ECLI:NL:RBGEL:2023:1746

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
5 april 2023
Publicatiedatum
28 maart 2023
Zaaknummer
C/05/412210 / HZ ZA 22-351
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheidsincident toepasselijkheid Algemene Voorwaarde forumkeuzebeding

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, op 29 maart 2023 een vonnis gewezen in een incident betreffende de bevoegdheid van de rechtbank. De eiseres, Agrifirm NWE B.V., heeft een vordering ingesteld tegen een maatschap van gedaagden, waarbij zij betaling van openstaande facturen vordert. De gedaagden hebben in het incident gevorderd dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart en de zaak verwijst naar de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden. Agrifirm voert verweer en stelt dat de algemene voorwaarden van toepassing zijn, inclusief een forumkeuzebeding dat de bevoegdheid van de rechtbank Gelderland bevestigt.

De rechtbank heeft de stellingen van beide partijen beoordeeld. Agrifirm heeft aangevoerd dat er een langdurige handelsrelatie bestaat en dat de algemene voorwaarden herhaaldelijk zijn toegepast in de transacties tussen partijen. De rechtbank oordeelt dat de algemene voorwaarden op enig moment toepasselijk zijn geworden, gezien de hoeveelheid facturen en de herhaalde verwijzingen naar de voorwaarden. De rechtbank concludeert dat de gedaagden de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden hebben aanvaard door hun langdurige samenwerking en het niet betwisten van de voorwaarden.

De rechtbank wijst de vorderingen van de gedaagden af en veroordeelt hen in de proceskosten van het incident. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad en de hoofdzaak zal op 10 mei 2023 weer op de rol komen voor conclusie van antwoord in reconventie aan de zijde van Agrifirm.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zutphen
zaaknummer / rolnummer: C/05/412210 / HZ ZA 22-351
Vonnis in incident van 29 maart 2023
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
AGRIFIRM NWE B.V.,
gevestigd te Apeldoorn,
eiseres in conventie in de hoofdzaak,
verweerster in reconventie in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. N.E. Koelemaij te Assen,
tegen
1.
[maatschap gedaagden],
gevestigd te [woonplaats],
2.
[gedaagde 2],
wonende te [woonplaats],
3.
[gedaagde 3],
wonende te [woonplaats],
gedaagden in conventie in de hoofdzaak,
eisers in reconventie in de hoofdzaak,
eisers in het incident,
advocaat mr. J.R.L. van Gasteren te Leusden.
Partijen zullen hierna Agrifirm en [gedaagden in conventie (hoofdzaak)] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de conclusie van antwoord tevens houdende de incidentele vordering tot onbevoegdverklaring tevens eis in reconventie
  • de incidentele conclusie van antwoord.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.De beoordeling in het incident

2.1.
[gedaagden in conventie (hoofdzaak)] vordert dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart en de zaak verwijst naar de rechtbank Noord Nederland, locatie Leeuwarden (artikel 99 van het wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) jo. 110 lid 2 Rv). Agrifirm voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
2.2.
Agrifirm is een producent en leverancier van landbouwbenodigdheden, waaronder veevoeder. Daarnaast verricht Agrifirm onder de handelsnaam Exlan advieswerkzaamheden.
2.3.
[gedaagden in conventie (hoofdzaak)] drijft een agrarische onderneming in de vorm van een maatschap (gedaagde sub 1) waarvan gedaagde sub 2 en gedaagde sub 3 de maten zijn.
2.4.
In de hoofdzaak vordert Agrifirm betaling van openstaande facturen over de periode 12 mei 2020 tot en met 5 mei 2022 met een totaalbedrag van € 142.755,39.
2.5.
Het geschil in dit incident komt neer op de vraag of de algemene voorwaarden van Agrifirm (hierna: de algemene voorwaarden) op de rechtsverhouding tussen Agrifirm en [gedaagden in conventie (hoofdzaak)] van toepassing zijn. Als dit het geval is, dan is deze rechtbank bevoegd in de hoofdzaak gelet op het forumkeuzebeding in de algemene voorwaarden en artikel 108 lid 1 jo. lid 3 Rv. Wanneer de algemene voorwaarden geen deel uitmaken van de overeenkomst(en) tussen Agrifirm en [gedaagden in conventie (hoofdzaak)] is, gelet op de woonplaats van [gedaagden in conventie (hoofdzaak)], de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden de enige bevoegde rechter (artikel 99 Rv).
2.6.
De toepasselijkheid van algemene voorwaarden wordt overeengekomen door aanbod en aanvaarding (artikel 6:217 van het Burgerlijk Wetboek (BW)). Van aanvaarding is tevens sprake als een partij het gerechtvaardigd vertrouwen heeft gewekt dat hij het aanbod heeft aanvaard (artikel 3:35 BW). [gedaagden in conventie (hoofdzaak)] betwist dat Agrifirm de toepasselijkheid van algemene voorwaarden heeft aangeboden en dat hij deze toepasselijkheid heeft aanvaard. Daartoe voert [gedaagden in conventie (hoofdzaak)] ten eerste aan dat er geen schriftelijke overeenkomst is. Het enkel ontbreken van een schriftelijke overeenkomst kan echter niet leiden tot het oordeel dat er geen algemene voorwaarden zijn overeengekomen. Tenzij de wet anders bepaalt, kunnen aanbod en aanvaarding namelijk op iedere manier geschieden (artikel 3:33 BW jo. artikel 3:37 BW). Artikel 6:231 onder c BW bepaalt daarnaast expliciet dat aanvaarding van algemene voorwaarden geschiedt door ondertekening of door een andere wijze van aanvaarding. Ten tweede voert [gedaagden in conventie (hoofdzaak)] aan dat van aanvaarding geen sprake is als de gebruiker pas voor het eerst op de factuur naar algemene voorwaarden verwijst, omdat een dergelijke verwijzing de overeenkomst niet achteraf eenzijdig kan aanvullen. Op zich is het juist dat een overeenkomst achteraf niet eenzijdig aangevuld kan worden. In zijn algemeenheid kan echter niet gezegd worden dat algemene voorwaarden nooit (ook niet later) van toepassing kunnen zijn als hier, als dat al juist is, voor het eerst naar is verwezen in een factuur. Bij de beantwoording van de vraag of de algemene voorwaarden deel uitmaken van de tussen partijen gesloten overeenkomst komt het namelijk aan op alle omstandigheden van het geval (vlg. Hoge Raad 9 oktober 2015, ECLI:NL:HR:2015:3013).
2.7.
Agrifirm legt de volgende omstandigheden ten grondslag aan haar stellingen. Partijen doen al jarenlang zaken met elkaar, naar de rechtbank begrijpt sinds in ieder geval 2011. Agrifirm heeft in die tijd honderden facturen aan [gedaagden in conventie (hoofdzaak)] verstuurd. De algemene voorwaarden zijn met zeer grote regelmaat op de voorzijde van de facturen van toepassing verklaard en zij stonden op de achterzijde integraal afgedrukt dan wel werden (bij digitale verzending van de factuur) als extra bladzijde aan de factuur toegevoegd. [gedaagden in conventie (hoofdzaak)] is daar nooit tegen opgekomen. Toepasselijkheid van de algemene voorwaarden en het forumkeuzebeding is een duurzaam bestendig beding in de bestendige handelsrelatie tussen partijen geworden. Er kan dus vanuit worden gegaan dat [gedaagden in conventie (hoofdzaak)] de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden heeft aanvaard. Gezien de hoeveelheid aan transacties/facturen (met herhaalde verwijzing naar/toezending van de algemene voorwaarden), zijn de algemene voorwaarden in ieder geval toepasselijk geworden op latere transacties in de reeks, aldus Agrifirm. Ter onderbouwing van haar stellingen heeft Agrifirm ± 42 (kopieën van) facturen aan [gedaagden in conventie (hoofdzaak)] met verwijzing naar de algemene voorwaarden en ± 7 (kopieën van) facturen aan [gedaagden in conventie (hoofdzaak)] waarbij de algemene voorwaarden zijn bijgevoegd in het geding gebracht.
2.8.
Voorgaande in acht genomen is de rechtbank van oordeel dat de algemene voorwaarden in ieder geval op enig moment afgelopen decennium toepasselijk zijn geworden op de rechtsverhouding tussen partijen. Agrifirm heeft tientallen facturen in het geding gebracht waarop wordt vermeld dat op alle overeenkomsten die Agrifirm aangaat haar algemene voorwaarden van toepassing zijn. Aangezien [gedaagden in conventie (hoofdzaak)] daarnaast een professionele partij is en het niet ongebruikelijk is dat in dergelijke handelsrelaties algemene voorwaarden van toepassing zijn, had [gedaagden in conventie (hoofdzaak)] moeten begrijpen dat Agrifirm de wil had om haar algemene voorwaarden op de overeenkomst van toepassing te laten zijn. Doordat [gedaagden in conventie (hoofdzaak)] niet is opgekomen tegen de verklaringen van Agrifirm op de facturen en de samenwerking nog jarenlang liet voortduren na ontvangst van deze facturen, mocht Agrifirm er gerechtvaardigd op vertrouwen dat [gedaagden in conventie (hoofdzaak)] de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden heeft aanvaard. Aan voorgaande doet niet af dat [gedaagden in conventie (hoofdzaak)] al dan niet ook facturen heeft ontvangen waarop niet werd verwezen naar de algemene voorwaarden. [gedaagden in conventie (hoofdzaak)] heeft zoveel facturen ontvangen waarop wel wordt verwezen naar de algemene voorwaarden dat hij niet uit het enkele feit dat sommige facturen geen verwijzing hadden, mocht opmaken dat Agrifirm toch niet (meer) de wil had om de algemene voorwaarden van toepassing te laten zijn op de overeenkomsten tussen partijen.
2.9.
[gedaagden in conventie (hoofdzaak)] heeft nog aangevoerd dat de facturen die Agrifirm in het geding heeft gebracht herhalingsafdrukken zijn met een andere lay-out. Voor zover [gedaagden in conventie (hoofdzaak)] daarmee heeft willen zeggen dat de facturen die Agrifirm in het geding heeft gebracht niet overeenkomen met de facturen die hij heeft ontvangen, had het op zijn weg gelegen om deze betwisting nader te motiveren. Bijvoorbeeld door het in het geding brengen van één of meerdere originele facturen die, met betrekking tot de verwijzing naar de algemene voorwaarden, afwijken van de facturen die Agrifirm in het geding heeft gebracht. De enkele losse opmerking van [gedaagden in conventie (hoofdzaak)] dat Agrifirm herhalingsafdrukken in het geding heeft gebracht is onvoldoende om te concluderen dat de herhalingsafdrukken niet overeenkomen met de facturen die [gedaagden in conventie (hoofdzaak)] heeft ontvangen, althans wat betreft de tekst ten aanzien van de algemene voorwaarden.
2.10.
Subsidiair doet [gedaagden in conventie (hoofdzaak)] een beroep op vernietiging forumkeuzebeding omdat hij onvoldoende kennis heeft kunnen nemen van de algemene voorwaarden (artikel 6:233 lid 2 BW). Volgens Agrifirm stonden de algemene voorwaarden afgedrukt op de achterzijde van de facturen die [gedaagden in conventie (hoofdzaak)] tot 1 september 2021 per post ontving en heeft [gedaagden in conventie (hoofdzaak)] de algemene voorwaarden daarna herhaaldelijk digitaal ontvangen. Agrifirm heeft 7 digitale facturen aan [gedaagden in conventie (hoofdzaak)] in het geding gebracht met als extra pagina de algemene voorwaarden. Voor zover de algemene voorwaarden niet bij de allereerste samenwerking tussen partijen ter hand zijn gesteld, is voldoende gebleken dat de samenwerking tussen partijen, waaronder de samenwerking waaruit de in de hoofdzaak ter beoordeling liggende facturen voortvloeien, nog langere tijd heeft voortgeduurd nadat [gedaagden in conventie (hoofdzaak)] van de algemene voorwaarden kennis heeft kunnen nemen omdat deze herhaaldelijk aan hem waren toegezonden. Voorgaande in acht genomen heeft Agrifirm aldus voordat de overeenkomsten die ter discussie staan in de hoofdzaak waren aangevangen, [gedaagden in conventie (hoofdzaak)] voldoende gelegenheid geboden om van de algemene voorwaarden kennis te nemen. In het licht van de gemotiveerde betwisting van Agrifirm heeft [gedaagden in conventie (hoofdzaak)] onvoldoende gesteld dat zij ten aanzien van de afspraken die ter grondslag lagen aan de ter discussie staande facturen onvoldoende kennis heeft kunnen nemen van de algemene voorwaarden. Daarbij is mede in overweging genomen dat het om een langdurige zakelijke samenwerking tussen professionele partijen gaat, waarbij het niet ongebruikelijk is dat gebruik wordt gemaakt van algemene voorwaarden. Voorgaande in acht genomen is deze rechtbank op grond van artikel 12.3 van de algemene voorwaarden bevoegd. De vorderingen in incident worden daarom afgewezen.
2.11.
[gedaagden in conventie (hoofdzaak)] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van het incident worden veroordeeld.

3.De beslissing

De rechtbank
in het incident
3.1.
wijst het gevorderde af,
3.2.
veroordeelt [gedaagden in conventie (hoofdzaak)] in de kosten van het incident, aan de zijde van Agrifirm tot op heden begroot op € 598,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de veertiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
3.3.
veroordeelt [gedaagden in conventie (hoofdzaak)] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 173,00 aan salaris gemachtigde, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [gedaagden in conventie (hoofdzaak)] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 90,00 aan salaris gemachtigde en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
3.4.
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
in de hoofdzaak
3.5.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
10 mei 2023voor conclusie van antwoord in reconventie aan de zijde van Agrifirm.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.M.K.J. Steketee en in het openbaar uitgesproken op 29 maart 2023.
LS/MS