Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
door
- een zogenaamde molotovcocktail te maken en/of aan te steken, althans te pogen aan te steken en/of te pogen om hiermee brand te stichten aan de voorzijde van voornoemde woning en/of
- aan de achterzijde van de woning open vuur (al dan niet in combinatie met een ontbrandbare stof) in aanraking te brengen met een tuinbank, althans een voorwerp, ten gevolge waarvan er brand is ontstaan in/aan de achterzijde van voornoemde woning, en daarvan
- gemeen gevaar voor de in die woning en/of de in aangrenzende woningen aanwezige goederen, in elk geval gemeen gevaar voor goederen en/of
- levensgevaar voor de in die woning en/of de in aangrenzende woningen aanwezige personen, in elk geval levensgevaar voor een ander of anderen en/of
- gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor de in die woning en/of de in aangrenzende woningen aanwezige personen, in elk geval gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen te duchten was.
3.De bewezenverklaring
of omstreeks30 januari 2022 te [plaats] opzettelijk brand heeft gesticht
in/aan een woning (te weten een woning van zorginstelling RIBW) gelegen aan de [adres 1]
door
- een zogenaamde molotovcocktail te maken en/of aan te steken, althans te pogen aan te steken en/of te pogen om hiermee brand te stichten aan de voorzijde van voornoemde woning en/of- aan de achterzijde van de woning open vuur
(al dan niet in combinatie met een ontbrandbare stof)in aanraking te brengen met
een tuinbank, althanseen voorwerp, ten gevolge waarvan er brand is ontstaan
in/aan de achterzijde van voornoemde woning, en daarvan
- gemeen gevaar voor de in die woning en
/ofde in aangrenzende woningen aanwezige goederen
, in elk geval gemeen gevaar voor goederenen
/of- levensgevaar voor de in die woning en
/ofde in aangrenzende woningen aanwezige personen
, in elk geval levensgevaar voor een ander of anderenen
/of- gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor de in die woning en
/ofde in aangrenzende woningen aanwezige personen
, in elk geval gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderente duchten was.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
- bepaalt dat een gedeelte van deze jeugddetentie, te weten 222 dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van twee jaren niet heeft gehouden aan de hierna te melden voorwaarden:
- stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat:
- verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;