ECLI:NL:RBGEL:2023:1722

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
29 maart 2023
Publicatiedatum
28 maart 2023
Zaaknummer
05-298227-21
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opzettelijk aanwezig hebben van grote hoeveelheden harddrugs in woning met drugslaboratorium

Op 29 maart 2023 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die opzettelijk grote hoeveelheden harddrugs aanwezig had in haar woning, waar tevens een drugslaboratorium was ingericht. De verdachte, die samenwoonde met haar partner, werd beschuldigd van het opzettelijk aanwezig hebben van amfetamine, GHB, cocaïne en MDMA. Tijdens het onderzoek op 2 november 2021 trof de politie in de woning en de schuur aanzienlijke hoeveelheden drugs aan, evenals materialen die typisch zijn voor de productie van deze middelen. De rechtbank concludeerde dat de verdachte wetenschap had van de aanwezigheid van de drugs en dat zij feitelijke macht over deze middelen kon uitoefenen. Ondanks het feit dat de verdachte niet direct betrokken was bij de productie van de drugs, werd zij verantwoordelijk gehouden voor het opzettelijk aanwezig hebben van de middelen. De rechtbank oordeelde dat er geen bewijs was voor een nauwe en bewuste samenwerking met haar partner of medeverdachten, en sprak haar vrij van medeplegen. De verdachte werd veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden en een taakstraf van 180 uur.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/298227-21
Datum uitspraak : 29 maart 2023
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] .
Raadsman: mr. F.H.J. van Gaal, advocaat in Wijchen.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na toewijzing van een vordering tot wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
zij op of omstreeks 2 november 2021 te Nijmegen
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk
heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd
in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad
in een woning gelegen aan de [adres]
- ongeveer 44 kilo amfetamine, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine en/of
- ongeveer 485 liter GHB, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende
4-hydroxyboterzuur, zijnde 4-hydroxyboterzuur en/of
- ongeveer 2 kilo XTC, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende
3,4-methyleendioxymethamfethamine (MDMA), zijnde 3,4-methyleendioxymethamfethamine (MDMA),
- ongeveer 1,9 kilo cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne,
- ongeveer 23,5 kilo amfetamine-olie, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine,
(telkens) een middel/middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] op 2 november 2021 te Nijmegen,
met elkaar, althans één van hen,
opzettelijk
heeft/hebben geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd
in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad
in een woning gelegen aan de [adres]
- ongeveer 44 kilo amfetamine, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine en/of
- ongeveer 485 liter GHB, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende 4-hydroxyboterzuur, zijnde 4-hydroxyboterzuur en/of
- ongeveer 2 kilo XTC, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende 3,4-methyleendioxymethamfethamine (MDMA), zijnde 3,4-methyleendioxymethamfethamine (MDMA),
- ongeveer 1,9 kilo cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne,
- ongeveer 23,5 kilo amfetamine-olie, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine,
(telkens) een middel/middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte in of
omstreeks de periode van 1 september 2021 tot en met 2 november 2021, in elk geval op 2 november 2021 te Nijmegen,
meermalen, althans eenmaal
(telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door aan die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] voornoemde woning voor de teelt en/of bereiding en/of bewerking en/of verwerking en/of verstrekking en/of vervaardiging en/of voor het aanwezig hebben van voornoemde middelen ter beschikking te stellen.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair ten laste gelegde. Verdachte had, al dan niet in voorwaardelijk zin, opzet op het aanwezig hebben van de aangetroffen middelen. Zij heeft de middelen samen met haar partner [medeverdachte 2] in hun gezamenlijke woning opzettelijk aanwezig gehad. Het gaat in totaal om ruim 44 kilo amfetamine, 245,5 liter GHB, 320 gram MDMA, 1.120 gram cocaïne en 23,5 liter amfetamineolie. Mocht de rechtbank van oordeel zijn dat een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en [medeverdachte 2] ontbreekt, dan kan in ieder geval bewezen worden dat verdachte de middelen alleen opzettelijk aanwezig heeft gehad. Subsidiair stelt de officier van justitie zich op het standpunt dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan medeplichtigheid aan het aanwezig hebben van de aangetroffen middelen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat geen sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking. Verdachte heeft wellicht op enig moment een niet helemaal zuivere situatie laten voortbestaan door niet door te vragen en niet in te grijpen, maar dat is onvoldoende om tot een bewezenverklaring van medeplegen te komen. Ook het DNA-bewijs is onvoldoende redengevend, omdat niet vast te stellen is hoe en wanneer het DNA op de deurklink en de handschoen terecht is gekomen. Er is ook onvoldoende bewijs voor het opzettelijk aanwezig hebben van de middelen. Er kan niet met voldoende mate van zekerheid worden vastgesteld dat verdachte wist van de aanwezigheid van de middelen in de woning. Subsidiair heeft de raadsman bepleit dat de subsidiair ten laste gelegde medeplichtigheid evenmin kan worden bewezen. Daarvoor is namelijk dubbel opzet vereist. Er kan niet bewezen worden dat verdachte - al dan niet voorwaardelijk - opzet op het gronddelict, te weten de productie van de harddrugs, heeft gehad.
Beoordeling door de rechtbank
Drugslaboratorium [adres]
Het BRP-adres van verdachte en [medeverdachte 2] betreft de [adres] . [2] De LFO heeft onderzoek verricht in deze woning. Dit betreft een woning die deel uitmaakt van een rij geschakelde woningen. De woning bestond uit een begane grond met een woonkamer en open keuken, een eerste etage met een aantal (slaap)kamers en een zolder met een overloop en toegang tot twee kamers. In de achtertuin stonden drie schuurtjes. De schuur linksachter in de tuin was in gebruik voor de opslag van een aantal jerrycans. In de kinderkamer op de eerste verdieping waren diverse verpakkingen met chemicaliën opgeslagen, waaronder vermoedelijk natriumhydroxide (gootsteenontstopper) en GammaButyroLacton (GBL). Op de overloop op de zolder stonden goederen opgeslagen, waaronder diverse verpakkingen met verschillende verdovende middelen, flessen met zwavelzuur, jerrycans met vermoedelijk GBL en jerrycans (volle en met restanten) amfetaminebase (olie). Op de zolder was de linkerkamer ingericht ten behoeve van de vervaardiging c.q. verwerking van GHB en amfetaminesulfaat (pasta). In deze ruimte was met behulp van een kunststof frame, bestaande uit aan elkaar gekoppelde grijze PVC-buizen omwikkeld met dekzeilen, een afgescheiden ruimte gemaakt. De dekzeilen waren door middel van nietjes en klemmen aan elkaar bevestigd. Op de vloer lag ook een dekzeil met daarop onder andere gestapelde emmers die vervuild waren met wit poeder, een spatel, een garde en een ijsschep. Deze goederen waren kennelijk gebruikt voor het kristalliseren van amfetamineolie. Er stonden ook vier grote wijdmondvaten waarvan er twee vermoedelijk gevuld waren met GHB. In de ruimte stonden zeven jerrycans met GBL en emmers met natriumhydroxide, kennelijk ten behoeve van de vervaardiging van GHB. Achter de afgescheiden ruimte stond een diepvrieskist met daarin een groot aantal vacuüm sealzakken die waren gevuld met een wit poeder/pasta. Deze testten met het identificatieapparaat positief op amfetamine.
De conclusie van de LFO is dat de aangetroffen goederen en chemicaliën typisch zijn voor locaties waar synthetische drugs vervaardigd of bewerkt worden. De zolderruimte van de woning was zeer waarschijnlijk ingericht en gebruikt voor het op grote schaal vervaardigen c.q. bewerken van drugs, namelijk:
  • Het kristalliseren van amfetaminebase (olie) met behulp van methanol/ethanol en zwavelzuur in amfetaminesulfaat (pasta) waarna de amfetaminesulfaat werd versneden met de aanwezige cafeïne en
  • Het omzetten van GBL (GammaButyroLacton) met behulp van natriumhydroxide (gootsteenontstopper) in GHB.
De verpakkingen met vervaardigde amfetaminepasta werden opgeslagen in de diepvrieskist op de zolder en de verpakkingen met de vervaardigde GHB stonden onder andere opgeslagen in de schuur. [3]
Gelet op het voorgaande, stelt de rechtbank vast dat de linkerkamer op de zolderverdieping van de woning aan de [adres] was ingericht als drugslaboratorium waar amfetamine en GHB werden vervaardigd.
In de schuur linksachter in de tuin werd onder andere een witte jerrycan met een inhoud van 20 liter, geheel gevuld met een stroperige heldere vloeistof aangetroffen. Deze vloeistof is bemonsterd en voorzien van SIN-nummer AAMY7306NL. Het NFI heeft geconcludeerd dat dit monster een zout van GHB bevat. [4]
In de kast in de schuur linksachter in de tuin werd onder andere het volgende aangetroffen:
  • Een witte jerrycan met een inhoud van 20 liter, geheel gevuld met een heldere stroperige vloeistof. Van deze vloeistof is een monster genomen dat is voorzien van SIN-nummer AAMY7305NL. Het NFI heeft geconcludeerd dat dit monster een zout van GHB bevat;
  • Zeven witte jerrycans met een inhoud van 5 liter die allemaal geheel gevuld waren met organoleptisch dezelfde heldere stroperige vloeistof (totaal 35 liter). Van deze vloeistof werden aselect twee monsters genomen en voorzien van SIN-nummers AAMY7295NL en AAMY7296NL. Het NFI heeft geconcludeerd dat deze monsters een zout van GHB bevatten;
  • Drie witte jerrycans met een inhoud van 10 liter die allemaal geheel gevuld waren met organoleptisch dezelfde heldere stroperige vloeistof (totaal 30 liter). Van deze vloeistof werden aselect twee monsters genomen en voorzien van SIN-nummers AAMY7297NL en AAMY7298NL. Het NFI heeft geconcludeerd dat deze monsters een zout van GHB bevatten.
Op de overloop van de zolder werd onder andere het volgende aangetroffen:
- Een draagtas van de Action met daarin vier plastic bakjes, waaronder:
o Twee plastic bakjes met daarop de geschreven tekst ‘C2’, beide gevuld met hetzelfde witte poeder/brokken met de geur van cocaïne. In totaal bevatten de bakjes netto 800 gram van deze stof (120 en 680 gram). De stof is bemonsterd en voorzien van SIN-nummer AAMY0708NL. Het NFI heeft geconcludeerd dat deze stof cocaïne HCI bevat, het zoetzure zout van cocaïne;
o Een plastic bakje met daarop de geschreven tekst ‘MDMA’, gevuld met netto 320 gram bruine brokken kristallen met de geur van MDMA. De stof is bemonsterd en voorzien van SIN-nummer AAMY0706NL. Het NFI heeft geconcludeerd dat dit monster MDMA HCI bevat, het zoetzure zout van MDMA;
  • Een witte jerrycan met een inhoud van 10 liter en opschrift ‘A Maikel’, geheel gevuld met een geelkleurige olieachtige vloeistof met de geur van amfetamine. De stof testte met de identificatietest positief op amfetaminebase (olie). De stof is bemonsterd en voorzien van SIN-nummer AAMY0704NL. Het NFI heeft geconcludeerd dat dit monster amfetamine bevat;
  • Een witte jerrycan met een inhoud van 20 liter en opschrift ‘A Mai’, gevuld met een restant geelkleurige olieachtige vloeistof met de geur van amfetamine;
  • Een draagtas van de Jumbo met daarin onder andere:
o Een plastic schenkkan gevuld met geel poeder met de geur van amfetamine en een nettogewicht van 200 gram. Deze stof testte met de identificatietest positief op amfetamine;
o Een plastic schenkkan met daarin een plastic zakje gevuld met geel poeder en een briefje met de letter ‘V’. Het gele poeder had een nettogewicht van 100 gram en testte met de identificatietest positief op amfetamine;
o Een plastic schenkkan gevuld met geel poeder met de geur van amfetamine en een briefje met de letters ‘X’ en ‘V’. Het poeder had een nettogewicht van 1000 gram en testte met de identificatietest positief op amfetamine;
- Een zwarte draagtas met daarin onder andere een kunststof bakje met deksel gevuld met bruto 320 gram wit poeder met de geur van cocaïne. De stof testte indicatief positief op cocaïne. [6]
In de productieruimte op de zolder werd onder andere het volgende aangetroffen:
  • Vier witte jerrycans met de opschriften ‘Spa A’, ‘A-MAIK’, ‘A spa’ en ’10 l SPA’, waarvan er drie gevuld waren met een geelkleurige olieachtige vloeistof met de geur van amfetamine en er één gevuld was geweest met diezelfde vloeistof. Eén gevulde jerrycan had een inhoud van 10 liter, één van 2,5 liter en één van 1 liter. In totaal gaat het om 13,5 liter van een vloeistof die met de identificatietest positief testte op amfetaminebase;
  • Vier witte zuurkoolvaten (wijdmondvaten) met een inhoud van 65 liter, waarvan er twee vervuild waren en er twee waren gevuld met organoleptisch dezelfde stroperige heldere vloeistof. Het ene vat bevatte 50 liter vloeistof en het andere 60 liter (totaal 110 liter). De inhoud testte met de identificatietest positief op GHB. Van de vloeistof is een monster genomen en voorzien van SIN-nummer AAMY0703NL. Het NFI heeft geconcludeerd dat het monster GHB bevat;
  • Een jerrycan met een inhoud van 20 liter, gevuld met 3 liter heldere stroperige vloeistof. Deze vloeistof testte met de identificatietest positief op GHB;
  • Drie witte jerrycans, waarvan twee met een inhoud van 10 liter en één met een inhoud van 20 liter, alle gevuld met organoleptisch dezelfde heldere stroperige vloeistof. In totaal betreft het 30,5 liter vloeistof (één jerrycan met 0,5 liter, één met 10 liter en één met 20 liter). De vloeistof testte met de identificatietest positief op GHB.
In de vriezer in de productieruimte op de zolder werden meerdere afgesloten transparante plastic zakken aangetroffen die waren verdeeld over twee draadmanden bovenin de vriezer en de ruimte onderin de vriezer. In de linkermand werden in totaal 16 zakken aangetroffen die met zwarte inkt gemerkt waren met het getal ‘500’ en de letter ‘V’. De zakken werden verdeeld en voorzien van SIN-nummers AAMQ9899NL, AAMQ9901NL, AAHH5263NL en AAMH5262NL. In de rechtermand werden in totaal 18 zakken aangetroffen die met zwarte inkt gemerkt waren met het getal ‘500’ en de letter ‘X’. De zakken werden verdeeld en voorzien van SIN-nummers AAMQ9900NL, AAMQ9903NL, AAHH5264NL en AAHH5265NL. Links onderin de vriezer lagen 15,5 zakken die met zwarte inkt gemerkt waren. Het grootste deel was gemerkt met het getal ‘500’ en de letter ‘O’, een enkele zak was gemerkt met het getal ‘550’ en een enkele zak was gemerkt met de letter ‘P’. tussen de zakken lag een soortgelijk zakje met een kleinere hoeveelheid witte substantie die als half zakje is geteld. De zakken zijn verdeeld en voorzien van SIN-nummers AAMQ9906NL, AAHH5268NL, AAHH5266NL en AAHH5269NL. Verder bevonden zich onderin de vriezer twee zwarte geopende plastic zakken en een witte emmer met een geel deksel en de opdruk ‘Caustic soda’. De ene plastic zak bevatte elf kleine boterhamzakjes en de andere bevatte twee grote transparante zakken die met een witte substantie gevuld waren. De boterhamzakjes werden voorzien van SIN-nummer AAHH5271NL en de grote zakken van SIN-nummer AAHH5270NL. [8]
De in de vriezer aangetroffen middelen zijn onderzocht. Uit dit onderzoek is het volgende gebleken:
  • De partij met SIN-nummer AAMQ9899NL bevat bruto 976,65 gram van een stof die amfetamine bevat;
  • De partij met SIN-nummer AAMQ9901NL bevat bruto 496,60 gram van een stof die amfetamine bevat;
  • De partij met SIN-nummer AAHH5263NL bevat bruto 6.930 gram van een stof die amfetamine bevat;
  • De partij met SIN-nummer AAHH5262NL bevat bruto 3.580 gram van een stof die amfetamine bevat;
  • De partij met SIN-nummer AAMQ9900NL bevat bruto 490,46 gram van een stof die amfetamine bevat;
  • De partij met SIN-nummer AAMQ9903NL bevat bruto 203,55 gram van een stof die amfetamine bevat;
  • De partij met SIN-nummer AAHH5264NL bevat bruto 5.080 gram van een stof die amfetamine bevat;
  • De partij met SIN-nummer AAHH5265NL bevat bruto 6.990 gram van een stof die amfetamine bevat;
  • De partij met SIN-nummer AAMQ9906NL bevat bruto 475,59 gram van een stof die amfetamine bevat;
  • De partij met SIN-nummer AAHH5268NL bevat bruto 490,08 gram van een stof die amfetamine bevat;
  • De partij met SIN-nummer AAHH5266NL bevat bruto 5.060 gram van een stof die amfetamine bevat;
  • De partij met SIN-nummer AAHH5269NL bevat bruto 3.580 gram van een stof die amfetamine bevat;
  • De partij met SIN-nummer AAHH5271NL bevat bruto 1.180 gram van een stof die amfetamine bevat;
  • De partij met SIN-nummer AAHH5270NL bevat bruto 2.030 gram van een stof die amfetamine bevat en
  • De witte emmer met gele deksel en opdruk ‘Caustic soda’ bevat bruto 6.750 gram van een stof die amfetamine bevat.
De rechtbank stelt, gelet op het voorgaande, vast dat in de woning (en de schuur) aan de [adres] , de woning van verdachte en [medeverdachte 2] 248,5 liter GHB, 1120 gram cocaïne, 320 gram MDMA, 23,5 liter amfetaminebase (olie) en ruim 44 kilo amfetamine is aangetroffen. Weliswaar geldt niet voor alle aangetroffen middelen dat deze door het NFI zijn getest, maar gelet op hetgeen de politie heeft aangetroffen, de uitslag van de indicatieve tests, de omstandigheid dat in de woning een drugslaboratorium is aangetroffen voor de productie van GHB en amfetamine en de omstandigheid dat veel van de aangetroffen middelen wel door het NFI zijn getest, waarbij de uitslag van de identificatietest werd bevestigd en gelet op de overeenkomsten in de verpakkingen van de middelen, acht de rechtbank niettemin bewezen dat sprake is van de ten laste gelegde middelen (GHB, cocaïne, MDMA en amfetamine(olie).
Op 2 november 2021 heeft de politie forensisch onderzoek verricht in de woning aan de [adres] .
Op de overloop van de zolder trof de politie onder andere een volgelaatsmasker aan. Dit masker werd veiliggesteld en voorzien van SIN-nummer AANX3951NL. Achter de bureaustoel lag een gele Jumbo boodschappentas. Hierin lag een zwartkleurig volgelaatsmasker. Ook deze is veiliggesteld en voorzien van SIN-nummer AAOE4045NL.
In de ruimte die als drugslaboratorium was ingericht werd een stapel transparante jerrycans met daarin een transparante vloeistof aangetroffen. Hierop lagen vier handschoenen. De onderste twee handschoenen waren werkhandschoenen die zwart gecoat waren en voorzien waren van grijskleurige manchetten. De werkhandschoenen zagen er gebruikt uit. De bovenste werkhandschoen werd veiliggesteld en voorzien van SIN-nummer AANX3958NL en de onderste werkhandschoen werd veiliggesteld en voorzien van SIN-nummer AANX3959NL.
In de afgesloten tent in het drugslaboratorium werd onder andere een paar zwart gecoate werkhandschoenen aangetroffen met grijskleurige manchetten. Deze werkhandschoenen lagen op de emmers links van de opening van de tent. De handschoenen zijn veiliggesteld en voorzien van SIN-nummer AANX3961NL (bovenste handschoen) en SIN-nummer AANX3960NL (onderste handschoen).
In de rechtermand van de diepvries, waarin 18 zakken met amfetamine zijn aangetroffen met het opschrift ‘500’ en ‘X’ werd onder andere een verpakking veiliggesteld en voorzien van SIN-nummer AAHH5261NL. Een andere verpakking werd veiliggesteld en voorzien van SIN-nummer AAMQ9904NL. Linksonder in de diepvries, waar 15,5 zakken met amfetamine zijn aangetroffen met het opschrift ‘500’ en ‘O’ werd onder andere een verpakking veiliggesteld en voorzien van SIN-nummer AAMQ9905NL.
Aan het uiteinde van het looppad op de overloop van de zolder was een besloten ruimte gesitueerd. Hierin werd een draagtas van de Action met daarin meerdere transparante verpakkingen met witkleurig poeder aangetroffen. De hengsels van deze tas werden verwijderd, veiliggesteld en voorzien van SIN-nummer AAOE4046NL.
De handgreep die op de buitenzijde van de deur naar de ruimte waar het drugslaboratorium was gesitueerd was aangebracht, werd veiliggesteld en voorzien van SIN-nummer AANX3778NL. Op de wand links van de deur van de ruimte die als drugslaboratorium was ingericht, was een lichtschakelaar aangebracht. Het afdekplaatje van deze schakelaar werd veiliggesteld en voorzien van SIN-nummer AAOE4047NL. [10]
Van de hengsels van de Action-tas met SIN-nummer AAOE4046NL is een spoor veiliggesteld en voorzien van SIN-nummer AAPP3129NL. Van het afdekplaatje van de lichtschakelaar met SIN-nummer AAOE4047NL is een spoor veiliggesteld en voorzien van SIN-nummer AAPP3132NL. Van de handgreep van de deur naar het drugslaboratorium toe met SIN-nummer AANX3778NL is een spoor veiliggesteld en voorzien van SIN-nummer AAPP3133NL. [11]
Van [medeverdachte 2] is wangslijm afgenomen ten behoeve van DNA-onderzoek. Het afgenomen celmateriaal is voorzien van SIN-nummer WAAR1001NL. [12]
Van Ockers is eveneens wangslijm afgenomen ten behoeve van DNA-onderzoek. Het afgenomen celmateriaal is voorzien van SIN-nummer WAAR5718NL. [13]
Uit DNA-onderzoek van het TMFI is onder andere het volgende gebleken:
  • De voor- en achterkant van de sealbag met SIN-nummer AAHH5261NL bevatten een DNA-mengprofiel afkomstig van celmateriaal van minimaal twee donoren, van wie zeker één man. Een mogelijke donor van het celmateriaal is [medeverdachte 2] (bewijskracht is niet berekend);
  • De voor- en achterkant van de sealbag met SIN-nummer AAMQ9904NL bevatten een DNA-mengprofiel afkomstig van celmateriaal van minimaal twee donoren, van wie zeker één man. Er is een DNA-hoofdprofiel afgeleid van een man. De frequentie van het DNA-hoofdprofiel is kleiner dan één op één miljard. Een mogelijke donor van het celmateriaal is [medeverdachte 2] ;
  • De voor- en achterkant van de sealbag met SIN-nummer AAMQ9905NL bevatten een DNA-mengprofiel afkomstig van celmateriaal van minimaal twee donoren, van wie zeker één man. Een mogelijke donor van het celmateriaal is [medeverdachte 2] (bewijskracht is niet berekend);
  • De vlekken op en de rand van het gasmasker met SIN-nummer AANX3951NL bevatten een DNA-profiel van een man. De frequentie van het DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard. Een mogelijke donor van het celmateriaal is [medeverdachte 2] ;
  • De binnenzijde van de handschoen met SIN-nummer AANX3958NL bevat een DNA-mengprofiel afkomstig van celmateriaal van minimaal twee donoren, van wie zeker één man. Er is een DNA-hoofdprofiel afgeleid van een man. De frequentie van het DNA-hoofdprofiel is kleiner dan één op één miljard. De mogelijke donor van het hoofdprofiel is [medeverdachte 2] . De additionele DNA-kenmerken van de minder prominent aanwezige donoren zijn geschikt voor vergelijkend DNA-onderzoek. Een mogelijke donor van deze additionele DNA-kenmerken is [medeverdachte 1] ;
  • De binnenzijde van de handschoen met SIN-nummer AANX3959NL bevat een DNA-mengprofiel afkomstig van celmateriaal van minimaal drie donoren, van wie zeker één man. Er is een DNA-hoofdprofiel afgeleid van een man. De frequentie van het DNA-hoofdprofiel is kleiner dan één op één miljard. De mogelijke donor van het hoofdprofiel is [medeverdachte 2] . De additionele DNA-kenmerken van de minder prominent aanwezige donoren zijn geschikt voor vergelijkend DNA-onderzoek. Een mogelijke donor van deze additionele DNA-kenmerken is Ockers (bewijskracht is niet berekend);
  • De binnenzijde van de handschoen met SIN-nummer AANX3960NL bevat een DNA-mengprofiel afkomstig van celmateriaal van minimaal drie donoren, van wie zeker één man. Er is een DNA-hoofdprofiel afgeleid van een man. De frequentie van het DNA-hoofdprofiel is kleiner dan één op één miljard. De mogelijke donor van het hoofdprofiel is [medeverdachte 2] . De additionele DNA-kenmerken van de minder prominent aanwezige donoren zijn geschikt voor vergelijkend DNA-onderzoek. Een mogelijke donor van deze additionele DNA-kenmerken is Ockers;
  • De binnenzijde van de handschoen met SIN-nummer AANX3961NL bevat een DNA-mengprofiel afkomstig van celmateriaal van minimaal twee donoren, van wie zeker één man. Er is een DNA-hoofdprofiel afgeleid van een man. De frequentie van het DNA-hoofdprofiel is kleiner dan één op één miljard. Een mogelijke donor van het celmateriaal is [medeverdachte 2] ;
  • De vlek op en de rand van het gasmasker met SIN-nummer AAOE4045NL bevatten een DNA-profiel van een man. De frequentie van het DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard. Een mogelijke donor van het celmateriaal is [medeverdachte 2] .
Met betrekking tot de additionele DNA-kenmerken van de minder prominent aanwezige donoren op de binnenzijde van de handschoen met SIN-nummer AANX3958NL geldt dat de resultaten van het onderzoek aan de bemonstering extreem veel waarschijnlijker (meer dan één miljoen keer waarschijnlijker) zijn wanneer de bemonstering van het spoor DNA bevat van [medeverdachte 1] en een onbekende, niet verwante persoon dan wanneer de bemonstering van het spoor DNA bevat van twee onbekende, niet verwante personen.
Met betrekking tot de additionele DNA-kenmerken van de minder prominent aanwezige donoren op de binnenzijde van de handschoen met SIN-nummer AANX3960NL geldt dat de resultaten van het onderzoek zeer veel waarschijnlijker (10.000 tot één miljoen keer waarschijnlijker) zijn wanneer de bemonstering van het spoor DNA bevat van Ockers en twee onbekende, niet verwante personen dan wanneer de bemonstering van het spoor DNA bevat van drie onbekende, niet verwante personen. [14]
Uit aanvullend DNA-onderzoek van het TMFI is het volgende gebleken:
  • Het spoor met SIN-nummer AAPP3129NL, afkomstig van de hengsels van de Action-tas bevat een DNA-mengprofiel afkomstig van celmateriaal van twee donoren, van wie zeker één man. Mogelijke donoren van het celmateriaal zijn [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] ;
  • Het spoor met SIN-nummer AAPP3132NL, afkomstig van de voorzijde en randen van de lichtschakelaar bevat een DNA-mengprofiel afkomstig van celmateriaal van minimaal twee donoren, van wie zeker één man. Het DNA-mengprofiel is geschikt voor vergelijkend DNA-onderzoek met het DNA-profiel van een persoon. Mogelijke donoren van het celmateriaal zijn [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] (bewijskracht ten aanzien van [medeverdachte 2] is niet berekend);
  • Het spoor met SIN-nummer AAPP3133NL, afkomstig van het handvat van de deur bevat een DNA-mengprofiel afkomstig van celmateriaal van minimaal twee donoren, van wie zeker één man. Het DNA-mengprofiel is geschikt voor vergelijkend DNA-onderzoek met het DNA-profiel van een persoon. Mogelijke donoren van het celmateriaal zijn [medeverdachte 2] en Ockers (bewijskracht ten aanzien van [medeverdachte 2] is niet berekend).
Met betrekking tot het aangetroffen DNA-mengprofiel in het spoor met SIN-nummer AAPP3129NL dat afkomstig is van de hengsels van de Action-tas geldt dat voor zowel [medeverdachte 2] als voor [medeverdachte 1] geldt dat de resultaten van het onderzoek aan de bemonstering extreem veel waarschijnlijker (meer dan één miljoen keer waarschijnlijker) zijn wanneer de bemonstering DNA bevat van verdachte en een onbekende, niet verwante persoon dan wanneer de bemonstering DNA bevat van twee onbekende, niet verwante personen. [15]
Met betrekking tot het aangetroffen DNA-mengprofiel in het spoor met SIN-nummer AAPP3132NL dat afkomstig is van de voorzijde en de randen van de lichtschakelaar geldt dat de resultaten van het onderzoek aan de bemonstering extreem veel waarschijnlijker (meer dan één miljoen keer waarschijnlijker) zijn wanneer de bemonstering DNA bevat van [medeverdachte 1] en een onbekende, niet verwante persoon, dan wanneer de bemonstering DNA bevat van twee onbekende, niet verwante personen.
Met betrekking tot het aangetroffen DNA-mengprofiel in het spoor met SIN-nummer AAPP3133NL dat afkomstig is van het handvat van de deur geldt dat de resultaten van het onderzoek zeer veel waarschijnlijker (10.000 tot één miljoen keer waarschijnlijker) zijn wanneer de bemonstering DNA bevat van Ockers en een onbekende, niet verwante persoon, dan wanneer de bemonstering DNA bevat van twee onbekende, niet verwante personen. [16]
Aan de woning aan de [adres] waren zowel aan de voor- als aan de achterzijde camera’s bevestigd. De camerabeelden van de achterzijde van de woning bieden zicht vanaf de achterdeur van de woning in de achtertuin. Hierop is onder andere ook de schuur linksachter in de tuin te zien. De politie heeft deze beelden van de periode van 1 september tot 1 november 2021 bekeken. Op deze beelden zijn [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] vrijwel dagelijks te zien. De rechtbank zal hierna een selectie van hetgeen onder andere op de beelden is gezien door de politie uitwerken, met daarbij vermeld de op de camerabeelden weergegeven tijd. Daarbij is van belang dat de tijdstippen van de camerabeelden ongeveer één uur eerder zijn dan de daadwerkelijke tijd.
3 september 2021
15.29:00 uur: [medeverdachte 1] komt met een zware boodschappentas van de Jumbo de poort binnen en draagt die de woning in.
15.39:33 uur: [medeverdachte 1] loopt vanuit de woning via de rechterpoort weg en draagt dan niets bij zich.
15.45:48 uur: [medeverdachte 1] komt weer terug en loopt de woning binnen. Hij draagt dan niets bij zich.
15.56:51 uur: [medeverdachte 1] loopt de woning uit met een volle boodschappentas van de Jumbo en een volle boodschappentas van de Spar. De tassen zagen er zwaar uit.
10 september 2021
12.15:22 uur: [medeverdachte 1] komt de achtertuin in via de poort.
12.19:50 uur: [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] lopen samen de houten schuur in.
12.21:18 uur: [medeverdachte 1] komt uit de schuur met een tasje en gaat weg om 12.22:44 uur.
14.34:19 uur: [medeverdachte 2] brengt een volle jerrycan vanuit de woning naar de stenen schuur.
14.35:01 uur: [medeverdachte 2] brengt nog een volle jerrycan vanuit de woning naar de stenen schuur.
15.08:38 uur: [medeverdachte 2] brengt twee iets kleinere volle jerrycans vanuit de woning naar de stenen schuur.
16.35:36 uur: [medeverdachte 1] komt naar de woning.
16.43:50 uur: [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] lopen de stenen schuur in.
16.47:23 uur: [medeverdachte 1] gaat weg.
16 september 2021
17.44:15 uur: [medeverdachte 1] komt de tuin binnen en loopt de stenen schuur in. Kort daarna komt hij de schuur weer uit met een gevulde zwarte plastic tas. [medeverdachte 3] komt de woning uit en de heren staan bij de poort met elkaar te praten.
17.46:31 uur: [medeverdachte 3] gaat de woning weer in en [medeverdachte 1] is via de poort weggegaan.
20.00:51 uur: [medeverdachte 1] komt via de achterpoort de tuin in en gaat meteen de stenen schuur in.
20.02:01 uur: [medeverdachte 1] komt de schuur uit met een zwarte plastic tas met daarin vermoedelijk een volle jerrycan en gaat daarmee weg.
23 september 2021
15.36:11 uur: [medeverdachte 2] brengt lege boodschappentassen van de Jumbo, Albert Heijn en Action vanuit de woning naar de stenen schuur en komt hier met een rode steekwagen uit. Hij zet de steekwagen naast de schuur bij de poort en gaat dan terug de schuur in. Vervolgens komt hij de schuur weer uit met vermoedelijk een volle jerrycan in een blauwe plastic tas, die hij op de steekwagen zet. Hierna loopt hij de schuur weer in en zet hij een kennelijk zware volle boodschappentas van de Jumbo op de steekwagen. Daarna haalt hij een zware volle boodschappentas van de Action uit de schuur en zet hij die op de steekwagen.
16.00:00 uur: [medeverdachte 1] komt de achtertuin in via de poort en blijft een tijdje praten met [medeverdachte 2] . Hierna loopt hij met de steekwagen met de tassen erop de poort uit, waarna hij de steekwagen weer terugbrengt. [medeverdachte 2] zet de steekwagen in de schuur en [medeverdachte 1] gaat met hem mee de schuur in. Om 16.10:49 uur gaat [medeverdachte 1] weer weg.
7 oktober 2021
13.38
uur: [medeverdachte 1] komt uit de woning, gaat naar de schuur en loopt terug de woning in met een zwarte plastic tas.
15.09
uur: [medeverdachte 1] komt weer naar de woning met iets in zijn linkerhand.
15.15
uur: [medeverdachte 1] gaat weg met een grijze plastic tas.
17.14
uur: [medeverdachte 1] is weer terug en gaat om 17.49 uur weer weg met een grijze plastic tas.
11 oktober 2021
19.29
uur: [medeverdachte 2] komt uit de schuur met een vermoedelijk lege jerrycan en loopt naar de woning.
19.3
uur: [medeverdachte 2] is weer de schuur in gegaan en komt nu terug met een volle grote jerrycan en loopt daarmee naar de woning.
19.55
uur: [medeverdachte 2] komt met een jerrycan verpakt in een zwarte plastic tas de woning uit en zet die naast de stenen schuur bij de achterpoort.
19.56
uur: [medeverdachte 1] komt de achtertuin in via de poort en staat even te praten met [medeverdachte 2] . Om 19.59 uur gaat hij weg met de jerrycan. [medeverdachte 2] loopt naar de woning met een lege grijze plastic tas.
20.5
uur: [medeverdachte 1] is terug en gaat om 21.02 uur weg met een grijze plastic tas.
15 oktober 2021
14.17
uur: [medeverdachte 1] gaat naar de woning en gaat weg met een grijze plastic tas met inhoud.
17
uur: [medeverdachte 1] is weer terug en gaat 17.02 uur weer weg met een gevulde grijze plastic tas.
20 oktober 2021
17.42
uur: [medeverdachte 2] komt uit de woning met een volle jerrycan en twee kleinere jerrycans in een boodschappentas in zijn handen en zet deze in de schuur. Hij draagt groene werkhandschoenen. De boodschappentas neemt hij weer mee terug de woning in. Vervolgens komt hij terug de woning uit met een nog volle jerrycan en de tas die kennelijk zwaar is. Hij brengt dit naar de schuur. De tas neemt hij vervolgens weer mee terug naar de woning. Om 18.08 uur komt hij met deze tas weer naar buiten en brengt hij de inhoud naar de schuur.
18.14
uur: [medeverdachte 2] komt weer uit de schuur met grote plastic tassen. Hij is daarmee bezig naast de schuur bij de poort. Hij gaat daarna de schuur weer in en komt daaruit met een grote, lege jerrycan en een lege tas en gaat daarmee de woning in.
19.5
uur: [medeverdachte 2] legt nog een plastic tas naast de schuur.
20
uur: [medeverdachte 1] is in de tuin bij de achterpoort en [medeverdachte 2] is bij hem. Het is niet te zien of [medeverdachte 1] iets meeneemt.
29 oktober 2021
9.43:55 uur: [medeverdachte 2] gaat de stenen schuur in en komt eruit met een blauwe vuilniszak, waarmee hij naar de woning loopt.
10.18:28 uur: [medeverdachte 2] loopt met een volle jerrycan vanuit de woning naar de schuur en zet die in de schuur.
10.19:51 uur: [medeverdachte 2] komt weer uit de schuur en loopt naar zijn woning.
10.40:24 uur: [medeverdachte 2] brengt nog een volle jerrycan naar de schuur vanuit de woning.
10.41:28 uur: [medeverdachte 2] loopt weer naar de woning.
11.40:32 uur: [medeverdachte 2] gaat weer de schuur binnen en komt er weer uit met een betonmixerstaaf.
16.59:22 uur: [medeverdachte 1] is door de poort de achtertuin in gekomen en [medeverdachte 2] loopt vanuit de woning naar hem toe. Ze staan even te praten bij de achterpoort.
17.03:10 uur: [medeverdachte 1] gaat weer weg. Het is niet te zien of hij iets heeft meegenomen.
De jerrycans die op 2 november 2021 in de schuur zijn aangetroffen, zijn soortgelijk aan de jerrycans die op de beelden zijn te zien.
30 oktober 2021
10.39:21 uur: [medeverdachte 2] haalt de poort van het slot. Hij gaat daarna de stenen schuur in en zet twee plastic tassen met vermoedelijk volle jerrycans naast de stenen schuur ter hoogte van de achterpoort. Vervolgens haalt hij een rode steekwagen uit de schuur en zet hij de twee plastic tassen op de steekwagen. Hierna haalt hij nog een langwerpig, cilindervormig, in plastic verpakt voorwerp uit de woning en legt hij dit ook op de steekwagen.
11.07:45 uur: [medeverdachte 1] is via de poort de achtertuin in gekomen. [medeverdachte 2] is naar hem toe gelopen en zij staan te praten bij de poort. [medeverdachte 1] loopt even met de steekwagen de poort uit en zet de steekwagen vervolgens weer terug. Hierna gaat hij weer weg. [17]
De camerabeelden van de voorzijde van de woning bieden zicht vanaf de voordeur van de woning. De politie heeft deze beelden van de periode van 1 september tot 1 november 2021 bekeken. De rechtbank zal hierna een selectie van hetgeen door de politie onder andere op de beelden is gezien uitwerken, met daarbij vermeld de op de camerabeelden weergegeven tijd. Daarbij is van belang dat de tijdstippen van de camerabeelden ongeveer één uur eerder zijn dan de daadwerkelijke tijd.
1 september 2021
20.32
uur: [medeverdachte 1] parkeert zijn Mercedes met kenteken [kenteken] op de parkeerplaats tegenover de woning. Hij betreedt de woning door gebruik te maken van sleutel van de voordeur.
20.37
uur: [medeverdachte 1] komt de woning uit met een klein plastic zwart/wit geblokt tasje en rijdt weer weg.
9 september 2021
15.1
uur: [medeverdachte 2] parkeert de auto op de parkeerstrook voor de woning. Hij haalt een volle boodschappentas van de Jumbo en een volle boodschappentas van de Action uit de kofferbak en brengt deze naar binnen. Het lijkt erop dat de tassen zwaar zijn en aan de vorm te zien, lijken er volle jerrycans in te zitten. Hierna komt [medeverdachte 2] weer terug en haalt hij nog een groot cilindervormig voorwerp uit de kofferbak, dat hij ook naar binnen draagt.
10 september 2021
10.55
uur: [medeverdachte 1] heeft zijn Mercedes voor de woning geparkeerd. Hij komt de woning uit met een klein flesje met doorzichtige vloeistof erin en stapt hiermee in zijn auto. [medeverdachte 2] komt achter [medeverdachte 1] aan met een boodschappentas in zijn hand. [medeverdachte 2] blijft bij de auto staan praten terwijl [medeverdachte 1] achter het stuur zit. [medeverdachte 1] pakt iets uit zijn linker broekzak en doet dit in de verborgen ruimte in het dashboard tussen het portier en het dasboard. [medeverdachte 2] schermt dit een beetje af met zijn lichaam. De ruimte naast het dashboard is de plek waar later ook verdovende middelen (cocaïne) zijn aangetroffen.
8 oktober 2021
10.26
uur: [medeverdachte 2] heeft zijn auto voor zijn woning geparkeerd en stapt uit. Hij brengt iets dat er uitziet als een jas naar binnen, loopt terug naar de auto en opent de achterklep. Uit de kofferbak haalt hij vijf doorzichtige jerrycans met een blauwe dop die gevuld zijn met een vloeistof. Verder haalt hij er één groene jerrycan met een blauwe of zwarte dop uit die hij naar binnen brengt.
22 oktober 2021
13.17
uur: [medeverdachte 2] heeft zijn auto op de parkeerstrook voor zijn woning geparkeerd. Hij stapt uit en opent de voordeur met de sleutel. Kort hierna kwam hij weer naar buiten en opende hij de achterklep van de auto. In de kofferbak van de auto stonden diverse doorzichtige plastic jerrycans die gevuld waren met een vloeistof en een grote kartonnen doos. Er lagen ook emmers in met een oranje/blauwe opdruk en er lag een papieren zak in. Er werden vijf jerrycans, vier plastic emmers met gele deksels en een oranje/blauw etiket, een kartonnen doos en een papieren zak naar binnen gebracht. Ook werden er nog wat doosjes vanaf de passagierszijde gepakt en naar binnen gebracht. Tijdens de doorzoeking van de woning werden soortgelijke jerrycans aangetroffen als op de beelden. Hier bleek GBL in te zitten. Verder werden soortgelijke emmers aangetroffen als op de beelden, waar caustic soda in bleek te zitten. Zowel GBL als caustic soda worden gebruikt bij de productie van GHB. [18]
Opzettelijk aanwezig hebben van de drugs
Zoals de rechtbank hiervoor reeds heeft overwogen, was op de zolderverdieping van de woning aan de [adres] , de woning van verdachte en haar partner [medeverdachte 2] (hierna: de woning), een drugslaboratorium ingericht. Verder werden in de woning en in de daarbij behorende schuur grote hoeveelheden drugs aangetroffen.
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het dossier geen bewijs bevat waaruit blijkt dat verdachte enige rol heeft gehad bij de vervaardiging van de drugs. De vraag die de rechtbank vervolgens dient te beantwoorden, is of verdachte de aangetroffen middelen - al dan niet tezamen en in vereniging - opzettelijk aanwezig heeft gehad. Daartoe overweegt de rechtbank het volgende.
Verdachte woonde in de woning. [19] De drugs zijn onder andere in de schuur, op de overloop van de zolder en in de productieruimte op de zolder aangetroffen.
De verbalisant die op 2 november 2021 als eerst de woning betrad, heeft een proces-verbaal van bevindingen opgesteld. Hieruit blijkt dat hij, toen hij op zolder kwam, zag dat aan de rechterzijde van de voorzolder een wasmachine en een droger stonden. Aan de linkerzijde van de voorzolder stonden jerrycans. Er lagen bovendien sealbags. De linker ruimte was afgesloten door middel van een deur. Door de muur links van de deur liepen stroomkabels bij deze ruimte naar binnen. De deur was afgesloten, maar [medeverdachte 2] wilde de deur desgevraagd niet openen. De deur is vervolgens geforceerd met behulp van een bonk. Toen de deur open ging, kwam er onmiddellijk een hevige geur uit deze ruimte. De verbalisant herkende deze geur als de geur van amfetamine. [20]
De rechtbank stelt, gelet op de bevindingen van het TMFI, vast dat het DNA van verdachte is aangetroffen op de binnenzijde van één van de werkhandschoenen in de ruimte die als drugslaboratorium was ingericht. Verder is haar DNA aangetroffen op het handvat van de deur naar deze ruimte toe.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat zij geen gebruik maakte van handschoenen zoals degene die zijn aangetroffen en waarop haar DNA is aangetroffen.
Tot slot is relevant dat uit hetgeen op de camerabeelden van de camera’s die aan de woning waren bevestigd is gezien, blijkt dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] met zeer grote regelmaat met jerrycans, (zware) plastic tassen en andere voorwerpen in en uit de woning en in en uit de achtertuin en schuur liepen.
Uit de omstandigheid dat er DNA van verdachte is aangetroffen op de deurklink naar de ruimte die als drugslaboratorium was ingericht en de omstandigheid dat haar DNA is aangetroffen aan de binnenzijde van een werkhandschoen die in dit drugslaboratorium werd aangetroffen, leidt de rechtbank af dat verdachte - anders dan zij zelf heeft verklaard - toegang had tot deze ruimte. Verder moet het verdachte zijn opgevallen dat er drugs in haar woning lagen. Niet alleen zijn op meerdere plekken in de woning en in de schuur van de woning grote hoeveelheden drugs aangetroffen, maar bovendien liepen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] met zeer grote regelmaat en op telkens wisselende tijdstippen met (zware) plastic tassen, jerrycans en andere goederen in en door de woning en door de tuin. Nu het drugslaboratorium op zolder was gevestigd, moesten zij daardoor de gehele woning door. Dat moet verdachte - als bewoner van deze woning - zijn opgevallen. De verbalisant die als eerste de woning van verdachte betrad, zag immers op de zolderverdieping ook al direct jerrycans staan en sealbags liggen, in dezelfde ruimte als waar verdachte de wasmachine en de droger had staan. Toen de deur van de ruimte die als drugslaboratorium was ingericht open ging, rook de verbalisant ook direct een hevige amfetaminegeur. Deze geur moet ook vrij zijn gekomen bij het eerder openen van de deur en kan verdachte dan ook niet ontgaan zijn.
Naar algemene ervaringsregels mag worden aangenomen dat de bewoner van een woning bekend is met wat zich zoal in die woning bevindt. Dat de wetenschap van de aanwezigheid van die drugs bij verdachte kan worden aangenomen, volgt daarnaast uit hetgeen hiervoor is overwogen.
Gelet hierop, stelt de rechtbank vast dat verdachte wetenschap had van de aanwezigheid van de drugs in haar woning en de daarbij behorende schuur. De vervolgvraag die de rechtbank dient te beantwoorden, is of zij deze drugs ook opzettelijk aanwezig heeft gehad.
Van 'aanwezig hebben' als bedoeld in artikel 2, aanhef en onder C van de Opiumwet is volgens bestendige jurisprudentie sprake als de verdachte feitelijke macht over de verdovende middelen kan uitoefenen in de zin dat de verdachte daarover kan beschikken. De verdovende middelen hoeven zich daarvoor niet noodzakelijkerwijs in de directe nabijheid van de verdachte te bevinden. Voor de bewezenverklaring van het 'aanwezig hebben' hoeft niet te kunnen worden vastgesteld dat de verdovende middelen aan de verdachte toebehoren of dat sprake is van beschikkings- of beheersbevoegdheid ten aanzien van de verdovende middelen (vgl. Hoge Raad 21 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1945, r.o. 3.3.2).
De rechtbank heeft reeds vastgesteld dat verdachte wist van de in de woning aanwezige drugs. Omdat deze in haar woning lagen en zij bovendien toegang had tot alle ruimtes in de woning, waaronder - zoals de rechtbank reeds heeft overwogen - ook de ruimte die als drugslaboratorium was ingericht, kon verdachte daarover de feitelijke macht uitoefenen in de zin dat zij daarover kon beschikken. De rechtbank concludeert daarom dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte de drugs opzettelijk aanwezig heeft gehad.
De rechtbank acht niet bewezen dat verdachte het feit tezamen en in vereniging heeft begaan, nu uit het dossier niet is gebleken dat er tussen verdachte en [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1] sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking met betrekking tot het opzettelijk aanwezig hebben van de drugs. Deze samenwerking kan niet worden aangenomen op grond van het enkele feit dat de drugs zijn aangetroffen in een woning die door verdachte en [medeverdachte 2] werd bewoond. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van het medeplegen van het feit.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
zij op
of omstreeks2 november 2021 te Nijmegen
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk
heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd
in elk gevalopzettelijk aanwezig heeft gehad
in een woning gelegen aan de [adres]
- ongeveer 44 kilo amfetamine,
in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine,zijnde amfetamine en
/of
-
ongeveer 485248,5liter GHB,
in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende
4-hydroxyboterzuur,zijnde 4-hydroxyboterzuur en
/of
-
ongeveer 2 kilo320 gramXTC, in elk geval een hoeveelheidvan een materiaal bevattende
3,4-methyleendioxymethamfethamine (MDMA), zijnde 3,4-methyleendioxymethamfethamine (MDMA)
,en
-
ongeveer 1,9 kilo1.120 gramcocaïne,
in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne,zijnde cocaïne
,en
-
ongeveer23,5
kiloliteramfetamine
-olie,
in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine,zijnde amfetamine,
(telkens
) een middel/middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van langere duur dan de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht disproportioneel is. De raadsman heeft verzocht aan verdachte een taakstraf op te leggen in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft - in de woning waar zij woonde met haar partner, [medeverdachte 2] - opzettelijk grote hoeveelheden GHB, amfetamine(olie), cocaïne en MDMA aanwezig gehad. De woning van verdachte fungeerde als een productie- en opslaglocatie voor de grote hoeveelheden drugs die door de criminele organisatie van de medeverdachten, waaronder [medeverdachte 2] , werden verhandeld. Doordat verdachte op de hoogte was van de aanwezigheid van deze middelen en hier bovendien de beschikking over had, maar de situatie niettemin liet voortduren, heeft zij de belangrijke functie van haar woning in de criminele organisatie laten voortbestaan.
Het is een feit van algemene bekendheid dat GHB en amfetamine, maar ook cocaïne en MDMA zeer verslavend zijn. Gebruikers gaan snel steeds meer van deze middelen gebruiken om de gewenste effecten te kunnen blijven voelen. Het gebruik van deze middelen heeft een verwoestend effect op de gezondheid van de gebruikers. Niet alleen kan (zichtbare) lichamelijke schade ontstaan, maar daarnaast kan veelvuldig gebruik van deze middelen tot psychische klachten leiden. Verdachte heeft zich kennelijk niet bekommerd om de gevolgen van het gebruik van de drugs die in haar woning waren opgeslagen.
Niet alleen levert het gebruik van verdovende middelen gezondheidsproblemen op, maar verslaafden komen ook vaak in financiële problemen door hun verslaving. Hierdoor gaan zij in veel gevallen strafbare feiten plegen, wat nog meer maatschappelijke schade aanricht.
Daarnaast heeft de productie van en de handel in drugs nog meer negatieve maatschappelijke gevolgen. De handel in harddrugs is zeer lucratief. De productie en verkoop ervan gaat vaak gepaard met andere vormen van zware, georganiseerde criminaliteit, waaronder wapenbezit, wapenhandel en ernstige vormen van geweld. Dit zijn maatschappij-ontwrichtende feiten. Verder zijn er bij verdachten binnen het criminele samenwerkingsverband verschillende wapens aangetroffen.
Daar komt bij dat het afval dat ontstaat door de productie van synthetische drugs vaak rechtstreeks in de natuur wordt geloosd, hetgeen grote schade aan het milieu veroorzaakt.
Verdachte heeft de gevolgen van de functie die haar woning had in de drugsproductie en -handel op de koop toegenomen. Door niet in te grijpen en toe te staan dat [medeverdachte 2] de woning als productie- en opslaglocatie gebruikte, heeft zij een essentiële bijdrage geleverd aan het in stand houden van de productie van en de handel in harddrugs, met alle hierboven beschreven, schadelijke gevolgen van dien.
Gelet op de grote hoeveelheid aangetroffen drugs en de grote maatschappelijke gevolgen van het feit, is normaliter geen andere straf dan een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf aan de orde. Daarbij heeft de rechtbank eveneens gelet op de straffen die rechters in vergelijkbare gevallen plegen op te leggen. Toch ziet de rechtbank aanleiding een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf aan verdachte op te leggen, in combinatie met een forse taakstraf. Verdachte is niet degene geweest die ervoor koos drugs in de woning op te slaan, noch heeft zij enige aantoonbare betrokkenheid gehad bij de productie van de drugs. Weliswaar kon zij feitelijke macht over de drugs uitoefenen, maar uit het dossier blijkt niet dat zij ook daadwerkelijk iets met de drugs heeft gedaan. Zij heeft vooral nagelaten iets aan de door [medeverdachte 2] gecreëerde situatie te veranderen, maar dat rechtvaardigt - mede gelet op haar persoonlijke omstandigheden - naar het oordeel van de rechtbank niet de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Alles overziend, zal de rechtbank aan verdachte een gevangenisstraf opleggen voor de duur van 12 maanden, geheel voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren. Daarnaast legt de rechtbank aan verdachte een taakstraf voor de duur van 180 uur subsidiair 90 dagen hechtenis op, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, waarbij iedere dag wordt gewaardeerd op twee uur taakstraf.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen:
- 9, 14 a, 14b, 14c, 22c en 22d van het Wetboek van Strafrecht en
- 2 en 10 van de Opiumwet.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden;
 bepaalt dat deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van drie jaren schuldig maakt aan een strafbaar feit;
 legt op een
taakstraf van 180 (honderdtachtig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
90 (negentig) dagen;
 beveelt dat voor de tijd die door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van de taakstraf in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van die straf uren in mindering worden gebracht volgens de maatstaf dat per dag in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht 2 uur in mindering wordt gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. S. Jansen (voorzitter), mr. J.J.H. van Laethem en
mr. M.A. van Leeuwen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M. Draaijers, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 29 maart 2023.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant] van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Zuid, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2022078964, gesloten op 22 februari 2022 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Schriftelijke bescheiden, te weten ID-staten, p. PD03-7 en PD04-7.
3.Het proces-verbaal van de LFO, p. ZD02-183 - ZD02-189.
4.Het proces-verbaal van de LFO, p. ZD02-183 - ZD02-185 en een schriftelijk bescheid, te weten het rapport ‘Drugsonderzoek aan materialen aangetroffen op 2 november 2021 op de locatie [adres] ’ van het Nederlands Forensisch Instituut van 24 december 2021, p. ZD02-797 - ZD02-802.
5.Het proces-verbaal van de LFO, p. ZD02-183 - ZD02-185 en een schriftelijk bescheid, te weten het rapport ‘Drugsonderzoek aan materialen aangetroffen op 2 november 2021 op de locatie [adres] ’ van het Nederlands Forensisch Instituut van 24 december 2021, p. ZD02-797 - ZD02-802.
6.Het proces-verbaal van de LFO, p. ZD02-183 - ZD02-188 en een schriftelijk bescheid, te weten het rapport ‘Drugsonderzoek aan materialen aangetroffen op 2 november 2021 op de locatie [adres] ’ van het Nederlands Forensisch Instituut van 24 december 2021, p. ZD02-797 - ZD02-802.
7.Het proces-verbaal van de LFO, p. ZD02-183 - ZD02-189 en een schriftelijk bescheid, te weten het rapport ‘Drugsonderzoek aan materialen aangetroffen op 2 november 2021 op de locatie [adres] ’ van het Nederlands Forensisch Instituut van 24 december 2021, p. ZD02-797 - ZD02-802.
8.Het proces-verbaal forensisch onderzoek woning ( [adres] ), p. ZD02-336 - ZD02-337.
9.Het proces-verbaal NFiDENT, met bijlagen, p. ZD02-241 - ZD02-271 en het proces-verbaal van bevindingen, met bijlage, p. ZD02-272 - ZD02-274.
10.Het proces-verbaal forensisch onderzoek woning ( [adres] ), p. ZD02-329 - ZD02-346.
11.Het proces-verbaal vooronderzoek lab, p. ZD02-813 - ZD02-816.
12.Het proces-verbaal waarneming en afname celmateriaal, p. ZD02-441 - ZD02-442.
13.Het proces-verbaal waarneming en afname celmateriaal, p. ZD02-451 - ZD02-452.
14.Een schriftelijk bescheid, te weten de ‘Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek’ van The Maastricht Forensic Institute van 16 december 2021, p. ZD02-458 - ZD02-463.
15.Een schriftelijk bescheid, te weten de ‘Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek’ van The Maastricht Forensic Institute van 1 april 2022, p. ZD02-819 - ZD02-822.
16.Een schriftelijk bescheid, te weten de ‘Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek’ van The Maastricht Forensic Institute van 25 april 2022, separaat aan het procesdossier toegevoegd.
17.Het proces-verbaal van bevindingen, p. ZD02-505 - ZD02-620.
18.Het proces-verbaal van bevindingen, p. ZD02-630 - ZD02-658.
19.Het proces-verbaal verhoor verdachte A.M. Ockers, p. PD03-023.
20.Het proces-verbaal van bevindingen, p. ZD02-204 - ZD02-205.