Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummers: 05/107892-22 en 05/257829-22 (gevoegd ter zitting)
Datum uitspraak : 21 maart 2023
Verstek
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1981 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres en woonplaats] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.
1.De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is ten aanzien van parketnummer 05/107892-22 ten laste gelegd dat:
zij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 28 maart 2022 tot en met 12 april 2022 te Arnhem tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of
een hoeveelheid heroïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne,
zijnde cocaïne en/of heroïne (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Aan verdachte is ten aanzien van parketnummer 05/257829-22 ten laste gelegd dat:
zij op of omstreeks 9 februari 2022 in de gemeente Arnhem opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer 0.6 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs
Parketnummer 05/107892-22 [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het tenlastegelegde.
Beoordeling door de rechtbank
Van 28 maart tot 31 maart 2022 is het telefoonnummer [telefoonnummer 1] getapt. [2] Dit telefoonnummer betrof het meest recent gebruikte telefoonnummer van een iPhone XS die in de woning van medeverdachte [medeverdachte 1] in beslag genomen is. [3] Uit de tapgesprekken volgt dat het telefoonnummer in 99 van de 100 gevallen in gebruik is bij dezelfde persoon. De stem van de hoofdgebruiker is herkend als de stem van medeverdachte [medeverdachte 1] . De hoofdgebruiker spreekt onder andere over bezorging op zijn woonadres aan de [woonadres] en over zijn ingevorderd rijbewijs. Het is de politie ambtshalve bekend dat het rijbewijs van medeverdachte [medeverdachte 1] ingevorderd is. [4]
De rechtbank stelt op grond van het voorgaande vast dat de hoofdgebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer 1] medeverdachte [medeverdachte 1] betreft.
Gedurende de tapperiode is met het telefoonnummer [telefoonnummer 1] gebeld met het telefoonnummer [telefoonnummer 2] . De gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer 2] betreft telkens dezelfde vrouw. De stem is herkend als de stem van verdachte [verdachte] . [5] Onder verdachte [verdachte] is een Galaxy A12 in beslag genomen. In die telefoon werd het telefoonnummer [telefoonnummer 2] gebruikt. [6]
De rechtbank stelt op grond van het voorgaande vast dat de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer 2] verdachte [verdachte] betreft.
In de telefoongesprekken tussen medeverdachte [medeverdachte 1] en verdachte [verdachte] geeft medeverdachte [medeverdachte 1] aan wie verdachte [verdachte] moet voorzien van drugs en hoeveel en wat de mogelijk afnemer wil hebben. Ook komt het regelmatig voor dat verdachte [verdachte] kort daarna naar medeverdachte [medeverdachte 1] belt en aangeeft dat ze de betreffende afnemer van de gevraagde drugs heeft voorzien. [7]
Onder [medeverdachte 2] is een telefoon in beslag genomen. Bij onderzoek aan deze telefoon zijn 278 sms-berichten met het nummer van verdachte [verdachte] aangetroffen in de periode 1 april 2022 tot en met 11 april 2022. Verdachte wordt in deze berichten door [medeverdachte 2] naar allerlei locaties en personen gestuurd. Ook wordt in de berichten gesproken over aantallen. Verdachte [verdachte] geeft in een aantal berichten aan dat ze “leeg” is. De berichten houden in dat zij daarna door [medeverdachte 2] wordt voorzien van nieuwe voorraad. [8]
Op 29 maart 2022 is verdachte [verdachte] door verbalisanten in Arnhem geobserveerd. Om 14.33 uur kwam verdachte [verdachte] uit de portiek aan de [woonadres] lopen. Verdachte [verdachte] had op de Verlengde Paulstraat, achter de molen, contact met NN2. Na een kort contact met elkaars handen, liepen verdachte [verdachte] en NN2 van elkaar weg. Om 14.39 uur was NN2 in een steegje aan het gebruiken. [9]
[medeverdachte 3] heeft op 12 april 2022 verklaard dat hij al twee à drie maanden een keer per week cocaïne koopt van verdachte [verdachte] , die hij op een hem getoonde foto heeft herkend. Hij koopt ook bij de molen. [10]
De rechtbank is van oordeel het contact tussen verdachte [verdachte] en NN2 is te kwalificeren als een drugsdeal. In de tapperiode is aldus een drugsdeal waargenomen.
[getuige] heeft op 21 april 2022 verklaard dat hij cocaïne gebruikt en dat verdachte [verdachte] , die hij op een hem getoonde foto heeft herkend, hem sinds ongeveer zes maanden drugs komt brengen. [11]
De rechtbank is op grond van het bovenstaande van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte in de periode van 28 maart tot en met 12 april 2022 in Arnhem tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk cocaïne heeft verkocht, afgeleverd, verstrekt en vervoerd.
Parketnummer 05/257829-22 [12]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het tenlastegelegde.
Beoordeling door de rechtbank
Op 9 februari 2022 in Arnhem wenkte verdachte met haar armen naar twee personen. De personen liepen hierop in de richting van verdachte. Verdachte overhandigde iets aan een van de personen. De personen en verdachte namen daarna direct afscheid van elkaar. Bij een van de personen, te weten [koper van cocaIne] , werden drie gripzakjes met daarin een hoeveelheid wit poeder aangetroffen. Tijdens de insluitingsfouillering van verdachte werd in haar kleding € 75,- aangetroffen. [13]
De onder [koper van cocaIne] in beslag genomen gripzakjes bevatten tezamen 0,6 gram cocaïne. [14]
[koper van cocaIne] heeft verklaard dat hij twee of drie pakketjes cocaïne heeft gekocht van die blonde vrouw en daar € 75,- voor heeft betaald. [15]
De rechtbank is op grond van het bovenstaande van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte op 9 februari 2022 in Arnhem opzettelijk 0,6 gram cocaïne heeft verkocht, afgeleverd, verstrekt en vervoerd.
3.De bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder beide parketnummers tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
Parketnummer 05/107892-22:
zij op
een of meertijdstippen in
of omstreeksde periode van 28 maart 2022 tot en met 12 april 2022 te Arnhem tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen, (telkens
)opzettelijk heeft
geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/ofverkocht en
/ofafgeleverd en
/ofverstrekt en
/ofvervoerd
, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad,een hoeveelheid cocaïne
, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of
een of meertijdstippen in
of omstreeksde periode van 28 maart 2022 tot en met 12 april 2022 te Arnhem tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen, (telkens
)opzettelijk heeft
geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/ofverkocht en
/ofafgeleverd en
/ofverstrekt en
/ofvervoerd
, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad,een hoeveelheid cocaïne
, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of
een hoeveelheid heroïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne,
zijnde cocaïne en/of heroïne
(telkens
)een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
(telkens
)een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Parketnummer 05/257829-22:
zij op
of omstreeks9 februari 2022 in de gemeente Arnhem opzettelijk heeft
geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/ofverkocht en
/ofafgeleverd en
/ofverstrekt en
/ofvervoerd
, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer0,6 gram
, in elk geval een hoeveelheidvan een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
of omstreeks9 februari 2022 in de gemeente Arnhem opzettelijk heeft
geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/ofverkocht en
/ofafgeleverd en
/ofverstrekt en
/ofvervoerd
, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer0,6 gram
, in elk geval een hoeveelheidvan een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Parketnummer 05/107892-22:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd
Parketnummer 05/257829-22:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod
5.De strafbaarheid van de feiten
De feiten zijn strafbaar.
6.De strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
7.De overwegingen ten aanzien van straf
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van drie maanden.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich gedurende ongeveer een halve maand schuldig gemaakt aan het dealen van harddrugs. Het is algemeen bekend dat het gebruik van harddrugs een ontoelaatbaar gevaar oplevert voor de volksgezondheid. Daarnaast gaat de handel in harddrugs gepaard met andere vormen van (zware) criminaliteit. Door het dealen van harddrugs heeft verdachte een actieve bijdrage geleverd aan de instandhouding van verslavingen en het criminele drugscircuit.
De nadelige maatschappelijke effecten zijn ook de reden dat op het dealen van harddrugs forse straffen zijn gesteld. De oriëntatiepunten voor straftoemeting van de LOVS nemen bij het met enige regelmaat dealen van harddrugs gedurende minder dan een maand een gevangenisstraf voor de duur van drie maanden tot uitgangspunt. De rechtbank ziet geen reden om van dit oriëntatiepunt af te wijken.
De rechtbank zal daarom aan verdachte opleggen een gevangenisstraf voor de duur van drie maanden.
8.De beoordeling van het beslag
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de in beslag genomen Samsung telefoon verbeurd wordt verklaard.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank zal beslissen dat de in beslag genomen en nog niet teruggegeven Samsung telefoon vatbaar is voor verbeurdverklaring, nu de telefoon aan verdachte toebehoort en het feit met behulp van de telefoon is begaan.
De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen:
- 33, 33a, 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht;
- 2 en 10 van de Opiumwet.
10.De beslissing
De rechtbank:
verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) maanden;
een gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) maanden;
verklaart verbeurd de onder verdachte in beslag genomen telefoon Samsung, nr: 353272495874313.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.P.W. van de Meerakker, voorzitter, mr. C.H.M. Pastoors en mr. T. Bertens, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E.A. Clevers, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 21 maart 2023.
De voorzitter, de jongste rechter en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.