ECLI:NL:RBGEL:2023:1735

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
28 maart 2023
Publicatiedatum
28 maart 2023
Zaaknummer
05/222566-21
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van oplichting door een gemeenteambtenaar met valse facturen

Op 28 maart 2023 heeft de Rechtbank Gelderland in Arnhem uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van oplichting van de gemeenten Tiel en Culemborg. De verdachte, geboren in 1979 in Duitsland en woonachtig in Nederland, heeft samen met een medeverdachte valse facturen opgemaakt en ingediend bij de gemeenten, waardoor zij in totaal € 143.807,64 hebben verkregen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, als ambtenaar, misbruik heeft gemaakt van zijn positie door valse facturen te creëren en deze te laten betalen door de gemeenten. De verdachte heeft een bekennende verklaring afgelegd en heeft de intentie uitgesproken om de schade te vergoeden. De rechtbank heeft een voorwaardelijke gevangenisstraf van negen maanden opgelegd, met een proeftijd van drie jaar, en een taakstraf van 240 uren. Daarnaast zijn er schadevergoedingen toegewezen aan de gemeenten Tiel en Culemborg, respectievelijk € 101.473,62 en € 16.609,40, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn ontslag en de impact op zijn gezin.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/222566-21
Datum uitspraak : 28 maart 2023
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[Verdachte],
geboren op [Geboortedatum] 1979 in [Geboorteplaats] (Duitsland),
wonende aan de [Adres] .
Raadsman: mr. J.P.A. van Schaik, advocaat in Veenendaal.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na toewijzing van een vordering tot wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 7 oktober 2014 tot 18 juni 2019 in de gemeente Tiel, althans in Nederland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, en/of alleen,
(telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of
door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
de gemeente Tiel heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten
afgifte van (in totaal)
- € 100.933,15 ( aan [Bedrijfsnaam] BV) en/of
- € 21.849,93 ( [Bedrijfsnaam] BV),
althans (een) geldbedrag(en)
door tezamen en in vereniging en/of alleen (een) factu(u)ren, voorzien van
- factuurnummer 2014 0128 /factuurdatum: 07-10-14 en/of
- factuurnummer 2014 0138 /factuurdatum: 30-10-14 en/of
- factuurnummer 2015 0132/factuurdatum: 20-03-15 en/of
- factuurnummer 2015 0673/factuurdatum : 12-11-15 en/of
- factuurnummer 150078/factuurdatum: 15-02-'16 en/of
- factuurnummer 150084/ factuurdatum: 10-03-16 en/of
- factuurnummer 150089/factuurdatum: 30-03-16 en/of
- factuurnummer 150258/factuurdatum: 19-9-2016 en/of
- factuurnummer 170028/ factuurdatum: 16-01-17 en/of
- factuurnummer 170463 /factuurdatum:10-07-17 en/of
- factuurnummer 20180064/factuurdatum: 05-04-18 en/of
- factuurnummer 20190027/datum: 15-02-2019 en/of
- factuurnummer 20190090/datum: 23-05-2019
op te maken welke in strijd met de waarheid suggereren dat [Bedrijfsnaam] BV en/of
[Bedrijfsnaam] BV diensten heeft/hebbben geleverd aan de gemeente Tiel en/of
akkoord te geven voor de betaling van die factuur/facturen en/of die
factuur/facturen door te sturen voor betaling;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij of een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 7 oktober 2014 tot
18 juni 2019 in de gemeente Tiel, althans in Nederland,
een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten (een)
factu(ur)en), voorzien van
- factuurnummer 2014 0128 /factuurdatum: 07-10-14 en/of
- factuurnummer 2014 0138 /factuurdatum: 30-10-14 en/of
- factuurnummer 2015 0132/factuurdatum: 20-03-15 en/of
- factuurnummer 2015 0673/factuurdatum : 12-11-15 en/of
- factuurnummer 150078/factuurdatum: 15-02-'16 en/of
- factuurnummer 150084/ factuurdatum: 10-03-16 en/of
- factuurnummer 150089/factuurdatum: 30-03-16 en/of
- factuurnummer 150258/factuurdatum: 19-9-2016 en/of
- factuurnummer 170028/ factuurdatum: 16-01-17 en/of
- factuurnummer 170463 /factuurdatum:10-07-17 en/of
- factuurnummer 20180064/factuurdatum: 05-04-18 en/of
- factuurnummer 20190027/datum: 15-02-2019 en/of
- factuurnummer 20190090/datum: 23-05-2019
valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst door (in strijd met de waarheid) in die
factu(u)r(en)te vermelden dat [Bedrijfsnaam] BV en/of [Bedrijfsnaam] BV diensten
heeft/hebben geleverd aan de gemeente Tiel
(telkens) met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken of door
anderen te doen gebruiken;
2
hij in of omstreeks de periode van 6 februari 2020 tot en met 19 maart 2020 in de
gemeente Culemborg, althans in Nederland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of
door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
de gemeente Culemborg heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten
afgifte van € 21.024,56 , althans een geldbedrag
door tezamen en in vereniging, althans alleen een factuur (factuurnummer
20200018, datum: 11-02-2020) op te maken welke in strijd met de waarheid
suggereert dat [Bedrijfsnaam] BV diensten heeft geleverd aan de gemeente
Culemborg en/of akkoord te geven voor de betaling van die factuur en/of die
factuur door te sturen voor betaling;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 6 februari 2020 tot en met 19 maart 2020
in de gemeente Culemborg, althans in Nederland
tezamen in vereniging met een ander, althans alleen
een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten een
factuur (factuur 20200018, datum: 11-02-2020)
valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst, door
in strijd met de waarheid) in die factuur te vermelden dat [Bedrijfsnaam] BV
diensten heeft/hebben geleverd aan de gemeente Culemborg
met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te
doen gebruiken.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Ten aanzien van feit 1, primair
Bekennende verdachte
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [Aangever 1] (namens de gemeente Tiel),
p. ZD01-013 t/m ZD01-016;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 14 maart 2023.
Ten aanzien van feit 2, primair
Bekennende verdachte
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [Aangever 2] (namens de gemeente Culemborg), p. ZD02-011 t/m ZD02-012;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 14 maart 2023.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1
hij
op een of meer tijdstippenin
of omstreeksde periode van
7 oktober 2014 tot en met 18 juni 2019 in de gemeente Tiel,
althans in Nederland
tezamen en in vereniging met een
of meerander
en,
en/of alleen,
(telkens
)met het oogmerk om zich en
/ofeen ander wederrechtelijk te bevoordelen
door
het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of
doorlistige kunstgrepen
en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
de gemeente Tiel heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten
afgifte van
(in totaal
)
- € 100.933,15 ( aan [Bedrijfsnaam] BV) en
/of
- € 21.849,93 ( [Bedrijfsnaam] BV),
althans (een) geldbedrag(en)
door tezamen en in vereniging
en/of alleen (een)factu
(u)ren, voorzien van
- factuurnummer 2014 0128 /factuurdatum: 07-10-14 en
/of
- factuurnummer 2014 0138 /factuurdatum: 30-10-14 en
/of
- factuurnummer 2015 0132/factuurdatum: 20-03-15 en
/of
- factuurnummer 2015 0673/factuurdatum : 12-11-15 en
/of
- factuurnummer 150078/factuurdatum: 15-02-
'16 en
/of
- factuurnummer 150084/ factuurdatum: 10-03-16 en
/of
- factuurnummer 150089/factuurdatum: 30-03-16 en
/of
- factuurnummer 150258/factuurdatum: 19-9-2016 en
/of
- factuurnummer 170028/ factuurdatum: 16-01-17 en
/of
- factuurnummer 170463 /factuurdatum:10-07-17 en
/of
- factuurnummer 20180064/factuurdatum: 05-04-18 en
/of
- factuurnummer 20190027/datum: 15-02-2019 en
/of
- factuurnummer 20190090/datum: 23-05-2019
op te maken welke in strijd met de waarheid suggereren dat [Bedrijfsnaam] BV en/of
[Bedrijfsnaam] BV diensten
heeft/hebben geleverd aan de gemeente Tiel en
/of
akkoord te geven voor de betaling van die
factuur/facturen en
/ofdie
factuur/facturen door te sturen voor betaling;
2
hij in
of omstreeksde periode van 6 februari 2020 tot en met 19 maart 2020 in de
gemeente Culemborg,
althans in Nederland
tezamen en in vereniging met een
of meerander
en,
en/of alleen,
met het oogmerk om zich en
/ofeen ander wederrechtelijk te bevoordelen
door
het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of
doorlistige kunstgrepen
en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
de gemeente Culemborg heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten
afgifte van € 21.024,56,
althans een geldbedrag
door tezamen en in vereniging
, althans alleeneen factuur (factuurnummer
20200018, datum: 11-02-2020) op te maken welke in strijd met de waarheid
suggereert dat [Bedrijfsnaam] BV diensten heeft geleverd aan de gemeente
Culemborg en
/ofakkoord te geven voor de betaling van die factuur en
/ofdie
factuur door te sturen voor betaling.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten en/of omissies voorkomen, zijn die fouten/omissies verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1, primair:
medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd;
Ten aanzien van feit 2, primair:
medeplegen van oplichting.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vier maanden, met een proeftijd van twee jaar en een taakstraf van 200 uren te vervangen door 100 dagen hechtenis.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht af te zien van de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf en de rechtbank in overweging gegeven om, indien zij een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend en het gat tussen een gevangenisstraf en een werkstraf van 240 uren te groot zou vinden, een werkstraf van 480 uur op te leggen, hoewel een werkstraf van minder grote omvang meer recht zou doen aan de persoonlijke situatie van verdachte.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van oplichting van de gemeente Tiel en de gemeente Culemborg. Verdachte had als ambtenaar de leiding over verschillende projecten en het daarbij beschikbaar gestelde budget. Hij stelde met door zijn medeverdachte aangeleverde factuurnummers, bedrijfsgegevens en bankrekeningnummers zelf de valse facturen samen, voerde deze in de systemen van de gemeenten in en accordeerde de valse facturen vervolgens zelf of liet dat door een ander doen, waarna de gemeenten tot betaling overgingen op een bankrekening waartoe de medeverdachte toegang had. De medeverdachte haalde vervolgens het geld van de rekening, of liet dat doen, waarna zij beiden het geld contant verdeelden. Verdachte heeft hiermee samen met de medeverdachte de gemeenten een totaalbedrag van € 143.807,64 afhandig gemaakt over een periode van ongeveer 5,5 jaar.
Van een gemeenteambtenaar mag in het bijzonder verwacht worden dat hij zorgvuldig omgaat met de gemeentekas. Het geld dat daarin zit, is geld van de samenleving en alle burgers moeten erop kunnen vertrouwen dat dit geld wordt besteed aan doeleinden die in het belang van de gemeente zijn. Verdachte heeft dit geld echter gebruikt om zichzelf en de medeverdachte te verrijken. De rechtbank rekent het hem aan dat hij gedurende een zeer lange periode ernstig misbruik heeft gemaakt van het vertrouwen dat hem als gemeenteambtenaar toekwam. Gelet hierop, en gezien de zeer gewiekste wijze waarop de oplichting is gepleegd, het klaarblijkelijke gemak waarmee dit jarenlang heeft voortgeduurd en de omvang van de benadeling van de beide gemeenten, zou oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zonder meer gerechtvaardigd zijn.
De rechtbank weegt echter in strafmatigende zin mee dat verdachte direct een bekennende verklaring heeft afgelegd en de intentie heeft uitgesproken om alle door hem gemaakte schade te vergoeden. Hiermee toont verdachte aan dat hij het laakbare van zijn gedrag inziet. Verder is verdachte reeds indringend geconfronteerd met de gevolgen van zijn strafbare handelen. Hij is op staande voet ontslagen en hij is met zijn gezin (met nog jonge kinderen) genoodzaakt de (conservatoir beslagen) woning te verkopen en elders te gaan wonen. Duidelijk is dat de strafzaak een grote impact heeft gehad (en nog heeft) op verdachte en zijn gezin. Positief is dat verdachte inmiddels een nieuwe baan heeft gevonden en daarmee inkomen genereert. Voorts is verdachte een zogenoemde ‘first offender’. Hij heeft geen relevant strafblad.
De rechtbank heeft bovendien acht geslagen op het reclasseringsrapport van 30 september 2022. De reclassering adviseert om een taakstraf op te leggen. Door oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zou verdachte mogelijk zijn baan verliezen waardoor hij niet in staat zou zijn de gemeenten volledig te compenseren voor de geleden schade. Ook de rechtbank acht het van belang dat verdachte de (mede) door hem toegebrachte schade terugbetaalt aan de gemeenten.
Gelet op de voornoemde persoonlijke omstandigheden van verdachte, afgezet tegen de ernst van de bewezen verklaarde feiten, acht de rechtbank passend een voorwaardelijke gevangenisstraf van negen maanden, met een proeftijd van drie jaren. Deze voorwaardelijke straf dient als zogenoemde ‘stok achter de deur’ om zoveel als mogelijk te waarborgen dat verdachte niet opnieuw strafbare feiten zal plegen. Daarnaast zal de rechtbank aan verdachte de maximale taakstraf van 240 uren opleggen.

8.De beoordeling van de civiele vorderingen

Benadeelde partij gemeente Tiel
Namens de gemeente Tiel als benadeelde partij heeft [Aangever 1] in verband met feit 1 primair een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 101.473,62 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen en vordert de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering kan worden toegewezen. Wel heeft de verdediging verzocht af te zien van oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Overweging van de rechtbank
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. Voor deze schade is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk.
De rechtbank overweegt dat de vordering niet is betwist. De vordering is verder voldoende onderbouwd en komt redelijk voor. De rechtbank zal de vordering van € 101.473,62 daarom in het geheel toewijzen.
Verdachte is vanaf 18 juni 2019 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
Verdachte en de medeverdachte zijn voor dit bedrag ieder hoofdelijk aansprakelijk. Verdachte hoeft niet meer te betalen indien en voor zover zijn medeverdachte dit schadebedrag heeft vergoed.
De rechtbank ziet geen aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. De gemeente Tiel is een publieke rechtspersoon die in staat moet worden geacht zelf de incasso van de toegewezen vordering ter hand te nemen.
Benadeelde partij gemeente Culemborg
Namens de gemeente Culemborg als benadeelde partij heeft [Benadeelde] in verband met feit 2 primair een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 21.024,56 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk kan worden toegewezen tot een bedrag van € 16.609,40 aan materiële schade. Dit betreft het door de benadeelde partij aangevoerde bedrag minus 21% btw. Ter terechtzitting is namens de gemeente Culemborg kenbaar gemaakt dat dit juist is.
De verdediging heeft zich aangesloten bij het standpunt van de officier van justitie.
Overweging van de rechtbank
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. Voor deze schade is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk.
De rechtbank overweegt dat de vordering inhoudelijk niet is betwist, maar dat van dit bedrag 21% btw dient te worden afgetrokken. De vordering is verder voldoende onderbouwd en komt redelijk voor.
De rechtbank zal de vordering daarom gedeeltelijk toewijzen tot een bedrag van (€ 21.024,56 - € 4.415,16 =) € 16.609,40. De rechtbank zal de vordering voor het overige afwijzen.
Verdachte is vanaf 20 februari 2020 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
Verder zijn verdachte en de medeverdachte voor dit bedrag ieder hoofdelijk aansprakelijk. Verdachte hoeft niet meer te betalen indien en voor zover zijn medeverdachte dit schadebedrag heeft vergoed.
De rechtbank ziet geen aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. De gemeente Culemborg is een publieke rechtspersoon die in staat moet worden geacht zelf de incasso van de toegewezen vordering ter hand te nemen.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 47, 57 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstraf voor de duur van negen (9) maanden;
 bepaalt dat deze gevangenisstraf
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van drie (3) jaren niet heeft gehouden aan de volgende voorwaarde:
stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
 legt op een
taakstraf van 240 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 120 dagen;
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij gemeente Tiel
  • veroordeelt verdachte in verband met het onder feit 1, primair bewezenverklaarde tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij gemeente Tiel van € 101.473,62 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 juni 2019 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij J gemeente Culemborg
 veroordeelt verdachte in verband met het onder feit 2, primair bewezenverklaarde tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij gemeente Culemborg van € 16.609,40 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 februari 2020 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
 wijst de vordering tot vergoeding van materiële schade voor het overige af;
 veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul.
Dit vonnis is gewezen door mr. Ö. Sari (voorzitter), mr. K.A.M. van Hoof en mr. L.M. Vogel, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H. Jansen en mr. B. de Rooij, griffiers, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 28 maart 2023.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [Verbalisant] van de politie Eenheid Oost-Nederland, district Gelderland-Zuid, opgemaakte proces-verbaal, onderzoeksnummer ON5R021081, gesloten op 31 januari 2022, en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.