (daarbij)heeft geroepen/gezegd: ‘Geef mij je telefoon en wat heb je nog meer bij je’, althans woorden van gelijke aard of strekking, en/of
- die [benadeelde 9] met een mes heeft gestoken/gesneden in diens (rechter)been en/of (rechter)kuit en/of (daarbij) (dreigend) heeft geschreeuwd/geroepen/gezegd: ‘Geef mij je telefoon en je wachtwoord anders steek ik je dood’, althans woorden van gelijke aard of strekking;
3.
hij in of omstreeks de periode van 11 april 2021 tot en met 23 september 2022 te Velp, gemeente Rheden, en/of Arnhem, althans in Nederland, op de openbare weg, te weten het Landgoed Biljoen en/of het Stationsplein, de volgende goed(eren), in elk geval enig goed, die/dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, te weten:
- een mobiele telefoon (iPhone 12) en/of een geldbedrag van € 475,-, althans enig geldbedrag, toebehorende aan [benadeelde 10] , en/of
- een mobiele telefoon (iPhone 13) en/of een geldbedrag van € 20,-, althans enig geldbedrag, toebehorende aan [benadeelde 11] ,
terwijl deze diefstal(len) werd(en) voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde 10] en/of [benadeelde 11] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte:
- de telefoon uit de hand(en) van die [benadeelde 10] heeft getrokken/gepakt en/of daarmee is weggerend en/of (vervolgens)tegen de (rechter)enkel, althans het lichaam, van die [benadeelde 10] heeft getrapt/geschopt ten gevolge waarvan die [benadeelde 10] op de grond is gevallen, en/of
- die [benadeelde 11] heeft geslagen/gestompt in/tegen het gezicht en/of (daarop) de telefoon en/of geld uit de (jas)zak van die [benadeelde 11] heeft gepakt, en/of hij in of omstreeks de periode van 11 april 2021 tot en met 23 september2022 te Velp, gemeente Rheden, en/of Arnhem, althans in Nederland, op de openbare weg, te weten het Landgoed Biljoen en/of het Stationsplein, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, de volgende persoon heeft gedwongen tot de afgifte van een of meer hierna te noemen goed(en), in elk geval enig goed, die/dat geheel of ten dele aan die persoon toebehoorde(n), in elk geval aan een ander dan aan verdachte, te weten:
- [benadeelde 11] , een mobiele telefoon (iPhone 13) en/of de bijbehorende (toegangs-/ontgrendel)code(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat
hij, verdachte:
- die [benadeelde 11] heeft geslagen/gestompt in/tegen het gezicht en/of (daarbij) meermalen, althans eenmaal, (dreigend) heeft geroepen/gezegd dat hij, verdachte, de telefoon van die [benadeelde 11]
en/of de bijbehorende toegangscode wilde hebben, althans woorden van gelijke aard of strekking;
Parketnummer 05/048746-22(na een toewijzing van een vordering tot wijziging van de tenlastelegging)
hij op of omstreeks 25 februari 2022 te Arnhem, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een portemonnee, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 12] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [benadeelde 12] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door één of meerdere malen,
- op/tegen het lichaam te slaan en/of te stompen, en/of
- op/tegen de enkels en/of de benen, althans het lichaam te schoppen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 25 februari 2022 te Arnhem, openlijk, te weten op de Zijpendaalseweg en/of het Willemsplein en/of de Nieuwe Stationsstraat, te weten op een trap bij het station, in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een persoon, te weten [benadeelde 12] , door
- op/tegen het lichaam van voornoemde [benadeelde 12] te slaan en/of te stompen, en/of
- op/tegen de enkels en/of de benen, althans het lichaam, van voornoemde [benadeelde 12] te schoppen.
Parketnummer 05/221615-22
1.
hij op of omstreeks 1 september 2022 te Nijmegen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, AirPods en/of een oplader, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 13] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [benadeelde 13] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- de nek van [benadeelde 13] vast te pakken en/of
- [benadeelde 13] te duwen en/of
- tegen [benadeelde 13] dreigend de woorden toe te voegen "ik ga je slaan, ik ga mijn mes pakken" en/of waarbij een handvat van een mes tussen de broeksband van verdachte en/of zijn mededader zat;
2.
hij op of omstreeks 1 september 2022 te Nijmegen, zich met geweld en/of bedreiging met geweld, heeft verzet tegen een ambtenaar, [benadeelde 14] (hoofdagent bij de Eenheid Oost Nederland), werkzaam in de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, te weten ter aanhouding van verdachte door niet op zijn buik te gaan liggen en/of met kracht in een tegengestelde richting te bewegen.

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Parketnummer 05/254722-22 [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder feit 1, feit 2 en feit 3 ten laste gelegde feiten, met dien verstande dat niet bewezen kan worden dat verdachte geld heeft gepakt uit de jas van aangever [benadeelde 11] . De officier van justitie heeft verzocht om verdachte van dit onderdeel van de tenlastelegging vrij te spreken.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft geen verweer gevoerd ten aanzien van het bewijs.
Beoordeling door de rechtbank
Ten aanzien van feit 1
[benadeelde 1]
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering (Sv) en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van bevindingen (verklaring [benadeelde 1] ), p. 407;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 18 april 2023.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van diefstal met geweld van een mobiele telefoon en AirPods van [benadeelde 1] en afpersing van [benadeelde 1] door hem te dwingen tot afgifte van de toegangs-/ontgrendelcodes van zijn telefoon.
Aangever [benadeelde 2]
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin Sv en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 2] , p. 280;
- het proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 461;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 18 april 2023.
Verdachte heeft verklaard dat hij geen pinpas heeft weggenomen, alleen een telefoon.
De rechtbank overweegt daarover dat aangever heeft verklaard dat zijn pinpas in het hoesje van zijn telefoon zat. De rechtbank heeft geen reden om aan deze verklaring van aangever te twijfelen, zodat de rechtbank ook dit onderdeel van de tenlastelegging bewezen acht.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van diefstal met geweld van een mes van [benadeelde 2] en het medeplegen van afpersing van [benadeelde 2] door hem te dwingen tot afgifte van zijn iPhone en bankpas.
Aangever [benadeelde 3]
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin Sv en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 3] , p. 310-312;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 18 april 2023.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van diefstal met geweld van € 200,00 en een mes en het medeplegen van afpersing door [benadeelde 3] te dwingen tot afgifte van de toegangs-/ontgrendelcodes van zijn telefoon.
Aangever [benadeelde 4]
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin Sv en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 4] , p. 338-339;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 18 april 2023.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van diefstal met geweld van een (nek)tas met daarin een telefoonoplaadknopje en € 55,00 van [benadeelde 4] . Verder acht de rechtbank bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van afpersing door [benadeelde 4] te dwingen tot afgifte van zijn iPhone 12 Pro Max en de bijbehorende toegangs-/ontgrendelcodes.
Ten aanzien van feit 2
Aangever [benadeelde 5]
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin Sv en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 5] , p. 196-197;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 18 april 2023.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan van diefstal met geweld van een iPhone 12 van [benadeelde 5] en afpersing van [benadeelde 5] door hem te dwingen tot afgifte van de toegangs-/ontgrendelcodes van zijn mobiele telefoon.
Aangever [benadeelde 6]
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin Sv en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 6] , p. 253-255;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 18 april 2023.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal met geweld van een iPhone 11 van [benadeelde 6] en afpersing van [benadeelde 6] door hem te dwingen tot afgifte van de toegangs-/ontgrendelcodes van zijn mobiele telefoon.
Aangever [benadeelde 7]
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin Sv en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 7] , p. 270-271;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 18 april 2023.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal met geweld van een iPhone 11 van [benadeelde 7] .
Aangever [benadeelde 8]
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin Sv en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 8] , p. 294-296;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 18 april 2023.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan afpersing van [benadeelde 8] , door hem te dwingen zijn iPhone 12 af te geven.
Aangever [benadeelde 9]
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin Sv en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 9] , p. 378-379;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 18 april 2023.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan afpersing van [benadeelde 9] door hem te dwingen zijn iPhone 11 en de bijbehorende toegangs-/ontgrendelcodes af te geven.
Ten aanzien van feit 3
Aangeefster [benadeelde 10]
heeft verklaard dat zij op 11 april 2021 samen met haar vriendin [getuige] op een bankje zat in park Biljoen in Velp. Zij had haar witte iPhone 12 in haar handen, met in het hoesje een contant bedrag van € 475,00. Zij verklaarde dat er plotseling een jongen achter haar langs kwam die de telefoon uit haar hand griste. [benadeelde 10] rende achter de jongen aan. Tijdens het rennen trok zij de capuchon van zijn hoofd. Zij hoorde de jongen iets roepen. Toen de jongen zich omdraaide, trok zij ook het mondkapje van zijn mond. [benadeelde 10] verklaarde dat zij de jongen direct herkende, omdat zij hem vaak had zien hangen bij de roltrappen op het centraal station in Arnhem. Zij kende de jongen als ‘ [persoon 1] ’. [benadeelde 10] verklaarde dat de jongen vervolgens hard tegen haar rechterenkel schopte, waardoor zij op de grond viel. Zij rende nog een stukje achter hem aan, maar stopte met rennen omdat haar enkel wel erg veel pijn begon te doen. [2]
Getuige [getuige] heeft verklaard dat zij op 11 april 2021 in de avond met [benadeelde 10] op een bankje zat bij landgoed Biljoen. [benadeelde 10] wilde haar wat laten zien op haar telefoon toen er iets achter de rug van [getuige] om flitste. Dat bleek later de jongen te zijn die de telefoon van [benadeelde 10] wegpakte. [getuige] verklaarde dat de jongen nog wat riep voordat hij de telefoon wegpakte. Daarna rende hij snel weg. [getuige] keek [benadeelde 10] en de jongen na. Even later stond [getuige] op en liep naar [benadeelde 10] toe. [getuige] verklaarde dat [benadeelde 10] op de grond lag en dat zij de jongen niet meer zag. [benadeelde 10] vertelde dat zij geschopt was door de jongen. De dag erna belde [getuige] met de vader van [benadeelde 10] . Hij vertelde dat [benadeelde 10] pijn had aan haar enkel. [3]
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij de telefoon van [benadeelde 10] heeft meegenomen. [4]
Verdachte heeft ontkend dat hij [benadeelde 10] geschopt heeft en dat er een geldbedrag in de telefoon zat. Ook heeft hij verklaard dat het wegnemen van de telefoon niet in Velp, maar bij station Velperpoort
(in Arnhem)is gebeurd. De rechtbank ziet echter geen reden om te twijfelen aan de verklaringen van [benadeelde 10] en [getuige] , nu deze elkaar op essentiële punten ondersteunen. Het door verdachte geschetste scenario wordt weerlegd door de bewijsmiddelen.
De rechtbank komt daarmee tot een bewezenverklaring van diefstal met geweld van een iPhone 12 en € 475,00 van [benadeelde 10] zoals ten laste gelegd onder feit 3.
Aangever [benadeelde 11]
heeft verklaard dat hij op 23 september 2022 via SnapChat een afspraak maakte met ene ‘ [persoon 1] ’ op het centraal station in Arnhem. [persoon 1] wilde met hem een joint roken.
Omstreeks 16:00 uur liepen zij naar de lift van de parkeergarage van Arnhem Centraal om vervolgens naar niveau -2 te gaan. [benadeelde 11] verklaarde dat hij plotseling een klap kreeg op zijn linkeroog. Hij voelde direct een doffe en stekende pijn bij zijn linkeroogkas. Vervolgens hoorde hij [persoon 1] zeggen dat hij zijn telefoon, een iPhone 13, wilde hebben. [benadeelde 11] verklaarde dat hij zijn telefoon in de rechterzak van zijn jas had. Hij had daar ook een briefje van
€ 20,00. [benadeelde 11] zag dat [persoon 1] zijn iPhone en het briefje van € 20,00 uit zijn jaszak haalde. [persoon 1] wilde vervolgens de toegangscode van de iPhone. [benadeelde 11] verklaarde dat hij die in eerste instantie niet wilde geven, maar dat hij dit uiteindelijk toch deed. [5]
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij [benadeelde 11] hard op zijn linkeroog heeft geslagen en dat hij vervolgens de telefoon en de bijbehorende codes van [benadeelde 11] heeft gepakt. [6]
Verdachte kon zich niet herinneren dat hij geld uit de zak van [benadeelde 11] heeft gepakt. [benadeelde 11] heeft echter gedetailleerd verklaard dat zowel de telefoon als het briefje van € 20,00 in zijn jaszak zaten en dat verdachte dit eruit haalde. De rechtbank ziet geen reden om te twijfelen aan de verklaring van [benadeelde 11] , dat verdachte naast de telefoon ook het geld heeft gepakt, nu dit in dezelfde jaszak zat.
De rechtbank acht hiermee wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal met geweld van een iPhone 13 en € 20,00 van [benadeelde 11] en afpersing van [benadeelde 11] door hem te dwingen tot afgifte van de toegangs-/ontgrendelcodes van zijn mobiele telefoon.
2.3
Parketnummer 05/048746-22 [7]
2.3.1
Vrijspraak diefstal met geweld
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij aangever [benadeelde 12] heeft geschopt en geslagen. De rechtbank is met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat uit het dossier echter niet kan worden afgeleid dat verdachte daarmee tot doel had de portemonnee van aangever weg te nemen, zodat verdachte wordt vrijgesproken van de primair ten laste gelegde diefstal met geweld.
2.3.2
Openlijke geweldpleging
Ten aanzien van de subsidiair ten laste gelegde openlijke geweldpleging is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin Sv en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 12] , p. 39-40;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 18 april 2023.
2.4
Parketnummer 05/221615-22 [8]
Ten aanzien van feit 1
Aangever [benadeelde 13] heeft verklaard dat hij op 1 september 2022 naar winkelcentrum Dukenburg in Nijmegen ging, omdat hij een afspraak had om zijn Apple AirPods te verkopen aan iemand die hij kende via Snapchat. [benadeelde 13] dacht dat de echte naam van deze persoon ‘ [persoon 2] ’ was. [benadeelde 13] verklaarde dat hij de jongen onder de tunnel zag staan. In eerste instantie hebben zij een tijdje met elkaar staan praten, totdat er een andere jongen aan kwam lopen. [benadeelde 13] verklaarde dat deze jongen hem bij zijn nek vastpakte. Dit ging zo hard, dat hij op de grond viel. Op dat moment had [benadeelde 13] één van zijn AirPods, zijn Apple iPhone en draadloze oplader in zijn hand. Door de val vielen deze op de grond. De andere Apple AirPod had ‘ [persoon 2] ’ in zijn hand, omdat hij het serienummer wilde checken. [benadeelde 13] verklaarde dat hij op wilde staan en probeerde weg te steppen, maar de jongen duwde hem weer. [benadeelde 13] hoorde de jongen zeggen: ‘ik ga je slaan, ik ga mijn mes pakken’. [benadeelde 13] pakte vervolgens zijn telefoon en stepte weg richting het politiebureau. Hij zag dat de jongen die hem duwde de Apple AirPods en draadloze oplader van de grond raapte. [9]
Verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij een vriend van hem had geregeld om contact te leggen met [benadeelde 13] . Die vriend, [persoon 3] , had om 15:00 uur met [benadeelde 13] afgesproken bij het station. [10]
Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij de AirPods en het oplaadblok van [benadeelde 13] heeft gepakt. Ook heeft verdachte gezegd: ‘ik ga je slaan, ik ga mijn mes pakken’, om [benadeelde 13] bang te maken. [11]
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen diefstal met geweld van AirPods en een oplader van [benadeelde 13] . Ten aanzien van het vastpakken bij de nek en het duwen, gaat de rechtbank uit van de verklaring van aangever, nu er geen aanleiding bestaat om op dit punt aan deze verklaring te twijfelen.
Verdachte heeft bij de politie en ter terechtzitting ontkend dat hij een mes bij zich droeg. Gezien de korte tijd die er tussen de ontmoeting met [benadeelde 13] en de aanhouding van verdachte zat en er bij zijn aanhouding geen mes werd aangetroffen, zal de rechtbank verdachte vrijspreken van het onderdeel van de tenlastelegging dat ziet op het dragen van een mes. Daarbij merkt de rechtbank op dat van een modus operandi op 1 september 2022 (nog) geen sprake was, nu verdachte pas na die datum meermaals berovingen pleegde onder bedreiging van een mes (zoals hiervoor is gebleken).
Ten aanzien van feit 2
Verbalisant [benadeelde 14] , hoofdagent bij de Eenheid Oost-Nederland, heeft het volgende beschreven.
Op 1 september 2022 ging verbalisant naar aanleiding van een melding van een beroving naar station Dukenburg in Nijmegen, omdat één van de verdachten op het perron zou staan voor de trein richting Arnhem. Verbalisant zag een persoon die voor 100 procent voldeed aan het signalement van de verdachte de trein instappen en stapte daarom ook de trein in. Verbalisant riep verdachte aan dat hij zijn handen moest laten zien. Verdachte liet zijn handen zien en deed zijn armen half gebogen omhoog.
Verbalisant deelde de verdachte mede dat hij was aangehouden en dat hij mee moest werken aan zijn aanhouding. Hij pakte zijn linkerarm vast en zei dat de verdachte op de grond op zijn buik moest liggen. Verbalisant zag dat de verdachte op zijn knieën in het midden van het gangpad zat en zei nogmaals dat verdachte op zijn buik moest gaan liggen. Vervolgens trok verbalisant met kracht aan de arm van verdachte, waardoor hij op zijn buik zou komen te liggen. Verbalisant hoorde dat verdachte zei: 'Ik ga niet op mijn buik liggen’.
Verbalisant had met zijn linker hand de rechterpols van de verdachte vast. Met zijn rechterhand greep hij de verdachte bij zijn haren en probeerde hem naar de grond te duwen. Verbalisant voelde dat de verdachte tegenwerkte door met kracht in de tegengestelde richting te bewegen. Verbalisant riep meerdere malen dat de verdachte mee moest werken, op zijn buik moest liggen en zijn verzet moest staken. Verbalisant riep dat als verdachte hier niet aan zou meewerken, hij geweld zou gebruiken. Verbalisant zag vervolgens dat de verdachte met zijn linkerarm dan wel hand naar zijn broek bewoog. Hij kon niet zien wat verdachte met zijn linkerarm dan wel hand deed. Verbalisant heeft met een gematigde kracht en een geplaatste rechter knie op de borst van de verdachte de verdachte in een achterwaartse beweging gebracht. Verbalisant kon met zijn knie de verdachte in een vrijheidsbeperkte houding brengen. Met zijn rechterhand pakte verbalisant de linker pols van de verdachte vast. Hij zei tegen de verdachte dat hij zijn verzet moest staken en op zijn buik moest gaan liggen. Verbalisant hoorde dat de verdachte nogmaals zei: 'Nee, ik ga niet op mijn buik liggen.', waarop verbalisant zei dat hij op de verdachte bleef zitten in afwachting van zijn collega’s Het bleek te gaan om [verdachte] . [12]
De rechtbank gaat bij de beoordeling uit van de feitelijke toedracht zoals deze door verbalisant [benadeelde 14] is beschreven in het voorgaande op ambtsbelofte opgemaakt proces-verbaal van bevindingen. Uit dit proces-verbaal volgt dat verdachte zich meermaals actief heeft verzet tegen de aanwijzingen van de verbalisant om op zijn buik te gaan liggen en zijn verzet te staken. Dit deed verdachte door meermaals te zeggen dat hij niet op zijn buik ging liggen, door met kracht in de tegengestelde richting te bewegen en door met zijn linkerarm richting zijn broek te bewegen. Verbalisant [benadeelde 14] was hierbij als hoofdagent van de Eenheid Oost-Nederland werkzaam in de rechtmatige uitoefening van zijn bediening.
De rechtbank acht hiermee wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder feit 2 ten laste gelegde wederspannigheid.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde onder:
  • 05/254722-22, feiten 1, 2 en 3;
  • 05/048746-22, subsidiair;
  • 05/221615-22, feiten 1 en 2;
heeft begaan, te weten dat:
1.
hij in
of omstreeksde periode van 21 september 2022 tot en met 4 oktober 2022 te Arnhem,
althans in Nederland,tezamen en in vereniging met een of meer anderen
, althans alleen,op de openbare weg, te weten het Stationsplein,
devolgende goed
(eren
),
in elk geval enig goed,die
/datgeheel
of ten deleaan een ander dan aan verdachte en
/ofzijn mededader(s) toebehoorde
(n
)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, te weten:
- een mobiele telefoon (iPhone 13 Mini) en
/ofAirPods toebehorende
(n)aan [benadeelde 1] , en
/of
-
een mobiele telefoon (iPhone) en/of een bankpas en/ofeen mes toebehorende aan [benadeelde 2] , en
/of
- een geldbedrag van € 200,-,
althans enig geldbedragen
/ofeen mes toebehorende
(n)aan [benadeelde 3] , en
/of
-
een mobiele telefoon (iPhone 12 Pro Max) en/ofeen (nek)tas met daarin een telefoonoplaadknopje en
/ofeen geldbedrag van € 55,-,
althans enig geldbedrag,toebehorende
(n)aan [benadeelde 4] ,
terwijl deze diefstal
(len
)werd
(en
)voorafgegaan
envergezeld
en/of gevolgdvan geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde 1] en
/of[benadeelde 4] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken,
of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,welk geweld en
/ofbedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, en
/ofzijn mededader
(s
):
- die [benadeelde 1] meermalen,
althans eenmaal, heeft/hebben geduwd en
/ofmeermalen,
althans eenmaal, heeft/hebben geslagen/gestompt tegen het hoofd (waarna) die [benadeelde 1] op de grond is gevallen en
/ofeen knie op het hoofd van die [benadeelde 1]
heeft/hebben gezet
/geplaatstterwijl die [benadeelde 1] op de grond lag en
/ofdie [benadeelde 1]
heeft/hebben geschopt
/getrapten
/ofeen mes
op/tegen de borst van die [benadeelde 1]
heeft/hebben gezet
/geplaatst/gedrukt,en
/of
- die [benadeelde 2] naar de grond
heeft/hebben gedrukt
/geduwden
/ofeen mes
heeft/hebben getrokken en
/ofdat mes op de keel
/halsen
/ofwang van die [benadeelde 2]
heeft/hebben
gezet
/geplaatst/gedrukt, en
/of
- die [benadeelde 3] tegen de muur
heeft/hebben geduwd
/gedrukten
/ofmeermalen
, althans eenmaal, in/tegen het gezicht
/hoofd/lichaam heeft/hebben geslagen en
/ofeen mes op
/tegendiens keel
/nek heeft/hebben gezet
/geplaatst/gedrukt, en
/of(vervolgens) die [benadeelde 3]
heeft/hebben geduwd waardoor hij van de trap is gevallen, en
/of
- die [benadeelde 4] in een hoek
heeft/hebben
geduwd/gedrukt en
/ofmeermalen
, althans eenmaal,die [benadeelde 4]
heeft/hebben geslagen
/gestompttegen het hoofd
en/of het lichaam, en
/ofdie [benadeelde 4] met een mes
heeft/hebben gestoken
/gesnedenin diens hand;
en
/of
hij in
of omstreeksde periode van 21 september 2022 tot en met 4 oktober 2022 te Arnhem
althans in Nederland,tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen,op de openbare weg, te weten het Stationsplein, met het oogmerk om zich en
/ofeen ander wederrechtelijk te bevoordelen, de volgende perso
(o)n
(en
)heeft gedwongen tot de afgifte van
een of meerhierna te noemen goed
er(en
),
in elk geval enig goed,die
/datgeheel
of ten deleaan die perso
(o)n
(en
)toebehoorde(n),
in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s),te weten:
- [benadeelde 1] , de
(toegangs-/ontgrendel
)code
(s)van diens mobiele telefoon, en
/of
- [benadeelde 2] , een mobiele telefoon (iPhone) en
/ofbankpas, en
/of
- [benadeelde 3] , een mobiele telefoon (OnePlus Nord 2) en
/ofde bijbehorende
(toegangs-/ ontgrendel
)code(s), en
/of
- [benadeelde 4] , een mobiele telefoon (iPhone 12 Pro Max) en/of de bijbehorende (toegangs-/ontgrendelcode(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat
hij, verdachte en/of zijn mededader(s):
- die [benadeelde 1] meermalen,
althans eenmaal, heeft/hebben geduwd en
/ofmeermalen,
althans eenmaal, heeft/hebben geslagen/gestompt tegen het hoofd (waarna) die [benadeelde 1] op de grond is gevallen en
/ofeen knie op het hoofd van die [benadeelde 1]
heeft/hebben gezet
/geplaatstterwijl die [benadeelde 1] op de grond lag en
/ofdie [benadeelde 1]
heeft/hebben geschopt
/getrapten
/ofeen mes
op/tegen de borst van die [benadeelde 1]
heeft/hebben gezet
/geplaatst/gedrukt,en
/of heeft/hebben
geroepen/gezegd dat die [benadeelde 1] de code(s) van zijn telefoon moest afgeven, althans woorden van gelijke aard of strekking, en
/of
- die [benadeelde 2] naar de grond
heeft/hebben gedrukt
/geduwden
/ofeen mes
heeft/hebben getrokken en
/ofdat mes op de keel
/halsen/
ofwang van die [benadeelde 2]
heeft/hebben gezet
/geplaatst/gedrukt, en
/of
- die [benadeelde 3] tegen de muur
heeft/hebben geduwd
/gedrukten
/ofmeermalen
, althans eenmaal,in
/tegenhet gezicht/
hoofd/lichaam heeft/hebben geslagen en
/ofeen mes op
/tegendiens keel
/nek heeft/hebben gezet
/geplaatst/gedrukt, en
/of(daarbij)
heeft/hebben geroepen dat die [benadeelde 3] zijn telefoon en
/ofbijbehorende code(s) moest afgeven, althans woorden van gelijke aard of strekking, en
/of(vervolgens) die [benadeelde 3]
heeft/hebben geduwd waardoor hij van de trap is gevallen, en
/of
- die [benadeelde 4] in een hoek
heeft/hebben
geduwd/gedrukt en
/ofmeermalen
, althans eenmaal,die [benadeelde 4]
heeft/hebben geslagen
/gestompttegen het hoofd
en/of het lichaam,en
/ofdie [benadeelde 4] met een mes
heeft/hebben gestoken
/gesnedenin diens hand en
/of(daarbij) (dreigend)
heeft/hebben geroepen
/gezegddat die [benadeelde 4] alles moest afgeven ook de code(s) van diens
telefoon, althans woorden van gelijke aard of strekking;
2.
hij in
of omstreeksde periode van 16 september 2022 tot en met 5 oktober 2022 te Arnhem en
/ofNijmegen,
althans in Nederland,op de openbare weg, te weten het Stationsplein en
/ofhet Kelfkensbos,
devolgende goed
(eren
), in elk geval enig goed, die
/datgeheel
of ten deleaan een ander dan aan verdachte toebehoorde
(n)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, te weten:
- een mobiele telefoon (iPhone 12) toebehorende aan [benadeelde 5] , en
/of
- een mobiele telefoon (iPhone 11) toebehorende aan [benadeelde 6] , en
/of
- een mobiele telefoon (iPhone 11) toebehorende aan [benadeelde 7] , terwijl deze diefstal(len) werd(en) voorafgegaan
,envergezeld en
/of gevolgdvan geweld en
/ofbedreiging met geweld tegen die [benadeelde 5] en
/of[benadeelde 6] en
/of[benadeelde 7] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken,
of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,welk geweld en
/ofbedreiging met geweld hierin bestond
(en)dat hij, verdachte:
- de telefoon van die [benadeelde 5] heeft vastgepakt en
/ofdie [benadeelde 5]
om/bij de nek heeft vastgepakt
/vastgegrepenen
/of(daarbij) heeft geroepen: ‘Laat los, laat los’, en
/of(met kracht) de telefoon uit de hand
(en)van die [benadeelde 5] heeft getrokken en
/ofdie [benadeelde 5] naar de grond heeft gewerkt en
/ofdie [benadeelde 5]
meermalen, althanseenmaal
,tegen het hoofd heeft
geslagen
/gestompten
/ofterwijl die [benadeelde 5] op de grond lag op de rug
, althans het lichaam,van die [benadeelde 5] is gaan zitten en
/of(daarbij)
meermalen, althanseenmaal
,een mes heeft gezet
/geplaatst/gedruktop
/tegende keel
/halsvan die [benadeelde 5] , en
/of
- die [benadeelde 6] meermalen
, althans eenmaal, in/tegen het
gezicht/hoofd heeft geslagen
/gestompten
/of(waarna) die [benadeelde 6] op de grond is gevallen en
/ofdie [benadeelde 6] , zo liggend op de grond, meermalen,
althans eenmaal,heeft
geschopt/getrapt tegen het lichaam en
/ofeen mes op
/tegende keel van die [benadeelde 6] heeft gezet
/geplaatst/gedrukt,en
/of
- die [benadeelde 7] naar de grond heeft geduwd en
/ofeen mes op
/tegende keel en
/ofbeen van die [benadeelde 7] heeft gezet
/geplaatst/gedrukt;
en
/of
hij in
of omstreeksde periode van 16 september 2022 tot en met 5 oktober 2022 te Arnhem en
/ofNijmegen,
althans in Nederland,op de openbare weg, te weten het Stationsplein en
/ofhet Kelfkensbos, met het oogmerk om zich
en/of een anderwederrechtelijk te bevoordelen, de volgende perso
(o)n
(en
)heeft gedwongen tot de afgifte van een of meer hierna te noemen goed
er(en
), in elk geval enig goed,die
/datgeheel
of ten deleaan die perso
(o)n
(en
)toebehoorde
(n
), in elk geval aan een ander dan aan verdachte, te weten:
- [benadeelde 5] ,
een mobiele telefoon (iPhone 12) en/ofde
bijbehorende (toegangs-/ontgrendel
)code
(s
)van diens mobiele telefoon, en
/of
- [benadeelde 6] , de
(toegangs-/ontgrendel
)code
(s
)van diens mobiele telefoon, en
/of
- [benadeelde 8] , een mobiele telefoon (iPhone 12) en
/of
- [benadeelde 9] , een mobiele telefoon (iPhone 11) en
/ofde bijbehorende
(toegangs-/ontgrendel
)code
(s
), welk geweld en
/ofwelke bedreiging met geweld hierin bestond
(en)dat hij, verdachte:
- de telefoon van die [benadeelde 5] heeft vastgepakt en
/ofdie [benadeelde 5]
om/bij de nek heeft vastgepakt
/vastgegrepenen
/of(daarbij) heeft geroepen: ‘Laat los, laat los’, en
/ofdie [benadeelde 5] naar de grond heeft gewerkt en
/ofdie [benadeelde 5]
meermalen, althanseenmaal
,tegen het hoofd heeft geslagen
/gestompten
/ofterwijl die [benadeelde 5] op de grond lag op de rug
, althans het lichaam,van die [benadeelde 5] is gaan zitten en
/of(daarbij)
meermalen, althanseenmaal
,een mes heeft gezet
/geplaatst/gedruktop
/tegende keel
/halsvan die [benadeelde 5] , en
/of(daarbij) (dreigend) heeft geschreeuwd
/geroepen/gezegd: ‘Geef de codes om je telefoon te openen en je iCloud codes’
, althans woorden van gelijke aard of strekking, en/of
- die [benadeelde 6] meermalen
, althans eenmaal, in/tegen het gezicht
/hoofdheeft geslagen
/gestompten
/of(waarna) die [benadeelde 6] op de grond is gevallen en
/ofdie [benadeelde 6] , zo liggend op de grond, meermalen
, althans eenmaal,heeft
geschopt/getrapt tegen het lichaam en
/ofeen mes op
/tegende keel van die [benadeelde 6] heeft gezet
/geplaatst/gedrukt, en
/of(daarbij) heeft
geroepen/gezegd dat die [benadeelde 6] de code(s) van diens telefoon moest afgeven, en
/of
- een mes heeft getrokken en
/ofdit mes heeft gehouden ter hoogte en
/ofin de richting van de
keel/hals van die [benadeelde 8] en
/of(daarbij) heeft
geroepen/gezegd: ‘Geef mij je telefoon en wat heb je nog meer bij je’
, althans woorden van gelijke aard of strekking,en
/of
- die [benadeelde 9] met een mes heeft gestoken
/gesnedenin diens
(rechter
)been en
/of (rechter)kuiten
/of(daarbij) (dreigend) heeft
geschreeuwd/geroepen/gezegd: ‘Geef mij je telefoon en je wachtwoord anders steek ik je dood’
, althans woorden van gelijke aard of strekking;
3.
hij in
of omstreeksde periode van 11 april 2021 tot en met 23 september 2022 te Velp, gemeente Rheden, en
/ofArnhem
, althans in Nederland,op de openbare weg, te weten het Landgoed Biljoen en
/ofhet Stationsplein, de volgende goed
(eren), in elk geval enig goed, die
/datgeheel
of ten deleaan een ander dan aan verdachte toebehoorde
(n
)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, te weten:
- een mobiele telefoon (iPhone 12) en
/ofeen geldbedrag van € 475,-,
althans enig geldbedrag,toebehorende aan [benadeelde 10] , en
/of
- een mobiele telefoon (iPhone 13) en
/ofeen geldbedrag van € 20,-,
althans enig geldbedrag,toebehorende aan [benadeelde 11] ,
terwijl deze diefstal(len) werd
(en
)voorafgegaan
,envergezeld
en/of gevolgdvan geweld en
/of bedreiging met geweldtegen die [benadeelde 10] en
/of[benadeelde 11] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken,
of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,welk geweld en
/of bedreiging met geweldhierin bestond
(en)dat hij, verdachte:
- de telefoon uit de hand
(en
)van die [benadeelde 10] heeft
getrokken/gepakt en
/ofdaarmee is weggerend en
/of(vervolgens) tegen de
(rechter
)enkel
, althans het lichaam,van die [benadeelde 10] heeft
getrapt/geschopt ten gevolge waarvan die [benadeelde 10] op de grond is gevallen, en
/of
- die [benadeelde 11] heeft geslagen
/gestomptin
/tegenhet gezicht en
/of(daarop) de telefoon en
/ofgeld uit de
(jas
)zak van die [benadeelde 11] heeft gepakt,
en
/of
hij in
of omstreeksde periode van 11 april 2021 tot en met 23 september2022 te
Velp, gemeente Rheden, en/ofArnhem
, althans in Nederland,op de openbare weg, te weten
het Landgoed Biljoen en/ofhet Stationsplein, met het oogmerk om zich
en/of een anderwederrechtelijk te bevoordelen, de volgende persoon heeft gedwongen tot de afgifte van
een of meerhierna te noemen goed
er(en
), in elk geval enig goed, die
/datgeheel
of ten deleaan die persoon toebehoorde
(n
),
in elk geval aan een ander dan aan verdachte,te weten:
- [benadeelde 11] ,
een mobiele telefoon (iPhone 13) en/ofde
bijbehorende (toegangs-/ontgrendel
)code(s)
van diens telefoon, welk geweld en
/ofwelke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte:
- die [benadeelde 11] heeft geslagen
/gestomptin
/tegenhet gezicht en
/of(daarbij)
meermalen, althanseenmaal, (dreigend) heeft
geroepen/gezegd dat hij, verdachte, de telefoon van die [benadeelde 11]
en
/ofde bijbehorende toegangscode wilde hebben, althans woorden van gelijke aard of strekking.
Parketnummer 05/048746-22
hij op
of omstreeks25 februari 2022 te Arnhem, openlijk, te weten op de Zijpendaalseweg
en/of het Willemsplein en/of de Nieuwe Stationsstraat,
te wetenop een trap bij het station
, in elk gevalop
of aande openbare weg
en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats,in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een persoon, te weten [benadeelde 12] , door
- op
/tegenhet lichaam van voornoemde [benadeelde 12] te slaan en
/ofte stompen, en
/of
-
op/tegen de enkels en
/ofde benen
, althans het lichaam,van voornoemde [benadeelde 12] te schoppen.
Parketnummer 05/221615-22
1
hij op
of omstreeks1 september 2022 te Nijmegen, tezamen en in vereniging met een
of meerander
en, althans alleen, AirPods en
/ofeen oplader
, in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten deleaan [benadeelde 13]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)toebehoorde
(n
)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan
, vergezeld en/of gevolgdvan geweld en
/ofbedreiging met geweld tegen [benadeelde 13] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden
of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- de nek van [benadeelde 13] vast te pakken en
/of- [benadeelde 13] te duwen en
/of- tegen [benadeelde 13] dreigend de woorden toe te voegen "ik ga je slaan, ik ga mijn mes pakken"
en/of waarbij een handvat van een mes tussen de broeksband van verdachte en/of zijn mededader zat;
2
hij op
of omstreeks1 september 2022 te Nijmegen, zich met geweld
en/of bedreiging met geweld,heeft verzet tegen een ambtenaar, [benadeelde 14] (hoofdagent bij de Eenheid Oost Nederland), werkzaam in de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, te weten ter aanhouding van verdachte door niet op zijn buik te gaan liggen en
/ofmet kracht in een tegengestelde richting te bewegen.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
ten aanzien van parketnummer 05/254722-22
feit 1:
eendaadse samenloop van
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, meermalen gepleegd, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen op de openbare weg;
en
afpersing, meermalen gepleegd, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen op de openbare weg;
feit 2:
(gedeeltelijke) eendaadse samenloop van
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, meermalen gepleegd, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg;
en
afpersing, meermalen gepleegd, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg;
feit 3:
(gedeeltelijke) eendaadse samenloop
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, meermalen gepleegd, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg;
en
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg;
ten aanzien van parketnummer 05/048746-22
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen;
ten aanzien van parketnummer 05/221615-22
feit 1
diefstal, voorafgegaan van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen op de openbare weg;
feit 2
wederspannigheid.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het jeugdstrafrecht moet worden toegepast. Zij heeft vervolgens gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een jeugddetentie van 12 maanden, waarvan 9 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren. Daarop dient de tijd die verdachte al in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht in mindering te worden gebracht. Aan het voorwaardelijk deel van de straf dienen de bijzondere voorwaarden te worden gekoppeld zoals geadviseerd door de reclassering. Verder heeft de officier van justitie gevorderd om een contactverbod op te leggen ten aanzien van de slachtoffers [benadeelde 13] , [benadeelde 1] , [benadeelde 4] , [benadeelde 5] , [benadeelde 6] en [benadeelde 7] . Daarnaast is verzocht om een locatieverbod ten aanzien van de woonadressen van de slachtoffers [benadeelde 5] en [benadeelde 13] en een locatieverbod voor Arnhem Centraal Station. Tot slot heeft de officier van justitie de dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden gevorderd.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht om het jeugdstrafrecht toe te passen en aan verdachte een jeugddetentie op te leggen met een groot voorwaardelijk deel, zodat middels bijzondere voorwaarden een aantal interventies voor verdachte kunnen worden gestart.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich in een periode van ruim een maand schuldig gemaakt aan twaalf straatroven. Verdachte lokte de slachtoffers in de meeste gevallen met een smoes mee naar de parkeergarage van het station in Arnhem, uit het zicht van de camera’s. Vervolgens werden de slachtoffers gedwongen om hun telefoon, de bijbehorende ontgrendelcodes en (in een aantal gevallen) hun iCloud-gegevens af te geven/in te voeren, zodat verdachte de telefoons later eenvoudig kon doorverkopen. Hierbij schuwde verdachte niet om de slachtoffers met een mes te bedreigen en fysiek geweld te gebruiken. Door zijn handelen heeft verdachte het gevoel van veiligheid op straat in het algemeen en dat van de slachtoffers in het bijzonder, aangetast. In een aantal gevallen was het slachtoffer iemand die verdachte (via Snapchat) kende. Deze slachtoffers spraken met verdachte af, niet wetende wat hen te wachten stond. Ter zitting hoorde de rechtbank hoe angstig de slachtoffers waren geworden na het incident. Zij durfden niet meer alleen over straat. Ook beschreef één van de slachtoffers niet alleen bang te zijn geworden voor verdachte, maar voor iedereen. De rechtbank kan zich voorstellen dat verdachte met zijn handelen het vertrouwen van de slachtoffers in de medemens ernstig heeft geschaad. Verdachte heeft zich verder schuldig gemaakt aan openlijke geweldpleging. Dit deed hij naar eigen zeggen enkel omdat het slachtoffer hem ‘heel diep’ aankeek. Ook hieruit is de rechtbank gebleken dat verdachte gemakkelijk overgaat tot het plegen van geweld. Tot slot heeft verdachte zich verzet bij zijn aanhouding. Dit gebeurde in een openbare ruimte, namelijk een treincoupé, in het bijzijn van meerdere omstanders. De verbalisant was op dat moment alleen met verdachte, waardoor voor hem een bedreigende situatie is ontstaan. De (toenemende) ernst en frequentie van de feiten tezamen met het grote aantal incidenten in een korte tijd maken naar het oordeel van de rechtbank de oplegging van een gevangenisstraf de enige passende sanctie.
Uit het strafblad van verdachte volgt dat hij door de kinderrechter meermaals is veroordeeld voor winkeldiefstal, diefstal uit een auto, huiselijk geweld, belediging, het beledigen van een ambtenaar en gebruik van geweld tegen beroepsbeoefenaars in het openbaar vervoer.
De rechtbank heeft verder kennisgenomen van het psychologisch rapport van 24 maart 2023. Hieruit volgt dat bij verdachte sprake is van een antisociale persoonlijkheidsstoornis, die zich in het kader van een voorgeschiedenis van verwenning en emotionele/pedagogische verwaarlozing heeft ontwikkeld vanuit een aandachttekortstoornis met hyperactiviteit/impulsiviteit en hechtingsproblematiek. Het functioneren van verdachte wordt volgens de psycholoog gehinderd door een egocentrisch perspectief, sterke gerichtheid op eigen korte termijn behoeften en het ontbreken van lange termijn doelen, door een gebrekkige impulscontrole en frustratietolerantie en beperkingen in het empathisch vermogen en de gewetensontwikkeling. Daarnaast is in de omgang met anderen sprake van achterdocht, negatieve cognities, krenkbaarheid en een zelfbepalende houding. Verdachte werd geschorst van de begeleid wonen setting, mede door deze neiging tot zelfbepaling, waarna hij – gezien zijn beperkte en instabiele netwerk – op straat belandde.
Het recidiverisico wordt door de psycholoog hoog geacht als het gaat om gewelddadig gedrag met ernstig lichamelijk letsel. Het risico van acuut dreigend geweld wordt ingeschat als laag tot matig, omdat verdachtes functioneren is verbeterd onder invloed van een sterk gestructureerde, overzichtelijke en duidelijke omgeving (
te weten JJI [locatie ] ). Indien verdachte zonder steun op zichzelf moet terugvallen, is de kans volgens de psycholoog groot dat hij via een terugval in middelenmisbruik en het niet nakomen van maatschappelijke verplichtingen (ten aanzien van wonen, werk en financiën) opnieuw dakloos, zonder netwerk en een gevoel van verbinding en zonder middelen van bestaan zal terugvallen op eerder aangeleerde overlevingsvaardigheden, antisociaal gedrag en geweld.
De psycholoog beschrijft verder dat er zowel indicaties als contra-indicaties van de wegingslijst ASR voor de toepassing jeugdstrafrecht naar voren komen. Hoewel sprake is van antisociale persoonlijkheidsproblematiek, lijkt deze zich vooral te hebben ontwikkeld als gevolg van een ontwikkelingsstoornis (ADHD) in combinatie met een verwaarlozende achtergrond, waardoor sprake is van voor het functioneren belemmerende achterstanden in de sociaal-emotionele ontwikkeling. Verdachte zou mogelijk kunnen profiteren van pedagogische beïnvloeding in de vorm van scholing. Alles afwegende wordt door de psycholoog geadviseerd om het jeugdstrafrecht toe te passen. Het hoge recidiverisico in combinatie met ontwikkelingstekorten noopt tot begeleiding, toezicht en behandeling. Verdachte behoeft begeleiding gericht op het uitbreiden van vaardigheden met het oog op zelfstandig en binnen geaccepteerde kaders inrichten van zijn leven en het nakomen van verplichtingen. Om te voorkomen dat betrokkene zich weer zou onttrekken aan begeleiding en toezicht, zijn een verplichtend kader en strikte voorwaarden nodig, waarin ook elektronische controle een meerwaarde heeft. Geadviseerd wordt genoemde interventies op te leggen in het kader van bijzondere voorwaarden bij een voorwaardelijk strafdeel.
De reclassering onderschrijft in haar rapport van 7 april 2023 het door de psycholoog gegeven advies. Volgens de reclassering is sprake van een zorgwekkend gedrags- en delictspatroon. Verdachte kent een jarenlange justitiële voorgeschiedenis en bij een veroordeling is sprake van een toename in ernst van de delicten. Als bijzondere voorwaarden bij een voorwaardelijk strafdeel adviseert de reclassering een meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling, ambulante behandeling (verslavingszorg), ambulante begeleiding, begeleid wonen of maatschappelijke opvang, een locatiegebod (met elektronische monitoring), dagbesteding, meewerken aan schuldhulpverlening en meewerken aan middelencontrole.
Het voorgaande schept voor de rechtbank een zorgelijk beeld, waarbij te zien is dat de gepleegde feiten in ernst zijn toegenomen en waarbij verdachte steeds meer en gemakkelijker geweld lijkt toe te passen. Er is sprake van een jonge verdachte, die het ontbreekt aan stabiliteit en een ondersteunend netwerk. De rechtbank ziet de noodzaak tot structuur, begeleiding en behandeling. Zij zal daarom het advies van de deskundigen overnemen, zowel als het gaat om de toepassing van het jeugdstrafrecht als voor de oplegging van een deels voorwaardelijke straf met daaraan verbonden een strikt pakket aan bijzondere voorwaarden. Ter zitting heeft verdachte verklaard zelf ook de noodzaak voor structuur, begeleiding en behandeling te voelen. Gebleken is dat verdachte nog stappen heeft te maken in zijn, inmiddels ingezette, ontwikkeling. De rechtbank benadrukt dat dit voor verdachte de laatste kans is om in het kader van het jeugdstrafrecht een hulpverleningstraject in te gaan. Het is aan verdachte om deze kans te grijpen.
Alles afwegende zal de rechtbank aan verdachte een jeugddetentie voor de duur van 24 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren, opleggen. Daarop wordt de tijd die hij al in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht in mindering gebracht. Aan het voorwaardelijk deel van de straf worden de bijzondere voorwaarden verbonden zoals door de reclassering geadviseerd. Ook zal de rechtbank de contact- en locatieverboden opleggen zoals gevorderd door de officier van justitie, met uitzondering van het locatieverbod ten aanzien van Arnhem Centraal Station. Dit laatste acht de rechtbank onwenselijk, nu verdachte zich in het kader van zijn voorwaarden mogelijk met de trein zal moeten verplaatsen. Bovendien zou dit een te grote inperking van de bewegingsvrijheid van verdachte met zich meebrengen.
Anders dan door de officier van justitie gevorderd, zal de rechtbank niet de dadelijke uitvoerbaarheid van de voorwaarden gelasten, omdat onvoldoende blijkt van onmiddellijk dreigend ernstig gevaar voor de onaantastbaarheid van het lichaam van derden, zoals vereist in artikel 14e van het wetboek van Strafrecht.

8.De beoordeling van de civiele vorderingen

De volgende benadeelde partijen hebben zich in het strafproces gevoegd en een vordering tot schadevergoeding ingediend:
[benadeelde 12] , vordert € 540,00 aan materiële schade en € 1.000,00 aan smartengeld;
[benadeelde 13] , vordert € 1.137,10 aan materiële schade en € 650,00 aan smartengeld;
[benadeelde 4] , vordert € 332,80 aan materiële schade en € 1.000,00 aan smartengeld;
[benadeelde 5] , vordert € 759,00 aan materiële schade en € 4.000,00 aan smartengeld;
[benadeelde 6] , vordert € 16.076,20 aan materiële schade en € 1.000,00 aan smartengeld;
[benadeelde 7] , vordert € 713,97 aan materiële schade en € 1.000,00 aan immateriële schade,
telkens vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen van de immateriële schade voor alle benadeelde partijen toewijsbaar is, met dien verstande dat de vordering van de immateriële schade door [benadeelde 5] aan de hoge kant is. De officier van justitie verzoekt de rechtbank ten aanzien van die schadepost gebruik te maken van haar schattingsbevoegdheid. De officier van justitie heeft verder verzocht de wettelijke rente toe te kennen en de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel gevorderd.
De raadsvrouw heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de benadeelden [benadeelde 4] , [benadeelde 5] , [benadeelde 6] en [benadeelde 7] niet-ontvankelijk moeten worden verklaard in hun vorderingen, nu deze vorderingen – in strijd met de goede procesorde - dusdanig laat zijn ingediend, dat het niet meer mogelijk was de vorderingen met verdachte te bespreken. Hierdoor is de verdediging niet in staat geweest de vorderingen waar nodig gemotiveerd te betwisten.
Subsidiair heeft de raadsvrouw verzocht om de vorderingen tot immateriële schade te matigen tot € 500,00. Verder heeft zij een standpunt ingenomen ten aanzien van de verschillende materiële schadeposten.
De standpunten van de officier van justitie en de verdediging ten aanzien van de vorderingen van materiële schade zal de rechtbank bespreken onder de beoordeling van die betreffende vorderingen.
Overweging van de rechtbank
Algemeen
Ten aanzien van het primaire verweer van de raadsvrouw met betrekking tot het late indienen van de vorderingen van [benadeelde 4] , [benadeelde 5] , [benadeelde 6] en [benadeelde 7] , overweegt de rechtbank als volgt.
Hoewel het wenselijk (en mogelijk) was geweest dat de vorderingen eerder waren ingediend, kan een vordering door de benadeelde partij tot aan het requisitoir van de officier van justitie ter terechtzitting worden ingediend. De rechtbank is voorts van oordeel dat de onderhavige vorderingen niet dusdanig complex zijn, dat behandeling ervan een onevenredige belasting van het strafbeding zou opleveren of dat daarmee sprake zou zijn van strijd met de goede procesorde. Van belang daarbij is dat aan de verdediging ter terechtzitting nog kort de gelegenheid is geboden de vorderingen te bespreken met de verdachte. De rechtbank zal daarom overgaan tot de beoordeling van de vorderingen.
Smartengeld
De benadeelde partijen hebben volgens artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek (BW) recht op vergoeding van smartengeld in het geval dat:
  • verdachte het oogmerk had het nadeel toe te brengen,
  • de benadeelde partij lichamelijk letsel heeft opgelopen,
  • de benadeelde partij in zijn eer of goede naam is geschaad, of
  • de benadeelde partij op andere wijze in de persoon is aangetast.
Om te spreken van een aantasting in persoon op andere wijze moet sprake zijn van geestelijk letsel of een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer, persoonlijke integriteit of een fundamenteel recht.
Naar het oordeel van de rechtbank is vast komen te staan dat de benadeelde partijen als gevolg van de bewezenverklaarde feiten immateriële schade hebben geleden die binnen één of meer van de hiervoor genoemde categorieën valt. Door de gedragingen van verdachte is de lichamelijke integriteit van de benadeelden geschonden en/of is lichamelijk letsel toegebracht. De verdachte betwist dit ook niet.
In de soortgelijke omstandigheden waaronder de bewezenverklaarde feiten zijn gepleegd, ziet de rechtbank aanleiding om aan alle benadeelde partijen hetzelfde, passende bedrag aan immateriële schade toe te kennen. Ten aanzien van benadeelde [benadeelde 13] leidt deze afweging ertoe dat een hoger bedrag wordt toegewezen dan is gevorderd.
Naar maatstaven van billijkheid en gelet op de bedragen die door Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen worden opgelegd, acht de rechtbank een bedrag van € 750,00 per benadeelde partij passend. Aan alle benadeelden wordt daarom een bedrag van € 750,00 aan immateriële schade toegewezen.
Verdachte is over deze bedragen wettelijke rente verschuldigd. Bij de conclusie (zie de tabel verderop) zal de rechtbank per benadeelde benoemen vanaf welke datum dit het geval is.
Vordering materiële schade [benadeelde 12]
Benadeelde partij [benadeelde 12] heeft bedrag van € 480,00 gevorderd in verband met het wegraken van zijn portemonnee. Verder zijn € 40,00 aan medische kosten gevorderd.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat [benadeelde 12] niet-ontvankelijk moet worden verklaard in beide vorderingen, nu zij ten aanzien van de diefstal van de portemonnee heeft verzocht verdachte vrij te spreken en de medische kosten niet zijn onderbouwd.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn vordering tot materiële schade, omdat verdachte dient te worden vrijgesproken van de primair ten laste gelegde diefstal met geweld. Ten aanzien van de medische kosten heeft de verdediging geen (afzonderlijk) standpunt ingenomen.
De rechtbank is van oordeel dat de vordering voor de kosten van de portemonnee moet worden afgewezen, nu verdachte wordt vrijgesproken van diefstal van de portemonnee met geweld. In de vordering bevinden zich verder geen stukken ter onderbouwing van de gemaakte medische kosten, zodat de rechtbank ook die vordering zal afwijzen.
Vordering materiële schade [benadeelde 13]
Benadeelde partij [benadeelde 13] heeft de volgende bedragen aan materiële schade gevorderd:
  • Oplader € 80,00
  • Broek € 30,11
  • Schoen € 847,00
  • Reparatie Apple Watch € 179,99
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de gevorderde materiële kosten toewijsbaar zijn met toekenning van de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdediging heeft zich ten aanzien van de schoenen en de Apple Watch op het standpunt gesteld dat onvoldoende is onderbouwd dat er een causaal verband bestaat tussen de schade en het ten laste gelegde feit.
De rechtbank stelt vast dat het verlies van de oplader een rechtstreeks gevolg is geweest van het bewezenverklaarde feit. De rechtbank acht het gevorderde bedrag van € 80,00 redelijk en zal dit deel van de vordering toewijzen. Verdachte is vanaf 1 september 2022 wettelijke rente over dit bedrag verschuldigd.
Ten aanzien van de broek, de schoen en de Apple Watch is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende onderbouwd dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het bewezenverklaarde feit. Dit deel van de vordering zal worden afgewezen.
Vordering materiële schade [benadeelde 4]
Benadeelde partij [benadeelde 4] heeft de volgende bedragen aan materiële schade gevorderd:
  • Kleding € 106,30
  • Telefoonkosten € 153,56
  • Overige materiële schade (heuptasje en contant geld) € 72,94
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de gevorderde materiële kosten toewijsbaar zijn met toekenning van de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdediging heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de bloedvlekken op de broek eruit te wassen zijn. Subsidiair refereert zij zich aan het oordeel van de rechtbank. De telefoonkosten zijn onvoldoende onderbouwd, nu de grondslag voor de verzekering niet is gegeven in de toelichting en het polisblad ontbreekt. Verder is niet aangetoond wat de inhoud van het heuptasje was. Ten aanzien van het heuptasje zelf heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank stelt vast dat de schade aan de jas, het doorbetalen van de abonnementskosten en de telefoonverzekering (zonder dat de benadeelde kon beschikken over zijn telefoon) en het verlies van het heuptasje met daarin € 55,00 rechtstreekse gevolgen zijn van het bewezenverklaarde feit. De gevorderde bedragen komen de rechtbank redelijk voor en zijn bovendien onderbouwd met stukken.
De gevorderde bedragen van € 56,30 (jas), € 153,56 (telefoonkosten) en € 72,94 (heuptasje met inhoud) van in totaal € 282,80, zullen dan ook worden toegewezen. Verdachte is vanaf 4 oktober 2022 wettelijke rente over dit bedrag verschuldigd.
Ten aanzien van de broek merkt de rechtbank op dat deze vlekken eenvoudig zijn uit te wassen, zodat de rechtbank dit deel van de vordering zal afwijzen.
Vordering materiële schade [benadeelde 5]
Benadeelde partij [benadeelde 5] heeft de volgende bedragen aan materiële schade gevorderd:
  • Telefoon € 700,00
  • Telefoonhoesje € 59,00
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de gevorderde materiële kosten toewijsbaar zijn met toekenning van de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De raadsvrouw heeft bepleit om de toe te wijzen schade voor het wegnemen van de telefoon, ongeacht wat voor een telefoon is weggenomen, voor alle benadeelden gelijk te stellen. Zij heeft verzocht dit bedrag te bepalen op € 500,00 per benadeelde. Ten aanzien van het telefoonhoesje heeft zij zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank stelt vast dat de geleden schade een rechtstreeks gevolg is van het bewezenverklaarde feit. De kosten voor zowel de telefoon als het hoesje zijn bovendien voldoende onderbouwd. De rechtbank ziet geen aanleiding om het bedrag ter vergoeding van de telefoon voor alle benadeelden gelijk te stellen, nu het verschillende type telefoons betreft. Bovendien heeft de benadeelde de post onderbouwd met een factuur waarop het specifieke bedrag is vermeld.
De rechtbank zal de gevorderde bedragen van in totaal € 759,00 toewijzen. Verdachte is vanaf 16 september 2022 wettelijke rente over dit bedrag verschuldigd.
Vordering materiële schade [benadeelde 6]
Benadeelde partij [benadeelde 6] heeft de volgende bedragen aan materiële schade gevorderd:
  • Studievertraging € 15.375,00
  • Reiskosten € 330,00
  • Telefoon € 371,20
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de gevorderde materiële kosten toewijsbaar zijn met toekenning van de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De raadsvrouw heeft bepleit dat er geen rechtstreeks verband kan worden vastgesteld tussen de verlenging met een jaar en het bewezenverklaarde feit, nu uit de stukken blijkt dat hiermee wegens aanhoudende problematiek is ingestemd. Bovendien was er al een keer gedoubleerd. De vordering dient volgens de raadsvrouw dan ook te worden afgewezen vanwege het ontbreken van een causaal verband met het ten laste gelegde feit.
Uit de stukken leidt de rechtbank af dat de benadeelde ten gevolge van het bewezenverklaarde feit intensieve therapie is gaan volgen. Te zien is dat die therapieën zijn gestart vanaf 4 oktober 2022. Uit de brief van de locatiedirecteur van het [school] volgt verder dat de schoolbelasting voor de benadeelde onder andere door deze intensieve therapie te hoog werd in de loop van het schooljaar 2022-2023 en dat hij daarom zijn examenjaar in twee jaar zal afronden, in plaats van één jaar. Het bewezenverklaarde feit is gepleegd op 29 september 2022. Uit dit alles leidt de rechtbank af dat de problemen op school kort na het plegen van het feit verergerden. De rechtbank is daarom van oordeel dat sprake is van een causaal verband tussen de opgelopen studievertraging en het bewezenverklaarde feit. Dat er mogelijk al andere problematiek bij de benadeelde speelde, doet daarbij niet ter zake. Uitgangspunt in het Nederlandse recht is immers dat de veroorzaker van de schade het slachtoffer moet nemen zoals hij is, inclusief alle gebreken en vatbaarheden voor bepaalde medische kwalen of aandoeningen die deze persoon meebrengt.
De rechtbank acht het gevorderde bedrag met betrekking tot de studievertraging – waarbij aansluiting is gezocht bij de richtlijn Studievertraging – redelijk. Het gevorderde bedrag van € 15.375,00 wordt dan ook toegewezen.
De gevorderde reiskosten van € 330,00 en de kosten voor de telefoon van € 371,20 zijn door de verdediging niet betwist. Bovendien zijn deze schadeposten voldoende onderbouwd, zodat beide bedragen in het geheel zullen worden toegewezen.
Verdachte is vanaf 29 september 2022 wettelijke rente over de toegewezen bedragen verschuldigd.
Vordering materiële schade [benadeelde 7]
Benadeelde partij [benadeelde 7] heeft de volgende bedragen aan materiële schade gevorderd:
  • Gederfde inkomsten € 49,98
  • Telefoon € 663,99
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de gevorderde materiële kosten toewijsbaar zijn met toekenning van de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De raadsvrouw heeft verzocht om de compensatie ter vergoeding van de telefoon voor alle benadeelden gelijk te stellen op een bedrag van € 500,00 per benadeelde. Zij heeft geen standpunt ingenomen ten aanzien van de gederfde inkomsten.
De rechtbank stelt vast dat de geleden schade een rechtstreeks gevolg is van het bewezenverklaarde feit. Zowel de kosten ter vergoeding van de telefoon als de gederfde inkomsten zijn bovendien voldoende met stukken onderbouwd. De rechtbank ziet (zoals eerder gesteld) geen aanleiding om het bedrag ter vergoeding van de telefoon gelijk te stellen, nu het verschillende type telefoons betreft. Bovendien heeft de benadeelde de post onderbouwd met een factuur waarop het specifieke bedrag is vermeld.
De rechtbank zal de gevorderde bedragen van in totaal € 713,97 toewijzen. Verdachte is vanaf 26 september 2022 wettelijke rente over dit bedrag verschuldigd.
Conclusie
Concluderend wijst de rechtbank de volgende bedragen toe aan de verschillende benadeelde partijen:
Benadeelde partij
Toegewezen materiële schade
Toegewezen immateriële schade
Wettelijke rente
[benadeelde 12]
-
€ 750,00
25 februari 2022
[benadeelde 13]
€ 80,00
€ 750,00
1 september 2022
[benadeelde 4]
€ 282,80
€ 750,00
4 oktober 2022
[benadeelde 5]
€ 759,00
€ 750,00
16 september 2022
[benadeelde 6]
€ 16.076,20
€ 750,00
29 september 2022
[benadeelde 7]
€ 713,97
€ 750,00
26 september 2022
Gelet op de aard van het feit ziet de rechtbank aanleiding om verdachte op basis van artikel 36f Sr de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van de toegewezen bedragen ten behoeve van de genoemde benadeelde partijen. Nu de rechtbank het jeugdstrafrecht toepast bij de strafoplegging van verdachte, zal zij in lijn daarmee bepalen dat er bij het uitblijven van betaling door verdachte geen gijzeling wordt toegepast.
De proceskosten worden op nihil begroot.

9.De vordering tot tenuitvoerlegging (05/014834-19)

De Kinderrechter heeft verdachte op 6 juni 2019 veroordeeld tot een voorwaardelijke taakstraf van 20 uren.
De officier van justitie vordert de tenuitvoerlegging van die straf.
De raadsvrouw heeft bepleit dat de vordering wordt afgewezen. De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat toewijzing van de vordering niet opportuun is, gelet op wat er mogelijk aan bijzondere voorwaarden aan verdachte zal worden opgelegd.
De rechtbank stelt vast dat verdachte zich binnen de proeftijd opnieuw schuldig heeft gemaakt aan meerdere strafbare feiten. Zij is echter met de verdediging van oordeel dat de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke veroordeling niet opportuun is, nu verdachte – na afloop van zijn detentie – gaat starten met een hulpverleningstraject in het kader van een fors pakket aan bijzondere voorwaarden. De rechtbank acht het van belang dat verdachte zich op dit traject focust en wil voorkomen dat hij, gelet op de door de psycholoog beschreven persoonlijkheidsproblematiek, overvraagd wordt door ook de tenuitvoerlegging van de taakstraf te gelasten.
De rechtbank wijst daarom de vordering tot tenuitvoerlegging af.

10.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen 36f, 47, 55, 77c, 77i, 77x, 77y, 77z, 77aa, 141, 180, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.

11.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
jeugddetentie voor de duur van 24 maanden;
  • bepaalt dat een gedeelte van deze jeugddetentie,
  • stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
  • stelt als bijzondere voorwaarden dat verdachte:
- meewerkt aan het toezicht door Reclassering Nederland en meldt zich op afspraken met de reclassering zo vaak de reclassering dat nodig vindt. Verdachte meldt zich direct na invrijheidstelling uit detentie;
- zich ambulant laat behandelen door een forensische psychiatrische polikliniek of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering gericht op zijn psychosociaal functioneren. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter dan de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek van verdachte kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
- zich laat behandelen door een forensische verslavingspolikliniek of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering gericht op zijn middelengebruik. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter dan de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek van verdachte kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
- zich laat begeleiden door een forensische zorginstelling of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De begeleiding duurt de gehele proeftijd of zoveel korter dan de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de begeleiding;
- verblijft in een forensische zorginstelling, dat nader wordt bepaald, of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start vanaf het moment dat verdachte in vrijheid wordt gesteld. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter dan de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor verdachte heeft opgesteld;
- gedurende de proeftijd, of zoveel korter dan het Openbaar Ministerie dat nodig vindt, op vooraf vastgestelde tijdstippen aanwezig is op het verblijfadres,. (Dit wordt nader onderzocht en bepaald wanneer de huisvesting bekend is). De reclassering stelt de precieze tijdstippen vast in overleg met verdachte en afhankelijk van de dagbesteding. Bij de start van het locatiegebod hoeft verdachte op doordeweekse dagen met dagbesteding een aaneengesloten blok van 12 uur niet op het verblijfadres te zijn. Op dagen zonder opleiding, (vrijwilligers)werk of behandeling is dat 2 uur. In de weekenden heeft verdachte een aaneengesloten blok van 4 uur per dag vrij te besteden. Het Openbaar Ministerie kan op verzoek van de reclassering de genoemde bloktijden veranderen. Verdachte werkt mee aan elektronische monitoring van dit locatiegebod. Verdachte gaat niet naar het buitenland zonder toestemming van de reclassering, omdat het voor elektronische monitoring nodig is dat verdachte in Nederland blijft. Het huidige verblijfadres wordt nader bepaald en onderzocht. Een ander adres voor het locatieverbod is alleen mogelijk als de reclassering daarvoor toestemming geeft;
- zich inspant voor het vinden en behouden van betaald werk, onbetaald werk en/of andere vrijetijdsbesteding of het volgen van een opleiding, met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag;
- meewerkt aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Verdachte geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden;
- meewerkt aan controle van het gebruik van alcohol en drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
- op geen enkele wijze – direct of indirect –contact heeft of zoekt met [benadeelde 13] (geboren op [geboortedatum] 2002), zo lang de reclassering dit verbod nodig vindt;
- zich niet binnen een straal van 1 kilometer begeeft rondom de woning van [benadeelde 13] (geboren op [geboortedatum] 2002) aan [adres] ;
- op geen enkele wijze – direct of indirect –contact heeft of zoekt met [benadeelde 1] (geboren op [geboortedatum] 2002), zo lang de reclassering dit verbod nodig vindt;
- op geen enkele wijze – direct of indirect – contact heeft of zoekt met [benadeelde 4] (geboren op [geboortedatum] 1998), zo lang de reclassering dit verbod nodig vindt;
- op geen enkele wijze – direct of indirect – contact heeft of zoekt met [benadeelde 5] (geboren op [geboortedatum] 1999), zo lang de reclassering dit verbod nodig vindt;
- zich niet binnen een straal van 1 kilometer begeeft rondom de woning van [benadeelde 5] (geboren op [geboortedatum] 1999) aan [adres] ;
- op geen enkele wijze – direct of indirect – contact heeft of zoekt met [benadeelde 6] (geboren op [geboortedatum] 2007), zo lang de reclassering dit verbod nodig vindt;
- op geen enkele wijze – direct of indirect – contact heeft of zoekt met [benadeelde 7] (geboren op [geboortedatum] 2004), zo lang de reclassering dit verbod nodig vindt;
 stelt als overige voorwaarden dat:
  • verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
  • verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;
 geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van deze bijzondere voorwaarden en tot begeleiding van verdachte ten behoeve daarvan;
De beslissingen op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 12]
 wijst de vordering tot materiële schade af;
 veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [benadeelde 12] van € 750,00 aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 februari 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
 wijst de vordering tot smartengeld voor het overige af;
 veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [benadeelde 12] , een bedrag te betalen van € 750,00 aan smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 februari 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
De beslissingen op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 13]
 veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [benadeelde 13] van € 80,00 aan materiële schade en € 750,00 aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 september 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
 wijst de vordering tot materiële schade voor het overige af;
 veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [benadeelde 13] , een bedrag te betalen van € 830,00 aan materiële schade/smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 september 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
De beslissingen op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 4]
 veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij
[benadeelde 4] van € 282,80 aan materiële schade en € 750,00 aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 oktober 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
 wijst de vordering tot smartengeld voor het overige af;
 veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil;
 legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [benadeelde 4] , een bedrag te betalen van € 1032,80 aan materiële schade/smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 oktober 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
 bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
De beslissingen op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 5]
 veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [benadeelde 5] van € 759,00 aan materiële schade en € 750,00 aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 september 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
 wijst de vordering tot smartengeld voor het overige af;
 veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [benadeelde 5] , een bedrag te betalen van € 1.509,00 aan materiële schade/smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 september 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
De beslissingen op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 6]
 veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [benadeelde 6] van € 16.076,20 aan materiële schade en € 750,00 aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 september 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
 wijst de vordering tot smartengeld voor het overige af;
 veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [benadeelde 6] , een bedrag te betalen van € 16.826,20 aan materiële schade/smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 september 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
De beslissingen op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 7]
 veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [benadeelde 7] van € 713,97 aan materiële schade en € 750,00 aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 september 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
 wijst de vordering tot smartengeld voor het overige af;
 veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil ;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [benadeelde 7] , een bedrag te betalen van € 1.453,97 aan materiële schade/smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 september 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;

De beslissingen op de vordering na voorwaardelijke veroordeling (parketnummer 05/014834-19)

 wijst de vordering van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging van de bij Kinderrechter van 6 juni 2019 voorwaardelijk opgelegde taakstraf af (parketnummer 05/014834-19);
Dit vonnis is gewezen door mr. L.F. Bögemann (voorzitter), mr. L.C.P. Goossens en mr. Ö. Sari, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H. Jansen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 2 mei 2023.
mr. L.F. Bögemann en mr. Ö. Sari zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant(en)] van de politie Oost-Nederland, district [district], opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL[dossiernummer], gesloten op [datum sluiting] en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 10] , p. 161-162.
3.Het proces-verbaal van verhoor getuigen [getuige] , p. 180.
4.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 18 april 2023.
5.Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 11] , p. 230-231.
6.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 18 april 2023.
7.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant] van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PLO600-2022086061, gesloten op 27 februari 2022 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
8.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant] van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Zuid, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2022403070, gesloten op 4 september 2022 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
9.Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 13] , p. 7.
10.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 50-51.
11.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 18 april 2023.
12.Het proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [benadeelde 14] , p. 16-17.