ECLI:NL:RBGEL:2023:2323

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
20 april 2023
Publicatiedatum
21 april 2023
Zaaknummer
10215214
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak inzake incasso openstaande facturen met verzoek om nadere stukken

In deze zaak heeft Nouta Westland Gerechtsdeurwaarderskantoor B.V. (hierna: Nouta) een vordering ingesteld tegen de gezamenlijke gedaagden, die in gebreke zijn gebleven bij het voldoen van hun betalingsverplichtingen. Nouta vordert een bedrag van € 3.347,60, bestaande uit een hoofdsom, contractuele rente en buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Nouta werkzaamheden heeft verricht in opdracht van de gezamenlijke gedaagden, maar dat er onduidelijkheid bestaat over de overeengekomen prijs voor deze werkzaamheden. Om deze reden heeft de kantonrechter Nouta bevolen om de onderliggende overeenkomst(en) en overige relevante stukken in het geding te brengen, zodat de rechter kan beoordelen of de gedaagden toerekenbaar tekort zijn geschoten in hun verplichtingen.

Daarnaast heeft Nouta gesteld dat de gezamenlijke gedaagden via een online portaal de voortgang van het incassotraject kunnen volgen en instructies kunnen geven. Dit wordt door de gedaagden betwist. Ook hier heeft de kantonrechter Nouta opgedragen om bewijsstukken te overleggen waaruit blijkt dat de gedaagden toegang hadden tot dit portaal voor elk incassotraject. De kantonrechter heeft iedere beslissing aangehouden en de zaak verwezen naar de rolzitting van vier weken na de datum van het vonnis, zodat Nouta de gevraagde stukken kan indienen.

Uitspraak

RECHTBANKGELDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer: 10215214 \ CV EXPL 22-8450 \ 520 \ 44356
Vonnis van 19 april 2023
in de zaak van
NOUTA WESTLAND GERECHTSDEURWAARDERSKANTOOR B.V.,
T.H.O.D.N. PUURNOUTA,
te Wateringen,
eisende partij,
hierna te noemen: Nouta,
gemachtigde: Nouta Westland Gerechtsdeurwaarders,
tegen
1.
[gedaagde 1],
te [woonplaats] ,
gemachtigde: MKB Juridische Dienstverlening,
2.
[gedaagde 2],
te [woonplaats] ,
gedaagde partijen,
hierna samen te noemen: [gezamenlijke gedaagden] .
gemachtigde: A.J. Vleugel

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil en de beoordeling daarvan

2.1.
Nouta vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, des dat de een betalende de ander voor dat deel zal zijn bevrijd, [gezamenlijke gedaagden] hoofdelijk te veroordelen om aan haar te voldoen een bedrag van € 3.347,60, bestaande uit een hoofdsom van € 2.635,08, de contractuele rente tot 25 oktober 2022 van € 324,01 en de buitengerechtelijke incassokosten van
€ 388,51, te vermeerderen met de contractuele rente van 1% per maand vanaf
25 oktober 2022, althans vanaf de datum van de dagvaarding tot de dag van volledige betaling.
2.2.
Nouta legt aan haar vorderingen ten grondslag dat zij in opdracht van [gezamenlijke gedaagden] werkzaamheden heeft verricht ten einde een vijftal geldbedragen te incasseren. [gezamenlijke gedaagden] schiet toerekenbaar tekort in de nakoming van haar betalingsverplichtingen uit hoofde van deze overeenkomst(en) door de overeengekomen vergoedingen niet tijdig te voldoen.
2.3.
Ter onderbouwing van haar vordering heeft Nouta de algemene voorwaarden en de facturen overgelegd. Op grond hiervan kan niet worden vastgesteld welke prijs partijen zijn overeengekomen voor de werkzaamheden van Nouta. De kantonrechter ziet aanleiding om Nouta – ex artikel 22 Rv – te bevelen de onderliggende overeenkomst(en) van opdracht en overige schriftelijke stukken van de (nadien) gemaakte (prijs)afspraken, zoals bijvoorbeeld de toestemming voor het opstarten van een gerechtelijke procedure, in het geding te brengen.
2.4.
Voorts stelt Nouta dat [gezamenlijke gedaagden] via een online portaal de ontwikkelingen van het incassotraject kan volgen en via die weg ook instructies kan geven. Dit wordt door
[gezamenlijke gedaagden] betwist. De kantonrechter ziet aanleiding om Nouta – wederom ex
artikel 22 Rv – te bevelen stukken in het geding te brengen waaruit blijkt dat [gezamenlijke gedaagden] voor elk incassotraject toegang had tot dit portaal.
2.5.
Iedere beslissing wordt aangehouden.

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
beveelt Nouta om nadere stukken – zoals in r.o. 2.3. en 2.4. is overwogen – bij akte in het geding te brengen;
3.2.
verwijst de zaak daartoe naar de rolzitting van vier weken na de datum van dit vonnis;
3.3.
houdt iedere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Horsthuis en in het openbaar uitgesproken op 19 april 2023.