ECLI:NL:RBGEL:2023:1991
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking van een last onder dwangsom in het bestuursrecht met betrekking tot een bedrijfswoning
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 11 april 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ermelo. Eiseres, eigenaar van een pand in Ermelo, had een verzoek ingediend tot intrekking van een op 18 april 2019 opgelegde last onder dwangsom. Deze last was opgelegd omdat het gebruik van het pand voor bewoning door arbeidsmigranten in strijd was met het bestemmingsplan. Eiseres had het pand vanaf 20 december 2019 verhuurd als bedrijfswoning, maar dit gebruik was op 19 mei 2020 beëindigd. Eiseres verzocht het college op 14 juli 2021 om de last in te trekken, maar het college weigerde dit in zijn besluiten van 18 augustus 2021 en 29 november 2021.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres tegen het bestreden besluit behandeld. Eiseres voerde aan dat de last onder dwangsom een jaar van kracht was zonder overtreding en dat het gebruik als bedrijfswoning was toegestaan door de verlening van een omgevingsvergunning voor een dakkapel. Het college stelde echter dat de last onder dwangsom niet alleen gericht was op beëindiging van de overtreding, maar ook op het voorkomen van herhaling. De rechtbank oordeelde dat het college in redelijkheid had kunnen besluiten om de last niet in te trekken, omdat het pand nog steeds in eigendom was van eiseres en er een risico op herhaling van de overtreding bestond.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, waardoor het bestreden besluit in stand bleef. Eiseres kreeg geen proceskostenvergoeding of griffierecht terugbetaald. De uitspraak werd gedaan door rechter G.M. van den Broek, in aanwezigheid van griffier R.P.C.M. van Wel.