ECLI:NL:RBGEL:2023:1763

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
27 maart 2023
Publicatiedatum
29 maart 2023
Zaaknummer
AWB - 22 - 2533
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van een IVA-uitkering op basis van niet-duurzame arbeidsongeschiktheid

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 27 maart 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen [A] B.V. en het UWV over de afwijzing van een IVA-uitkering voor een ex-werknemer. De ex-werknemer, die als heftruckchauffeur werkte, had zich op 1 augustus 2019 ziekgemeld en zijn dienstverband was op 5 augustus 2019 beëindigd. Het UWV had de aanvraag voor een uitkering op grond van de Wet WIA afgewezen, omdat de ex-werknemer minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. Na bezwaar werd de beslissing herzien en werd een loongerelateerde WGA-uitkering toegekend, waarbij de arbeidsongeschiktheid werd vastgesteld op 80 tot 100%.

De rechtbank beoordeelt het beroep van eiseres tegen het bestreden besluit van het UWV van 5 mei 2022. De rechtbank heeft besloten dat alleen de gemachtigde van eiseres kennis mag nemen van de medische stukken, om te voorkomen dat eiseres zelf kennisneemt van de medische situatie van de ex-werknemer. De rechtbank heeft het onderzoek gesloten zonder zitting.

De rechtbank concludeert dat het UWV voldoende heeft gemotiveerd dat de ex-werknemer volledig, maar niet duurzaam arbeidsongeschikt is. De verzekeringsarts B&B heeft toegelicht dat de belastbaarheid kan verbeteren na een recente operatie. De rechtbank oordeelt dat de medische situatie ten tijde van de beoordeling niet duurzaam is, en dat de door eiseres aangevoerde factoren zoals leeftijd en taalvaardigheid geen invloed hebben op de duurzaamheid van de arbeidsongeschiktheid. De rechtbank verklaart het beroep van eiseres ongegrond, wat betekent dat zij geen gelijk krijgt en geen proceskosten vergoed krijgt.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Inloopteam bestuursrecht
zaaknummer: ARN 22/2533

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[A] B.V., uit [plaats B] , eiseres

(gemachtigde: A.M. van der Heuvel),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen(hierna: het UWV), verweerder
(gemachtigde: mr. M. Hofmans-Lim).

Inleiding

Het UWV heeft de aanvraag van [C] (de ex-werknemer van eiseres) om een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) afgewezen, omdat de ex-werknemer minder dan 35% arbeidsongeschikt is.
In bezwaar heeft het UWV dit besluit herroepen en de ex-werknemer alsnog een loongerelateerde uitkering in verband met de Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA) toegekend. De mate van arbeidsongeschiktheid is daarbij vastgesteld op 80 tot 100%.
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen deze beslissing op bezwaar (het bestreden besluit) van 5 mei 2022.
De ex-werknemer heeft geen toestemming gegeven om medische gegevens te delen met eiseres. De rechtbank heeft met toepassing van artikel 8:32, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) beslist dat alleen de gemachtigde van eiseres van de medische stukken kennis mag nemen. De rechtbank zal in de uitspraak geen medische informatie opnemen, om te voorkomen dat eiseres alsnog kennisneemt van de medische situatie van de ex-werknemer.
Met (stilzwijgende) toestemming van partijen is een zitting achterwege gebleven. De rechtbank heeft het onderzoek gesloten.

Wat ging aan deze procedure vooraf

1. De ex-werknemer was bij eiseres werkzaam als heftruckchauffeur voor 37,50 uur per week. Op 1 augustus 2019 heeft hij zich ziekgemeld voor zijn werkzaamheden. Het dienstverband is per 5 augustus 2019 verbroken, waarna het UWV de ex-werknemer ziekengeld op grond van de Ziektewet heeft toegekend.
2. De ex-werknemer heeft een aanvraag voor een uitkering op grond van de Wet WIA gedaan. Het UWV heeft na een medisch en arbeidskundig onderzoek de besluiten genomen die in de inleiding zijn genoemd.

Wat vindt het UWV

3. Het UWV vindt dat de ex-werknemer op 29 juli 2022 volledig, maar niet duurzaam arbeidsongeschikt is en heeft daarom besloten om met ingang van diezelfde datum een loongerelateerde WGA-uitkering toe te kennen.
4. Het UWV heeft de medische grondslag van het bestreden besluit gebaseerd op de rapporten van een verzekeringsarts bezwaar en beroep (verzekeringsarts B&B) van 3 februari 2022 en 11 maart 2022
.De verzekeringsarts B&B heeft de medische belastbaarheid van de ex-werknemer in bezwaar aangescherpt en opgenomen in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 11 maart 2022.
5. Het UWV heeft de arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit gebaseerd op de rapporten van een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep (arbeidsdeskundige B&B) van 14 maart 2022 en 26 april 2022
.

Wat vindt eiseres

6. Eiseres is het niet eens met het UWV. Zij stelt dat een uitkering in verband met de Inkomensverzekering volledig en duurzaam arbeidsongeschikten (IVA) toegekend had moeten worden. Ten aanzien van de duurzaamheid merkt eiseres op dat de verzekeringsarts B&B niet de duurzaamheid van alle diagnosecodes heeft besproken, maar van een enkele klacht (met bijbehorende beperkingen). Volgens eiseres had de verzekeringsarts B&B per diagnosecode de verwachte verbetering moeten aangeven. Verder vraagt eiseres zich af wat de reële mogelijkheden zijn, gezien de comorbiditeit, leeftijd, taalvaardigheid en opleiding van de ex-werknemer.

Wat vindt de rechtbank

7. Om in aanmerking te komen voor een IVA-uitkering moet vast komen te staan dat de ex-werknemer volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is. Op grond van artikel 4, eerste lid, van de Wet WIA is iemand volledig en duurzaam arbeidsongeschikt, wanneer diegene als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte of gebrek duurzaam slechts in staat is om met arbeid ten hoogste 20% te verdienen van het maatmaninkomen per uur. Op grond van het tweede lid van dit artikel wordt onder duurzaam verstaan een medisch stabiele of verslechterende situatie. Op grond van het derde lid van dit artikel wordt onder duurzaam mede verstaan een medische situatie waarbij op lange termijn een geringe kans op herstel bestaat.
8. Niet in geschil is dat er sprake is van volledige arbeidsongeschiktheid. De arbeidskundige B&B heeft vastgesteld dat de ex-werknemer op 29 juli 2021 volledig arbeidsongeschikt is. Het geschil gaat uitsluitend over de duurzaamheid van de beperkingen.
9. De vraag is of het UWV terecht stelt dat eiser volledig, maar niet duurzaam arbeidsongeschikt is. De rechtbank moet die vraag beantwoorden aan de hand van wat eiseres daartegen in heeft gebracht. Een belangrijk punt is dat het gaat om de medische situatie ten tijde van 29 juli 2021.
Medische grondslag van het bestreden besluit
De beoordeling van de duurzaamheid
10. De rechtbank is van oordeel dat het UWV voldoende heeft gemotiveerd dat er geen sprake is van duurzaamheid van de volledige arbeidsongeschiktheid en overweegt daartoe als volgt. De verzekeringsarts B&B heeft ten aanzien van de duurzaamheid toegelicht dat de belastbaarheid kan verbeteren, nu de ex-werknemer recent is geopereerd. Dit kan verbetering opleveren ten aanzien van het hand- en vingergebruik en de schroefbewegingen van de arm. De verzekeringsarts B&B en de arbeidsdeskundige B&B geven na onderling overleg elk in hun rapport aan dat diverse functies op deze beperkingen zijn verworpen. Hierdoor is er geen sprake van duurzame arbeidsongeschiktheid. Anders dan eiseres vindt de rechtbank niet dat de verzekeringsarts B&B voor iedere diagnose dient te motiveren welke verbetering verwacht wordt. Van belang is dat de belastbaarheid van de ex-werknemer met de verbetering van een of meer klachten dusdanig toeneemt dat er geen sprake meer is van volledige arbeidsongeschiktheid. De rechtbank begrijpt de toelichting van de verzekeringsarts B&B en arbeidsdeskundige B&B zo dat met verbetering van de klachten na de operatie een dergelijke toename van de belastbaarheid verwacht wordt. De verwachte verbetering van de klachten en beperkingen is overigens door eiseres ook niet betwist. Voor zover eiseres een beroep doet op de leeftijd, taalvaardigheid en opleidingsniveau van de ex-werknemer overweegt de rechtbank dat deze factoren geen invloed hebben op de duurzaamheid. Daarbij speelt namelijk alleen de medische situatie een rol. De door eiseres genoemde factoren kunnen niet meegewogen worden. Ten aanzien van de comorbiditeit overweegt de rechtbank dat de arbeidsdeskundige B&B voldoende heeft gemotiveerd dat er nog voldoende passende functies zijn te duiden met de overige beperkingen van de ex-werknemer, wanneer de klachten en beperkingen na de operatie verminderd zijn.

Conclusie en gevolgen

11. Het UWV heeft terecht besloten dat de ex-werknemer volledig, maar niet duurzaam arbeidsongeschikt is en daarmee niet in aanmerking komt voor een IVA-uitkering.
12. Het beroep van eiseres is ongegrond. Dit betekent dat zij geen gelijk krijgt. Omdat eiseres in beroep geen gelijk krijgt de door haar gemaakte proceskosten of het betaalde griffierecht niet vergoed.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan op 27 maart 2023 door mr. M.A. Broekhuis, rechter, in aanwezigheid van mr. Y.A.J. van Egmond, griffier.
griffier
rechter
De uitspraak is verzonden op
en zal binnen een week na deze datum openbaar gemaakt worden door publicatie op rechtspraak.nl.

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.