ECLI:NL:RBGEL:2023:166

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
16 januari 2023
Publicatiedatum
17 januari 2023
Zaaknummer
880697
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplichtigheid aan de productie van amfetamine door het beschikbaar stellen van een schuur

Op 16 januari 2023 heeft de Rechtbank Gelderland een 65-jarige man veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden en een taakstraf van 240 uur. De verdachte was medeplichtig aan de productie van amfetamine door zijn schuur ter beschikking te stellen aan medeverdachten. De feiten vonden plaats tussen 1 mei 2019 en 12 juni 2019 in de gemeente Druten. Tijdens een politieactie op 12 juni 2019 werd in de schuur een drugslaboratorium aangetroffen, waar amfetamine werd geproduceerd. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk gelegenheid heeft verschaft voor de productie van amfetamine door de schuur te verhuren zonder voldoende toezicht te houden op de activiteiten die daar plaatsvonden. De officier van justitie had vrijspraak voor het tweede feit geëist, wat de rechtbank ook heeft geoordeeld. De rechtbank achtte de medeplichtigheid bewezen, maar sprak de verdachte vrij van het tweede feit, omdat er onvoldoende bewijs was voor directe betrokkenheid bij de productie.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/880697-19
Datum uitspraak : 16 januari 2023
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1957 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] in [plaats] .
Raadsman: mr. C. Crince Le Roy, advocaat in Amsterdam.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
Medeverdachte(n) [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of een of meerdere onbekend gebleven personen in de periode van 01 mei 2019 tot en met 12 juni 2019 te [plaats] , gemeente Druten, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk heeft/hebben bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad tussen de 270 en 340 kilo amfetamine(-pasta), althans in elk geval een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine(-pasta), zijnde amfetamine, (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, in of omstreeks de periode van 01 mei 2019 tot en met 12 juni 2019 te [plaats] , gemeente Druten, meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of (telkens) opzettelijk behulpzaam is geweest, door aan die medeverdachte(n) en/of onbekend gebleven
persoon/personen de schuur/loods en/of stal op het perceel van zijn broer, althans op het perceel waar hij beschikkingsmacht over had, te verhuren en/of ter beschikking te stellen voor de productie van amfetamine en/of aanpassingen aan de elektriciteitsvoorziening en/of watertoevoer in en/of bij de loods te (laten) maken en/of een nieuw/ander slot op de loods gemaakt en/of toe te staan dat een nieuw/ander slot op de loods werd gemaakt;
2.
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 mei 2019 tot en met 12 juni 2019 te [plaats] , gemeente Druten, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het (telkens) opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren van amfetamine(-pasta), in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, voor te bereiden en/of te bevorderen
- (telkens) zich en/of een of meer ander(en) gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft/hebben getracht te verschaffen en/of
- (telkens) voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen en/of gelden of andere betaalmiddelen voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan hij wist of ernstige reden had om te vermoeden, dat dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en) hebbende hij, verdachte, en/of een of meer ander(en)
- een (deel van een) loods en/of schuur en/of stal, gelegen aan [adres] te [plaats] , gemeente Druten, (als opslagruimte voor de benodigde chemicaliën en/of als productieruimte) ter beschikking gesteld en/of
- meerdere, althans een, onderde(e)l(en) van een productieopstelling voorhanden gehad, waaronder: (RVS) refluxketel(s) en/of (RVS) kookketel(s) en/of RVS- destillatieketel(s) en/of stoomgenerator(en) gemaakt vanuit gemodificeerd(e) bierfust(en) en/of RVS-koeler(s) en/of (RVS) reflux en/of IBC-bak(ken) en/of Au bain-marie bak(ken) en/of loogvat(en) en/of jerrycan(s) en/of scheitrechter(s) en/of maatbeker(s) en/of gasfles(sen) en/of speciekuip(en) en/of metalen vat(en) en/of gasbrander(s) en/of klemdekselvat(en) en/of gaswasser(s) en/of schroefdekselvat(en) en/of maatbeker(s) en/of koolstoffilter(s) en/of
- (een) (grote) hoeveelhe(i)d(en) chemicaliën/grondstoffen voorhanden gehad, waaronder: benzylmethylketon (BMK) en/of (geconcentreerd) zoutzuur en/of methanol en/of mierenzuur en/of APAA en/of N-formylamfetamine en/of formamide en/of caustic soda waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden, dat dat/die (al dan niet in combinatie met elkaar) bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en).
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 12 juni 2019 is een van de losstaande schuren op het terrein van de [adres] te [plaats] doorzocht. [2] Uit de informatiestaat SKDB blijkt dat verdachte op dat moment stond ingeschreven op dit adres. Verdachte was op 12 juni 2019 ook in de woning op dat terrein aanwezig.
Bij het binnentreden van de schuur door de Landelijke Faciliteit Ontmantelen van de Landelijke Eenheid van de Politie (LFO) werd door de verbalisanten een typerende lucht geroken, behorende bij amfetaminevervaardiging. In de schuur was een ruimte van 3m bij 8m, met een gebruiksklare metalen destillatie stoomopstelling, een gebruikte destillatieketel en een zwarte speciekuip gevuld met ca. 40 liter bruin destillatie residu. Deze ruimte gaf toegang tot een open gedeelte van de schuur van 12m bij 8m. In die ruimte zijn een aantal goederen aangetroffen, namelijk:
  • een tafel met een bakje met circa l kilogram amfetaminepasta;
  • drie jerrycans met een olieachtige drijflaag die positief testte op de aanwezigheid van amfetamine;
  • twee IBC’s met circa 1400 liter amfetamine afval;
  • een RVS refluxketel;
  • vijf Au bain marie opstellingen ten behoeve van omzetting BMK en/of 2e fase amfetamine;
  • diverse 220 liter loogvaten;
  • jerrycans met zoutzuur;
  • jerrycans met mierenzuur;
  • vaten met Formamide;
  • twee kunststof scheitrechters met restant zure naar BMK ruikende vloeistof;
  • een aantal maatbekers met resten amfetamine;
  • jerrycans met methanol.
Via een andere deur was de voorzijde van de loods bereikbaar, waar een afgesloten Ford bestelbus vlak voor een dubbele deur stond, die toegang gaf tot de labruimte. Bij nader onderzoek bleek dat in de laadruimte van deze bestelbus een grote hoeveelheid amfetamine-afval lag dat, gelet op de sterke overeenkomsten met de in de loods aangetroffen goederen, uit deze loods afkomstig moet zijn. [3]
De LFO heeft de aangetroffen goederen en chemicaliën onderzocht en heeft geconcludeerd dat de ruimten in de schuur volledig in gebruik waren voor het op zeer grote schaal vervaardigen van amfetamine vanuit BMK met behulp van de Leuckartsynthese. [4]
Het NFI heeft geconcludeerd dat in het onderzoeksmateriaal afkomstig uit het drugslab amfetamine is aangetoond. Verder is onder meer BMK, zoutzuur, APAA, N-formylamfetamine, mierenzuur en formamide aangetoond. Het NFI heeft daarover toegelicht dat BMK en zoutzuur chemicaliën zijn die onder meer vermeld staan op bijlage I van de Verordening (EG) nummer 273/2004 inzake drugsprecursoren. APAA wordt gebruikt voor de vervaardiging van BMK. N-formylamfetamine is het tussenproduct in de vervaardiging van amfetamine uit BMK met de Leuckartmethode. Formamide, mierenzuur en zoutzuur worden gebruikt bij de vervaardiging van amfetamine met de Leuckartmethode. [5]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 1 ten laste gelegde en verdachte dient te worden vrijgesproken van het onder 2 ten laste gelegde.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van beide ten laste gelegde feiten. Volgens de raadsman bevat het dossier onvoldoende aanwijzingen waaruit zou volgen dat de verdachte op enig moment voldoende wetenschap heeft gehad of had moeten hebben van hetgeen zich in de verhuurde loods afspeelde. Verdachte huisvest al jaren mensen op zijn terrein en verhuurt ook land, grond en gebouwen op zijn erf. Om tot een bewezenverklaring voor feit 1 te komen is dubbel opzet noodzakelijk. Dit opzet ontbreekt, ook in voorwaardelijke zin. Subsidiair meent de verdediging dat niet vast is komen te staan dat tussen de 270 en 340 kilo amfetamine(pasta) is bereid. Die op basis van het aangetroffen afval getrokken conclusie is te mager. Feitelijk is 1 kilo amfetamine(pasta) aangetroffen. Van medeplegen kan gelet op het vorengaande in geen geval sprake zijn.
Beoordeling door de rechtbank
Feit 1
Aan verdachte is ten laste gelegd – kort gezegd – de medeplichtigheid aan het medeplegen van de productie van amfetamine, door een schuur op zijn erf ter beschikking te stellen en/of te verhuren.
De rechtbank stelt voorop dat in de betreffende schuur, die op het terrein van verdachte staat, de hiervoor genoemde goederen en stoffen zijn aangetroffen. Zowel de LFO als het NFI hebben gerapporteerd dat er amfetamine is aangetroffen en dat de overige aangetroffen stoffen worden gebruikt bij de productie van amfetamine. Ook de aangetroffen goederen zijn hiervoor geschikt. De rechtbank is daarom van oordeel dat kan worden vastgesteld dat in de schuur amfetamine is geproduceerd.
Voor de bewezenverklaring van medeplichtigheid aan een misdrijf is vereist dat niet alleen wordt bewezen dat het opzet van de verdachte was gericht op de behulpzaamheid zelf – in deze zaak het beschikbaar stellen van de schuur – maar ook dat zijn opzet, al dan niet in voorwaardelijke vorm, was gericht op het door de dader(s) gepleegde misdrijf (het gronddelict), in deze zaak de productie van amfetamine.
Het opzet op de verhuur, dan wel het ter beschikking stellen, van de schuur als zodanig staat niet ter discussie. Deze verhuur is een onmisbare schakel geweest voor het opzetten van het drugslaboratorium. Vaststaat dat verdachte woont in de woning die op hetzelfde terrein staat als de betreffende schuur en daarvan niet ver verwijderd is. Verdachte heeft aangegeven dat hij met de huurder een huurovereenkomst is aangegaan, maar deze overeenkomst is kennelijk niet op papier gezet. Verdachte beschikte niet over enige gegevens van de huurder, zoals een telefoonnummer of e-mailadres. Verdachte heeft ook wisselend verklaard over de huurbedragen die hij al dan niet zou hebben ontvangen. Verdachte heeft verklaard dat hij verschillende mensen op het terrein en rondom de schuur heeft gezien. Op enig moment heeft iemand die op het terrein van verdachte verblijft, tegen verdachte gezegd dat er ’s nachts een kleine vrachtwagen bij de schuur stond en er vaten werden uitgeladen. Ondanks alles dat in samenhang bezien bij verdachte minstens een belletje had moeten doen rinkelen, is verdachte niet gaan kijken in of bij de schuur om polshoogte te nemen en heeft hij kennelijk niet geprobeerd om contact te krijgen met de huurder. Hij heeft de personen in de schuur hun gang laten gaan. Dat er een slot op de deur van de schuur was gezet of er wel eens agenten op het terrein surveilleerden, doet daar niet aan af.
Op basis van al het hiervoor genoemde, in onderlinge samenhang bezien, kunnen de gedragingen van verdachte naar de uiterlijke verschijningsvorm worden aangemerkt als zozeer gericht op het mogelijk maken een synthetisch drugslaboratorium in de schuur te exploiteren, dat het niet anders kan zijn dan dat verdachte bewust die aanmerkelijke kans heeft aanvaard. Van aanwijzingen voor het tegendeel is de rechtbank niet gebleken. Daarmee is sprake van voorwaardelijk opzet op de productie van de synthetische drugs. De rechtbank acht dubbele opzet derhalve bewezen en verdachte daarom medeplichtig aan het medeplegen van de productie van amfetamine.
Hoeveelheid
De LFO gaat er, gelet op de aangetroffen hoeveelheid afval in relatie met lege verpakkingen, zoutzuur, mierenzuur en Formamide, vanuit dat met de in het drugslab gemaakte amfetamineolie vermoedelijk minimaal circa 270 en vermoedelijk circa 360 kilo amfetaminepasta is vervaardigd. [6] De rechtbank is van oordeel dat onvoldoende is onderbouwd dat deze specifieke hoeveelheid is geproduceerd, maar dat voldoende aannemelijk is geworden dat er gelet op de aangetroffen stoffen, goederen en afval, in elk geval een grote hoeveelheid amfetamine(pasta) is vervaardigd.
De rechtbank acht gelet op het voorgaande wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 1 ten laste gelegde heeft begaan.
Feit 2
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat in het dossier geen bewijs aanwezig is waaruit volgt dat verdachte direct betrokken is geweest bij het produceren van drugs in de door hem verhuurde schuur dan wel het treffen van de voorbereidingen daarvan, noch dat verdachte hieraan een zodanig substantiële bijdrage heeft geleverd dat van medeplegen gesproken kan worden. Verdachte wordt dan ook vrijgesproken van het onder feit 2 tenlastegelegde.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het volgende tenlastegelegde feit heeft begaan, te weten dat:
Medeverdachte
(n
)[medeverdachte 1] en
/of[medeverdachte 2] en
/ofeen of meerdere onbekend gebleven personen in de periode van 1 mei 2019 tot en met 12 juni 2019 te [plaats] , gemeente Druten, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen
, althans alleen,meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk
heeft/hebben bereid
en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad tussen de 270 en 340 kilo amfetamine(-pasta), althans in elk gevaleen
(grote
)hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine(-pasta), zijnde amfetamine, (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, tot en
/ofbij het plegen van welk
(e)misdrijf
/misdrijvenhij, verdachte, in of omstreeks de periode van 1 mei 2019 tot en met 12 juni 2019 te [plaats] , gemeente Druten, meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk gelegenheid en
/ofmiddelen
en/of inlichtingenheeft verschaft
en/of (telkens) opzettelijk behulpzaam is geweest, door aan die medeverdachte(n) en
/ofonbekend gebleven
persoon/personen de schuur/loods/stal op het perceel van zijn broer, althans op het perceel waar hij beschikkingsmacht over had, te verhuren
en/of ter beschikking te stellen voor de productie van amfetamine
en/of aanpassingen aan de elektriciteitsvoorziening en/of watertoevoer in en/of bij de loods te (laten) maken en/of een nieuw/ander slot op de loods gemaakt en/of toe te staan dat een nieuw/ander slot op de loods werd gemaakt.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1:
medeplichtigheid aan het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 maanden, met aftrek van het voorarrest.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft gevraagd rekening te houden met de schending van de redelijke termijn, met het feit dat verdachte op leeftijd is en dat artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing is. De verdediging meent dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf niet op zijn plaats is, gelet op de rol die verdachte zou hebben vervuld en zijn proceshouding. Een taakstraf, eventueel in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf, ligt meer in de rede.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte. De rechtbank heeft verder kennis genomen van het reclasseringsrapport dat is opgemaakt over verdachte.
Verdachte heeft een schuur ter beschikking gesteld op het perceel waar hij ook woonachtig was. In deze schuur was een drugslaboratorium gevestigd, dat is gebruikt om amfetamine te produceren. Door deze loods ter beschikking te stellen, heeft verdachte daaraan een wezenlijke bijdrage geleverd. De productie van en handel in harddrugs dient krachtig te worden bestreden in verband met de schadelijkheid voor de volksgezondheid. Bovendien gaat de productie van harddrugs gepaard met andere vormen van criminaliteit, zoals het dumpen van chemisch afval in de natuur, witwassen van grote sommen geld, bedreigingen met misdrijven tegen het leven gericht en zelfs tot levensdelicten. Verdachte heeft door zijn handelen hieraan bijgedragen.
Hier staat tegenover dat verdachte niet eerder soortgelijke delicten heeft begaan. Verder is rekening gehouden met het gegeven dat onderhavig strafbare feit ruim drie jaar geleden is begaan. In de regel wordt overschrijding van de redelijke termijn gecompenseerd door strafvermindering. De rechtbank schat die veel hoger in dan de officier van justitie, hetgeen leidt tot een aanmerkelijk lagere straf dan de geëiste.
Naar het oordeel van de rechtbank zou het bewezenverklaarde feit zonder meer de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf rechtvaardigen. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen en de (voor zover is gebleken, geheel passieve) rol van verdachte in het geheel, ziet de rechtbank aanleiding daar van af te wijken. De rechtbank zal, alles afwegend, aan de verdachte een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen van 90 dagen (3 maanden), met aftrek van de tijd dat verdachte in voorarrest heeft gezeten en een proeftijd van 3 jaren, met daarnaast een taakstraf van 240 uren.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen:
- 9, 14 a, 14b, 14c, 22c, 22d, 48 en 49 van het Wetboek van Strafrecht;
- 2 en 10 van de Opiumwet.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een gevangenisstraf van 90 dagen (3 maanden);
 bepaalt dat deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van 3 jaren schuldig heeft maakt aan een strafbaar feit;
 legt op een taakstraf van 240 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 120 dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.E. Venema (voorzitter), mr. M.W.R. Koch en mr. L.C.P. Goossens, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S. Benbouazza, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 16 januari 2023.
mr. M.W.R. Koch en mr. L.C.P. Goossens
zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door een verbalisant van de politie Oost-Nederland, Dienst Regionale Recherche, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2019249273 gesloten op 24 januari 2020 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van bevindingen LFO van 14 juni 2019, p. 010060-010062.
3.Proces-verbaal van bevindingen LFO van 14 juni 2019, p. 010060-010061.
4.Proces-verbaal van bevindingen LFO van 14 juni 2019, p. 010061.
5.NFI rapport drugsonderzoek (locatie [adres] te [plaats] ) d.d. 16 december 2019, p. 010557-010562 van het in de wettelijke vorm door een verbalisant van de politie Oost-Nederland, Dienst Regionale Recherche, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2019249273 gesloten op 11 maart 2020.
6.Proces-verbaal van bevindingen LFO van 14 juni 2019, p. 010062.