ECLI:NL:RBGEL:2023:2426

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
26 april 2023
Publicatiedatum
25 april 2023
Zaaknummer
05-227227-22
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het veroorzaken van een verkeersongeval met zwaar lichamelijk letsel door onvoorzichtig rijgedrag

Op 26 april 2023 heeft de Rechtbank Gelderland in Arnhem uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 30 mei 2022 in Nijmegen een verkeersongeval heeft veroorzaakt. De verdachte, die als bestuurder van een personenauto reed, verleende geen voorrang aan een snorfietser die van links kwam. Dit leidde tot een aanrijding waarbij de snorfietser zwaar lichamelijk letsel opliep, waaronder een armbreuk en breuken in het onderbeen en de knieschijf. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan aanmerkelijk onvoorzichtig rijgedrag, wat resulteerde in de veroordeling op basis van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994.

De rechtbank legde een taakstraf van 120 uur op, evenals een voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 6 maanden. De officier van justitie had deze strafmaat ook gevorderd, en de verdediging had zich hierbij aangesloten. De rechtbank hield rekening met de schuldbewuste houding van de verdachte en het feit dat hij niet eerder door de strafrechter was veroordeeld. De proeftijd voor de ontzegging van de rijbevoegdheid werd vastgesteld op twee jaar. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, en het vonnis is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/227227-22
Datum uitspraak : 26 april 2023
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1961 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] , [postcode] in Nijmegen.
Raadsman: mr. P.L.O. van den Waarsenburg, advocaat in Nijmegen.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 30 mei 2022 te Nijmegen, in de gemeente Nijmegen, in elk geval in Nederland, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), daarmede rijdende over de weg, de Rouwenboschweg, zeer, aanmerkelijk, onvoorzichtig, onoplettend en/of onachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte,
- terwijl hij ter plaatse bekend is en/of
- terwijl hij de kruising met een weg, de Hogelandseweg, naderde en/of
- terwijl het zicht op het kruisende verkeer van links (sterk) werd belemmerd en/of
- terwijl voor die kruisende weg, de Hogelandseweg, op het wegdek haaientanden, als bedoeld in artikel 80 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, inhoudende: “Bestuurders moeten voorrang verlenen aan de bestuurders op de kruisende weg”, waren aangebracht
,-zijn snelheid niet heeft aangepast aan de verkeerssituatie ter plaatse en/of in strijd met het gestelde in artikel 19 van voormeld reglement niet de snelheid van dat door hem bestuurde motorrijtuig (personenauto) zodanig heeft geregeld dat hij in staat was dat motorrijtuig (personenauto) tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de door hem bereden weg, kruising en/of die kruisende weg(en) kon overzien en waarover deze vrij waren en/of
- niet of in onvoldoende mate naar het verkeer op die kruisende weg(en) heeft gekeken en/of is blijven kijken en/of zich niet of in onvoldoende mate heeft overtuigd of over die kruisende weg(en) verkeer naderde en/of
-zonder te stoppen voornoemde kruising is op en/of overgereden en/of
- terwijl een over die kruisende weg, de Hogelandseweg, rijdende bromfiets(snorfiets) toen dicht was genaderd,
-geen voorrang heeft verleend aan de bestuurder van deze op die weg, de Hogelandseweg, rijdende bromfiets (snorfiets) en/of
-naar links is afgeslagen teneinde de kruisende weg, de Hogelandseweg, op te rijden en/of bij dat afslaan in strijd met artikel 3 van voormeld reglement niet aan zijn verplichting heeft voldaan om zoveel mogelijk rechts te houden en/of de weghelft van kruisende weg, de Hogelandseweg, welke weghelft bestemd was voor het hem toen tegemoetkomende verkeer, is opgereden, terwijl voornoemde bromfiets (snorfiets) aldaar gebruik maakte van deze weghelft en/of
- is gebotst tegen, althans in aanrijding is gekomen met, de bromfiets (snorfiets) en/of de bestuurder van deze bromfiets (snorfiets), en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander (te weten [slachtoffer] ) zwaar lichamelijk letsel of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 30 mei 2022 te Nijmegen, in de gemeente Nijmegen, in elk geval in Nederland, als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmede rijdende over de weg, de Rouwenboschweg,
- terwijl hij ter plaatse bekend is en/of
- terwijl hij de kruising met een weg, de Hogelandseweg, naderde en/of
- terwijl het zicht op het kruisende verkeer van links (sterk) werd belemmerd en/of
- terwijl voor die kruisende weg, de Hogelandseweg, op het wegdek haaientanden, als bedoeld in artikel 80 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, inhoudende: “Bestuurders moeten voorrang verlenen aan de bestuurders op de kruisende weg”, waren aangebracht,
- zijn snelheid niet heeft aangepast aan de verkeerssituatie ter plaatse en/of in strijd met het gestelde in artikel 19 van voormeld reglement niet de snelheid van dat door hem bestuurde voertuig (personenauto) zodanig heeft geregeld dat hij in staat was dat voertuig (personenauto) tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de door hem bereden weg, kruising en/of die kruisende weg(en) kon overzien en waarover deze vrij waren en/of
- zonder te stoppen voornoemde kruising is op en/of overgereden en/of
- terwijl een over die kruisende weg, de Hogelandseweg, rijdende bromfiets(snorfiets) toen dicht was genaderd,
- geen voorrang heeft verleend aan de bestuurder van deze op die weg, de Hogelandseweg, rijdende bromfiets (snorfiets) en/of
- naar links is afgeslagen teneinde de kruisende weg, de Hogelandseweg, op te rijden en/of bij dat afslaan in strijd met artikel 3 van voormeld reglement niet aan zijn verplichting heeft voldaan om zoveel mogelijk rechts te houden en/of de weghelft van kruisende weg, de Hogelandseweg, welke weghelft bestemd was voor het hem toen tegemoetkomende verkeer, is opgereden, terwijl voornoemde bromfiets (snorfiets) aldaar gebruik maakte van deze weghelft en/of
- is gebotst tegen, althans in aanrijding is gekomen met, de bromfiets (snorfiets)
en/of de bestuurder van deze bromfiets (snorfiets),
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt,
althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
Wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair tenlastegelegde. De officier van justitie gaat daarbij uit van de laagste schuldgradatie, te weten aanmerkelijke onvoorzichtigheid. Het letsel van het slachtoffer is volgens de officier van justitie aan te merken als zwaar lichamelijk letsel.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen bewijsverweer gevoerd en heeft zich aangesloten bij het standpunt van de officier van justitie.
Beoordeling door de rechtbank
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van verhoor slachtoffer [slachtoffer] , p. 20-21;
- het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] , p. 23-24;
- het proces-verbaal Verkeers Ongevallen Analyse, p. 29, 32-43, 52;
- de geneeskundige verklaring, p. 70;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 13 april 2023.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op
of omstreeks30 mei 2022 te Nijmegen, in de gemeente Nijmegen,
in elk geval in Nederland,als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), daarmede rijdende over de weg, de Rouwenboschweg,
zeer,aanmerkelijk, onvoorzichtig,
onoplettend en/of onachtzaamheeft gereden, hierin bestaande dat verdachte,
- terwijl hij ter plaatse bekend is en
/of- terwijl hij de kruising met een weg, de Hogelandseweg, naderde en
/of- terwijl het zicht op het kruisende verkeer van links (sterk) werd belemmerd en
/of- terwijl voor die kruisende weg, de Hogelandseweg, op het wegdek haaientanden, als bedoeld in artikel 80 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, inhoudende: “Bestuurders moeten voorrang verlenen aan de bestuurders op de kruisende weg”, waren aangebracht
,-zijn snelheid niet heeft aangepast aan de verkeerssituatie ter plaatse en
/of in strijd met het gestelde in artikel 19 van voormeld reglement niet de snelheid van dat door hem bestuurde motorrijtuig (personenauto) zodanig heeft geregeld dat hij in staat was dat motorrijtuig (personenauto) tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de door hem bereden weg, kruising en/of die kruisende weg(en) kon overzien en waarover deze vrij waren en/of-
niet ofin onvoldoende mate naar het verkeer op die kruisende weg(en) heeft gekeken en/of is blijven kijken en
/ofzich
niet ofin onvoldoende mate heeft overtuigd of over die kruisende weg
(en)verkeer naderde en
/of-zonder te stoppen voornoemde kruising is op
en/of overgereden en
/of- terwijl een over die kruisende weg, de Hogelandseweg, rijdende bromfiets(snorfiets) toen dicht was genaderd,
-geen voorrang heeft verleend aan de bestuurder van deze op die weg, de Hogelandseweg, rijdende bromfiets (snorfiets) en
/of-naar links is afgeslagen teneinde de kruisende weg, de Hogelandseweg, op te rijden en
/ofbij dat afslaan in strijd met artikel 3 van voormeld reglement niet aan zijn verplichting heeft voldaan om zoveel mogelijk rechts te houden en
/ofde weghelft van kruisende weg, de Hogelandseweg, welke weghelft bestemd was voor het hem toen tegemoetkomende verkeer, is opgereden, terwijl voornoemde bromfiets (snorfiets) aldaar gebruik maakte van deze weghelft en
/of- is gebotst tegen,
althans in aanrijding is gekomen met,de bromfiets (snorfiets) en
/ofde bestuurder van deze bromfiets (snorfiets), en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander (te weten [slachtoffer] ) zwaar lichamelijk letsel
of zodanig lichamelijk letselwerd toegebracht
, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
primair:
overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander lichamelijk letsel wordt toegebracht.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een taakstraf van 120 uur en een voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 6 maanden.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen strafmaatverweer gevoerd en heeft aangegeven zich te kunnen vinden in de eis van de officier van justitie.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft als bestuurder van een personenauto door aanmerkelijk onvoorzichtig rijgedrag een verkeersongeval veroorzaakt. Hij is zonder te remmen en/of zijn snelheid te minderen het kruispunt opgereden, heeft daarbij de binnenbocht genomen en is linksaf geslagen, waarbij hij tegen de bestuurder van een snorfiets ( [slachtoffer] ) is gebotst. [slachtoffer] reed daarbij op de voorrangsweg en verdachte verleende aan hem geen voorrang. [slachtoffer] heeft daardoor zwaar lichamelijk letsel opgelopen, bestaande uit onder meer een armbreuk, een breuk in het onderbeen en een knieschijfbreuk.
In het voordeel van de verdachte weegt de rechtbank mee dat de verdachte ter terechtzitting een schuldbewuste houding heeft aangenomen en er blijk van heeft gegeven het kwalijke van zijn handelen in te zien. Ook heeft hij openheid van zaken gegeven en inzicht getoond in zijn handelen. De rechtbank weegt voorts in het voordeel van verdachte mee dat hij contact heeft proberen te leggen met het slachtoffer. De wens van het slachtoffer geen contact te hebben heeft hij gerespecteerd. Uit het uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 14 maart 2023 blijkt dat verdachte niet eerder door de strafrechter is veroordeeld.
In de LOVS-oriëntatiepunten voor straftoemeting staat in het geval van aanmerkelijke schuld en zwaar lichamelijk letsel als uitgangspunt een taakstraf van 120 uur en een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor de duur van 6 maanden genoemd.
De rechtbank zoekt voor de hoogte van de taakstraf aansluiting bij de LOVS-oriëntatiepunten en zal een taakstraf van 120 uur opleggen.
Gelet op de schuldbewuste houding van verdachte, het feit dat verdachte voor zijn werk op zijn rijbewijs is aangewezen en niet is gebleken dat verdachte zich eerder, vóór dit ongeval, of nog daarna onveilig in het verkeer heeft gedragen, acht de rechtbank een voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 6 maanden, zoals ook door de officier van justitie gevorderd passend. De rechtbank zal de proeftijd daarbij bepalen op twee jaar.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen:
- 14 a, 14b, 14c, 22c, 22d, van het Wetboek van Strafrecht;
- 6, 175 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 legt op een taakstraf van 120 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 60 dagen;
 ontzegt verdachte ten aanzien van het bewezenverklaarde de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 6 maanden;
 bepaalt dat deze ontzegging niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van de proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Verkroost (voorzitter), mr. T.P.E.E. van Groeningen en mr. A. Bonder, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L.L.M. van Schaik, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 26 april 2023.
Mr. L.L.M. van Schaik is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant] van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Zuid, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2022238953, gesloten op 6 september 2022 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.