Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.[eiser 1] ,
[eiseres 2], en
[eiser 3],
1.De procedure
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 6
- de mondelinge behandeling van 11 april 2023.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak, die op 18 april 2023 door de Rechtbank Gelderland is behandeld, hebben eisers, bestaande uit [eiser 1], [eiseres 2] en [eiser 3], een kort geding aangespannen tegen de Beheermaatschappij, een ontbonden besloten vennootschap. De eisers vorderden de verklaring dat de hypothecaire inschrijving ten behoeve van de Beheermaatschappij op hun woning waardeloos is, omdat de Beheermaatschappij op 1 december 2018 is ontbonden en geen vorderingen meer had. De rechtbank oordeelde dat de eisers niet-ontvankelijk zijn in hun vorderingen tegen de Beheermaatschappij, omdat deze rechtspersoon niet meer bestaat. Echter, de rechtbank erkende dat de eisers wel onmiddellijk belanghebbenden zijn in de zin van artikel 3:29 lid 1 BW, waardoor zij het recht hebben om de hypothecaire inschrijving waardeloos te laten verklaren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de hypothecaire lening die de Beheermaatschappij op 7 februari 2007 heeft verstrekt, voor de ontbinding van de vennootschap is afbetaald en dat er geen andere vorderingen meer bestonden. Op basis van de overgelegde jaarrekening en liquidatiebalans concludeerde de rechtbank dat het hypotheekrecht van de Beheermaatschappij teniet is gegaan en dat de inschrijving waardeloos is. De voorzieningenrechter verklaarde de hypothecaire inschrijving waardeloos en machtigde de bewaarder om deze door te halen na inschrijving van het vonnis. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling uitgesproken.
Dit vonnis is uitgesproken door mr. K. van Vlimmeren-van Ommen in aanwezigheid van griffier mr. E.H.J. Krijnen.