2.1.[eiser] heeft gevorderd, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, dat de rechtbank:
voor recht verklaart dat de beëindiging/niet voortzetting van de samenwerking een toerekenbare tekortkoming van HSK c.s. oplevert, c.q. onregelmatig/onrechtmatig is, nu er daarvoor geen, althans onvoldoende, zwaarwichtige of een andere valabele reden is en dat HSK c.s. de daardoor ontstane schade van [eiser] dient te vergoeden, nader op te maken bij staat,
althans voor recht verklaart dat de beëindiging naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is en dat HSK c.s. de als gevolg hiervan door [eiser] geleden schade dient te vergoeden, nader op te maken bij staat,
HSK c.s. veroordeelt in de wettelijke handelsrente over de schade, nader op te maken bij staat, vanaf 19 april 2021, 20 mei 2021, althans vanaf de dagvaarding,
HSK c.s. veroordeelt in de buitengerechtelijke incassokosten over de schade, nader op te maken bij staat,
HSK c.s. veroordeelt in de proceskosten en nakosten plus wettelijke rente hierover.