ECLI:NL:RBGEL:2023:1814

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
30 maart 2023
Publicatiedatum
30 maart 2023
Zaaknummer
C/05/414965/ KG ZA 23-41
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over gecontracteerd transportvermogen elektriciteit en weigering tot verhoging door netbeheerder Liander

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland op 30 maart 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een besloten vennootschap, hierna te noemen [eisende partij], en de naamloze vennootschap Liander N.V. [eisende partij] vordert dat Liander wordt veroordeeld tot het beschikbaar stellen van 2.788 kW aan transportvermogen voor teruglevering en 484 kW voor levering, terwijl Liander zich beroept op fysieke congestie op het elektriciteitsnet en de weigering om het gecontracteerde transportvermogen te verhogen. De rechtbank heeft vastgesteld dat [eisende partij] voldoende spoedeisend belang heeft bij haar vorderingen, maar dat Liander gerechtigd is om de gevraagde verhoging van het gecontracteerde transportvermogen te weigeren vanwege de congestie op het net. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de ATO (Aansluit- en Transportovereenkomst) en het Tarievenblad van toepassing zijn en dat de weigering van Liander om het transportvermogen te verhogen gerechtvaardigd is. De vordering van [eisende partij] tot verhoging van het transportvermogen is afgewezen, terwijl Liander in reconventie is veroordeeld tot het handhaven van de tijdelijke transportbeperking van 331 kW voor levering. De proceskosten zijn gecompenseerd in conventie, terwijl [eisende partij] in reconventie in de kosten is veroordeeld.

Uitspraak

RECHTBANK Gelderland

Civiel recht
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer: C/05/414965 / KG ZA 23-41
Vonnis in kort geding van 30 maart 2023
in de zaak van
de besloten vennootschap
[eisende partij],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eisende partij] ,
advocaten: mrs. M.R. het Lam en M.A.R.I.A. Vreeke te 's-Gravenhage,
tegen
de naamloze vennootschap
LIANDER N.V.,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Arnhem,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Liander,
advocaten: mrs. B.J.M. van Oorschot en G.A. de Jongh te Amsterdam.

1.De procedure

in conventie en in reconventie
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 32,
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 11,
- de mondelinge behandeling, gehouden op 16 maart 2023,
- de pleitaantekeningen namens [eisende partij] ,
- de pleitaantekeningen namens Liander.

2.De feiten

in conventie en in reconventie
2.1.
[eisende partij] is een onderneming die zich bezighoudt met het produceren van veevoer. [eisende partij] heeft diverse bedrijfslocaties in de omgeving van [plaatsnaam] , waaronder een fabriek aan de [adres] te [plaatsnaam] .
2.2.
Liander is netbeheerder in de zin van artikel 10 lid 9 Elektriciteitswet 1998 (hierna: E-wet). Zij is de beheerder van het openbare elektriciteitsnet in de regio Kesteren.
2.3.
De fabriek van [eisende partij] te [plaatsnaam] is sinds 1993 aangesloten op het door Liander (en haar rechtsvoorganger) beheerde 10 kV middenspanningsnet (MS-distributienet), dat via regelstation [naam regelstation] wordt gevoed door het onderstation [naam onderstation] , met een aansluiting met een maximale transportcapaciteit van 3.500 kVA. Voor het gebruik van deze aansluiting heeft [eisende partij] in de loop der jaren verschillende aansluit- en transportovereenkomsten (hierna: ATO) gesloten met Liander en haar rechtsvoorgangers.
2.4.
Op 4 april 2008 zijn [eisende partij] en de rechtsvoorganger van Liander, Continuon Netbeheer, een nieuwe ATO aangegaan. In die thans geldende ATO staat, voor zover voor de beoordeling van het onderhavige geschil van belang, het volgende:
Artikel 2 Transport
1. De netbeheerder verbindt zich tegen betaling met inachtneming van de omvang van het gecontracteerd transportvermogen elektriciteit voor de afnemer te transporteren naar het punt waar de elektrische installatie van de afnemer op het door de netbeheerder beheerde net is aangesloten.
2. Indien de afnemer -voor zover mogelijk- een grotere hoeveelheid elektriciteit laat transporteren dan overeenstemt met de omvang van het gecontracteerde transportvermogen, zal volgens de geldende condities het gecontracteerde transportvermogen worden aangepast, onverminderd het recht van de netbeheerder de afnemer een aanvullende vergoeding in rekening te brengen voor het reeds geleverde
transportvermogen. Voormelde aanpassing wordt middels de factuur aangegeven.
(…)
Artikel 6 Tarieven
Voor het in stand houden van de aansluiting, het beschikbaar stellen en houden van het gecontracteerde transportvermogen en het transport van elektriciteit zijn vergoedingen verschuldigd conform de tarieven en vergoedingenregeling, zoals deze is opgenomen in de van kracht zijnde actuele bijlage ‘Elektriciteitstarieven N.V. Continuon Netbeheer’ voor zakelijke grootverbruikers. De tarieven worden door de netbeheerder jaarlijks vastgesteld.
Voor de door de landelijke netbeheerder te verrichten systeemdiensten zijn de vergoedingen verschuldigd conform de door Tennet N.V. vastgestelde tarieven. In de bijlage ‘Elektriciteitstarieven N.V. Continuon Netbeheer’ zijn deze vergoedingen verwerkt.
Daarnaast kan de netbeheerder voor een bestaande aansluiting nog vergoedingen in rekening brengen die voortvloeien uit eerder daaromtrent aangegane verplichtingen die niet voorzien zijn in de Tarievencode Elektriciteit. Indien van toepassing zijn deze vergoedingen opgenomen in het aanhangsel ‘Gegevens afnemer’.
Partijen erkennen dat de tarieven (tussentijds) gewijzigd kunnen worden door besluiten van DTe. De gewijzigde tarieven zullen van kracht zijn vanaf het moment dat het desbetreffende besluit in werking treedt, dan wel vanaf de datum zoals vermeld in het betreffende besluit.
(…)
Artikel 8 Gewijzigde wet- en regelgeving
(…)
2. Deze overeenkomst zal door de netbeheerder mogen worden gewijzigd indien de wet- en regelgeving haar daartoe verplicht of van haar naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet langer gevergd kan worden dat deze ongewijzigd in stand kan blijven. Bij een wijziging zal de netbeheerder rekening dienen te houden met de bedoelingen van partijen.
(…)
Artikel 10 Bijlagen
Van deze overeenkomst maken onverbrekelijk deel uit de navolgende bijlagen:
a. Het aanhangsel ‘gegevens afnemer’;
b. Algemene Voorwaarden aansluiting en transport elektriciteit voor zakelijke afnemers (niet-zijnde producenten)
c. Elektriciteitstarieven N.V. Continuon Netbeheer voor zakelijke grootverbruikers
Indien strijdigheid optreedt tussen dit document en de bijlagen, dan prevaleert de inhoud van dit document. Indien een bijlage wijzigt, maakt de gewijzigde bijlage alsdan onder gelijktijdige vervanging van de vervallen versie van de bijlage onderdeel uit van de overeenkomst.
2.5.
Het aanhangsel ‘Gegevens afnemer’ van 4 april 2008 vermeldt onder meer het volgende:
Transportdienst:
(…)
Gecontracteerd transportvermogen levering 257 kW
(…)
Gecontracteerd transportvermogen teruglevering 2.700 kW
(…)
Aansluitdienst:
(…)
Aansluitcategorie > 160 kVA en t/m 3.500 kVA
Maximale capaciteit van de aansluiting 3.500 kVA
2.6.
Artikel 24 van de ‘Algemene Voorwaarden aansluiting en transport elektriciteit voor zakelijke afnemers (niet-zijnde producenten)’ (hierna: de algemene voorwaarden) luidt als volgt:
Wijziging van deze algemene voorwaarden en tarieven
Deze algemene voorwaarden en de op grond daarvan van toepassing zijnde voorschriften en regelingen kunnen door de netbeheerder worden gewijzigd. (…)
24.2
Wijzigingen gelden ook ten aanzien van reeds bestaande overeenkomsten.
2.7.
In de bijlage bij de ATO getiteld ‘Aansluit- en transporttarieven elektriciteit voor zakelijke grootverbruikers per 1 januari 2009’ (hierna: het Tarievenblad) staat, voor zover voor de beoordeling relevant, het volgende:
Deelmarkten MS en MS/LS
De waarde voor het gecontracteerde transportvermogen geldt voor onbepaalde tijd. Deze waarde wordt aangepast in de navolgende gevallen:
a. de afnemer verzoekt om een aanpassing van het gecontracteerd transportvermogen, waarbij een aanpassing – die dan geldt voor onbepaalde tijd – ingaat op de eerste dag van de kalendermaand die volgt op de maand waarin het verzoek is gedaan. Een verlaging kan niet eerder ingaan dan twaalf maanden na de laatst opgetreden aanpassing naar boven van het gecontracteerde transportvermogen.
b. er heeft een overschrijding van de waarde plaatsgevonden, in welk geval met ingang van de eerste dag van de kalendermaand waarin zich de overschrijding heeft voorgedaan de waarde van het gecontracteerde transportvermogen voor onbepaalde tijd als dienovereenkomstig aangepast geldt;
c. binnen twaalf maanden na een verzoek om een aanpassing van het gecontracteerde transportvermogen naar beneden vindt een overschrijding van de verlaagde waarde plaats, in welk geval de waarde van het gecontracteerde transportvermogen met terugwerkende kracht tot de datum van het verzoek voor onbepaalde tijd als dienovereenkomst aangepast geldt.
2.8.
Het Tarievenblad wordt jaarlijks herzien en gepubliceerd op de website van Liander.
2.9.
Bij brief van 9 juni 2009 heeft Liander aan [eisende partij] bevestigd dat zij het verzoek van [eisende partij] om verlaging van het gecontracteerd transportvermogen in goede orde heeft ontvangen en dat het gewijzigde aanhangsel van de ATO, waarin het gecontracteerde transportvermogen met ingang van 1 juni 2009 is verlaagd naar 260 kW, is bijgevoegd ter ondertekening.
2.10.
Het aanhangsel ‘Gegevens afnemer’ van 9 juni 2009 vermeldt onder meer het volgende:
Transportdienst:
(…)
Gecontracteerd transportvermogen levering 260 kW
(…)
Gecontracteerd transportvermogen teruglevering 2.788 kW
(…)
Aansluitdienst:
(…)
Aansluitcategorie > 160 kVA en t/m 3.500 kVA
Maximale capaciteit van de aansluiting 3.500 kVA
2.11.
In 2019 heeft een wijziging van het Tarievenblad plaatsgevonden. Daarin staat sindsdien voor zover relevant:
Deelmarkten laagspanning (LS), trafo (MS/LS) en middenspanning (MS)
Uw gecontracteerd transportvermogen geldt voor onbepaalde tijd. Wanneer er voldoende capaciteit beschikbaar is op het net waarop u bent aangesloten kunnen wij uw gecontracteerd transportvermogen op uw verzoek op elk moment verhogen. Een verhoging kan niet worden doorgevoerd als dit leidt tot overbelasting van het elektriciteitsverdeelstation of de netkabel waarop u bent aangesloten. In dat geval zal eerst het achterliggende net moeten worden verzwaard. Verhogen kan ook alleen als dit past binnen de capaciteit van de aansluiting. Aan een overschrijding zonder voorafgaande instemming van Liander kunt u geen rechten ontlenen. Biedt het net – rekening houdend met de rechten van andere afnemers – voldoende ruimte, dan passen wij normaal gesproken na een overschrijding van uw gecontracteerd transportvermogen de overeenkomst automatisch aan.
In de volgende gevallen past Liander uw gecontracteerd transportvermogen aan:
a. (…)
b. Komt u boven uw gecontracteerd transportvermogen uit? Dan beschouwen wij dit als een aanvraag tot verhoging van uw gecontracteerd transportvermogen. Wij verhogen daarop normaal gesproken het gecontracteerd transportvermogen automatisch. De verhoging gaat dan in op de eerste dag van de kalendermaand van de overschrijding. Kan de verhoging niet worden doorgevoerd omdat dit leidt tot overbelasting van het elektriciteitsverdeelstation of de netkabel waarop u bent aangesloten? Dan nemen wij contact met u op om de mogelijkheden te bespreken.
c. (…)
2.12.
In 2020 heeft [eisende partij] bij Liander in de 10-jaarsprognose vermeldt in 2022 méér elektriciteit te willen gaan afnemen in verband met de uitbreiding van haar fabriek met een nieuwe menglijn.
2.13.
Bij e-mailbericht van 21 december 2021 heeft Liander aan [eisende partij] meegedeeld dat het gecontracteerde vermogen voor teruglevering met ingang van 1 december 2021 is bijgesteld naar 2.000 kW, omdat [eisende partij] al langere tijd geen gebruik meer maakt van het eerder gedoogde vermogen van 2.788 kW en dat dit het maximaal terug te leveren vermogen is.
2.14.
Bij e-mailbericht van 17 januari 2022 heeft Liander aan [eisende partij] een aangepast aanhangsel ‘Gegevens afnemer’ gezonden. Daarin staat onder meer het volgende:
Transportdienst:
(…)
Gecontracteerd transportvermogen levering: 331 kW
(…)
Gecontracteerd transportvermogen teruglevering 2000 kW
(…)
Aansluitdienst:
(…)
Aansluitcategorie >1MVA t/m 2MVA
Maximale capaciteit van de aansluiting 2MVA
2.15.
Op 3 februari 2022 heeft Liander de eerste versie van het rapport Congestiegebied [naam regelstation] (hierna: het Congestierapport) gepubliceerd op haar website. Daarin wordt door Liander een vooraankondiging gedaan van transportproblemen bij verbruik en teruglevering omdat de maximale grenzen van verdeelstation [naam regelstation] (waaronder de vestiging van [eisende partij] te [plaatsnaam] valt) zijn bereikt. Tevens is daarin vermeld en toegelicht dat niet wordt voldaan aan de net- en bedrijfsvoeringstechnische randvoorwaarden voor de toepassing van congestiemanagement.
2.16.
Bij e-mailbericht van 3 februari 2022 heeft Liander aan [eisende partij] bericht dat voor de aansluiting van [eisende partij] in [plaatsnaam] per 2 februari 2022 geen capaciteit beschikbaar is voor zowel het terugleveren als het afnemen van extra elektriciteit. Totdat het net is uitgebreid is het nodig aan bestaande grootverbruik klanten die meer elektriciteit willen terugleveren of afnemen dan zij op dat moment al doen een tijdelijke transportbeperking op te leggen, hetgeen betekent dat [eisende partij] niet meer elektriciteit kan afnemen en terugleveren dan haar op dat moment geldende gecontracteerde transportvermogen. Indien [eisende partij] meer elektriciteit wil terugleveren of afnemen dient zij zo snel mogelijk een aanvraag daarvoor in te dienen bij Liander, aldus voormeld e-mailbericht.
2.17.
De factuur van Liander van 8 februari 2022 aan [eisende partij] vermeldt een gecontracteerd transportvermogen voor levering van 331 kW en voor teruglevering 2.000 kW.
2.18.
Bij e-mailbericht van 21 februari 2022 heeft Liander aan [eisende partij] bericht dat zij de door [eisende partij] aangevraagde verhoging van het gecontracteerde transportvermogen niet kan uitvoeren omdat het elektriciteitsnet in de regio van [eisende partij] de maximale capaciteit heeft bereikt, dat het gecontracteerde transportvermogen gelijk blijft, namelijk 331 kW, en dat zij met [eisende partij] contact zal opnemen zodra er weer extra vermogen vrij komt in het elektriciteitsnet.
2.19.
In reactie daarop heeft [eisende partij] bij e-mailbericht van 21 februari 2022 aan Liander onder meer bericht dat zij bijna klaar is met het bouwen van een nieuwe installatie en dat, wanneer er binnen vier maanden geen oplossing komt, zij de installatie met bijbehorend werk niet in bedrijf kan nemen met alle gevolgen van dien. [eisende partij] wil graag tot een oplossing komen, in het uiterste geval een kleinere verhoging ten opzichte van de aangevraagde 250 kW.
2.20.
Liander heeft in reactie daarop [eisende partij] bij e-mailbericht van 25 februari 2022 bericht dat er geen ruimte is voor een verhoging en dat [eisende partij] op de wachtlijst staat, hetgeen inhoudt dat Liander op volgorde transportvermogen verdeelt als klanten in het gebied van [eisende partij] structureel minder gaan verbruiken.
2.21.
Op 15 september 2022 is door Liander op haar website een aanvulling op het Congestierapport gepubliceerd. Daarin is vermeld dat aan klanten met een bestaande of nieuwe aansluiting, die meer capaciteit op het net wensen, een tijdelijke transportbeperking kan worden opgelegd indien geen congestiemanagement of andere tijdelijke oplossing mogelijk is.
2.22.
Bij brief van 16 september 2022 heeft de advocaat van [eisende partij] aan Liander onder meer meegedeeld dat het Liander op grond van de ATO niet is toegestaan eenzijdig het gecontracteerde transportvermogen voor teruglevering van 2.788 kW te wijzigen, dat dat tevens in strijd is met artikel 7.1 lid 2 van de Netcode Elektriciteit en dat [eisende partij] niet akkoord gaat met de verlaging van het gecontracteerde transportvermogen voor teruglevering van 2.788 kW naar 2.000 kW. Verder is daarin vermeld dat [eisende partij] op korte termijn 581 kW aan transportvermogen voor levering nodig heeft (een verhoging van 250 kW) voor het volledig in gebruik nemen van de nieuwe menglijn. [eisende partij] verwijst in dit verband naar de door haar ingevulde 10-jaarsprognose waarin zij in een vroegtijdig stadium bij Liander heeft aangegeven in het jaar 2022 méér transportvermogen voor levering te willen afnemen. Liander heeft ondanks dat dat haar op grond van de ATO en de wet- en regelgeving volgens [eisende partij] niet is toegestaan aan [eisende partij] een transportbeperking opgelegd tot 331 kW. In die brief wordt Liander gesommeerd om aan [eisende partij] te bevestigen dat zij het gecontracteerde transportvermogen voor teruglevering van 2.788 kW respecteert en handhaaft en dat zij het met [eisende partij] overeengekomen contractuele recht in de ATO – op basis waarvan [eisende partij] recht heeft op een te gebruiken transportvermogen voor levering van 581 kW – respecteert en nakomt.
2.23.
Op 20 oktober 2022 is door de voorzieningenrechter van deze rechtbank in kort geding vonnis gewezen tussen [eisende partij] en Liander (zaak- en rolnummer: C/05/408133 / KG ZA 22-278). Dat kort geding had betrekking op de vestiging van [eisende partij] te Kesteren en zag onder meer op de vraag of de in 2004 vastgestelde deelmarktgrenzen kunnen afdoen aan de contractuele aanspraken van [eisende partij] op levering en teruglevering van een bepaald transportvermogen. De voorzieningenrechter heeft Liander in dat kort geding veroordeeld om op de aansluiting van de vestiging van [eisende partij] te Kesteren 3.500 kW aan transportvermogen voor teruglevering beschikbaar te stellen en te houden, en om op diezelfde aansluiting 2.549 kW aan transportvermogen voor levering beschikbaar te houden, op straffe van een dwangsom.
2.24.
Liander heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 20 oktober 2022.
2.25.
Bij e-mailbericht van 2 november 2022 heeft Liander aan [eisende partij] bericht dat [eisende partij] het gecontracteerde transportvermogen van 331 kW in oktober 2022 heeft overschreden en dat een maximale belasting is geregistreerd van 342 kW. Daarbij heeft Liander [eisende partij] dringend verzocht om het gecontracteerde transportvermogen niet meer te overschrijden, omdat een te hoge maximale belasting bij een transportbeperking de veiligheid en de betrouwbaarheid van het elektriciteitsnet in gevaar kan brengen. [eisende partij] is daarbij in gebreke gesteld en gesommeerd om binnen vier weken maatregelen te nemen om een nieuwe overschrijding van het gecontracteerde transportvermogen te voorkomen. Tevens is vermeld dat het gecontracteerde transportvermogen niet automatisch wordt verhoogd naar de maximale belasting, omdat er een tijdelijke transportbeperking voor de aansluiting van [eisende partij] is opgelegd.
2.26.
Bij e-mailbericht van 2 januari 2023 heeft Liander [eisende partij] meegedeeld dat [eisende partij] het gecontracteerde transportvermogen opnieuw heeft overschreden in december 2022 met een maximale belasting van 484 kW, terwijl er sinds 2 februari 2022 een tijdelijke transportbeperking geldt tot 331 kW. Liander heeft [eisende partij] daarbij gesommeerd, om binnen twee weken maatregelen te nemen, zodat het gecontracteerd transportvermogen niet langer wordt overschreden.
2.27.
De factuur van Liander van 8 februari 2023 aan [eisende partij] vermeldt een gecontracteerd transportvermogen voor levering van 331 kW en een gecontracteerd transportvermogen voor teruglevering van 2.000 kW. In de factuur staat dat het gecontracteerd vermogen voor levering tijdelijk is beperkt tot 331 kW en dat in de periode januari 2023 een maximale belasting van 347 kW is geregistreerd.
2.28.
Bij e-mailbericht van 10 maart 2023 heeft Liander aan [eisende partij] meegedeeld dat zij naar aanleiding van het vonnis van deze rechtbank van 20 oktober 2022 bevestigt dat zij het op de aansluiting van [eisende partij] te [plaatsnaam] gecontracteerde transportvermogen van 2.788 kW voor teruglevering, conform de van kracht zijnde ATO, beschikbaar zal stellen en houden en dat zij zich het recht voorbehoudt om hier in de toekomst op terug te komen als daar naar het oordeel van Liander aanleiding toe bestaat. Indien Liander dat doet, zal zij [eisende partij] daarover ruimschoots van tevoren informeren, zodat [eisende partij] zich daarop kan voorbereiden en gelegenheid heeft om indien [eisende partij] dat wenst een kort geding bij de voorzieningenrechter aanhangig te maken.

3.Het geschil

in conventie en in reconventie
3.1.
[eisende partij] vordert in conventie dat de voorzieningenrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
Liander veroordeelt tot het beschikbaar stellen en houden van 2.788 kW aan transportvermogen voor teruglevering, althans een door de voorzieningenrechter te bepalen transportvermogen, op de aansluiting gelegen aan [adres] te [plaatsnaam] (met EAN code 871687120000022600);
Liander veroordeelt tot het beschikbaar stellen en houden van 484 kW aan transportvermogen voor levering (afname), althans een door de voorzieningenrechter te bepalen transportvermogen, op de aansluiting gelegen aan [adres] te [plaatsnaam] (met EAN code 871687120000022600);
bepaalt dat Liander een onmiddellijke opeisbare dwangsom verschuldigd is van
€ 25.000,00 voor iedere dag of ieder dagdeel dat de overtreding van het bevel gevorderd onder a) en/of b) voortduurt, althans ter hoogte van een door de voorzieningenrechter te bepalen bedrag;
Liander veroordeelt in de kosten (tevens buitengerechtelijke) kosten van dit kort geding.
3.2.
Liander voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [eisende partij] met veroordeling van [eisende partij] , uitvoerbaar bij voorraad, in de proceskosten te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na het vonnis tot aan de dag van algehele voldoening.
3.3.
Liander vordert in reconventie dat de voorzieningenrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
[eisende partij] verbiedt meer dan 331 kW aan transportvermogen voor levering te gebruiken op de aansluiting met EAN-code 871687120000022600 te [adres] in [plaatsnaam] , op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat [eisende partij] niet geheel aan deze veroordeling voldoet;
[eisende partij] veroordeelt in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na het vonnis tot aan de dag van algehele voldoening.
3.4.
[eisende partij] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vordering van Liander.
3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie en in reconventie
4.1.
Uit de stellingen van partijen volgt dat zij bij hun vorderingen voldoende spoedeisend belang hebben. Gelet op de samenhang van deze vorderingen zullen deze hierna (deels) gezamenlijk worden behandeld.
Teruglevering (vordering in conventie onder a)
4.2.
[eisende partij] vordert, kort gezegd, dat Liander wordt veroordeeld om een transportvermogen voor teruglevering van 2.788 kW beschikbaar te stellen en te houden. Liander heeft naar aanleiding van het vonnis van 20 oktober 2022 bij brief van 10 maart 2023 aan [eisende partij] bevestigd dat zij het transportvermogen van 2.788 kW beschikbaar zal stellen en houden, waarbij zij zich het recht heeft voorbehouden om daarop terug te komen als daartoe naar het oordeel van Liander aanleiding bestaat. Liander heeft in haar conclusie van antwoord het door haar gemaakte voorbehoud nader gespecificeerd, in die zin dat Liander zich het recht voorbehoudt om daarop terug te komen als ontwikkelingen in de regelgeving, de rechtspraak of het standpunt van de ACM daartoe aanleiding geven. Volgens Liander is daarmee het belang aan de vordering van [eisende partij] met betrekking tot de teruglevering ontvallen. [eisende partij] heeft haar vordering ondanks de toezegging van Liander gehandhaafd, omdat met het voorbehoud haar niet de gewenste zekerheid wordt geboden. [eisende partij] heeft naar eigen zeggen de zekerheid op het recht op teruglevering van 2.788 kW nodig, omdat voor elektriciteitsproductie kostbare installaties (zonnepanelen/ WKK) nodig zijn die een lange terugverdientijd hebben.
4.3.
Gelet op het door Liander gemaakte voorbehoud is de voorzieningenrechter van oordeel dat [eisende partij] vooralsnog voldoende belang heeft bij haar vordering. Ter zitting heeft Liander desgevraagd verklaard dat zij het voorbehoud in elk geval zal inroepen als in de hoger beroepsprocedure blijkt dat het vonnis van 20 oktober 2022 geen stand houdt. De voorzieningenrechter zal de vordering van [eisende partij] gelet op deze specificering van het voorbehoud toewijzen in die zin dat Liander zal worden veroordeeld tot het beschikbaar stellen en houden van 2.788 kW aan transportvermogen voor teruglevering tot in hoger beroep een andersluidende uitspraak is gewezen. Aangezien Liander ter zitting heeft toegezegd dat zij zich zal houden aan het vonnis, zal geen dwangsom worden opgelegd.
Levering (vorderingen in conventie onder b en vordering in reconventie)
4.4.
[eisende partij] is van mening dat zij op grond van de ATO automatisch recht heeft op een gecontracteerd contractvermogen van 484 kW naar aanleiding van de laatste overschrijding van het gecontracteerde transportvermogen in december 2022. Nu Liander de verhoging naar de mening van [eisende partij] onterecht weigert vanwege (fysieke) congestie, vordert [eisende partij] Liander te veroordelen tot het beschikbaar stellen en houden van 484 kW aan transportvermogen voor levering. Liander betwist dat [eisende partij] op grond van de ATO automatisch recht heeft op een hoger gecontracteerd transportvermogen dan 331 kW. Volgens Liander is er sprake van fysieke congestie waardoor er tijdelijk geen extra transport kan worden toegelaten op het net, totdat de uitbreidingwerkzaamheden aan het net zijn afgerond, naar verwachting in het eerste kwartaal van 2024. Liander is als netbeheerder belast met de aansluitdienst en het transport van elektriciteit, maar ook met het waarborgen van de integriteit en de veiligheid van het net. Het is volgens Liander daarom aan haar als netbeheerder om, op basis van gedegen onderzoek, aan te geven op welke momenten en welke plekken de integriteit van het net in gevaar komt. In die situaties is een weigering van (uitbreiding van) het transport volgens Liander op grond van artikel 24 lid 2 E-wet gerechtvaardigd. Liander vordert daarom in reconventie, gelet op de fysieke congestie in het gebied van [eisende partij] en de in dat verband aan [eisende partij] opgelegde transportbeperking, om [eisende partij] te verbieden meer dan het gecontracteerde transportvermogen voor levering van 331 kW te gebruiken.
4.5.
De eerste vraag die gelet op de vorderingen en de door partijen ingenomen standpunten ter beoordeling voorligt, is de vraag of [eisende partij] op grond van de tussen partijen gesloten ATO automatisch recht heeft op een verhoging van het gecontracteerd transportvermogen op het moment dat zij meer elektriciteit afneemt.
4.6.
Op grond van artikel 7.1 lid 2 van de Netcode elektriciteit (hierna: Nce) heeft de aangeslotene (in dit geval [eisende partij] ) recht op transport van elektriciteit door heel Nederland tot een hoeveelheid ter grootte van het op de aansluiting gecontracteerde en beschikbaar gestelde vermogen. Het gecontracteerd transportvermogen van [eisende partij] moet worden afgeleid uit de tussen partijen gesloten ATO. Tussen partijen is in geschil wat de omvang van het gecontracteerd transportvermogen van [eisende partij] is op grond van de ATO en hoe de ATO in dit verband moet worden uitgelegd. Bij die uitleg is niet alleen de tekst van de ATO van belang, maar komt het aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan de bepalingen van die overeenkomst mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten, waarbij alle omstandigheden van het geval van belang zijn (Haviltex-maatstaf). Nu de tekst van de tussen partijen gesloten ATO (grotendeels) standaard is en niet gesteld of gebleken is dat door partijen is onderhandeld over de bepalingen van de ATO, zal de voorzieningenrechter bij de uitleg van de ATO uitgaan van een geobjectiveerde variant van de Haviltex-maatstaf, waarbij aan de bewoordingen van de bepalingen van de ATO, gelezen in het licht van de gehele inhoud van die overeenkomst, in beginsel doorslaggevend gewicht toekomt.
4.7.
Met inachtneming van deze maatstaf wordt als volgt overwogen. In de eerste plaats moet worden vastgesteld dat het Tarievenblad, waarin de geldende condities ten aanzien van de tarieven en het gecontracteerd transportvermogen zijn opgenomen, op grond van artikel 10 sub c van de ATO deel uitmaakt van de ATO. Dat artikel bepaalt tevens dat indien een bijlage wijzigt, de gewijzigde bijlage alsdan onder gelijktijdige vervanging van de vervallen versie van de bijlage onderdeel uitmaakt van de overeenkomst. Dat dit enkel ziet op de op de ATO van toepassing zijnde algemene voorwaarden en niet op het Tarievenblad, omdat op grond van artikel 24 van de algemene voorwaarden een eenzijdige wijziging van die voorwaarden is toegestaan, zoals [eisende partij] stelt, volgt niet uit de tekst van de ATO. Dat ligt ook niet voor de hand omdat onweersproken vaststaat dat het Tarievenblad jaarlijks wordt herzien. Dat verweer van [eisende partij] wordt dan ook verworpen. Dat betekent dat het gewijzigde Tarievenblad, zoals dat sinds 2019 geldt, deel uitmaakt van de ATO, tenzij het bepaalde in dat Tarievenblad strijdig zou zijn met de bepalingen van de ATO, in welk geval de inhoud van de ATO op grond van artikel 10 prevaleert. Niet gebleken is van strijdigheid tussen de ATO en het gewijzigde Tarievenblad. In het Tarievenblad wordt immers slechts een nadere uitwerking gegeven van hetgeen is bepaald in artikel 2.2 van de ATO. Het beroep van [eisende partij] op het Tarievenblad van 2009 kan dan ook niet slagen, nu dit is vervangen door het Tarievenblad zoals dat sinds 2019 luidt.
4.8.
Voor de vaststelling van de omvang van het gecontracteerd transportvermogen van [eisende partij] is artikel 2.2 van de ATO van belang. Dat artikel bepaalt dat indien de afnemer -voor zover mogelijk- een grotere hoeveelheid elektriciteit laat transporteren dan overeenstemt met de omvang van het gecontracteerde transportvermogen, volgens de geldende condities het gecontracteerde transportvermogen zal worden aangepast, onverminderd het recht van de netbeheerder de afnemer een aanvullende vergoeding in rekening te brengen voor het reeds geleverde transportvermogen. Tussen partijen is in geschil hoe de zinsdelen ‘voor zover mogelijk’ en ‘volgens de geldende condities’ moeten worden uitgelegd.
4.9.
De geldende condities zijn onder meer vermeld in het sinds 2019 gewijzigde Tarievenblad. Er zijn geen aanknopingspunten om aan te nemen dat de woorden ‘voor zover mogelijk’ in artikel 2.2 van de ATO slechts zien op de maximale aansluitcapaciteit van 3500 kVA en niet op de capaciteit van het net, zoals [eisende partij] betoogt. De uitleg van [eisende partij] ligt, naar Liander terecht stelt, ook niet voor de hand, omdat dat zou betekenen dat een netbeheerder steeds desgevraagd het transportvermogen conform de maximale aansluitcapaciteit zou moeten leveren, ook indien daarmee het net zou worden overbelast. Daarmee zou de netbeheerder geen enkele controle meer hebben over het transport dat plaatsvindt over het net met alle gevolgen van dien voor de veiligheid en integriteit van het elektriciteitsnet.
4.10.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de ATO in combinatie met het op de ATO van toepassing zijnde Tarievenblad (versie 2019) zo moet worden uitgelegd dat [eisende partij] niet automatisch recht heeft op een verhoging van het gecontracteerd transportvermogen indien zij meer elektriciteit afneemt, bijvoorbeeld in geval van piekbelasting. Een automatische verhoging van het gecontracteerd transportvermogen vindt op grond van het geldende Tarievenblad alleen plaats als er voldoende capaciteit beschikbaar is op het net waarop de afnemer is aangesloten (zie onder 2.11.). Onder deze omstandigheden moet vooralsnog worden geconcludeerd dat op grond van de tussen partijen gesloten ATO het huidige gecontracteerd transportvermogen van [eisende partij] voor levering 331 kW is.
4.11.
De tweede vraag die ter beoordeling voorligt is de vraag of Liander de gevraagde verhoging van het gecontracteerd transportvermogen van 331 kW mag weigeren. In dit verband bepaalt artikel 24 lid 1 E-wet dat de netbeheerder (in dit geval Liander) verplicht is om voor degene die daarom verzoekt transport van elektriciteit uit te voeren op het door haar beheerde net. Die verplichting geldt niet voor zover de netbeheerder voor het gevraagde transport redelijkerwijs geen capaciteit heeft. Een weigering om het gevraagde transport uit te voeren moet met redenen zijn omkleed (art 24 lid 2 E-wet). Verder volgt uit het geldende Tarievenblad dat een overschrijding van het gecontracteerde transportvermogen wordt beschouwd als een aanvraag tot verhoging van het gecontracteerd transportvermogen en dat indien een verhoging niet kan worden doorgevoerd omdat dit leidt tot overbelasting van het elektriciteitsverdeelstation of de netkabel waarop de afnemer is aangesloten, Liander contact zal opnemen om de mogelijkheden te bespreken.
4.12.
Volgens Liander heeft het netdeel waarop [eisende partij] is aangesloten begin 2022 zijn capaciteitsgrens bereikt en heeft zij om die reden aan [eisende partij] in februari 2022 een tijdelijke transportbeperking opgelegd, in die zin dat [eisende partij] niet meer dan het op dat moment gecontracteerde transportvermogen van 331 kW mag afnemen. Volgens Liander zorgt de fysieke congestie voor problemen in de spanningshuishouding op het net en is sprake van een vergroot risico op overbelasting van bepaalde netcomponenten. Liander werkt aan een uitbreiding van het netwerk en verwacht daarmee de congestieproblematiek in het eerste kwartaal van 2024 te hebben opgelost. De voorzieningenrechter is van oordeel dat Liander in het bestek van dit kort geding voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat sprake is van fysieke congestie op het net, dat het handhaven van de tijdelijke transportbeperking noodzakelijk is, dat zij de mogelijkheid van congestiemanagement heeft onderzocht, maar dat – nu niet aan de net- en bedrijfsvoeringstechnische randvoorwaarden wordt voldaan – congestiemanagement geen oplossing biedt en dat een structurele aanpassing van het net noodzakelijk is om de problemen in dit congestiegebied op te lossen. Dat blijkt uit het Congestierapport dat in februari 2022 is gepubliceerd op de website van Liander met een aanvulling in september 2022 en de toelichting van Liander daarop in haar conclusie van antwoord. Het toekennen van extra transport voor levering, waaronder het door [eisende partij] gewenste transport van 484 kW, zal volgens Liander leiden tot een onaanvaardbaar risico op uitval in het hele gebied of beschadiging van het net. Dit alles is door [eisende partij] onvoldoende weersproken. Onder deze omstandigheden moet worden geconcludeerd dat Liander geen extra transportvermogen kan toekennen aan [eisende partij] , totdat er ruimte op het net vrijkomt of het net is uitgebreid, en dat de weigering van de door [eisende partij] aangevraagde verhoging van het gecontracteerd transportvermogen gerechtvaardigd is. Liander heeft de weigering ook met redenen omkleed. Liander heeft in dit verband bij e-mailbericht van 21 februari 2022 aan [eisende partij] haar aanvraag voor een verhoging van het gecontracteerde transportvermogen afgewezen, omdat het elektriciteitsnet in het gebied van [eisende partij] de maximale capaciteit heeft bereikt. Daarin is verder vermeld dat Liander met [eisende partij] contact zal opnemen zodra er weer extra vermogen vrij komt in het net en dat dat betekent dat voor [eisende partij] het gecontracteerde transportvermogen gelijk blijft, namelijk 331 kW. Daarbij komt dat Liander de congestieproblematiek aan [eisende partij] reeds heeft meegedeeld in haar e-mailbericht van 3 februari 2022, voorafgaand aan de aanvraag van [eisende partij] om verhoging van haar gecontracteerd transportvermogen. Dat Liander toen al op de hoogte was van de ontwikkelplannen van [eisende partij] in [plaatsnaam] is niet aannemelijk geworden.
4.13.
[eisende partij] stelt verder nog dat zij in 2020 een 10-jaars prognose heeft ingediend, waardoor Liander rekening had kunnen houden met het feit dat [eisende partij] in 2022 meer elektriciteit wil afnemen in verband met de uitbreiding van haar fabriek met een nieuwe menglijn. Door Liander is evenwel gemotiveerd toegelicht dat het indienen van een dergelijke prognose geen nieuwe aanvraag betreft. Grootverbruikers worden door Liander gevraagd om een prognose van hun verwachte gebruik (en teruglevering) in te dienen, zodat Liander de toekomstige belasting van het net kan voorspellen en daarop kan inspelen. Bijvoorbeeld door netuitbreidingen te realiseren, zoals zij ook in de omgeving [plaatsnaam] doet. In het licht van het voorgaande kan [eisende partij] aan het indienen van de prognose geen rechten ontlenen.
4.14.
Bij deze stand van zaken is de conclusie dat Liander vanwege de fysieke congestie in het net de aanvraag van [eisende partij] tot verhoging van het gecontracteerd transportvermogen mocht weigeren en dat zij deze weigering voldoende ook met redenen heeft omkleed. Daarmee heeft Liander voldaan aan het bepaalde in artikel 24 lid 2 van de E-wet. Onder deze omstandigheden dient de vordering van [eisende partij] onder b in conventie te worden afgewezen. Liander stelt dat, indien [eisende partij] het gecontracteerd transportvermogen van 331 kW structureel blijft overschrijden, een onaanvaardbaar groot risico op uitval van en schade aan het net ontstaat. [eisende partij] heeft dat, zoals hiervoor is overwogen, onvoldoende weersproken. Liander heeft er daarom recht en belang bij om dat te voorkomen. Temeer nu Liander onweersproken heeft gesteld dat zij niet actief vooraf kan monitoren en indien nodig de transportcapaciteit kan beperken, omdat zij de meetdata pas achteraf ontvangt. Nu [eisende partij] het gecontracteerd transportvermogen meermaals heeft overschreden ondanks de aan haar door Liander opgelegde tijdelijke transportbeperking en de dringende verzoeken van Liander om daarmee te stoppen, zal de reconventionele vordering van Liander worden toegewezen. De door Liander gevorderde dwangsom zal worden toegewezen en gemaximeerd zoals hierna in de beslissing is vermeld, nu daartegen door [eisende partij] geen verweer is gevoerd.
4.15.
Een belangenafweging maakt het voorgaande niet anders. Liander dient als netbeheerder de netintegriteit te bewaken. Van Liander kan niet worden gevergd dat zij voor [eisende partij] een uitzondering maakt door aan [eisende partij] wel extra vermogen ter beschikking te stellen. Daardoor handelt zij in strijd met de geldende wet- en regelgeving. Liander dient voorts nadrukkelijk rekening te houden met de belangen van alle afnemers. De gevolgen van te hoge spanningsopdrijving of overbelasting kunnen zeer verstrekkend zijn. Het kan tot uitval of zelfs schade aan het elektriciteitsnet leiden. Daartegenover staat dat onvoldoende duidelijk is geworden waarom [eisende partij] , om de periode tot aan het eerste kwartaal van 2024 te overbruggen, geen gebruik zou kunnen maken van bijvoorbeeld een WKK-installatie om het aanvullende gewenste vermogen zelf op te wekken en zo de gestelde uitbereiding van haar bedrijf (een nieuwe menglijn) tijdelijk zou kunnen faciliteren. Uit de gemeten pieken volgt volgens Liander ook niet dat [eisende partij] structureel boven de 331 kW transportcapaciteit uitkomt. Dit is door [eisende partij] onvoldoende weersproken.
De proceskosten
4.16.
Nu Liander pas na het uitbrengen van de dagvaarding aan [eisende partij] het voorstel heeft gedaan om het gecontracteerd transportvermogen van 2.788 kW voor teruglevering beschikbaar te stellen en te houden, wordt aanleiding gezien om de proceskosten in conventie te compenseren, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
4.17.
[eisende partij] is in reconventie de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Liander vastgesteld op € 539,50 (factor 0,5 x tarief € 1.079,00).
4.18.
De door Liander in reconventie gevorderde wettelijke rente over de proceskosten zal worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
in conventie
5.1.
veroordeelt Liander tot het beschikbaar stellen en houden van 2.788 kW aan transportvermogen voor teruglevering op de aansluiting van [eisende partij] gelegen aan [adres] te [plaatsnaam] met EAN code 871687120000022600 tot in hoger beroep een andersluidende uitspraak is gewezen;
5.2.
compenseert de proceskosten in die zin, dat iedere partij de eigen kosten draagt;
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af;
in reconventie
5.5.
verbiedt [eisende partij] meer dan 331 kW aan transportvermogen voor levering te gebruiken op de aansluiting van [eisende partij] gelegen aan de [adres] te [plaatsnaam] met EAN-code 871687120000022600,
5.6.
veroordeelt [eisende partij] tot het betalen van een dwangsom aan Liander van € 5.000,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat [eisende partij] niet geheel aan de veroordeling onder 5.5. voldoet, tot een maximum van € 50.000,00 is bereikt;
5.7.
veroordeelt [eisende partij] in de proceskosten, aan de zijde van Liander tot dit vonnis vastgesteld op € 539,50, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van deze uitspraak tot de dag van volledige betaling,
5.8.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.J. Peerdeman en in het openbaar uitgesproken op
30 maart 2023.