ECLI:NL:RBGEL:2023:190

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
18 januari 2023
Publicatiedatum
17 januari 2023
Zaaknummer
407353
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil tussen buren over de uitvoering van afspraken met betrekking tot erfgrens en begroeiing

In deze zaak, die op 18 januari 2023 door de Rechtbank Gelderland is behandeld, gaat het om een geschil tussen buren over de uitvoering van afspraken die eerder zijn gemaakt met betrekking tot de erfgrens en de begroeiing tussen hun percelen. De eisers, die sinds 1978 eigenaar zijn van hun perceel, hebben een procedure aangespannen tegen de gedaagden, die sinds 1999 eigenaar zijn van het aangrenzende perceel. De eisers vorderen onder andere de verwijdering van begroeiing, stobben, overhangende takken en een conifeer, terwijl de gedaagden in reconventie vorderen dat de eisers prikkeldraad, een camera en drie bomen verwijderen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er in het verleden afspraken zijn gemaakt tussen partijen, die zijn vastgelegd in proces-verbaal. De rechtbank heeft de vorderingen van de eisers in conventie afgewezen, omdat niet is aangetoond dat de gedaagden hun verplichtingen niet zijn nagekomen. De rechtbank oordeelt dat de gedaagden weliswaar niet dagelijks hoeven te voldoen aan de onderhoudsverplichtingen, maar dat zij wel ten minste eenmaal per jaar onderhoud moeten plegen. De vorderingen van de gedaagden in reconventie zijn gedeeltelijk toegewezen, waarbij de rechtbank heeft geoordeeld dat de eisers het prikkeldraad en de camera moeten verwijderen, omdat deze inbreuk maken op de privacy van de gedaagden. De rechtbank heeft de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK Gelderland

Civiel recht
Zittingsplaats Zutphen
Zaaknummer: C/05/407353 / HZ ZA 22-247
Vonnis van 18 januari 2023
in de zaak van

1.[eiser in conv./verw. in reconv. sub 1] ,

2.
[eiser in conv./verw. in reconv. sub 2],
beiden te [woonplaats] ,
eisers in conventie,
verweerders in reconventie,
hierna samen in mannelijk enkelvoud te noemen: [eisers in conv./verweerders in reconv.] ,
advocaat: mr. G.J. de Jongste te Rotterdam,
tegen

1.[ged. in conv./eiser in reconv. sub 1] ,

2.
[ged. in conv./eiser in reconv. sub 2],
beiden te [woonplaats] ,
gedaagden in conventie,
eisers in reconventie,
hierna samen in mannelijk enkelvoud te noemen: [gedaagden in conv./eisers in reconv.] ,
advocaat: mr. L.M. van Rooij-Houweling te Zeist,

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 26 oktober 2022
- de mondelinge behandeling van 1 december 2022.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eisers in conv./verweerders in reconv.] is sinds 1978 eigenaar van de percelen kadastraal bekend gemeente [plaats en sectienr] [perceel 1] en [perceel 2] . Op perceel [perceel 1] staat de door [eisers in conv./verweerders in reconv.] bewoonde woning, plaatselijk bekend als [adres eisers in conv.] . Het (tuin)perceel met nummer [perceel 2] grenst aan perceel nummer [perceel 3] . Dit perceel is sinds 1999 eigendom van [gedaagden in conv./eisers in reconv.] die woont in de op dat perceel staande woning, plaatselijk bekend [adres gedn. in conv.] .
2.2.
Op enig ogenblik is tussen partijen een geschil ontstaan over de erfgrens tussen hun percelen en het onderhoud door [gedaagden in conv./eisers in reconv.] van de begroeiing langs die erfgrens. [eisers in conv./verweerders in reconv.] heeft daarom een procedure tegen [gedaagden in conv./eisers in reconv.] aanhangig gemaakt. Tijdens de mondelinge behandeling ter plaatse hebben partijen afspraken gemaakt om hun geschil te beslechten. Deze afspraken zijn vastgelegd in een op 5 juli 2019 gewezen vonnis.
2.3.
[eisers in conv./verweerders in reconv.] heeft in 2020 opnieuw een procedure tegen [gedaagden in conv./eisers in reconv.] aanhangig gemaakt. Bij de mondelinge behandeling op 2 maart 2021 hebben partijen wederom afspraken gemaakt ter beëindiging van hun geschil. Deze afspraken zijn als volgt vastgelegd in een proces-verbaal:
“(…)
2.
Op de strook vanaf het einde van de bestaande schutting tot de erfgrens aan de achterzijde met buurman [buurman] , die taps toeloopt, in het verlengde van de zijmuur van de schuur van [gedaagden in conv./eisers in reconv.] tot voormelde erfgrens, mag geen beplanting staan.
3.
[gedaagden in conv./eisers in reconv.] zal tenminste eenmaal per jaar de begroeiing die over de erfgrens met [eisers in conv./verweerders in reconv.] hangt, danwel boven de schutting uitgroeit, tot drie meter hoogte snoeien.
Ook zal hij tenminste eenmaal per jaar de begroeiing die onder de schutting door groeit aan de zijde van [eisers in conv./verweerders in reconv.] verwijderen. Voor zover er begroeiing staat of komt te staan op de strook zoals vermeld onder 2, zal [gedaagden in conv./eisers in reconv.] die eveneens tenminste eenmaal per jaar verwijderen. [gedaagden in conv./eisers in reconv.] zal eveneens de stobben die op of nabij de erfgrens staan op zijn perceel verwijderen.
4.
De thuja die zichtbaar is op de eerste foto bij productie 10 van de dagvaarding zal eveneens door [gedaagden in conv./eisers in reconv.] worden weggehaald.
5.
[gedaagden in conv./eisers in reconv.] zal de beplanting/stobben, zoals vermeld onder 3 en 4, uiterlijk binnen drie maanden na heden (voor de eerste keer) verwijderen.
(…)”
2.4.
Bij e-mail van 4 juni 2021 is aan [gedaagden in conv./eisers in reconv.] namens [eisers in conv./verweerders in reconv.] meegedeeld dat volgens [eisers in conv./verweerders in reconv.] nog niet is voldaan aan de afspraken onder 3 en 4 en is [gedaagden in conv./eisers in reconv.] gemaand die afspraken alsnog na te komen. [gedaagden in conv./eisers in reconv.] heeft daarop gereageerd met de mededeling dat de betreffende werkzaamheden in de week volgend op 3 maart 2021 al zijn uitgevoerd. Bij brief van 2 augustus 2021 is [gedaagden in conv./eisers in reconv.] gemaand de afspraken onder 2, 3, 4 en 5 van het proces-verbaal na te komen.

3.Het geschil in conventie

3.1.
[eisers in conv./verweerders in reconv.] vordert na vermindering van eis - samengevat - [gedaagden in conv./eisers in reconv.] te veroordelen om op straffe van een dwangsom binnen dertig dagen alsnog te voldoen aan de afspraken onder 2, 3 en 4 van het proces-verbaal van 2 maart 2021 en [gedaagden in conv./eisers in reconv.] te veroordelen in de kosten van het geschil, te vermeerderen met rente.
3.2.
[eisers in conv./verweerders in reconv.] baseert zijn vorderingen op de stelling dat [gedaagden in conv./eisers in reconv.] de op 2 maart 2021 gemaakte afspraken niet is nagekomen en ook niet bereid is die na te komen.
3.3.
[gedaagden in conv./eisers in reconv.] voert verweer. Hij concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eisers in conv./verweerders in reconv.] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [eisers in conv./verweerders in reconv.] , met diens uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling in de kosten van deze procedure.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.Het geschil in reconventie

4.1.
[gedaagden in conv./eisers in reconv.] vordert - samengevat - [eisers in conv./verweerders in reconv.] te veroordelen om binnen veertien dagen na het wijzen van het vonnis op straffe van een dwangsom zorg te dragen voor het verwijderen van
  • al het prikkeldraad, spijkers en andere scherpe voorwerpen op en nabij de erfgrens
  • de camera die gericht staat op het perceel van [gedaagden in conv./eisers in reconv.]
  • de drie bomen die binnen twee meter van de erfgrens staan.
4.2.
[gedaagden in conv./eisers in reconv.] baseert zijn vorderingen op de stelling dat hij belang bij en recht op de gevorderde maatregelen heeft.
4.3.
[eisers in conv./verweerders in reconv.] voert verweer. Hij concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [gedaagden in conv./eisers in reconv.] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [gedaagden in conv./eisers in reconv.] , met diens uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling in de kosten van deze procedure.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

in conventie
De begroeiing op de strook vanaf het einde van de bestaande schutting en de begroeiing die onder de schutting doorgroeit
5.1.
[gedaagden in conv./eisers in reconv.] stelt dat hij de begroeiing voorbij en onder de schutting wel heeft verwijderd, maar spreekt zichzelf tegen in zijn verweer. In zijn correspondentie schrijft hij dat hij in de eerste week na het maken van de afspraken, dus in maart 2021, de werkzaamheden heeft uitgevoerd, in de dagvaarding staat dat de werkzaamheden in juni 2021 zijn verricht en ter zitting heeft [gedaagden in conv./eisers in reconv.] verklaard dat hij een week voordat op 30 maart 2022 de dagvaarding aan hem werd betekend voor het eerst de werkzaamheden heeft uitgevoerd.
Maar wat hier ook van zij, [eisers in conv./verweerders in reconv.] heeft tegenover dit weinig consequente verweer van [gedaagden in conv./eisers in reconv.] geen bewijs geleverd van zijn stelling dat [gedaagden in conv./eisers in reconv.] heeft geweigerd en nog weigert zijn verplichtingen na te komen en dat het groen inmiddels hoog is opgeschoten.
Vast staat dat [gedaagden in conv./eisers in reconv.] volgens de afspraken een op de betreffende strook groeiende laurier heeft verwijderd. [eisers in conv./verweerders in reconv.] heeft als productie 10 foto’s van de strook grond voorbij de schutting en als productie 13 een foto van de strook langs de schutting in het geding gebracht. Uit deze foto’s blijkt niet wanneer zij zijn genomen en dat is bij de mondelinge behandeling ook niet duidelijk geworden. [gedaagden in conv./eisers in reconv.] heeft aangevoerd dat de foto’s genomen zijn vóórdat hij de begroeiing heeft verwijderd. Hij is bereid de afspraken na te komen, maar van hem kan niet gevergd worden dat hij iedere dag ieder opkomend groen verwijderd. De afspraak was één keer per jaar, aldus [gedaagden in conv./eisers in reconv.] .
Overwogen wordt dat uit de door [eisers in conv./verweerders in reconv.] overgelegde foto’s niet blijkt dat [gedaagden in conv./eisers in reconv.] zijn afspraken niet is nagekomen. Op de foto’s die als productie 10 zijn overgelegd is wat begroeiing als dovenetel zichtbaar en productie 13 toont een op het oog enkele decimeters hoog plantje en wat klimop. Op de foto’s die [eisers in conv./verweerders in reconv.] als bijlagen bij de correspondentie met [gedaagden in conv./eisers in reconv.] in de zomer 2022 heeft gevoegd, is meer begroeiing langs de schutting te zien, maar uit de omvang en de dichtheid van de beplanting kan worden afgeleid dat dit net ontsproten planten zijn. Vergelijking van deze foto’s met de producties 10 en 13 leert dat die planten kennelijk zijn verwijderd. Hoog opgeschoten groen is niet (meer) te zien op de foto’s.
Omdat niet gebleken is dat [gedaagden in conv./eisers in reconv.] weigerachtig was en is zijn afspraken na te komen over het verwijderen van het groen vanaf en onder de schutting, wordt de vordering om hem op straffe van een dwangsom daartoe te verplichten afgewezen.
Wel overweegt de rechtbank nog dat weliswaar niet van [gedaagden in conv./eisers in reconv.] gevergd kan worden dat hij dagelijks de betreffende stroken ontdoet van beplanting, maar dat een redelijke uitleg van de afspraken met zich brengt dat hij dit niet beperkt tot maar eenmaal per jaar. De afspraak luidt immers dat hij ten minste eenmaal per jaar onderhoud pleegt.
De begroeiing die over de erfgrens hangt, dan wel boven de schutting uitgroeit
5.2.
[eisers in conv./verweerders in reconv.] stelt dat is overeengekomen dat [gedaagden in conv./eisers in reconv.] de overhangende takken en de begroeiing binnen 50 cm van de erfgrens dient te verwijderen tot een hoogte van 3 meter. Deze uitleg vindt geen steun in het proces-verbaal. Dat geldt ook voor de bij de mondelinge behandeling door [eisers in conv./verweerders in reconv.] ingenomen stelling dat is afgesproken dat een strook van 2 meter van de erfgrens vrij moet zijn van bomen, op een Amerikaanse eik en drie eikenbomen na.
Volgens het proces-verbaal is afgesproken de begroeiing die over de erfgrens met [eisers in conv./verweerders in reconv.] hangt, dan wel boven de schutting uitgroeit, tot drie meter hoogte snoeien. Naar het oordeel van de rechtbank betekent dit dat de laagste takken, dat wil zeggen takken die op drie meter hoogte of lager zijn ontsproten én over de schutting hangen, verwijderd moeten worden.
[gedaagden in conv./eisers in reconv.] betwist dat hij zich niet aan deze afspraak heeft gehouden en hij heeft dat onderbouwd met foto’s. [eisers in conv./verweerders in reconv.] heeft daartegenover als producties 11 en 12 foto’s in het geding gebracht ter onderbouwing van zijn stelling. Ook voor deze foto’s en voor de door [gedaagden in conv./eisers in reconv.] in het geding gebrachte foto’s geldt dat niet blijkt wanneer ze zijn gemaakt en dat dat ook niet kan worden vastgesteld.
Ook ten aanzien van deze vordering wordt overwogen dat [eisers in conv./verweerders in reconv.] na betwisting niet heeft aangetoond dat [gedaagden in conv./eisers in reconv.] heeft geweigerd en nog weigert de afspraken na te komen.
De vorderingen onder 1 en 2 zullen daarom worden afgewezen.
De thuja
5.3.
[gedaagden in conv./eisers in reconv.] is in het proces-verbaal van 2 maart 2021 met [eisers in conv./verweerders in reconv.] overeengekomen om
“de thuja die zichtbaar is op de eerste foto bij productie 10 van de dagvaarding”te verwijderen. In zijn e-mail van 20 september 2021 aan de advocaat van [eisers in conv./verweerders in reconv.] komt
[gedaagden in conv./eisers in reconv.] terug op de ter zitting gemaakte afspraak om de thuja te verwijderen. Hij schrijft:
“(…) Nimmer heeft de heer [eisers in conv./verweerders in reconv.] het vellen van deze boom verlangd, (…). Ik verwijs naar de vorenbedoelde afbeelding van de heer [eisers in conv./verweerders in reconv.] . Duidelijk is dat daar 2 bomen staan die ongeveer even dik zijn, dus ongeveer even oud. Beide staan dicht bij de erfgrens. De ene boom staat aan mijn kant van de erfgrens, de andere boom aan de kant van de heer [eisers in conv./verweerders in reconv.] . Het is volstrekt onlogisch waarom mijn boom moet verdwijnen terwijl over de boom van de heer [eisers in conv./verweerders in reconv.] niet wordt gesproken. Overigens staan beide bomen daar al veel langer dan 40 jaar en zijn daarmee door hun leeftijd beschermt. Zoals op de zitting van 3 maart besproken gaan we niet kappen om te kappen (…)”
In zijn conclusie van antwoord in conventie heeft hij ook betoogd dat de thuja niet is verwijderd. Omdat daarvoor geen termijn was afgesproken, is er strikt genomen geen sprake van een niet-nakoming van de verplichting. Hij heeft contact met een bedrijf, omdat hij de boom niet zelf kan verwijderen, aldus [gedaagden in conv./eisers in reconv.] .
Later heeft [gedaagden in conv./eisers in reconv.] betoogd dat hij per abuis het standpunt heeft ingenomen dat de boom er nog stond, omdat het aan zijn aandacht was ontsnapt dat de betreffende boom op 7 maart 2021, dus 1,5 jaar geleden al is gekapt. Als onderbouwing daarvan heeft hij als productie 9 foto’s in het geding gebracht. Op de eerste vier volgens [gedaagden in conv./eisers in reconv.] recent gemaakte foto’s is struikgewas zichtbaar en wijst een gele pijl op “plaats stronk thuja” en een rode pijl op de schutting. Deze foto’s zijn te onduidelijk om steun te kunnen bieden aan het verweer dat de thuja is verwijderd. Op de vijfde foto is een vers gezaagde boomstronk te zien met daarbij een krant van 6 en 7 maart 2021. De zesde foto toont een in stukken gezaagde boom met daarbij dezelfde krant.
[eisers in conv./verweerders in reconv.] heeft als producties 14 en 15 (of 16) eveneens foto’s in het geding gebracht. Volgens [eisers in conv./verweerders in reconv.] is de eerste foto van productie 14 de foto die in de eerdere procedure als productie 10 in het geding gebracht, wat [gedaagden in conv./eisers in reconv.] betwist. Op die foto staan twee conifeerachtige bomen, rechts een smallere en links een wat bredere. [eisers in conv./verweerders in reconv.] stelt dat de rechter boom de te kappen Thuja is. De volgende twee foto’s tonen volgens [eisers in conv./verweerders in reconv.] de huidige situatie. Op de eerste foto staat in het midden de wat smallere boom en is links daarvan nog een stukje van een tweede boom zichtbaar. Op de tweede foto staan twee bomen, rechts de smallere boom van de eerdere foto en links de wat bredere. De foto die als productie 15 voorafgaande aan de zitting in het geding is gebracht, toont volgens [eisers in conv./verweerders in reconv.] de thuja die verwijderd moest worden. [gedaagden in conv./eisers in reconv.] heeft betwist dat deze boom verwijderd moest worden. Volgens hem stonden er twee thuja’s en heeft hij de boom die verwijderd moest worden gekapt, zodat er nu nog maar één thuja staat.
Overwogen wordt dat na betwisting door [gedaagden in conv./eisers in reconv.] niet met voldoende zekerheid vastgesteld kan worden welke boom verwijderd moest worden, zodat evenmin kan worden vastgesteld dat [gedaagden in conv./eisers in reconv.] niet aan die verplichting heeft voldaan. Een thuja is een conifeer. Zou [gedaagden in conv./eisers in reconv.] een van de twee coniferen op de foto hebben gekapt, zoals hij met foto’s onderbouwd heeft gesteld, dat zou er in de huidige situatie nog maar één boom, volgens [eisers in conv./verweerders in reconv.] de te kappen thuja, moeten staan. Op de laatste foto van productie 14 die volgens [eisers in conv./verweerders in reconv.] de huidige situatie weergeeft, staan echter twee conifeerachtigen, zodat betwijfeld kan worden of deze foto de situatie op 22 november 2022 weergeeft zoals [eisers in conv./verweerders in reconv.] stelt. Hoewel niet uitgesloten kan worden dat [gedaagden in conv./eisers in reconv.] een andere boom dan de in het proces-verbaal van 2 maart 2021 bedoelde thuja heeft omgezaagd, staat die onzekerheid aan toewijzing van deze vordering in de weg.
De stobben
5.4.
Vast staat dat [gedaagden in conv./eisers in reconv.] de afspraak om de stobben die op of nabij de erfgrens staan op zijn perceel te verwijderen niet is nagekomen
.[gedaagden in conv./eisers in reconv.] heeft enerzijds aangevoerd dat [eisers in conv./verweerders in reconv.] geen belang meer heeft bij deze vordering, omdat al afspraken zijn gemaakt over de verwijdering. Anderzijds heeft hij betoogd dat er geen bewijs is overgelegd waaruit blijkt dat er nog stobben zouden staan die weg moeten en hij heeft daarbij gewezen op het prikkeldraad dat [eisers in conv./verweerders in reconv.] om de stobben heeft gewikkeld.
Partijen hebben afspraken gemaakt over het verwijderen van de stobben, zodat de door [gedaagden in conv./eisers in reconv.] ook opgeworpen vraag of [eisers in conv./verweerders in reconv.] überhaupt belang heeft bij de verwijdering niet meer voorligt. Dat de stobben niet zijn weggehaald blijkt voldoende uit de door [eisers in conv./verweerders in reconv.] overgelegde foto’s en uit de verklaring van [gedaagden in conv./eisers in reconv.] dat hij dat (nog) niet heeft gedaan. [gedaagden in conv./eisers in reconv.] moet zijn afspraken nakomen en [eisers in conv./verweerders in reconv.] heeft er belang bij dat die afspraken worden nagekomen. Het tijdsverloop na het maken van de afspraken en de opstelling van [gedaagden in conv./eisers in reconv.] ten aanzien van het verwijderen van de stobben rechtvaardigen de toewijzing van de vordering om hem nu op straffe van een dwangsom daartoe te verplichten. Na te noemen dwangsom komt vooralsnog als een voldoende prikkel voor. De dwangsom zal aan een maximum gebonden worden. Voor de termijn van verwijdering van de stobben wordt aansluiting gezocht bij de afspraak zoals partijen die in het proces-verbaal hebben gemaakt.
In het verweer van [gedaagden in conv./eisers in reconv.] , dat [eisers in conv./verweerders in reconv.] het weghalen van de stobben verhindert door het spannen van prikkeldraad, wordt voorzien door te bepalen dat [gedaagden in conv./eisers in reconv.] de stobben pas dient te verwijderen nadat [eisers in conv./verweerders in reconv.] het prikkeldraad dat hij op de erfgrens en om de stobben heeft aangebracht, heeft weggehaald.
5.5.
Omdat partijen over en weer in het (on)gelijk zijn gesteld, zullen de proceskosten in conventie worden gecompenseerd, zodat zij ieder de eigen kosten dragen.
In reconventie
Prikkeldraad, spijkers en andere scherpe voorwerpen langs de erfgrens
5.6.
[eisers in conv./verweerders in reconv.] heeft niet weersproken dat hij prikkeldraad heeft gespannen over het hek dat de erfafscheiding vormt en dat hij spijkers heeft geslagen in de palen van dat hek. Hij stelt dat de door [gedaagden in conv./eisers in reconv.] in het geding gebrachte foto, waarop om de stobben gewikkeld prikkeldraad te zien is, een falsificatie is en dat hij geen prikkeldraad om de stobben heeft gewikkeld. Omdat op de door [eisers in conv./verweerders in reconv.] zelf in het geding gebrachte foto’s van de stobben ook prikkeldraad te zien is, gaat de rechtbank voorbij aan dit verwijt en wordt ervan uitgegaan dat [eisers in conv./verweerders in reconv.] het prikkeldraad om de stobben heeft aangebracht.
[eisers in conv./verweerders in reconv.] stelt dat hij deze maatregelen heeft genomen om overlast van katten in zijn tuin te voorkomen en dat hij daarom belang heeft bij handhaving daarvan. Ook heeft hij aangevoerd dat het prikkeldraad zich bevindt op zijn eigen terrein en dat zijn erfafscheiding ongeveer 10-20 centimeter van de kadastrale grens staat. Er is dus geen sprake van een onrechtmatige toestand, aldus [eisers in conv./verweerders in reconv.] .
Niet valt in te zien hoe het door [eisers in conv./verweerders in reconv.] aangebrachte prikkeldraad katten kan verhinderen in zijn tuin te komen. Voor wat betreft het verweer van [eisers in conv./verweerders in reconv.] dat het prikkeldraad op zijn eigen terrein is, geldt dat het niet aangaat [gedaagden in conv./eisers in reconv.] te verplichten stobben op en nabij de erfgrens en groen op en onder de erfafscheiding te verwijderen, maar tegelijkertijd die werkzaamheden te verhinderen of te bemoeilijken door het daar aanbrengen van prikkeldraad.
[eisers in conv./verweerders in reconv.] zal daarom veroordeeld worden het prikkeldraad te verwijderen. Zijn opstelling ter zitting is aanleiding om aan deze veroordeling als prikkel tot nakoming een dwangsom te verbinden. Na te noemen dwangsom komt vooralsnog als een voldoende prikkel voor. De dwangsom zal aan een maximum gebonden worden. Er bestaat aanleiding een langere termijn aan het verwijderen van het prikkeldraad te geven.
Voor de vordering op straffe van een dwangsom ook spijkers en andere scherpe voorwerpen te verwijderen is onvoldoende gesteld en deze vordering is ook te onbepaald om te worden toegewezen. Niet gesteld of gebleken is dat [gedaagden in conv./eisers in reconv.] daardoor bemoeilijkt wordt in het onderhoud van de strook grond.
De camera
5.7.
Vast staat dat [eisers in conv./verweerders in reconv.] een camera heeft geplaatst op zijn perceel die gericht staat op de erfafscheiding en deels op het perceel van [gedaagden in conv./eisers in reconv.] . [eisers in conv./verweerders in reconv.] heeft aanvankelijk aangevoerd dat de camera geplaatst is vanwege de overlast van katten, maar dat die overlast nu beperkt is. Ter zitting heeft hij verklaard dat de camera is geplaatst omdat wat palen van de erfafscheiding verdwenen zijn.
Vooropgesteld wordt dat iedereen recht heeft op privacy en op het recht om 'onbespied' te zijn in eigen woning en tuin. Een inbreuk op dat recht is in beginsel een onrechtmatige daad, maar dat kan anders zijn als er sprake is van een rechtvaardigingsgrond. Dat is hier echter niet het geval. [gedaagden in conv./eisers in reconv.] heeft onweersproken aangevoerd dat het gedeelte van het perceel van [eisers in conv./verweerders in reconv.] waar de camera staat, niet aan de openbare weg grenst en daardoor niet inbraakgevoelig is. Dat [gedaagden in conv./eisers in reconv.] debet is aan het verdwijnen van palen of dat dit gevreesd zou moeten worden is gesteld noch gebleken. Derhalve valt niet in te zien welk belang van [eisers in conv./verweerders in reconv.] met het cameratoezicht op (de palen van) de erfafscheiding en op een deel van het erf van [gedaagden in conv./eisers in reconv.] gediend wordt. Onbetwist is dat de camera is geplaatst bij juist dat deel van de erfgrens dat niet door de schutting wordt afgeschermd. [gedaagden in conv./eisers in reconv.] heeft als productie 6 foto’s in het geding gebracht die gemaakt zijn vanuit de slaapkamer van zijn echtgenote en waarop de camera te zien is. Het mag zo zijn dat de camera volgens [eisers in conv./verweerders in reconv.] nu verplaatst is en (alleen) op de erfafscheiding gericht staat, maar het is voor [eisers in conv./verweerders in reconv.] eenvoudig de camera alsnog weer op het perceel en de woning van [gedaagden in conv./eisers in reconv.] te richten. Daarmee is voldoende komen vast te staan dat met de geplaatste camera de privacy van [gedaagden in conv./eisers in reconv.] wordt geschonden. De vordering de camera te verwijderen zal dan ook worden toegewezen. De rechtbank ziet in de verstandhouding tussen partijen aanleiding ook aan deze veroordeling een dwangsom te verbinden.
De drie bomen die binnen twee meter van de erfgrens staan.
5.8.
[gedaagden in conv./eisers in reconv.] vordert de verwijdering van deze bomen omdat zij binnen twee meter van de erfgrens staan. [eisers in conv./verweerders in reconv.] heeft een beroep gedaan op verjaring van de vordering. Toen hij 44 jaar geleden eigenaar van het perceel werd stonden de bomen er al en waren zij al volgroeid. Zijn toenmalige hovenier schatte de leeftijd van deze bomen in 1978 op ongeveer 30 jaar. Als productie 1 heeft hij een foto in het geding gebracht die volgens hem in 1996 is gemaakt en waarop volgens hem de bomen te zien zijn.
[gedaagden in conv./eisers in reconv.] heeft aangevoerd dat [eisers in conv./verweerders in reconv.] geen bewijs heeft geleverd van de leeftijd van de bomen en dat de door [eisers in conv./verweerders in reconv.] overgelegde verklaring van de hovenier dat de bomen in een uitstekende conditie verkeren, niets zegt over die leeftijd. Bij de mondelinge behandeling heeft hij aangevoerd dat hij deze vordering heeft ingesteld omdat [eisers in conv./verweerders in reconv.] alles bij hem, [gedaagden in conv./eisers in reconv.] , wil kappen. Zijn bomen zijn ook 60 jaar oud, aldus [gedaagden in conv./eisers in reconv.] ter zitting.
Overwogen wordt dat de door [gedaagden in conv./eisers in reconv.] in het geding gebrachte foto waarop twee van de betreffende bomen geheel en één boom gedeeltelijk te zien zijn, steun biedt aan het verweer van [eisers in conv./verweerders in reconv.] dat de bomen meer dan 20 jaar geleden al zijn geplant. [gedaagden in conv./eisers in reconv.] heeft hiertegenover niet nader onderbouwd dat de bomen jonger dan 20 jaar zijn. Omdat het beroep van [eisers in conv./verweerders in reconv.] op verjaring slaagt, zal deze vordering worden afgewezen.
5.9.
Omdat partijen over en weer in het (on)gelijk zijn gesteld, zullen ook de proceskosten in reconventie worden gecompenseerd, zodat zij ieder de eigen kosten dragen.

6.De beslissing

De rechtbank
In conventie
6.1.
veroordeelt [gedaagden in conv./eisers in reconv.] de stobben die op en of nabij de erfgrens staan op zijn perceel te verwijderen, uiterlijk binnen drie maanden nadat [eisers in conv./verweerders in reconv.] heeft voldaan aan de veroordeling onder 6.6,
6.2.
veroordeelt [gedaagden in conv./eisers in reconv.] tot betaling van een dwangsom van € 50,00 voor iedere dag dat hij na het verstrijken van de hiervoor genoemde termijn van drie maanden niet heeft voldaan aan de veroordeling onder 6.1, zulks tot een maximum van € 10.000,00,
6.3.
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad,
6.4.
compenseert de kosten van deze procedure aldus dat ieder der partijen de eigen kosten draagt,
6.5.
wijst af het meer of anders gevorderde,
in reconventie
6.6.
veroordeelt [eisers in conv./verweerders in reconv.] om binnen vier weken na betekening van dit vonnis zorg te dragen voor de verwijdering van al het prikkeldraad op en nabij de erfgrens tussen de percelen van partijen,
6.7.
veroordeelt [eisers in conv./verweerders in reconv.] tot betaling van een dwangsom van € 50,00 voor iedere dag dat hij na het verstrijken van de hiervoor genoemde termijn van vier weken niet heeft voldaan aan de veroordeling onder 6.6, zulks tot een maximum van € 10.000,00,
6.8.
veroordeelt [eisers in conv./verweerders in reconv.] om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis zorg te dragen voor de verwijdering van de camera op zijn perceel,
6.9.
veroordeelt [eisers in conv./verweerders in reconv.] tot betaling van een dwangsom van € 50,00 voor iedere dag dat hij na het verstrijken van de hiervoor genoemde termijn van 14 dagen niet heeft voldaan aan de veroordeling onder 6.8, zulks tot een maximum van € 10.000,00,
6.10.
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad,
6.11.
compenseert de kosten van deze procedure aldus dat ieder der partijen de eigen kosten draagt,
6.12.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.M.C. Boesberg en in het openbaar uitgesproken op
18 januari 2023.
Ap/fb