ECLI:NL:RBGEL:2023:1431
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen niet tijdig beslissen over verzoek om restitutie van ingehouden vakantiegeld
In deze uitspraak van de Rechtbank Gelderland, gedateerd 20 maart 2023, wordt het beroep van eiser tegen het niet tijdig nemen van een beslissing op zijn verzoek om restitutie van ingehouden vakantiegeld beoordeeld. Eiser had op 16 januari 2023 beroep ingesteld, maar de rechtbank oordeelt dat hij te vroeg beroep heeft aangetekend. De rechtbank stelt vast dat de beslistermijn voor het college op 23 januari 2023 had moeten zijn en dat eiser pas op 16 januari 2023 zijn beroep heeft ingediend. Hierdoor is hij niet-ontvankelijk in zijn beroep.
De rechtbank wijst erop dat eiser herhaaldelijk verzoeken heeft ingediend om feitelijk te handelen, maar dat deze verzoeken geen besluiten in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) opleveren. Eiser heeft in het verleden al een verzoek ingediend dat door de rechtbank als onbevoegd is verklaard, en de rechtbank heeft in eerdere uitspraken niet beslist dat het college verplicht is om het vakantiegeld aan eiser uit te betalen. De rechtbank merkt op dat eiser de uitspraken verkeerd interpreteert en adviseert hem om deze handelswijze te staken.
De rechtbank concludeert dat het beroep van eiser niet-ontvankelijk is en dat hij geen proceskostenvergoeding ontvangt. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.