In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 19 april 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een eisende partij en een gedaagde partij, waarbij de eisende partij vorderingen heeft ingesteld wegens huurachterstand. De procedure begon met een dagvaarding op 21 februari 2023, gevolgd door een mondelinge behandeling op 5 april 2023. De eisende partij, vertegenwoordigd door Bleijerveld Juridisch Advies, vorderde onder andere betaling van een huurachterstand van € 2.050,00, ontruiming van het gehuurde en vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde partij heeft verweer gevoerd tegen de hoogte van de huurachterstand, maar heeft zich niet verzet tegen de ontruiming, aangezien hij het gehuurde niet meer bewoonde.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde partij toerekenbaar tekortschiet in de nakoming van zijn betalingsverplichting. De gedaagde partij heeft weliswaar een betaling van € 2.050,00 gedaan, maar de eisende partij kon deze betaling niet bevestigen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagde partij geen rechtsgeldig beroep kan doen op opschorting of verrekening van de huurprijs, omdat hij geen vordering tot huurprijsvermindering heeft ingesteld en de gebreken aan het gehuurde niet voldoende zijn om de betalingsverplichting te ontlopen.
De kantonrechter heeft de vordering tot ontruiming toegewezen en de ontruimingstermijn vastgesteld op veertien dagen na betekening van het vonnis. Daarnaast is de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van de huurtermijnen en de buitengerechtelijke incassokosten. De proceskosten zijn eveneens aan de gedaagde partij opgelegd, die in het ongelijk is gesteld. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.