ECLI:NL:RBGEL:2023:1981

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
16 februari 2023
Publicatiedatum
7 april 2023
Zaaknummer
10224376
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens ernstig verwijtbaar handelen werknemer met betrekking tot re-integratieverplichtingen

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, op 16 februari 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen Hectas Facility Services C.V. en een werknemer, aangeduid als [verwerende partij]. Hectas verzocht de ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van ernstig verwijtbaar handelen van de werknemer, die haar re-integratieverplichtingen niet was nagekomen. De werknemer was sinds 18 maart 2013 in dienst bij Hectas en had zich op 23 maart 2022 ziekgemeld. Ondanks herhaalde verzoeken van Hectas om mee te werken aan haar re-integratie, heeft de werknemer geen contact opgenomen en geen deskundigenoordeel aangevraagd. Hectas heeft de loonbetaling stopgezet en uiteindelijk ontslag aangevraagd wegens het niet nakomen van de re-integratieverplichtingen.

De kantonrechter oordeelde dat de werknemer zonder deugdelijke grond weigerde mee te werken aan haar re-integratie. De bedrijfsarts had geoordeeld dat de werknemer in staat was om haar werk gedeeltelijk te hervatten, maar de werknemer had nagelaten om een deskundigenoordeel aan te vragen en was niet bereikbaar voor Hectas. De rechter concludeerde dat er sprake was van ernstig verwijtbaar handelen van de werknemer, waardoor de arbeidsovereenkomst niet kon voortduren. De arbeidsovereenkomst werd ontbonden met ingang van 17 februari 2023, en de werknemer werd in de proceskosten veroordeeld.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaakgegevens 10224376 \ HA VERZ 22-152 \ 43576 \ 40140
uitspraak van 16 februari 2022
beschikking
in de zaak van
de commanditaire vennootschap
Hectas Facility Services C.V.
gevestigd te Duiven
verzoekende partij
gemachtigde mr. R.M. Dessaur
en
[verwerende partij]
wonende te [woonplaats]
verwerende partij
gemachtigde mr. J.C. Noordijk
Partijen worden hierna Hectas en [verwerende partij] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift binnengekomen op 5 december 2022 met producties;
- de zittingsaantekeningen van de mondelinge behandeling van 17 januari 2023 mede inhoudende de pleitnotities van de gemachtigde van Hectas en de gemachtigde van [verwerende partij] . Daarnaast heeft de gemachtigde van [verwerende partij] voorafgaand aan de mondelinge behandeling twee producties ingediend.
1.2.
Vervolgens is beschikking bepaald.

2.De feiten

2.1.
Hectas is een onderneming die facilitaire dienstverlening (schoonmaak van locaties van haar opdrachtgevers) biedt.
2.2.
[verwerende partij] is sinds 18 maart 2013 bij Hectas in dienst in de functie medewerker algemeen schoonmaakonderhoud I voor (laatstelijk) gemiddeld 11,25 uur per week tegen een salaris van € 13,50 bruto per uur exclusief vakantietoeslag. Op de arbeidsovereenkomst is de cao in de Schoonmaak- en het Glazenwassersbedrijf van toepassing.
2.3.
[verwerende partij] heeft zich op 23 maart 2022 ziekgemeld. Hectas heeft [verwerende partij] vervolgens uitgenodigd voor een verzuimgesprek op 25 maart 2022 op haar werklocatie. [verwerende partij] heeft daarop aangegeven niet te kunnen komen omdat ze niet in de mogelijkheid was naar de werklocatie te komen. Hectas heeft daarna geprobeerd telefonisch met [verwerende partij] in contact te komen maar zonder resultaat.
2.4.
Vervolgens heeft Hectas [verwerende partij] bij haar brief van 28 maart 2022 een schriftelijke waarschuwing gegeven voor het niet nakomen van haar re-integratieverplichtingen. In de brief staat, voor zover hier van belang:
(…)
Recentelijk heeft uw directe collega ontslag genomen. Dit had twee directe gevolgen: allereerst was er nog geen vervangende collega om deze uren te werken en ten tweede kon u nu niet meer meerijden met uw collega. Wij hebben u toen gevraagd of u tijdelijk extra uren wilde maken op locatie. U hebt dit twee werkdagen gedaan (21 en 22 maart 2022), maar daarna hebt u laten weten dit niet meer te willen doen. U kaartte hierbij meteen aan dat het fietsen naar locatie voor u erg vermoeiend was en u daarom wil dat uw Ambulant Objectleider, [naam 1] , een nieuwe collega zoekt die vrouw is, een auto heeft en u ook weer van huis kan ophalen en thuis kan brengen. Hierop heeft [naam 1] aangegeven dat dit niet afgedwongen kan worden (…).
In reactie hierop hebt u zich de dag erna, op 23 maart ziekgemeld. (…)
Graag wijzen wij u erop dat u een contract hebt met Hectas. Dit geeft u rechten, maar ook plichten. Eén van die plichten is dat u bij ziekte dient mee te werken aan uw re-integratie en bovendien bereikbaar dient te zijn voor ons als werkgever. U overtreedt momenteel de (verzuim-)regels die opgenomen zijn in ons bedrijfsreglement. Hierbij ontvangt u daarom een schriftelijke waarschuwing.
Wij roepen u daarom op per direct, maar uiterlijk 31 maart a.s. contact op te nemen met [naam 1] om afspraken te maken over uw re-integratie.
(…)
Indien u zich niet houdt aan de regels die gelden (…) zijn wij genoodzaakt verdergaande maatregelen te nemen.
(…)
2.5.
Op 13 april 2022 is [verwerende partij] op gesprek geweest bij de bedrijfsarts. De bedrijfsarts heeft daarna aan Hectas teruggekoppeld:
(…)
Er is tijdelijk nog sprake van ziekte of gebrek.
(…)
Per 02 mei starten met 3x1 uur.
Week daarna 5x1 uur.
(…)
Werknemer geeft nu aan niet te verwachten dat re-integratie aan te kunnen. Ik heb aangegeven dat indien er geen nieuwe medische situatie is en werknemer van mening is dat zij niet kan hervatten op die periode dat er dan de mogelijkheid bestaat om een deskundigen oordeel aan te vragen.
(…)
2.6.
Hectas heeft naar aanleiding van de terugkoppeling van de bedrijfsarts vanaf
14 april 2022 contact met [verwerende partij] proberen op te nemen in verband met haar re-integratie per 2 mei 2022, maar zonder resultaat. Hectas heeft [verwerende partij] daarom bij brief van
29 april 2022 gesommeerd uiterlijk 2 mei 2022 contact met haar op te nemen en aangezegd dat als zij dat zou nalaten de loonbetaling vanaf dat moment werd stopgezet.
2.7.
Aangezien [verwerende partij] geen contact met Hectas opnam, heeft Hectas bij brief van
4 mei 2022 bevestigd dat loonbetaling per 2 mei 2022 volledig is stopgezet. Daarbij heeft zij aangegeven:
(…) Zodra u weer contact met [naam 1] opneemt en per direct de re-integratie start, zoals door de bedrijfsarts is geadviseerd, zullen wij vanaf die datum de loonbetaling weer hervatten. De loonstop (BW artikel 7:629 lid 3) is een definitieve sanctie en kan niet met terugwerkende kracht ongedaan gemaakt worden.
Blijft u geen gehoor geven aan onze verzoeken, dan zij wij helaas genoodzaakt om ontslag aan te vragen wegens het verwijtbaar niet meewerken aan uw re-integratie. (…)
2.8.
Op 11 mei 2022 heeft Hectas een Whatsapp-bericht van [verwerende partij] ontvangen waarin zij heeft aangegeven dat re-integratie volgens haar niet mogelijk is en de huisarts heeft geadviseerd de telefoon niet op te nemen.
2.9.
Op 13 mei 2022 heeft [naam 1] de dochter van [verwerende partij] gesproken tijdens welk gesprek is afgesproken dat [verwerende partij] op 16 mei 2022 alsnog de re-integratie zal opstarten.
2.10.
[verwerende partij] is maandag 16 mei 2022 niet op het werk verschenen. In het Whatsapp-bericht van 17 mei 2022 heeft [verwerende partij] aan Hectas laten weten dat zij op 18 mei 2022 zal starten om 8:00 uur. [verwerende partij] is de volgende dag op haar werk verschenen, maar gaf aan niet te kunnen re-integreren. [verwerende partij] is geadviseerd contact op te nemen met de Casemanager Verzuim. Op 19 mei 2022 heeft de Casemanager Verzuim zelf contact met [verwerende partij] opgenomen, tijdens welk gesprek [verwerende partij] aangaf dat haar dochter namens haar zou terugbellen. Dit is niet gebeurd en [verwerende partij] bleek nadien niet meer bereikbaar.
2.11.
Als gevolg hiervan heeft Hectas bij haar brief van 25 mei 2022 [verwerende partij] een laatste kans geboden mee te werken aan haar re-integratie. Daarbij heeft Hectas aangezegd dat als [verwerende partij] de aangeboden werkzaamheden bleef weigeren en geen deskundigenoordeel van het UWV zou aanvragen, Hectas zich genoodzaakt zou zien om ontslag aan te vragen wegens het verwijtbaar niet meewerken aan de re-integratie.
2.12.
Hectas heeft nadien niets van [verwerende partij] vernomen. Hectas heeft daarom op 22 juni 2022 bij het UWV een deskundigenoordeel aangevraagd. [verwerende partij] heeft op haar beurt op
1 augustus 2022 een deskundigenoordeel gevraagd. Het deskundigenoordeel is uiteindelijk op 18 november 2022 gegeven. Daarin is, voor zover hier van belang, geoordeeld:
(…)
De bedrijfsarts acht werknemer in staat te re-integreren (middels een opbouwschema) vanaf 2 mei 2022. De verzekeringsarts geeft desgevraagd aan dat werknemer per die datum geschikt is te achten voor het re-integratieadvies zoals door de bedrijfsarts opgesteld.
Werknemer is in eerste aanleg niet bereikbaar voor werkgever om te komen tot afspraken met betrekking tot het opstarten van haar re-integratie. Daarna, na het maken van nieuwe afspraken, verschijnt zij in eerste aanleg niet op het werk. Wanneer zij daarna alsnog op het werk verschijnt komt het niet tot een daadwerkelijke werkhervatting. Over de oorzaak lopen de lezingen van werkgever en werknemer uiteen.
Daarna heeft werknemer (tot datum vandaag) geen contact meer gehad met werkgever. Door werknemer wordt eerst op 1 augustus 2022 een deskundigenoordeel gevraagd bij UWV.
(…)
De re-integratie-inspanningen van de werknemer zijn onvoldoende geweest.
(…)
2.13.
Hectas heeft [verwerende partij] , in verband met het vervallen van de aan haar verleende verblijfsvergunning per 1 november 2022, bij brieven van 2 augustus, 11 oktober en 25 oktober 2022 verzocht een nieuw, origineel en geldig verblijfsdocument en/of identiteitsbewijs te overleggen. [verwerende partij] heeft dit tot op heden nagelaten.

3.Het verzoek en het verweer

3.1.
Hectas verzoekt bij beschikking de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst zo spoedig mogelijk te ontbinden, met veroordeling van [verwerende partij] in de proceskosten.
3.2.
Hectas heeft aan haar verzoek ten grondslag gelegd dat [verwerende partij] , ondanks waarschuwingen en een toegepaste loonstop, bij herhaling haar re-integratieverplichtingen niet is nagekomen. Daarnaast heeft [verwerende partij] nagelaten een nieuw geldig verblijfsdocument of identiteitsbewijs te overleggen.
Op grond van voornoemde redenen, afzonderlijk dan wel in samenhang beschouwd, is Hectas van mening dat sprake is van verwijtbaar handelen of nalaten van [verwerende partij] , van een verstoorde arbeidsverhouding dan wel van omstandigheden die zodanig zijn dat van Hectas in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst voort te laten duren.
3.3.
[verwerende partij] voert verweer. Daarop wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst is primair gegrond op artikel 7:669 lid 3 sub e BW, in verband met het zonder deugdelijke grond door de werkneemster niet nakomen van – kort gezegd – haar re-integratieverplichtingen.
Op grond van het bepaalde in artikel 7:671b lid 5 BW moet een dergelijk verzoek worden afgewezen als (sub a) de werkgever de werkneemster niet eerst schriftelijk heeft gemaand tot nakoming van die verplichtingen of om die reden de betaling van het loon heeft gestaakt, of (sub b) de werkgever niet beschikt over een deskundigenverklaring van het UWV als bedoeld in artikel 7:629a BW, tenzij het overleggen van deze verklaring in redelijkheid niet van de werkgever kan worden gevergd. Aangezien Hectas [verwerende partij] zowel schriftelijk heeft aangemaand tot nakoming van haar re-integratieverplichtingen en vervolgens betaling van het loon heeft gestaakt en bovendien een deskundigenoordeel van het UWV heeft overgelegd, kan het verzoek van Hectas inhoudelijk worden beoordeeld.
4.2.
De re-integratieverplichtingen van de arbeidsongeschikte werknemer zijn neergelegd in artikel 7:660a BW. Dit artikel bepaalt onder sub a dat de werknemer verplicht is gevolg te geven aan door de werkgever of een door hem aangewezen deskundige (zoals de bedrijfsarts) redelijke voorschriften en mee te werken aan maatregelen die erop zijn gericht haar eigen of andere passende arbeid te laten verrichten. In de wetsgeschiedenis is het niet nakomen van de re-integratieverplichtingen door de werknemer als bedoeld in artikel 7:660a BW als voorbeeld van een e-grond genoemd (Kamerstukken II 2013/14, 33 818, nr. 3, p. 99).
4.3.
De vraag luidt of sprake is van de situatie waarbij [verwerende partij] zonder deugdelijke grond weigerde mee te werken aan haar re-integratie. De kantonrechter is van oordeel dat dit het geval is en overweegt daartoe het volgende. De bedrijfsarts heeft op 13 april 2022 geoordeeld dat [verwerende partij] in staat was haar werk gedeeltelijk te hervatten. Als [verwerende partij] het hier niet mee eens was, zoals zij aanvoert, had het op haar weg gelegen daarover een deskundigenoordeel bij het UWV aan te vragen. Omdat zij dit heeft nagelaten moet het ervoor worden gehouden dat [verwerende partij] in staat was te re-integreren. [verwerende partij] is echter niet alleen niet gestart met haar re-integratie, maar heeft daarnaast ook nagelaten contact te onderhouden met Hectas, waartoe zij op grond van artikel 7:660a BW wel verplicht was. [verwerende partij] heeft in dat kader aangevoerd dat zij op advies van haar huisarts de telefoon niet heeft opgenomen. Voor zover dat juist zou zijn, wat in ieder geval niet blijkt uit de door [verwerende partij] overgelegde uitdraai uit haar patiëntdossier van 2019, laat dit onverlet dat [verwerende partij] op andere manieren, en indien nodig via derden, contact met Hectas had kunnen en moeten onderhouden. Iets wat haar op enig moment wel is gelukt via haar dochter. Ook de stelling dat [verwerende partij] de Nederlandse taal onvoldoende machtig was waardoor zij de inhoud van de brieven en de gevolgen van de daarin genoemde maatregelen niet begreep kan haar in dat kader niet baten. [verwerende partij] had in dat geval Hectas, dan wel een derde, kunnen c.q. moeten benaderen om uitleg over de inhoud van de brieven te vragen. Omdat zij dit – kennelijk – heeft nagelaten, dienen de nadelige gevolgen die daaruit voortvloeien voor haar rekening en risico te blijven.
4.4.
De conclusie is dan ook dat [verwerende partij] zonder deugdelijke grond geen gehoor heeft gegeven aan de herhaalde verzoeken van Hectas om haar re-integratieverplichtingen als bedoeld in artikel 7:660a BW na te komen en dat zij daarnaast niet bereikbaar was waar zij dat wel had moeten zijn.
Hiermee is sprake van ernstig verwijtbaar handelen door [verwerende partij] , als gevolg waarvan van Hectas niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Herplaatsing ligt in dit geval niet in de rede (artikel 7:669 lid 1 BW).
De arbeidsovereenkomst zal daarom worden ontbonden.
4.5.
Hectas heeft verzocht de arbeidsovereenkomst zo spoedig mogelijk te ontbinden. Omdat sprake is van ernstig verwijtbaar handelen van [verwerende partij] , zal de kantonrechter de arbeidsovereenkomst met toepassing van artikel 7:671b lid 9 sub b BW ontbinden met ingang van de dag na de datum van deze beschikking.
4.6.
In verband met het ernstig verwijtbaar handelen aan de zijde [verwerende partij] komt aan haar op grond van artikel 7:673 lid 1 aanhef en sub c BW geen recht op transitievergoeding toe. Het subsidiaire tegenverzoek van [verwerende partij] wordt daarom afgewezen en Hectas hoeft geen gelegenheid te krijgen het (ontbindings)verzoek in te trekken.
4.7.
[verwerende partij] wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten dragen.

5.De beslissing

De kantonrechter,
Ten aanzien van het verzoek van Hectas:
5.1.
ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 17 februari 2023;
Ten aanzien van het tegenverzoek van [verwerende partij] :
5.2.
wijst het verzoek af;
In beide gevallen:
5.3.
veroordeelt [verwerende partij] in de proceskosten, tot deze uitspraak aan de kant van Hectas vastgesteld op € 128,00 aan griffierecht en € 528,00 aan salaris voor de gemachtigde.
Deze beschikking is gegeven door de kantonrechter mr. R.M. Schoo en in het openbaar uitgesproken op 16 februari 2022.