ECLI:NL:RBGEL:2023:1898

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
3 april 2023
Publicatiedatum
4 april 2023
Zaaknummer
05-303786-22
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Militair delict door onvoldoende waakzaamheid tijdens wachtpost

Op 3 april 2023 heeft de militaire kamer van de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een marinier van het Korps Mariniers. De verdachte werd beschuldigd van het zich opzettelijk onttrekken aan een bijzondere verplichting betreffende de waakzaamheid en veiligheid tijdens zijn wachtpost aan boord van een vrachtschip in de Golf van Aden. De verdachte had tijdens zijn wacht niet de vereiste aandacht voor zijn omgeving en gebruikte zijn mobiele telefoon, waardoor hij niet in staat was om tijdig gevaar te signaleren. De militaire kamer oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het in artikel 107 van het Wetboek van Militair Strafrecht strafbaar gestelde misdrijf. De officier van justitie had een taakstraf van 60 uren geëist, wat door de militaire kamer passend werd geacht. De verdachte werd veroordeeld tot deze taakstraf, met de mogelijkheid van vervangende militaire hechtenis indien hij de straf niet naar behoren zou verrichten.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/303786-22
Datum uitspraak : 3 april 2023
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige militaire kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 2001 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] in [woonplaats] .
Raadsman: mr. D.C. Coppens, advocaat in Amsterdam.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij als militair, op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 5 oktober 2021 tot en
met 6 oktober 2021, gedurende de nacht, aan boord van het (vracht)schip de [vrachtschip] varend onder de Nederlandse vlag, te of nabij of in de Golf van Aden, in elk geval in de internationale en/of territoriale wateren tussen Azïe (Jemen) en Afrika (Djibouti en Somalië),
als marinier deel uitmakende van het Vessel Protection Detachement (VPD) belast met het
bewaken en beveiligen en het ten behoeve hiervan houden van de wacht op de voorposten aan de voorzijde/voorboeg van het (vracht)schip de [vrachtschip] , welke op dat moment voer door en/of zich bevond in een Hoog Risico Gebied, opzettelijk, althans in ernstige mate nalatig, zich heeft onttrokken aan een bijzondere verplichting betreffende de waakzaamheid of veiligheid, althans die verplichting niet heeft vervuld dan wel niet in staat was te vervullen, door toen en daar opzettelijk, althans in ernstige mate nalatig, op verdachtes post gedurende enige tijd zijn, verdachtes, ogen gericht te houden op het scherm van zijn mobiele telefoon en/of te gaan zitten in de MAG-put en/of tussen de twee en/of in een van de voorposten en/of rond te lopen op het binnenste gedeelte van de voorboeg en/of onvoldoende zijn, verdachtes, nachtkijker te gebruiken en/of onvoldoende 360 graden situational awareness en/of zicht op zijn, verdachtes, te bewaken en te beveiligen sector op zee te hebben gehad om tijdig kleine piratenbootjes te kunnen waarnemen en het schip op tijd te kunnen waarschuwen, in elk geval niet voortdurend paraat en waakzaam te zijn geweest, terwijl als rechtstreeks en onmiddellijk gevolg daarvan schade is ontstaan aan, althans te duchten is geweest voor:
  • de bestrijding van gemeen gevaar van personen en/of goederen, te weten de zich aan boord van het voornoemde (vracht)schip bevindende opvarenden en/of zijn verdachtes, collega's en/of de zich daarop bevindende vrachtcontainers met inhoud en/of de zich aan boord bevindende (overige) goederen, en/of
  • de gereedheid tot het daadwerkelijk uitvoeren van een operatie van enig onderdeel van de krijgsmacht, te weten de beveiliging van het (vracht)schip [vrachtschip] door het Vessel Protection Detachement (VPD) van het Korps Mariniers, onderdeel van de Koninklijke Marine, en/of
  • de veiligheid, hierin bestaande dat verdachte geen voortdurend (toe)zicht heeft gehouden op het door hem, verdachte, te bewaken en/of te beveiligen object en personen en/of de directe omgeving daarvan en/of onvoldoende situational awareness heeft gehad.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Verdachte was ten tijde van het tenlastegelegde werkzaam als militair bij Defensie, zijnde Marinier der 1e klasse bij het Korps Mariniers. Hij maakte van 22 augustus 2021 tot 14 oktober 2021 met tien collega’s deel uit van het Vessel Protection Detachement (VPD), belast met bewaken en beveiligen van het (vracht)schip de [vrachtschip] . Zij zijn vanuit Egypte meegevaren op de [vrachtschip] , varend onder de Nederlandse vlag, naar Singapore en terug. Zowel op de heen- als terugweg voeren zij door het zogeheten ‘High Risk Area’. De opdracht tijdens de missie was om het schip in dat gebied te beschermen door wacht te lopen, gevaren te signaleren en daarop te acteren. Op verschillende momenten, voor en tijdens de missie, is door de commandant een briefing gegeven over de taken op wachtpost. Daarin is onder meer uitgelegd dat het verboden is een telefoon te gebruiken als men op wacht staat en dat men altijd zicht moet hebben op zee binnen de aangewezen sector en daar actief moet waarnemen. [2] De briefing is gegeven aan de hand van de handleiding Vessel Protection Detachment (VPD) versie 1.0 van september 2020. Tijdens deze missie was in de ‘High Risk Area’ het dreigingsniveau Yellow van toepassing. [3] Dit dreigingsniveau houdt onder meer in dat 24 uur per dag 360ᵒ wacht en uitkijk gehouden moet worden. [4] Tijdens de briefing is verteld dat te allen tijde ‘360ᵒ-situational awareness’ moet zijn om kleine piratenboten tijdig waar te nemen en het schip te waarschuwen. [5] In de rustperiode in Singapore hebben de deelnemers aan deze VPD-missie ook trainingen gedaan om zich voor te bereiden op de terugreis. Eén van die trainingen was specifiek gericht op wat men moet doen als men op wacht staat en verdachte schepen worden waargenomen, en zijn het nut en belang van dat werk en de risico’s besproken. Verdachte heeft alle trainingen en briefings bijgewoond. [6]
In de nacht van 5 op 6 oktober 2021, varend in of nabij de Golf van Aden, gelegen in het ‘High Risk Area’, was verdachte belast met het bemannen van de wachtpost op de voorzijde van het schip. Tijdens zijn wachttaak heeft verdachte niet goed opgelet en heeft hij op zijn telefoon gezeten. Ook is verdachte tussen elke ronde ongeveer 10 minuten gaan zitten. Op de momenten dat verdachte zat heeft hij geen ‘situational awareness’ gehad. [7] Op de momenten dat verdachte op zijn telefoon keek, had hij ook geen ‘situational awareness’. [8]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan artikel 107 van het Wetboek van Militair Strafrecht. Verdachte moest tijdens het bemannen van zijn wachtpost altijd zicht hebben op de zee binnen de aangewezen sector en daar actief waarnemen. Verdachte heeft niet aan die taak voldaan en heeft bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat hij zich onttrok aan een bijzondere verplichting betreffende de waakzaamheid of veiligheid. Door zijn gedrag was er gevaar voor het schip, zijn bemanning en de VPD-missie.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte dient te worden vrijgesproken. Verdachte ontkent de ten laste gelegde feitelijke gedragingen niet, maar is van mening dat daardoor geen schade is ontstaan en niet volgt dat gevaar te duchten was. De veiligheid van het schip werd te allen tijde gewaarborgd. Volgens hem was het voldoende dat de twee andere wachtposten aan de zijkant van het schip (de militaire kamer begrijpt de twee wachtposten aan de zijkanten op de brugvleugels van het schip) bemand waren. Het belang van het bemannen van zijn post was niet gelegen in het waarnemen, maar in het bemannen van het wapensysteem, indien noodzakelijk. Hij heeft verder voldoende waargenomen om piraterij te voorkomen. Ook heeft hij niet langer dan 10 minuten geen zicht op zijn sector gehad, wat te kort is voor het ontstaan van daadwerkelijk gevaar.
Beoordeling door de militaire kamer
De militaire kamer stelt vast dat niet in geschil is dat verdachte wist dat hij zijn telefoon niet mocht gebruiken tijdens het wachtlopen en dit toch heeft gedaan. Tevens - zo stelt de militaire kamer vast - erkent verdachte dat hij niet constant ‘situational awareness’ in zijn sector heeft gehad en dat er dientengevolge niet continue ‘360ᵒ-situational awareness’ is geweest. Verdachte betwist enkel - kortgezegd - het gevolg van het onvoldoende waarnemen tijdens het bemannen van zijn wachtpost namelijk; dat door zijn handelen schade of gevaar is ontstaan of te duchten is geweest.
De commandant van verdachte, [commandant] , heeft verklaard dat wanneer zij zich in de High Risk Area bevonden, op het schip drie wachtposten aangewezen waren die bemand dienden te worden door één persoon per post. Op de wachtposten aan de zijkanten van de brugvleugels kon aan de bakboord-, stuurboord- en achterzijde waargenomen worden. Vanuit deze wachtposten kon de voorzijde van het schip niet goed worden waargenomen. Daardoor is ook een wachtpost op de voorzijde van het schip gecreëerd. Op de heenweg was deze post niet bemand, omdat er goed zicht was vanaf de hoofdbrug. Door de hoge lading op de terugweg, was het zicht vanaf de hoofdbrug veel minder. De radar van het schip kan geen kleine boten en schepen waarnemen. [9] Een piratenbootje kan bovendien binnen vijf minuten aan komen varen en het schip enteren. Het is daarom belangrijk voor de wachtposten om continue zicht te hebben op de aangewezen sector om zo het schip te beschermen. In de rustperiode van verdachte en zijn collega’s in Singapore is nog een piraterijpoging geweest op een schip in het High Risk Area. [10]
De leidinggevende van verdachte, korporaal [korporaal] , had tijdens de VPD-missie als taak om constant te zorgen dat de mariniers hun werk goed uitvoerden en te acteren op eventuele bijzonderheden. [11] De functie van [korporaal] is mede om de mariniers in de gaten te houden, wanneer zij zijn dienst draaien op de wachtposten. [korporaal] heeft verklaard dat hij in de nacht van 5 op 6 oktober 2021 op de voorste brug stond en zicht had op de wachtpost aan de voorkant van het schip (de militaire kamer begrijpt dat de voorste wachtpost uit twee posities bestond, hierna te noemen voorposten). Hij heeft gezien dat verdachte recht onder de voorbrug tussen de twee voorposten heeft gezeten, waardoor hij geen zicht heeft gehad in zijn sector, terwijl hij ook 15 minuten op zijn telefoon zat. Ook heeft hij verklaard dat hij zag dat verdachte gedurende het maken van een ronde over de boeg geen ‘situational awareness’ had, omdat verdachte niet over de railing keek en zodoende geen zicht had voor wat er op zee gebeurde. Ook keek verdachte veel naar de grond. Verder verklaart [korporaal] dat hij zag dat verdachte in een voorpost ging zitten. Door deze zittende houding aan te nemen kan men geen zicht hebben op zee, omdat men dan tegen een houten dekking aankijkt. Ook heeft verdachte een ronde gelopen op het binnenste gedeelte van de boeg, waardoor niet veel te zien is. Tot slot gebruikte verdachte ook onvoldoende zijn nachtkijker. Verdachte had volgens [korporaal] geen ‘situational awareness’. [12]
Op grond van het voorgaande is de militaire kamer van oordeel dat verdachte zich opzettelijk heeft onttrokken aan een bijzondere verplichting betreffende de waakzaamheid en veiligheid. De wachtpost aan de voorzijde is mede ingesteld om aan de voorzijde van het schip te kunnen waarnemen. De wachtposten aan de zijkanten van de brugvleugels konden niet waarnemen aan de voorzijde en op de terugweg was dit ook vanaf de brug niet meer mogelijk. Verdachte moest dus actief waarnemen binnen zijn aangewezen sector en daarbinnen ervoor zorgen dat hij altijd zicht had op zee om het schip tijdig te waarschuwen voor gevaar. Hij heeft er bewust voor gekozen dit niet te doen. Doordat verdachte tijdens zijn wacht zijn telefoon gebruikte, tussen de voorposten en in de voorpost zat, tijdens het ronde lopen niet genoeg deed om goed waar te nemen, over de binnenboeg liep en onvoldoende zijn nachtkijker gebruikte, werd er ten gevolge van het handelen van verdachte geen ‘360ᵒ-situational awareness’ bereikt. Door onvoldoende zicht te houden op de door verdachte te bewaken en beveiligen sector op zee, is hij niet voortdurend oplettend en waakzaam geweest om tijdig kleine piratenbootjes te kunnen waarnemen en daarvoor op tijd te kunnen waarschuwen. Het gevaar daarvoor was reëel en actueel en verdachte was hiervan op de hoogte. Zijn commandant heeft immers tijdens de briefings en trainingen uitleg gegeven over dit risico en daarnaast was op 18 september 2021 nog een piraterijpoging geweest op een schip in het High Risk Area. Door het handelen van verdachte is schade te duchten geweest voor het bestrijden van gevaar voor zowel het schip als de vracht en personen daarop, maar ook voor de missie, namelijk gevaar voor de gereedheid tot het daadwerkelijk uitvoeren van een operatie, te weten het beveiligen van het schip door de VPD.
De militaire kamer acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich
schuldig heeft gemaakt aan het in artikel 107 van het Wetboek van Militair Strafrecht strafbaar gestelde misdrijf.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de militaire kamer is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij als militair
, op één of meer tijdstip(pen)in
of omstreeksde periode van 5 oktober 2021 tot en
met 6 oktober 2021, gedurende de nacht, aan boord van het (vracht)schip de [vrachtschip] varend onder de Nederlandse vlag, te of nabij of in de Golf van Aden
, in elk geval in de internationale en/of territoriale wateren tussen Azïe(Jemen) en Afrika (Djibouti en Somalië),
als marinier deel uitmakende van het Vessel Protection Detachement (VPD) belast met het
bewaken en beveiligen en het ten behoeve hiervan houden van de wacht op de voorposten aan de voorzijde/voorboeg van het (vracht)schip de [vrachtschip] , welke op dat moment voer door en
/ofzich bevond in een Hoog Risico Gebied, opzettelijk
, althans in ernstige mate nalatig,zich heeft onttrokken aan een bijzondere verplichting betreffende de waakzaamheid of veiligheid
, althans die verplichting niet heeft vervuld dan wel niet in staat was te vervullen,door toen en daar opzettelijk
, althans in ernstige mate nalatig,op verdachtes post gedurende enige tijd zijn, verdachtes, ogen gericht te houden op het scherm van zijn mobiele telefoon en
/ofte gaan zitten in de MAG-put en/
oftussen de twee en
/ofin een van de voorposten en
/ofrond te lopen op het binnenste gedeelte van de voorboeg en
/ofonvoldoende zijn, verdachtes, nachtkijker te gebruiken en
/ofonvoldoende
360 gradensituational awareness en
/ofzicht op zijn, verdachtes, te bewaken en te beveiligen sector op zee te hebben gehad om tijdig kleine piratenbootjes te kunnen waarnemen en het schip op tijd te kunnen waarschuwen, in elk geval niet voortdurend paraat en waakzaam te zijn geweest, terwijl als rechtstreeks en onmiddellijk gevolg daarvan schade
is ontstaan aan, althanste duchten is geweest voor:
  • de bestrijding van gemeen gevaar van personen en/of goederen, te weten de zich aan boord van het voornoemde (vracht)schip bevindende opvarenden en
  • de gereedheid tot het daadwerkelijk uitvoeren van een operatie van enig onderdeel van de krijgsmacht, te weten de beveiliging van het (vracht)schip [vrachtschip] door het Vessel Protection Detachement (VPD) van het Korps Mariniers, onderdeel van de Koninklijke Marine, en
  • de veiligheid, hierin bestaande dat verdachte geen voortdurend (toe)zicht heeft gehouden op het door hem, verdachte, te bewaken en
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1:
als militair opzettelijk zich onttrekken aan een bijzondere verplichting betreffende de waakzaamheid of veiligheid, terwijl als rechtstreeks en onmiddellijk gevolg daarvan schade te duchten is voor de bestrijding van gemeen gevaar voor personen of goederen, dan wel de veiligheid.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een taakstraf van 60 uren.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit.
De beoordeling door de militaire kamer
De militaire kamer heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De militaire kamer heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte. Ook heeft de militaire kamer naar de justitiële documentatie van verdachte gekeken. Niet is gebleken dat verdachte eerder voor een strafbaar feit is veroordeeld.
Verdachte heeft zich als militair, werkzaam bij het Korps Mariniers, schuldig gemaakt aan een wachtdelict door tijdens het bemannen van zijn wachtpost onder meer met zijn telefoon bezig te zijn en mede daardoor onvoldoende zicht te houden op eventueel gevaar. Het was op dat moment zijn taak om het schip te beschermen tegen piraterij en aan die verplichting heeft verdachte zich onttrokken. Door het handelen van verdachte had een piratenbootje het schip ongezien kunnen naderen en enteren, met alle gevolgen van dien. Dit terwijl zowel de bemanning als andere personen op het schip, waaronder de collega’s van verdachte, erop vertrouwden dat verdachte zijn taak goed zou uitvoeren. De militaire kamer rekent dit verdachte aan.
De militaire kamer is van oordeel dat de door de officier van justitie geëiste oplegging van een taakstraf van 60 uren passend en geboden is.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen 9, 22c en 22d van het Wetboek van Strafrecht en artikel 107 van het Wetboek van Militair Strafrecht.

9.De beslissing

De militaire kamer:
 verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
taakstrafvan
60 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht
vervangende militaire hechteniszal worden toegepast voor de duur van
30 dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.M.H. Pennings (voorzitter), mr. J.A.L Heldens, rechters, en Kolonel mr. C.E.W. van de Sande, militair lid, in tegenwoordigheid van mr. S. Benbouazza, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 3 april 2023.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de Koninklijke Marechaussee, Landelijk Tactisch Commando, Brigade, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL27WU/22-002355, gesloten op 15 juni 2022 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van aangifte d.d. 1 november 2021, p. 4-5.
3.Proces-verbaal van verhoor getuige [commandant] d.d. 25 mei 2022, p. 11.
4.Een schriftelijk bescheiden, namelijk Handleiding Vessel Protection Detachment (VPD) Versie 1.0, 1 september 2020.
5.Proces-verbaal van verhoor getuige [korporaal] d.d. 1 december 2021, p. 18.
6.Proces-verbaal van aangifte d.d. 1 november 2021, p. 4-5.
7.Proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 4 januari 2022, p. 41
8.De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 20 maart 2023.
9.Proces-verbaal van verhoor getuige [commandant] d.d. 25 mei 2022, p. 14-15.
10.Proces-verbaal van aangifte d.d. 1 november 2021, p. 5.
11.Proces-verbaal van aangifte d.d. 1 november 2021, p. 5.
12.Proces-verbaal van verhoor getuige [korporaal] d.d. 1 december 2021, p. 17-19.