ECLI:NL:RBGEL:2023:2053

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
31 maart 2023
Publicatiedatum
12 april 2023
Zaaknummer
C/05/411087 / FA RK 22-3431
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Stiefouderadoptie en wijziging van de voornaam van een minderjarige met buitenlandse nationaliteit

In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 31 maart 2023 een beschikking gegeven inzake de stiefouderadoptie van een minderjarige, geboren in Thailand, door de man, die de Nederlandse nationaliteit heeft. De vrouw en het kind hebben de Thaise nationaliteit. De rechtbank heeft vastgesteld dat op grond van artikel 10:15 BW Nederlands recht van toepassing is op het adoptieverzoek. De man heeft verzocht om de adoptie van het kind en om de wijziging van de voornaam van het kind. De vrouw heeft schriftelijk verklaard in te stemmen met de adoptie en de wijziging van de geslachtsnaam van het kind naar die van de man. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man en de vrouw al geruime tijd samenleven en dat de man de rol van vader op zich neemt. Het kind heeft de man als zijn vader geaccepteerd en heeft ook ingestemd met de adoptie. De rechtbank heeft geoordeeld dat de adoptie in het belang van het kind is en dat aan alle wettelijke vereisten is voldaan. De rechtbank heeft de adoptie uitgesproken en de wijziging van de voornaam van het kind goedgekeurd. Tevens is er een last gegeven tot inschrijving van de akte van geboorte van het kind, die in Thailand is geboren. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. I. de Bruin, kinderrechter, en is in tegenwoordigheid van de griffier F. Wolters gegeven.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Familie- en jeugdrecht
Zittingsplaats Arnhem
Zaakgegevens: C/05/411087 / FA RK 22-3431
Datum uitspraak: 31 maart 2023
beschikking stiefouderadoptie en wijziging voornaam
naar aanleiding van het verzoek betreffende adoptie door
[naam man](nader te noemen: de man),
wonende te [woonplaats] ,
advocaat mr. E.P.J. Appelman te Alkmaar,
betreffende
de minderjarige (volgens de Basisregistratie Personen (BRP))
[het kind] ,volgens zijn geboorteakte en als kind vermeld in de BRP van zijn moeder als
[andere schrijfwijze naam kind], geboren op [geboortedatum] te [plaats in buitenland] (Thailand) , (hierna: de minderjarige),
wonende te [woonplaats] ,
belanghebbende:
[naam vrouw](hierna: de moeder en/of de vrouw),
wonende te [woonplaats] ,
en
naar aanleiding van het
verzoek betreffende wijziging van de voornaamdoor
[naam vrouw](tevens verzoekster),
wonende te [woonplaats] ,
advocaat mr. E.P.J. Appelman te Alkmaar,
belanghebbende: de minderjarige (voornoemd), wonende te [woonplaats] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Dit verloop blijkt uit:
- het verzoekschrift met bijlagen namens de man, ingekomen op 9 november 2022;
- het F9 formulier met bijlage namens de man van 10 februari 2023.
1.2.
Er heeft geen mondelinge behandeling plaatsgevonden.

2.De feiten

2.1.
Uit de moeder is op [geboortedatum] te [plaats in buitenland] [het kind] geboren. De geboorte is niet geregistreerd in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag.
2.2.
Uit het uittreksel uit de Basisregistratie Personen (BRP) van de moeder blijkt dat de voor- en achternamen van [het kind] luiden: ‘ [voornaam] ’ en ‘ [achternaam] ’. Uit het uittreksel uit de BRP van [het kind] blijkt dat zijn voor- en achternaam luiden: ‘ [andere voornaam] ’ en ‘ [achternaam] ’. De rechtbank zal voor de voor- en achternaam de gegevens uit het uittreksel uit de BRP van [het kind] hanteren.
2.3.
Uit het uittreksel uit de BRP van [het kind] blijkt dat de heer [naam biologische vader] , geboren op 00-00-0000 te [plaats in buitenland] de biologische vader van [het kind] is.
2.4.
De moeder is alleen belast met het ouderlijk gezag over de minderjarige.
2.5.
De man is op [datum] met de vrouw gehuwd. Uit dit huwelijk is op
[geboortedatum 2] op [buitenland] [kind 2] geboren. Naast [kind 2] maakt [het kind] deel uit van het gezin van de man en de vrouw.

3.Het verzoek

3.1.
De man verzoekt de adoptie uit te spreken van [het kind] en daarbij vast te stellen dat de geslachtsnaam van [het kind] zal komen te luiden: ‘ [achternaam van de man] ’. Daarnaast verzoekt de vrouw de voornaam van [het kind] te wijzigen in: ‘ [nieuwe voornaam] ’.
3.2.
De vrouw heeft op 12 oktober 2022 schriftelijk verklaard in te stemmen met het verzoek tot partneradoptie door de man van [het kind] en de wijziging van zijn geslachtsnaam in ‘ [achternaam van de man] ’.
3.3.
[het kind] heeft bij brief van 9 februari 2023 schriftelijk laten weten in te stemmen met de verzochte adoptie en met de wijziging van zijn voor- en achternaam.

4.De beoordeling

De rechtsmacht en het toepasselijk recht
4.1.
De man heeft de Nederlandse nationaliteit. De vrouw en [het kind] hebben de [buitenlandse] nationaliteit. De man, de vrouw en [het kind] wonen in Nederland.
4.2.
Op grond van artikel 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) is de Nederlandse rechter bevoegd kennis te nemen van het verzoek. Op grond van het bepaalde in artikel 10:105, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek (BW) is Nederlands recht van toepassing op de adoptie.
De adoptie
Adoptie geschiedt volgens artikel 1:227 lid 1 BW door een uitspraak van de rechtbank op verzoek van twee personen tezamen of op verzoek van één persoon alleen. Op grond van artikel 1:227 lid 2 BW kan het verzoek door de man, die echtgenoot van de ouder (moeder) van de minderjarige is, slechts worden gedaan, indien hij ten minste drie aaneengesloten jaren onmiddellijk voorafgaande aan de indiening van het verzoek met die ouder heeft samengeleefd. Op grond van wat verzoeker heeft gesteld, gaat de rechtbank ervan uit dat dit het geval is en kan de man worden ontvangen in zijn verzoek.
4.3.
Volgens lid 3 van genoemd artikel kan het verzoek alleen worden toegewezen indien de adoptie in het kennelijk belang van [het kind] is, en op het tijdstip van het verzoek tot adoptie vaststaat en voor de toekomst redelijkerwijs te voorzien is dat [het kind] niets meer van zijn ouder of ouders in de hoedanigheid van ouder te verwachten heeft, en aan de voorwaarden genoemd in artikel 1:228 BW wordt voldaan.
4.4.
De verzochte adoptie wordt in het belang van [het kind] geacht. Uit de stukken blijkt dat de minderjarige al vanaf dat hij ongeveer twee jaar oud was, samen met zijn moeder en de man in gezinsverband leeft. De moeder en de man nemen aldus al jaren samen de ouderrol jegens [het kind] op zich. De minderjarige heeft statusvoorlichting gehad over wie zijn biologische vader is, maar beschouwt de man als zijn vader. Daar komt bij dat [het kind] door adoptie in een gelijke juridische positie komt te verkeren als zijn halfbroer [kind 2] . Ook wordt meegewogen het standpunt van [het kind] , die schriftelijk heeft laten weten in te stemmen met de verzochte adoptie.
4.5.
[het kind] heeft zijn biologische vader nooit gekend. De heer [naam biologische vader] is, naar is gesteld, in zijn functie als politieagent in [buitenland] en door rellen aldaar om het leven gekomen gedurende de periode dat de vrouw zwanger was. Hieruit kan voldoende worden afgeleid dat [het kind] voor de toekomst redelijkerwijs niets meer van zijn biologische vader in de hoedanigheid van ouder te verwachten heeft.
4.6.
Nu aan alle voorwaarden van de artikelen 1:227 en 1:228 BW is voldaan, zal de rechtbank het verzoek toewijzen en de (stiefouder)adoptie van [het kind] door de man uitspreken.
De wijziging van de voor- en achternaam van [het kind]
4.7.
Artikel 10:19 BW bepaalt dat de geslachtsnaam en de voornamen van een vreemdeling worden bepaald door het recht van de staat waarvan hij de nationaliteit heeft. [het kind] heeft de [buitenlandse] nationaliteit, zodat in beginsel het [buitenlandse] recht van toepassing is.
4.8.
Op het moment dat de adoptie in kracht van gewijsde is gegaan, levert dit een grondslag op voor het krijgen van de Nederlandse nationaliteit. Ingevolge artikel 10:20 BW worden dan de geslachtsnaam en de voornamen bepaald door het Nederlandse recht, zodat de rechtbank Nederlands recht zal toepassen op de verzoeken betreffende de wijziging van de voor- en achternaam.
4.9.
Daarnaast geldt dat [het kind] het tweede kind is tot wie de man en de vrouw in familierechtelijke betrekking komen te staan en dit maakt dat voor de naamskeuze artikel 1:5 lid 8 BW in samenhang met artikel 1:5 lid 3 BW van toepassing is. Uit dit artikel blijkt dat de keuze die voor de naam van het eerste kind van dezelfde ouders is gedaan, beslissend is voor alle volgende kinderen, in die zin dat in het geval de volgende kinderen blijkens de geboorteakte of krachtens toepasselijke recht een naam hebben die afwijkt van de naam van het eerste kind, de ouders kunnen verklaren dat het desbetreffende kind dezelfde geslachtsnaam zal hebben als het eerste kind. De ouders hebben zo verklaard, zodat [het kind] na de adoptie de geslachtsnaam ‘ [achternaam van de man] ’ zal dragen.
4.10.
Zodra de adoptie in kracht van gewijsde is gegaan, kan ingevolge artikel 1:4 lid 4 BW een wijziging van de voornaam op verzoek van de betrokken persoon of zijn wettelijk vertegenwoordiger worden gelast door de rechtbank. De wijziging geschiedt doordat van de beschikking een latere vermelding aan de akte van geboorte wordt toegevoegd, overeenkomstig artikel 1:20a lid 1 BW.
4.11.
De vrouw heeft verzocht de voornaam van [het kind] te wijziging in: ‘ [nieuwe voornaam] ’. De verzochte voornaam is geoorloofd en wordt in het belang van [het kind] geacht. Het verzoek zal dan ook worden toegewezen.
4.12.
[het kind] is geboren in [buitenland] en de akte van geboorte komt niet voor in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag. Aanwezig is een geboorteakte en de vertaling daarvan en deze zijn voorzien van de vereiste legalisaties door de [buitenlandse] en de Nederlandse autoriteiten ( [naam buitenlandse autoriteit] – opgemaakte akte van geboorte van de minderjarige, Identification No. 1-1037-03948-33-4). De rechtbank zal daarom, gelet op het bepaalde in artikel 1:4 lid 4 BW, ambtshalve een last tot inschrijving van de akte van geboorte geven.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
gelast de inschrijving van de akte van geboorte van [het kind] , geboren op [geboortedatum] te [plaats in buitenland] ;
5.2.
spreekt uit de adoptie van:
(volgens het uittreksel uit de BRP van [het kind] )
[het kind]en volgens het uittreksel uit de BRP van de vrouw genaamd:
[andere schrijfwijze naam kind], geboren op [geboortedatum] te [plaats in buitenland] ,
door:
[naam man]geboren op [geboortedatum man] in [geboorteplaats] , wonende te [woonplaats] ;
5.3.
verstaat dat [het kind] , na het in kracht van gewijsde zijn van de adoptie, de geslachtsnaam ‘
[achternaam van de man] ’zal dragen;
5.4.
gelast, na het in kracht van gewijsde zijn van de adoptie, de voornaam/voornamen van [het kind] in die zin te wijzigen dat zijn voornaam komt te luiden: ‘
[nieuwe voornaam]’;
5.5.
gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag een latere vermelding van de adoptie en, zodra de adoptie in kracht van gewijsde is, de wijziging van de voor- en achternaam van [het kind] aan de geboorteakte van [het kind] toe te voegen;
5.6.
gelast de griffier van deze rechtbank om een kopie van deze beschikking,
vergezeld van de akte van geboorte van [het kind] en van de vertaling van deze akte, aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag te sturen.
Deze beschikking is gegeven door mr. I. de Bruin, (kinder)rechter, in tegenwoordigheid van
F. Wolters als griffier en in het openbaar uitgesproken op 31 maart 2023.
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.