Op 14 april 2023 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak van een veroordeelde die in het kader van zijn voorwaardelijke invrijheidsstelling niet bereid was mee te werken aan de bijzondere voorwaarden. De rechtbank oordeelde dat het recidiverisico voor misdrijven onvoldoende kon worden ingeperkt, wat leidde tot de afwijzing van de vordering tot afstel van de voorwaardelijke invrijheidsstelling. De rechtbank heeft de vordering tot uitstel van de voorwaardelijke invrijheidsstelling toegewezen voor de duur van 730 dagen, te rekenen vanaf 10 september 2022. De veroordeelde, die eerder was veroordeeld voor moord en andere misdrijven, had meerdere kansen gekregen om mee te werken aan voorwaarden, maar had dit herhaaldelijk geweigerd. De rechtbank benadrukte het belang van medewerking aan de behandeling van de psychische problematiek van de veroordeelde, zowel in zijn eigen belang als in het belang van de samenleving. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, waarbij de rechtbank de mogelijkheid openhield voor de veroordeelde om in de toekomst alsnog te kiezen voor behandeling voordat hij definitief in vrijheid wordt gesteld.