ECLI:NL:RBGEL:2023:2379

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
20 april 2023
Publicatiedatum
24 april 2023
Zaaknummer
05-193642-22 en 02-821307-16(TUL)
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van het produceren en voorbereiden van amfetamine in een drugslab met bijbehorende strafmaatregelen

Op 20 april 2023 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij de productie van amfetamine in een drugslab. De zaak betreft een onderzoek dat begon op 15 juli 2022, toen de Landelijke Faciliteit Ondersteuning Ontmantelen (LFO) een loods in Velddriel doorzocht. In de loods werden diverse ruimtes aangetroffen die waren ingericht voor de productie van amfetamine, waaronder een productieruimte waar de Leuckart-Loogmethode werd toegepast. De verdachte, die de loods huurde, werd beschuldigd van het medeplegen van het produceren, voorbereiden en aanwezig hebben van amfetamine. De rechtbank concludeerde dat de verdachte actief betrokken was bij de productie, onder andere door het aanvoeren van grondstoffen en het regelen van de faciliteiten in het lab. De rechtbank achtte de betrokkenheid van de verdachte bewezen op basis van getuigenverklaringen, forensisch bewijs en historische verkeersgegevens van zijn telefoon. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar en een maatregel tot kostenverhaal van €20.000,00 voor de ontmanteling van het drugslab. De rechtbank weigerde het verweer van de verdediging dat de verdachte onder dwang handelde, en oordeelde dat de verdachte zich bewust was van zijn rol in de drugshandel.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummers: 05.193642.22 en 02.821307.16 (TUL)
Datum uitspraak : 20 april 2023
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ,
wonende aan [adres] ,
op dit moment gedetineerd in de P.I. in [P.I.] .
Raadsman: mr. K.B.H. Welvaart, advocaat in Maastricht.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na toewijzing van een vordering tot wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij in op of omstreeks de periode van 25 mei 2022 tot en met 15 juli 2022 te Velddriel,
gemeente Maasdriel tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens)
om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen,
te weten
- het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren, en/of
- het opzettelijk vervaardigen van amfetamine(olie), in elk geval een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de
Opiumwet
- een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen en/of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen,
- zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen,
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s), wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit,
door
- een (gedeelte van een) loods en/of gebouw, althans een locatie, te regelen/huren/ter beschikking te stellen (te weten op/aan de [adres] ) alwaar verdachte en/of diens medeverdachten (gezamenlijk) amfetamine/synthetische drugs kon(den) produceren/heeft(/hebben) geproduceerd
- ( anderen aan te sturen om) deze locatie(s) in te richten teneinde deze te gebruiken voor de productie van amfetamine/synthetische drugs en/of
- een of meer personen aan te sturen die op en/of heeft vervoerd naar deze locatie om die amfetamine/synthetische drug(s) te produceren, waaronder maar niet enkel, één of meerdere koks en/of schoonmaker(s)
en/of
het voorhanden hebben van
- een of meerdere stoffen en/of chemicaliën waaronder een hoeveelheid caustic soda, mierenzuur, N-formylalamfetamine, formamide, BMK(-glycidezuur) en/of fosforzuur
en/of
- een of meerdere ketel(s), waaronder (RVS) destillatieketel(s) al dan niet met destillatiebuis(zen), (RVS) (reflux)koeler(s), (RVS) (druk)reactieketel(s) al dan niet met (reflux)buis/koeler en/of stoomketel(s) al dan niet gebruikt als reactievat
en/of
- een of meer (andere) benodigdheden voor een synthetisch drugslab, waaronder gaswasser(s), IBC-bak(ken), jerrycan(s), klemdekselvat(en), scheitrechter(s), gasfles(sen), compressor(s), maatbeker(s), gasbrander(s), (RVS) koelbuizen, maatbeker(s) en/of gelaatsmasker(s) al dan niet met bijbehorende filter(s);
2.
hij in op of omstreeks de periode van 31 mei 2022 tot en met 15 juli 2022 te Velddriel, gemeente Maasdriel
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk
bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine(olie)
zijnde amfetamine(olie) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,
dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3.
hij op of omstreeks 15 juli 2022 te Velddriel, gemeente Maasdriel tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 640 liter amfetamine-base (olie) bevattende amfetamine(olie) zijnde amfetamine(olie), een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Gelet op de onderlinge samenhang zal de rechtbank de ten laste gelegde feiten tegelijk beoordelen waarbij elk bewijsmiddel wordt gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud ziet.
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Door de Landelijke Faciliteit Ondersteuning Ontmantelen (LFO) werd op 15 juli 2022 een loods aan de [adres] doorzocht. In de loods werden diverse met elkaar verbonden ruimtes aangetroffen, die (mede) in gebruik waren als opslagruimte (ruimte O en ruimte C), verblijfs-/slaapruimte (ruimte S) en/of productieruimte (ruimte C en ruimte P). De productieruimte P was ingericht en in gebruik als productieruimte voor de vervaardiging van amfetamine middels de Leuckart-Loogmethode. In alle ruimtes was de typerende geur van amfetamineachtige stoffen goed te ruiken. [2]
Bij de doorzoeking werden medeverdachten [medeverdachte 1] (hierna: [medeverdachte 1] ) en [medeverdachte 2] (hierna: [medeverdachte 2] ) in de ruimte S aangetroffen en aangehouden [3] .
In deze ruimtes is een aantal goederen aangetroffen, waaronder:
in ruimte O:
- gebruikte gasflessen (propaan/butaan);
- 1000 liter containers (IBC’s) met 2500 liter aan amfetamine vervaardiging gerelateerd afval, met behulp van de Forensische Dienst (hierna: FD) indicatief vastgesteld als N-formylamfetamine en 2000 liter aan BenzylMethylKeton (hierna: BMK)-vervaardiging gerelateerd afval, met behulp van de FD vastgesteld indicatief vastgesteld als BMK;
in ruimte C:
- 4000 liter aan BMK vervaardiging gerelateerd afval, indicatief BMK vastgesteld met behulp van de FD;
- 3400 liter aan amfetamine vervaardiging gerelateerd afval, indicatief N-formylamfetamine vastgesteld met behulp van de FD;
- jerrycans met restanten chemicaliën met gebruikte hulpstoffen, namelijk 1380 liter formamide, 1240 liter mierenzuur, 2050 liter fosforzuur, 1825 liter van een nog onbekende zuur;
- verpakkingen gevuld met voorraad chemicaliën, namelijk 824 liter mierenzuur en 200 kilogram caustic soda (natrium hydroxide);
- jerrycans met 74 liter BMK, grondstof van (met)amfetamine;
- een maatbeker gevuld met 400 milliliter amfetamine-base (olie), netto, (indicatief, FD);
- een maatbeker (vriezer koelkast) met 230 gram netto amfetaminesulfaat (pasta)(indicatief, FD);
- 6 gebruikte scheitrechters vervuild met resten amfetamine-base olie;
in ruimte P:
- 2 gedemonteerde gebruikte en vervuilde stoom destillatieopstellingen bestaande uit 2 rvs destillatieketels van 628 liter en 2 rvs stoomketels van 690 liter met bijbehorende rvs koelbuizen. Beide destillatieketels waren vervuild met een hoeveelheid destillatieafval van amfetamine;
- jerrycans met ongeveer 140 liter destillatieafval van amfetamine;
- een rechthoekige rvs reactieketel, inhoudsmaat 3500 liter, op het moment van ontdekking ongeveer 1/3 gevuld met een warm reactiemengsel, 73 °C, en aan de onderzijde voorzien van 20 gasbranders gekoppeld aan 10 gasflessen. De rvs (reflux-)koeler van deze ketel was middels 2 rvs buizen aangesloten op een gaswasser, bestaande uit een 1000 liter IBC gevuld met 800 liter basische vloeistof. Op het moment van ontdekking werd deze reactieketel afgetapt. Met behulp van een speciekuip, geplaatst onder de aftapkraan van de reactieketel, met daarin geplaatst een dompelpomp, werd een deel van de sterk basische reactievloeistof in een voor de ketel geplaatste 10.000 liter container (IBC) overgepompt. Deze container was gevuld met 800 liter sterk basische vloeistof met een temperatuur van 81 °C. Tijdens de ontdekking was het overpompen in bedrijf en liep de basische reactievloeistof over waardoor een deel van deze vloeistof op de vloer terecht kwam. De RVS ketel bleek na onderzoek nog gevuld te zijn met 1020 liter reactievloeistof waarvan 640 liter bestond uit donkerbruine olieachtige basische vloeistof. (indicatief amfetamine-base (olie). [4]
Daarnaast zijn er klemdekselvaten [5] en half- en volgelaatsmaskers met filterbussen aangetroffen. [6]
De LFO heeft de aangetroffen goederen en chemicaliën onderzocht en indien van toepassing bemonsterd. Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) heeft in het onderzoeksmateriaal amfetamine, amfetamineolie en amfetaminesulfaat aangetoond. Verder is BMK, Nformylamfetamine, formamide, mierenzuur, fosforzuur en BMK-glycidezuur aangetoond. In relatie tot drugs is de methylester van BMK-glycidezuur een grondstof voor BMK. BMK en formamide zijn grondstoffen en mierenzuur is een hulpstof voor de vervaardiging van amfetamine met de Leuckart-methode. N-formylamfetamine is het tussenproduct bij deze vervaardiging. Fosforzuur wordt gebruikt bij de vervaardiging en/of bewerking van diverse drugs en drugsprecursoren. De aangetroffen goederen en chemicaliën zijn typisch goederen en chemicaliën welke aangetroffen worden op locaties waar synthetische drugs vervaardigd of bewerkt worden. [7]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte zal worden vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten. Ten aanzien van de feiten 1 en 2, heeft hij daartoe aangevoerd dat verdachte handelingen ter voorbereiding noch handelingen ten behoeve van het productieproces heeft verricht. Verdachte heeft slechts onder dwang enkele hand- en spandiensten verricht. Verdachte heeft geen opzet gehad om deel te nemen aan een drugsorganisatie. Ten aanzien van feit 3 heeft de raadsman aangevoerd dat verdachte geen beschikkingsmacht heeft gehad (en nooit zou hebben) over de aangetroffen drugs.
Beoordeling door de rechtbank
Drugslab
De rechtbank stelt voorop dat in de loods de hiervoor genoemde goederen en stoffen zijn aangetroffen. Zowel de LFO als het NFI hebben gerapporteerd dat er amfetamine is aangetroffen en dat de overige aangetroffen stoffen worden gebruikt bij de productie van amfetamine. Gezien bovenstaande bevindingen en analyseresultaten concludeert de rechtbank dat de productieplaats was ingericht en in gebruik was ten behoeve van het op zeer grote schaal vervaardigen en/of bewerken van BMK en amfetamine middels de Leuckart-Loogmethode met behulp van de aanwezige en gebruikte chemicaliën en productiemiddelen.
Vaststaat voorts dat op het moment van ontdekking de productie van amfetamine gaande was nu de rvs reactieketel op het moment van ontdekking was gevuld met een warm reactiemengsel. Eveneens staat vast dat een hoeveelheid van 640 liter amfetamine-base (olie) is aangetroffen.
Verklaringen
[medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij op 31 mei 2022 is begonnen met werkzaamheden in het lab. Hij wist dat in het lab drugs werd gemaakt. Hij heeft ‘ [bijnaam verdachte] ’, ‘(de) [bijnaam medeverdachte 3] ’, ‘ [bijnaam onbekend persoon] ’ en [medeverdachte 2] (in de verklaring ook bij zijn voornaam/-namen genoemd ‘ [medeverdachte 2] ’ en ‘ [medeverdachte 2] ’), die samen met hem is aangehouden, ook in het lab gezien. [medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij om de week - de ene week wel en de andere week niet - in het lab werkte, telkens gedurende een periode van vier dagen. Voor zijn werkzaamheden heeft hij € 250,00 per dag, dus € 1.000,00 per week, verdiend. Hij heeft vier periodes van vier dagen in het lab gewerkt. In totaal heeft hij € 3.000,00 verdiend. Voor de laatste vier dagen heeft hij geen geld gekregen. [medeverdachte 1] heeft verklaard dat ‘(de) [bijnaam medeverdachte 3] ’ zo werd genoemd vanwege zijn Belgische tongval, dat heeft [medeverdachte 2] hem verteld. De [bijnaam medeverdachte 3] wist wat er allemaal moest gebeuren met het vuur en vertelde [medeverdachte 2] wat hij moest doen. De [bijnaam medeverdachte 3] en de [bijnaam onbekend persoon] leken de bazen. Het leek erop dat de [bijnaam medeverdachte 3] en de [bijnaam onbekend persoon] partners waren, eigenaren van de zaak. De [bijnaam medeverdachte 3] werkte ook in het lab. Hij en de [bijnaam onbekend persoon] controleerden de vloeistoffen uit het kraantje van de ketel om te kijken of het eindproduct klaar was. [medeverdachte 2] , de [bijnaam medeverdachte 3] en de [bijnaam onbekend persoon] maakten de drugs. [medeverdachte 2] hield het vuur in de gaten. [medeverdachte 2] was de baas van [medeverdachte 1] ; hij vertelde [medeverdachte 1] wat er moest gebeuren en betaalde hem. [medeverdachte 2] haalde [medeverdachte 1] telkens op bij station Lelylaan in Amsterdam. Samen reden ze naar de kerk in Velddriel, alwaar zij werden opgehaald door ‘ [bijnaam verdachte] ’ en naar het lab gebracht. ‘ [bijnaam verdachte] ’ kocht ook producten en bracht deze naar het lab. Hij bracht bijvoorbeeld handschoenen, eten, gasflessen, zakken, ethanol en blauwe ‘gallons’. ‘ [bijnaam verdachte] ’ bracht ook het afval en de afvalstoffen weg en repareerde soms dingen. Hij regelde het apparaat dat de lucht naar buiten blies, ‘de airco’. Als het eindproduct klaar was bracht [medeverdachte 1] dat naar de bus van ‘ [bijnaam verdachte] ’. [medeverdachte 2] en ‘ [bijnaam verdachte] ’ hielpen hem soms. ‘ [bijnaam verdachte] ’ bracht het eindproduct weg in een aanhanger achter zijn busje. [medeverdachte 1] maakte schoon. Hij verplaatste blauwe tonnen en maakte ze schoon met acid. Hij heeft verder het eten klaargemaakt en het eindproduct ingeladen. Ook heeft hij het vuur gecontroleerd. [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] sliepen in het lab. De [bijnaam medeverdachte 3] en de [bijnaam onbekend persoon] bepaalden dat zij niet thuis mochten slapen. Naast [medeverdachte 2] , [bijnaam verdachte] , de [bijnaam medeverdachte 3] en de [bijnaam onbekend persoon] heeft [medeverdachte 1] geen andere personen in het lab gezien, hij heeft daar één keer nog een man van rond de 50 jaar gezien die rond keek en toen weer ging. [8]
Aan [medeverdachte 1] is een gelaatsfoto van verdachte getoond. [medeverdachte 1] heeft verklaard dat dit ‘ [bijnaam verdachte] ’ was. [9]
Verdachte heeft verklaard dat hij vanaf maart 2020 een gedeelte van de loods aan de [adres] huurde. Hij heeft vanaf eind mei met zijn bus mensen van de parkeerplaats bij de Lidl in Kerkdriel naar het lab gebracht. [10]
Onderzoek telefoons/telefoonnummers/verkeersgegevens
[medeverdachte 1] maakt gebruik van een Samsung Galaxy A13 en telefoonnummer + [telefoonnummer] . [11]
Verdachte maakt gebruik van een iPhone en telefoonnummer + [telefoonnummer] . [12]
Bij tactisch onderzoek aan de telefoon van [medeverdachte 1] zijn verscheidene filmpjes en video’s gevonden, waarop achtergronden en producten te zien zijn die grote overeenkomsten vertonen met (afbeeldingen van) het aangetroffen drugslab. In video OLIVC01-01, gemaakt op 1 juni 2022, komen de doorzichtige plastic lamellen, de wand met het elektriciteitswerk en het gat daarboven overeen. In video OLIVC01-02, gemaakt op 2 juni 2022, zijn IBC’s en ketels voor de productie van synthetische drugs te zien, evenals een temperatuurmeter gelijkend op de temperatuurmeter zoals aangetroffen in het drugslab. Video OLIVC01-03, gemaakt op 31 mei 2022, laat de doorzichtige plastic lamellen en ketels voor de productie van synthetische drugs zien. Op de video’s OLIVC 01-04, gemaakt op 6 juli 2022, en OLIVC 01-05, gemaakt op 12 juli 2022, zijn dezelfde ketels, vloer en plafond te zien als die in het drugslab zijn aangetroffen. Op OLIVC 01-06, gemaakt op 2 juni 2022, is [medeverdachte 1] te zien met een luchtmasker, gelijkend op de luchtmaskers die zijn aangetroffen in het drugslab. Er zijn meerdere foto’s aangetroffen van [medeverdachte 1] met een luchtmasker, dat sterk lijkt op de luchtmaskers die zijn aangetroffen in het drugslab. [13]
Uit onderzoek naar de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer + [telefoonnummer] (telefoon verdachte) is gebleken dat het nummer tussen 31 mei 2022 en 15 juli 2022 in 40 verschillende aaneengesloten perioden gebruik heeft gemaakt van zendmasten die dekking geven aan de locatie van het lab. [14]
Bij de doorzoeking van de loods zijn bij het toilet waar [medeverdachte 2] zich tijdens zijn aanhouding bevond een iPhone 7 en een telefoon van het merk Oppo aangetroffen die op elkaar lagen. In het telefoonhoesje van de iPhone 7 bevonden zich een kentekenbewijs en een Nederlandse Identiteitskaart op naam van [medeverdachte 2] . [15] Bij uitlezen van de telefoons is vastgesteld dat de Oppo is gekoppeld aan een useraccount op naam, van
[accountnaam]tel + [telefoonnummer] en dat de iPhone is gekoppeld aan Apple ID
[accountnaam]en dat het laatst gekoppelde nummer + [telefoonnummer] was dat is gekoppeld aan een whatsAppaccount op naam van [medeverdachte 2] . [16] De genoemde nummers+ [telefoonnummer] en + [telefoonnummer] zijn in de adressenlijst van de telefoon van [medeverdachte 1] aangetroffen onder respectievelijk de naam [medeverdachte 2] en [medeverdachte 2] .
De rechtbank concludeert dat deze telefoons en telefoonnummers in gebruik waren bij [medeverdachte 2] .
In de Oppo van [medeverdachte 2] is een contact met het telefoonnummer + [telefoonnummer] opgeslagen onder de naam ‘ [bijnaam medeverdachte 3] ’. Tussen 29 mei 2022 en 14 juli 2022 werd verscheidene keren gebeld met nummer + [telefoonnummer] naar + [telefoonnummer] met de contactnaam ‘ [bijnaam medeverdachte 3] ’. [17]
Enige tijd voor de ten laste gelegde feiten, te weten op 8 december 2021, heeft medeverdachte [medeverdachte 3] (hierna: [medeverdachte 3] ) aangifte gedaan van vernieling (brandstichting) aan zijn auto voor zijn woning aan de [adres] . Hij heeft melding gemaakt van de brand bij de politie met het telefoonnummer + [telefoonnummer] . [18]
Onderzoek naar de historische verkeersgegevens van de telefoonnummers + [telefoonnummer] en + [telefoonnummer] laat zien dat met het nummer + [telefoonnummer] het meest contact was met het nummer + [telefoonnummer] . Dit nummer is geraadpleegd in de politiesystemen en blijkt te zijn van [partner medeverdachte 3] , de partner van [medeverdachte 3] , wonende op voornoemd adres aan de [adres] . Het nummer + [telefoonnummer] wordt na 16 juli 2022 niet meer gebruikt. Het telefoonnummer waarmee het nummer + [telefoonnummer] op een na het meest contact is geweest is + [telefoonnummer] . Dit telefoonnummer is in gebruik bij [medeverdachte 2] .
Het nummer + [telefoonnummer] wordt (ook) na 15 juli 2022 niet meer gebruikt.
Voor beide telefoonnummers is de meest gebruikte zendmast de zendmast op de locatie [adres] . [19]
Gelet op de aangifte van [medeverdachte 3] in 2021, het frequente contact met zijn partner [partner medeverdachte 3] en gezien het feit dat het nummer veelvuldig cell-id’s aanstraalde rond de woning van [medeverdachte 3] , concludeert de rechtbank dat het nummer + [telefoonnummer] gebruikt werd door [medeverdachte 3] .
De rechtbank concludeert dat ook het nummer + [telefoonnummer] van [medeverdachte 3] is, nu dat is opgeslagen onder de contactnaam ‘ [bijnaam medeverdachte 3] ’ in de telefoon van [medeverdachte 2] en ook dit nummer veelvuldig cell-id’s aanstraalde rond de woning van [medeverdachte 3] .
Uit onderzoek van de telecom historische verkeersgegevens blijkt dat de door verdachte en medeverdachten gebruikte telefoon(nummer)s op onderstaande data gebruik hebben gemaakt van cell-id’s die dekking bieden in de omgeving van de plaats delict: [20]
1 juni 2022
verdachte, [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3]
2 juni 2022
verdachte, [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2]
14 juni 2022
verdachte, [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3]
15 juni 2022
[medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3]
5 juli 2022
verdachte, [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3]
12 juli 2022
verdachte, [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2]
13 juli 2022
verdachte, [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2]
14 juli 2022
verdachte, [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3]
Aangetroffen DNA
Forensisch onderzoekers hebben in het lab monsters genomen van onder meer:
In ruimte 3: drie in een asbak in een stelling kast aangetroffen peuken (AALU1512NL#01, AALU1513NL#01 en AALU1514NL#01) en twee kabelbinders waarmee een aantal boven de tafel tegen de muur lopende kabels waren samengebonden (AALU155NL).
In ruimte 4: de kraanhendels van een cilindervormig RVS drukvat (AA0F6236NL) en de binnenzijde van een op de tafel tegen de wand aangetroffen werkhandschoen (AAPY9027NL)
en deze bemonsteringen van genoemde SIN-nummers voorzien.
Ruimte 3 is de “keuken-, opslag- en labruimte gelegen achterin het rechter deel van de loods” (ruimte C), ruimte 4 is de “labruimte gelegen voorin het rechter deel van de loods” (ruimte P). [21]
The Maastricht Forensic Institute heeft onderzoek gedaan naar de bemonsteringen van de peuken. [22]
Bemonstering
DNA-profiel
Mogelijke donor van celmateriaal
Peuk AALU1512NL#01
DNA-profiel van een man. De frequentie van het DNA-profiel Is kleiner dan één op één miljard.
[verdachte]
Peuk AALU1513NL#01
DNA-profiel van een man. De frequentie van het DNA-profiel Is kleiner dan één op één miljard.
[verdachte]
Peuk AALU1514NL#01
DNA-profiel van een man. De frequentie van het DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard.
[verdachte]
Linker handschoen oranje grijs AAPY9027NL
DNA-mengprofiel afkomstig van celmateriaal van minimaal drie donoren, van wie zeker één man. Er is een DNA-hoofdprofiel afgeleid van een man. De frequentie van het DNA-hoofdprofiel is kleiner dan één op één miljard.
[verdachte]
(hoofdprofiel)
De bewijswaarde van de mengprofielen van de bemonstering van de kraanhendels AA0F6236NL en de kabelbinders ALU1555NL was in eerste instantie niet berekend. The Maastricht Forensic Institute heeft aanvullend onderzoek gedaan naar de bewijswaarde. Uit het onderzoek is het volgende gebleken: [23]
AA0F6236NL
Hypothese 1
de bemonstering van het spoor bevat DNA van verdachte [verdachte] en een onbekende, niet verwante persoon.
Hypothese 2
de bemonstering van het spoor bevat DNA van twee onbekende, niet verwante personen.
De resultaten van het onderzoek zijn dat het extreem veel waarschijnlijker is wanneer hypothese 1 juist is dan wanneer hypothese 2 juist is.
AALU1555NL
Hypothese 1
de bemonstering van het spoor bevat DNA van verdachte [verdachte] en een onbekende, niet verwante persoon.
Hypothese 2
de bemonstering van het spoor bevat DNA van twee onbekende, niet verwante personen.
De resultaten van het onderzoek zijn dat het extreem veel waarschijnlijker is wanneer hypothese 1 juist is dan wanneer hypothese 2 juist is.
Bij de term “extreem veel waarschijnlijker” behoort een “likelihood ratio interval” van > 1.000.000.
Gelet op deze onderzoeksresultaten acht de rechtbank bewezen dat de genoemde bemonsteringen lichaamsmateriaal van verdachte bevatten.
Periode / aantal producties
Op basis van de verklaringen van [medeverdachte 1] , die worden ondersteund door gegevens uit de telefoon van [medeverdachte 1] en de telecom historische verkeersgegevens, stelt de rechtbank vast dat de drugsproductie in het lab (en de daarmee gepaard gaande voorbereidingen voor een volgende productie) heeft (hebben) plaatsgevonden in de periode tussen 31 mei 2022 tot en met 15 juli 2022. [medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij vier keer vier dagen heeft gewerkt in het lab, waarbij hij voor de vierde periode van vier dagen geen betaling heeft gekregen. Ten tijde van de inval van de politie op 15 juli 2022 was nog een productieproces gaande. De rechtbank leidt hieruit af dat het drie keer tot een voltooide productie is gekomen. Het vierde productieproces is vanwege de inval onderbroken.
De rol van verdachte bij het drugslab
Verdachte huurde het gedeelte van de loods waar het lab is aangetroffen en vervoerde medeverdachten van en naar het lab. Verdachte heeft verklaard dat hij zo’n tien keer op de locatie geweest en hij bij de deur op de uitkijk stond. Door de ‘plastic flappen’ kon hij het lab zien. Hij deed ook boodschappen en is een keer op pad gestuurd om slangenklemmen te kopen.
Uit de verklaring van [medeverdachte 1] , die de rechtbank betrouwbaar acht, temeer nu hij ook zich zelf belast, volgt dat verdachte meer deed dan dat: Verdachte haalde eten, maar ook producten zoals gas, handschoenen, ethanol en blauwe ‘gallons’. Verdachte bracht afval en afvalstoffen vanuit het lab weg. Verdachte repareerde soms dingen en regelde in de productieruimte het apparaat voor het blazen van de lucht naar buiten. Ook heeft hij het eindproduct vervoerd.
Dat verdachte actief betrokken was bij het drugslab blijkt ook uit het aantreffen van het lichaamsmateriaal (met DNA) van verdachte in het lab. Er zijn peuken in opslag/productieruimte 3 van het lab aangetroffen met het DNA van verdachte. Daarnaast is er lichaamsmateriaal van hem aangetroffen in de productieruimte 4 in een werkhandschoen en op de kraanhendels van een cilindervormig RVS drukvat. De aanwezigheid van verdachtes DNA-materiaal en met name het aantreffen daarvan op de kraanhendels op een drukketel in het lab duidt op zijn betrokkenheid bij het productieproces. De verklaring van verdachte dat zijn DNA via ‘secundary transfer’ op de kranencilinder is terechtgekomen acht de rechtbank onvoldoende onderbouwd en onaannemelijk.
De historische verkeersgegevens van zijn telefoon laten voorts zien dat verdachte – anders dan dat hij zelf heeft verklaard – in de relatief korte periode waarin het drugslab aanwezig is geweest vaak, 40 aaneengesloten perioden, in de buurt van het lab is geweest. Nu het om aaneengesloten periodes gaat kan dit niet verklaard worden door het langsrijden over de snelweg.
Uit voornoemde bewijsmiddelen volgt dat verdachte met het ter beschikking stellen van de ruimte en de aan- en afvoer van grondstoffen, materiaal, afval en eindeproducten en het helpen in het lab een wezenlijke rol speelde bij de productie van de drugs en daarbij als het ware fungeerde als ‘het gezicht naar buiten’.
Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij gedwongen werd tot het verrichten van werkzaamheden in het lab omdat hij door verder niet bij naam genoemde personen werd bedreigd, en dat hij daarom, zo begrijpt de rechtbank zijn betoog, ook geen opzet had ten aanzien van het produceren van de drugs. Dat sprake was van handelen onder dwang is niet aannemelijk geworden, nog daargelaten dat dit nog niet zou betekenen dat geen sprake zou zijn van opzet. De verklaring is onvoldoende concreet en niet verifieerbaar. De rechtbank gaat er daarom aan voorbij.
Uit de werkzaamheden die verdachte ten behoeve van het lab verrichte, leidt de rechtbank af dat hij willens en wetens betrokken was bij de productie van amfetamineolie.
Medeplegen
Verdachte en medeverdachten hadden wetenschap van het drugslab en de drugsproductie. Zij hadden allen betrokkenheid bij het drugslab. Hoewel de precieze rolverdeling van iedere betrokkene niet duidelijk is geworden, is uit de bewijsmiddelen gebleken dat sprake was van een min of meer hiërarchische organisatie, waarbinnen eenieder eigen taken vervulde. Gezamenlijke aanwezigheid in het drugslab laten zien dat verdachte en de medeverdachten in gezamenlijkheid opereerden. Er was sprake van een nauwe en bewuste samenwerking bij het runnen van het lab, inclusief de voorbereidingshandelingen en het produceren en daarmee aanwezig hebben van het eindproduct, de amfetamineolie.
Weliswaar volgt uit de verklaring van [medeverdachte 1] dat het daadwerkelijke productiewerk werd uitgevoerd door anderen, vast staat dat verdachte met zijn gedragingen zoals het aan- en afvoeren van producten, het afvoeren van afval, het vervoeren van mensen en het regelen van het luchtsysteem/de airco daarin ook een wezenlijke rol had.
De rechtbank merkt ter zake van de voorbereidingshandelingen op dat het enkele feit dat productie daadwerkelijk is verwezenlijkt, niet afdoet aan het feit dat voorbereidingshandelingen hebben plaatsgevonden. De productie van drugs is een doorlopend proces waarbij telkens (opnieuw) voorbereidingen worden getroffen voor de (volgende) productie. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de ten laste gelegde voorbereidingshandelingen hebben plaatsgevonden. Ook daarin heeft verdachte een wezenlijke rol gehad met het aanvoeren van de grondstoffen en het beschikbaar stellen van de door hem gehuurde ruimte.
Daarmee acht de rechtbank het tenlastegelegde medeplegen ten aanzien van alle feiten bewezen inclusief het, uiteindelijk, steeds op het einde van het een productiecyclus en dus ook op 15 juli 2022, de dag van het aantreffen van het drugslab door de politie, aanwezig hebben van het eindproduct, de amfetamineolie.
Daarmee wordt ook het verweer van de raadsman ten aanzien van feit 3 verworpen dat verdachte geen zeggenschap had over de drugs.
Conclusie
De rechtbank acht op basis van de bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan.
Eendaadse samenloop
De bewezen verklaarde gedragingen leveren in die mate een samenhangend, zich in dezelfde periode en in dezelfde plaats afspelend feitencomplex op dat de verdachte daarvan in wezen één verwijt wordt gemaakt, terwijl de strekking van de desbetreffende strafbepalingen slechts enigszins uiteenloopt. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat met betrekking tot de ten laste gelegde feiten sprake is van eendaadse samenloop als bedoeld in artikel 55, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, te weten dat:
1.
hij in
op of omstreeksde periode van 25 mei 2022 tot en met 15 juli 2022 te Velddriel, gemeente Maasdriel tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,
(telkens
)
om een feit, bedoeld in het vierde
of vijfdelid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en
/ofte bevorderen, te weten
- het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren, en
/of
- het opzettelijk vervaardigen van amfetamine(olie), in elk geval een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,
dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet
-
een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen en/of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen,
- zich en
/ofeen ander gelegenheid, middelen
en/of inlichtingentot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen,
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen
, gelden en/of andere betaalmiddelenvoorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte en
/ofzijn mededader
(s
), wist
(en
) of ernstige reden had(den) om te vermoedendat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit,
door
- een
(gedeelte van een
)loods
en/of gebouw, althans een locatie,te
regelen/huren
/ter beschikking te stellen(te weten op/aan de [adres] ) alwaar verdachte en
/ofdiens medeverdachten
(gezamenlijk
)amfetamine/synthetische
drugs kon
(den
)produceren
/ heeft (/hebben) geproduceerd.
- ( anderen aan te sturen om) deze locatie
(s)in te richten teneinde deze te gebruiken voor de
productie van amfetamine/synthetische drugs en
/of
-
een of meerpersonen aan te sturen
dieop en/of heeft vervoerd naar deze locatie om die
amfetamine/synthetische drug(s) te produceren, waaronder maar niet enkel,
één of meerdere
koks en
/ofschoonmaker
(s
)
en
/of
het voorhanden hebben van
-
een of meerderestoffen en/
ofchemicaliën waaronder een hoeveelheid caustic soda, mierenzuur, N-formylamfetamine, formamide, BMK(-glycidezuur) en
/offosforzuur en
/of
-
een of meerdereketel
(s
), waaronder
(RVS
)destillatieketel
(s
)al dan niet met destillatiebui
s(zen
), (RVS) (reflux)koeler(s),
(RVS
)(druk)reactieketel
(s) al dan nietmet
(reflux)buis/koeler en
/ofstoomketel
(s
)al dan niet gebruikt als reactievat
en
/of
-
een of meer (andere)benodigdheden voor een synthetisch drugslab, waaronder gaswasser
(s
), IBC-bak
(ken
), jerrycan
(s
), klemdekselvat
(en
), scheitrechter
(s
),
gasfles
(sen
),
compressor(s),maatbeker
(s
), gasbrander
(s
),
(RVS
)koelbuizen,
maatbeker(s)en
/ofgelaatsmasker
(s
)al dan niet met bijbehorende filter
(s
);
2.
hij in
op of omstreeksde periode van 31 mei 2022 tot en met 15 juli 2022 te Velddriel, gemeente Maasdriel tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,
(telkens
)opzettelijk bereid en/of bewerkt en/of verwerkt
en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekten/of vervoerd, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal
bevattende amfetamine(olie) zijnde amfetamine(olie) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3.
hij op
of omstreeks15 juli 2022 te Velddriel, gemeente Maasdriel tezamen en in vereniging met
een of meeranderen
althans alleen,opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 640 liter amfetamine-base (olie) bevattende amfetamine(olie) zijnde amfetamine(olie), een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
de eendaadse samenloop van
feit 1:
om een feit bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, zich en een ander gelegenheid en middelen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen, voorwerpen, vervoermiddelen en stoffen voorhanden te hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit, gepleegd door twee of meer personen;
feit 2:
het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
feit 3:
het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Voor zover de raadsman een beroep heeft gedaan op een schulduitsluitingsgrond in de vorm van psychische overmacht overweegt de rechtbank als volgt. Naar het oordeel van de rechtbank is de verklaring van verdachte dat hij werd gedwongen om zijn loods ter beschikking te stellen en werkzaamheden te verrichten niet aannemelijk geworden. De verklaring is onvoldoende concreet onderbouwd en niet verifieerbaar. Niet is gebleken dat sprake was een dusdanige noodtoestand dat verdachte geen weerstand kon bieden aan de uitgeoefende druk. De rechtbank verwerpt dan ook dit verweer.
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren met aftrek van de tijd die verdachte reeds in detentie heeft doorgebracht. Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd dat aan verdachte de maatregel kostenverhaal ex artikel 13d van de Opiumwet zal worden opgelegd. De totale kosten van € 80.149,96 dienen middels een pondspondsverdeling te worden verhaald op verdachte en de medeverdachten. Aan iedere (mede)verdachte dient een gelijk bedrag van € 20.037,49 te worden opgelegd.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat de straf van verdachte in geval van bewezenverklaring aanzienlijk dient te worden gematigd tot de duur die verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht. Hij heeft daarbij gewezen op het lopende revalidatietraject van verdachte en zijn rol als mantelzorger voor zijn vader. Ten aanzien van de Maatregel Kostenverhaal heeft de raadsman bepleit dat de voorliggende zaak zich niet leent voor een dergelijke maatregel vanwege het legaliteitsbeginsel. Daarbij komt dat verdachte slachtoffer is in deze zaak en geen dader. Vanwege het ontbreken van betrokkenheid bij het drugslab hoeft verdachte naar de mening van de raadsman niet op te draaien voor de kosten van de ontmanteling ervan.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich samen met de medeverdachten schuldig gemaakt aan de productie van amfetamine en het aanwezig hebben van amfetamineolie. Ook heeft hij met de medeverdachten strafbare voorbereidings- en bevorderingshandelingen gepleegd, gericht op de productie van amfetamine. Amfetamine is een harddrug die zeer verslavend en schadelijk voor de volksgezondheid is. Bovendien gaat de productie van amfetamine veelal gepaard met schade aan de natuur, veroorzaakt door illegale dumpingen van chemisch afval.
Verdachte en de medeverdachten hebben zich geen rekenschap gegeven van de schadelijke gevolgen van hun handelen voor anderen en voor het milieu. Productie van amfetamine is een lucratieve en specialistische bezigheid. Verdachte en de medeverdachten hebben zich bij hun keuze voor deze criminele branche enkel laten leiden door geldelijk gewin. Zij hebben met hun handelen een aanzienlijke bijdrage geleverd aan het in stand houden van de productie van harddrugs, met alle gevolgen van dien, zoals druggerelateerd geweld en een aanzuigende werking van internationale drugskartels en georganiseerde criminaliteit. Ten tijde van het betreden van de productieplaats bleek dat een deel van het productieproces nog in werking was.
De rechtbank heeft er bij het bepalen van de straf rekening mee gehouden dat het een groot drugslab betrof, dat bedoeld was om grote hoeveelheden amfetamine-base (olie) te maken (600 liter per cyclus) en waarmee ook al, in drie cycli, een grote hoeveelheid (1800 liter) amfetamine-base is geproduceerd, waarmee in korte tijd miljoenen euro’s winst werd gemaakt. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de rol van verdachte. Hij heeft als aan- en afvoerlijn, als gezicht naar buiten en als degene die de ruimte huurde en ter beschikking stelde een belangrijke rol als facilitator gehad in het drugslab, ook al wordt hij niet genoemd als een van de leiders. Anders dan de raadsman meent, kan verdachte dan ook niet worden gezien als slachtoffer in deze zaak. De aard en ernst van het bewezenverklaarde rechtvaardigen naar het oordeel van de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van lange duur. De rechtbank heeft bij bepaling van de hoogte van de straf mede gelet op de oriëntatiepunten van straftoemeting van het LOVS en uitspraken van rechtbanken in soortgelijke zaken.
De rechtbank heeft acht geslagen op de justitiële documentatie van verdachte van 20 maart 2023. Hieruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor (soft)drugshandel. Bijzonder kwalijk is dat hij voorliggende feiten heeft gepleegd tijdens zijn proeftijd.
Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vier jaar passend is. De bepleite persoonlijke omstandigheden van verdachte doen daar niet aan af, te meer nu verdachte gelet op de eerdere veroordeling, waarvan hij in een proeftijd liep, een gewaarschuwd man was. De rechtbank zal dan ook een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vier jaar opleggen.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Maatregel Kostenverhaal
Op 1 juli 2022 is de Maatregel Kostenverhaal in werking getreden. De maatregel is van toepassing op strafbare feiten die na de inwerkingtredingsdatum worden opgespoord en vervolgd. Deze maatregel maakt het mogelijk dat de kosten die ten laste van de staat komen in verband met de vernietiging van voorwerpen die ernstig gevaar opleveren voor de leefomgeving of voor de volksgezondheid, worden verhaald op degene die wordt veroordeeld ter zake van een strafbaar feit dat in verband staat met het voorwerp. De Maatregel Kostenverhaal is opgenomen in artikel 13d van de Opiumwet.
Bij de stukken bevindt zich een rekening voor het ontmantelen van het drugslab, inclusief de afvoer van chemicaliën en restafval en inclusief het vernietigen van hardware. De gemaakte kosten zijn vastgesteld op € 80.149,96 (zie ZD01-521 en ZD01-522).
Verder zit bij de stukken een proces-verbaal van de LFO waaruit blijkt dat productieplaatsen van synthetische drugs een ernstig gevaar voor de leefomgeving of voor de gezondheid opleveren. In het drugslab aan de Drielse Veldweg in Velddriel waren vele brandbare stoffen en chemicaliën aanwezig. Een grote voorraad chemicaliën en vervaardigd afval van eerdere batches stonden door elkaar opgeslagen. De wijze waarop de aanwezige chemicaliën, het aanwezige afval en de besmette productiemiddelen waren opgeslagen voldeed niet aan de geldende wet- en regelgeving. Er werd in het lab gewerkt met een zelfgeproduceerde ketel die met behulp van gasbranders werd verwarmd. Deze gasbranders waren via gasslangen aangesloten op gasflessen, die tussen de aanwezige chemicaliën waren opgeslagen. De kans dat bij een dergelijke werkwijze brand ontstaat is geenszins ondenkbaar. Door de aanwezigheid van de productieplaats was niet uit te sluiten dat er op enig moment een ernstig gevaar voor de leefomgeving, voor de gezondheid van bewoners en het aanwezige personeel of voor bezoekers van de kaasmakerij, de geiten en het overig vee aanwezig op het perceel kon ontstaan (ZD01-82 en ZD01-83).
De rechtbank overweegt dat de Maatregel Kostenverhaal niet strijdig is met het legaliteitsbeginsel nu de maatregel van toepassing is op strafbare feiten die na de inwerkingtredingsdatum worden opgespoord en vervolgd en de ten laste gelegde handelingen eveneens zijn verricht na de inwerkingtreding van de Maatregel Kostenverhaal.
De rechtbank overweegt voorts dat vast is komen te staan dat in het lab gevaarlijke goederen aanwezig waren en dat kosten zijn gemaakt om het lab te ontmantelen. Ten aanzien van de hoogte van het bedrag zal de rechtbank, anders dan de officier van justitie, bij de verdeling van de kosten rekening houden met de verschillende rollen die verdachten hebben gehad, waaronder de rol van verdachte als belangrijke facilitator. De rechtbank komt daarbij tot de volgende verdeling:
[medeverdachte 3]
€ 30.149,96
Verdachte
€ 20.000,00
[medeverdachte 2]
€ 20.000,00
[medeverdachte 1]
€ 10.000,00
Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 400 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt.

8.De vordering tot tenuitvoerlegging (parketnummer 02.821307.16)

De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft verdachte op 21 juli 2021 veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden.
De officier van justitie vordert de tenuitvoerlegging van die straf.
De raadsman heeft bepleit dat de vordering tot tenuitvoerlegging dient te worden afgewezen, primair vanwege vrijspraak in de hoofdzaak, subsidiair vanwege de geringe betrokkenheid van verdachte. De zaak dateert bovendien van 2016. De raadsman heeft aangevoerd dat de proeftijd van de TUL-zaak zou kunnen worden verlengd zonder over te gaan tot tenuitvoerlegging ervan.
Bewezen is dat verdachte zich binnen de proeftijd opnieuw schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit. De rechtbank is van oordeel dat de voorwaardelijk opgelegde straf daarom ten uitvoer moet worden gelegd.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en maatregel is gegrond op de artikelen:
- 47 en 55 van het Wetboek van Strafrecht;
- 2, 10, 10 a en 13d van de Opiumwet.

10.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een onvoorwaardelijke
gevangenisstraf voor de duur van vier jaren;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 legt op de Maatregel Kostenverhaal tot een bedrag van € 20.000,00;
 bepaalt de duur van de gijzeling die ten hoogste door de officier van justitie kan worden gevorderd op 400 dagen;
 gelast de tenuitvoerlegging van de op 21 juli 2021 door de rechtbank Zeeland-West-Brabant voorwaardelijk opgelegde straf, te weten een gevangenisstraf voor de duur
van drie maanden(parketnummer 02.821307.16).
Dit vonnis is gewezen door mr. T.P.E.E. van Groeningen (voorzitter), mr. M.W.R. Koch en mr. R.D. Leen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H.J. Damen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 20 april 2023.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Zuid, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2022320517, gesloten op 12 december 2022 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van bevindingen ondersteuning LFO, ZD01-69 t/m ZD01-71.
3.Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagname DZK-26.
4.Proces-verbaal van bevindingen ondersteuning LFO, ZD01-63 t/m ZD01-66; Proces-verbaal van bevindingen ondersteuning LFO met bijlagen ZD01-72, ZD01-109 en ZD01-110.
5.Proces-verbaal van bevindingen ondersteuning LFO, ZD01-78, C31 en PG.
6.Proces-verbaal forensisch onderzoek plaats delict, ZD01-120, ZD01-134 en ZD01-136.
7.Proces-verbaal van bevindingen ondersteuning LFO, ZD01-72 t/m ZD01-80; Rapport van het Nederlands Forensisch Instituut van het drugsonderzoek aan materialen aangetroffen op 15 juli 2022 op de locatie [adres] , ZD01-85 t/m ZD01-91.
8.Proces-verbaal van het verhoor van [medeverdachte 1] d.d. 8 september 2022, PD02-57 t/m PD02-63 en PD02-65 t/m PD02-67, Proces-verbaal van het verhoor van verdachte [medeverdachte 1] d.d. 1 november 2022, PD02-73, PD02-74 en PD02-77; proces-verbaal van het verhoor van verdachte [medeverdachte 1] bij de rechter-commissaris d.d. 16 maart 2023, blad 3, 5 en 9.
9.Proces-verbaal van bevindingen tonen gelaatsfoto [verdachte] aan [medeverdachte 1] tijdens verhoor, PD02-81.
10.Proces-verbaal van het verhoor van [verdachte] d.d. 28 februari 2023, blad 2 t/m 4, 6 en 7; proces-verbaal van het getuigenverhoor bij de rechter-commissaris d.d. 16 maart 2023, blad 3.
11.Proces-verbaal van het verhoor van [medeverdachte 1] d.d. 15 juli 2022, PD02-51 en proces-verbaal van het verhoor van verdachte [medeverdachte 1] d.d. 8 september 2022, PD02-63.
12.Proces-verbaal van het verhoor van [verdachte] d.d. 18 oktober 2022 PD04-029.
13.Proces-verbaal van bevindingen van het tactisch onderzoek aan de telefoon van [medeverdachte 1] , ZD01-440, ZD01-451, ZD01-475 t/m ZD01-484.
14.Proces-verbaal van bevindingen van het overzicht periodes telefoons verdachten wel/niet in de omgeving van het lab, ZD01-650 en ZD01-651.
15.Proces-verbaal van bevindingen DZK-55 tot en met DZK-58.
16.Processen-verbaal van bevindingen ZD01-523 en ZD01-527
17.Proces-verbaal van bevindingen van het tactisch onderzoek aan de mobiel [medeverdachte 2] Oppo A16, ZD01-523 en ZD01-524.
18.Proces-verbaal van bevindingen van de gegevens omtrent [medeverdachte 3] , PD05-08 en PD05-09.
19.Proces-verbaal van bevindingen van de historische verkeersgegevens van [telefoonnummer] en [telefoonnummer] , ZD01-639 en ZD01-640.
20.Proces-verbaal van bevindingen telecom historische verkeersgegevens, ZD01-645 t/m ZD01-649.
21.Proces-verbaal van het forensisch onderzoek op de plaats delict, ZD01-116 t/m ZD01-137.
22.Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek d.d. 1 november 2022, ZD01-581 t/m ZD01-590; deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek d.d. 17 november 2022, ZD01-577 t/m ZD01-579.
23.Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek d.d. 9 december 2022, ZD01-734 t/m ZD01-736.