ECLI:NL:RBGEL:2023:1344

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
15 maart 2023
Publicatiedatum
15 maart 2023
Zaaknummer
05-298569-22
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Celstraf voor man uit Utrecht na explosie drugslab

Op 15 maart 2023 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen een man uit Utrecht, die betrokken was bij een explosie in een drugslab. De verdachte, die op 28 juli 2022 in Beesd een loods huurde, werd beschuldigd van opzettelijke brandstichting en de productie van MDMA. Tijdens de rechtszaak werd vastgesteld dat de verdachte samen met anderen een ketel had geïnstalleerd voor de productie van synthetische drugs. De explosie die volgde, leidde tot een grote brand die meerdere bedrijfsruimten verwoestte. De rechtbank oordeelde dat de verdachte verantwoordelijk was voor de productie van MDMA en het bezit van gevaarlijke stoffen, maar sprak hem vrij van opzettelijke brandstichting, omdat er onvoldoende bewijs was voor voorwaardelijk opzet. De rechtbank legde een gevangenisstraf van vijf jaar op, rekening houdend met de ernst van de feiten en de gevaren die de verdachte had veroorzaakt voor de volksgezondheid en de veiligheid van omstanders.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/298569-22
Datum uitspraak : 15 maart 2023
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ,
wonende aan [adres] ,
op dit moment gedetineerd in de P.I. Arnhem.
Raadsvrouw: mr. H.E. Berman, advocaat in Purmerend.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van
1 maart 2023.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na toewijzing van een vordering tot wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 28 juli 2022 te Beesd, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk brand heeft gesticht en/of een ontploffing teweeg heeft gebracht (in een pand gelegen aan [adres] ) door open vuur in aanraking te brengen met een of meer brandbare stof(fen), ten gevolge waarvan een ketel (bestemd voor de productie van synthetische drugs), de inboedel, het pand en/of omliggende pand(en) is/zijn verbrand en/of geëxplodeerd en/of vernield, in elk geval brand en/of een explosie is ontstaan, en daarvan gemeen gevaar voor de omliggende panden, in elk geval gemeen gevaar voor goederen en/of
levensgevaar voor bewoners en/of bezoekers van de omliggende panden, in elk geval levensgevaar voor een ander of anderen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor bovengenoemde bewoners en/of bezoekers, in elk geval gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen te duchten was;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 28 juli 2022 te Beesd, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, grovelijk, althans aanmerkelijk onvoorzichtig en/of onoplettend en/of onachtzaam in het pand aan [adres] , waar zich een ketel (bestemd voor de productie van synthetische drugs) bevond, (onder deze ketel) open vuur in aanraking heeft gebracht met een of meer brandbare stof(fen) en/of (vervolgens) die ketel (bestemd voor de productie van synthetische drugs) onbeheerd heeft achtergelaten en/of (vervolgens) die ketel (bestemd voor de productie van synthetische drugs) is geëxplodeerd (mede) ten gevolge waarvan het aan zijn schuld te wijten is geweest, dat die ketel (bestemd voor de productie van synthetische drugs), de inboedel, het pand en/of omliggende pand(en) is/zijn verband en/of geëxplodeerd en/of vernield, in elk geval, dat er brand is ontstaan, en daardoor gemeen gevaar voor omliggende panden, in elk geval gemeen gevaar voor goederen en/of levensgevaar voor bewoners en/of bezoekers van omliggende panden, in elk geval levensgevaar voor een ander of anderen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor bovengenoemde bewoners en/of bezoekers, in elk geval gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen, ontstond.
2.
hij op of omstreeks 28 juli 2022 te Beesd, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk (in een pand aan [adres] ) heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd,
(telkens) een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA en/of een of meer ander(e) stof(fen) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, zijnde MDMA, (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en), in elk geval een ander dan verdachte, op of omstreeks 28 juli 2022 te Beesd, tezamen en in vereniging met een of meer anderen opzettelijk (in een pand aan [adres] ) heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, (telkens) een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA en/of een of meer ander(e) stof(fen) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, zijnde MDMA, (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
tot en/of bij het plegen van voorgenoemd misdrijf verdachte, tezamen in en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, op of omstreeks 28 juli 2022 te Beesd, opzettelijk gelegenheid en/of middelen heeft verschaft en/of behulpzaam is geweest, door (opzettelijk)
- aan die een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) (een dele van) het pand gelegen aan [adres] ter beschikking te stellen en/of
- een alarmsysteem ter controle en/of beveiliging van het pand te (laten) plaatsen), althans de plaatsing van het alarmsysteem ter controle en/of beveiliging toe te staan.
3.
hij op of omstreeks 28 juli 2022 te Beesd, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen, te weten
- het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren, en/of
- het opzettelijk vervaardigen
van MDMA en/of een of meer ander(e) stof(fen) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, in elk geval een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet
- ( een) locatie('s) aan [adres] heeft gehuurd/betreden en deze locatie('s) ter beschikking heeft gesteld voor de productie van MDMA,
- een alarmsysteem ter controle en/of beveiliging van het pand te (laten) plaatsen), althans de plaatsing van het alarmsysteem ter controle en/of beveiliging toe te staan,
- een of meer goederen welke worden gebruikt bij de productie van MDMA heeft/hebben gekocht,
- voorwerpen (waaronder een rvs ketel, bestemd voor de productie van synthetische drugs, en/of een of meer jerrycan(s) en/of een of meer klemdekselvat(en)), vervoermiddelen en/of stoffen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s), wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit,
door het voorhanden hebben van een of meer grondstof(fen) en/of gasfles(sen) en/of een ketel ten behoeve van de productie van die MDMA en/of een of meer ander(e) stoffen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
De rechtbank zal feit 1 (brandstichting), feit 2 (productie van MDMA) en feit 3 (voorbereidings-handelingen daartoe) gezamenlijk bespreken vanwege de samenhang tussen de feiten.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich samen met een of meer anderen schuldig heeft gemaakt aan feit 1 primair (opzettelijke brandstichting), feit 2 primair (het vervaardigen van MDMA) en feit 3 (het treffen van voorbereidingshandelingen daarvoor).
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft integrale vrijspraak bepleit. Zij heeft aangevoerd dat uit het dossier geen directe betrokkenheid van verdachte bij een van de feiten kan worden afgeleid, noch een rol of betrokkenheid die kan worden aangemerkt als die van medepleger of medeplichtige. Er is geen bewijs voor wetenschap bij verdachte waardoor (dubbel) opzet op een van de feiten niet kan worden bewezen, ook niet in voorwaardelijke vorm.
Ten aanzien van feit 1 subsidiair (de culpoze brandstichting) is nog aangevoerd dat het causale verband ontbreekt, nu de ten laste gelegde handelingen niet aan verdachte kunnen worden gekoppeld.
Beoordeling door de rechtbank
Op 28 juli 2022 vond in een loods aan [adres] in Beesd een explosie plaats. Ten gevolge van die explosie is een enorme brand ontstaan. De brand heeft nagenoeg het gehele complex dat bestond uit meerdere bedrijfsruimten [adres] verwoest. Bij de explosie is een ketel door het dak van de loods gelanceerd en in een andere loods [adres] terecht gekomen. [2] Er waren rond het moment van de explosie en de brand meerdere personen op het terrein aanwezig. [3] Verdachte huurde loods [adres] sinds 2019. Hij was op het moment van de explosie samen met een ander aanwezig in de loods. [4]
Door de Landelijke Faciliteit Ondersteuning Ontmantelen (LFO) zijn diverse goederen en stoffen (chemicaliën) aangetroffen die te relateren zijn aan de productie van synthetische drugs, waarbij het volgende wordt genoemd:
[adres]
  • een rvs driepoot klopperbodem met een doorsnede van 60 cm. Dit betreft het onderstel waarop de rvs ketel (die in [adres] werd aangetroffen) was bevestigd;
  • een rvs drukreactieketel met roerwerk en een gelaste koelmantel, met een lengte van 110 cm en een doorsnede van 60 cm (en een inhoud van 311 liter
- diverse gesmolten grijze jerrycans van 20 liter, waarvan er 8 intact bleken en gevuld te zijn met een oranje/bruinkleurige zure vloeistof, die volgens het NFI PMK bevatte [6] ;
  • een rvs au-bain-mariebak van 75 cm breed, 145 cm lang en 90 cm hoog;
  • een door de brand aangetast blauw klemdekselvat van 120 liter dat was gevuld met een restant olieachtige bruine vloeistof.

[adres] (circa 80 meter vanaf de plaats waarvan de ketel werd gedetoneerd)

- een rvs ketel aangetroffen met een hoogte van 71,5 cm en een doorsnede van 60 cm. De ketel was voorzien van kogelafsluiters, waarop een bruine kleverige stof is aangetroffen, die volgens het NFI PMK bevatte [7] .
Het LFO komt tot de conclusie dat de locatie (de loods aan de [adres] ) vermoedelijk ingericht en in gebruik was voor de productie van MDMA dan wel de omzetting van PMK (een grondstof voor de vervaardiging van MDMA) .Met behulp van de “verhoogde druk methode” met een gecombineerde drukreactieketel en een destillatieopstelling is vermoedelijk MDMA vervaardigd. Hierbij is vermoedelijk de opvangketel van de destillatieopstelling ontploft en uit het pand weggeschoten. [8]
Gelet op de aard van de aangetroffen goederen en stoffen en de conclusies van het NFI, staat voor de rechtbank vast dat de loods was ingericht en werd gebruikt voor het vervaardigen van MDMA. De rechtbank moet de vraag beantwoorden of verdachte, al dan niet samen met (een) ander(en), hierbij betrokken is geweest.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij vrijwel dagelijks in de loods kwam en in december 2021 het alarm ter controle en beveiliging van het pand had geïnstalleerd. [9]
Hij ontkent echter enige betrokkenheid bij de tenlastegelegde feiten en ontkent te hebben geweten dat er een drugslab in de loods zat. Verdachte zou drie personen eveneens in december 2021 een sleutel van de loods hebben gegeven. Deze personen konden volgens hem ook het alarm aan- en uitzetten. Een van de personen, de persoon met wie hij op 28 juli 2022 in de loods was, zou na de explosie, nadat zij zich samen uit de voeten hadden gemaakt, in de auto tegen hem hebben gezegd dat in de loods een drugslab zat.
Op de camerabeelden van het bedrijf [bedrijf] (gelegen aan de [adres] in Beesd) is op de dagen voorafgaand aan de brand bij de ingang van de door verdachte gehuurde loods - naast mensen die bij de zendmast moesten zijn - alleen verdachte en/of (een van) zijn voertuig(en) te zien. Op de camerabeelden is voorts te zien dat op de dag van de brand/explosie (gelet op de zichtbare rookontwikkeling, afkomstig uit het pand aan de [adres] ) een witte bus (vermoedelijk een Renault Traffic) met verhoogde snelheid wegrijdt na de brand/explosie in het pand. [10]
Omdat verdachte huurder was van de loods waar de productieplaats voor MDMA is aangetroffen, hij daar vrijwel elke dag kwam, op de camerabeelden in de dagen voorafgaand aan de brand geen andere personen dan verdachte en/of zijn voertuigen te zien zijn - die toegang had(den) tot de loods, hetgeen niet gold voor de mensen die bij de zendmast moesten zijn - en hij bovendien in de loods aanwezig was toen de explosie plaatsvond, wat erop duidt dat de productie op dat moment bezig was, is de rechtbank van oordeel dat verdachte als pleger verantwoordelijk is voor de productie van (een hoeveelheid) MDMA, alsmede het bezit van de goederen en stoffen die in de loods ter voorbereiding daarvan zijn aangetroffen. De rechtbank acht de feiten 2 primair en 3 dan ook wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank merkt daarbij op dat alhoewel op de dag van de explosie nog een tweede persoon in de loods aanwezig was, op basis van de stukken die zich in het dossier bevinden niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat sprake is van medeplegen, omdat niet kan worden vastgesteld dat sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking bij de productie van MDMA, waaraan deze tweede persoon een bijdrage, laat staan één van voldoende gewicht, heeft geleverd.
Ten aanzien van feit 1 overweegt de rechtbank als volgt. Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is dat verdachte in voorwaardelijke zin opzet heeft gehad op het teweeg brengen van een ontploffing waardoor vervolgens brand in de loods is ontstaan. Over het handelen van verdachte waardoor de brand is ontstaan, is - zowel uit forensisch onderzoek als uit zijn eigen verklaringen - geen informatie beschikbaar. De rechtbank kan derhalve op basis van het dossier niet vaststellen of er een aanmerkelijke kans was dat - door het handelen van verdachte - een explosie en/of brand zou ontstaan, en evenmin of verdachte de mogelijkheid dat door zijn handelen een explosie en/of een brand zou ontstaan, bewust heeft aanvaard. Dat laatste lijkt ook onwaarschijnlijk, aangezien hij zichzelf dan ook willens en wetens aan die aanmerkelijke kans, en het gevaar voor leven of gezondheid dat daaruit voortvloeide, zou hebben blootgesteld. Ook voorwaardelijke opzet op brandstichting kan dus niet worden bewezen. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van het primair tenlastegelegde.
De subsidiair ten laste gelegde culpoze brandstichting kan wel wettig en overtuigend worden bewezen. De brand is ontstaan tijdens de productie van MDMA, waarbij een ketel gevuld met chemische stoffen in aanraking is gebracht met open vuur. Gezien de gevaren en risico’s waarmee het productieproces van MDMA gepaard gaat, is er aan de zijde van verdachte door zich bezig te gaan houden met een dergelijk productieproces in een loods op een bedrijventerrein sprake van een verwijtbare aanmerkelijke onvoorzichtigheid. Daarom heeft verdachte schuld aan de explosie en brand die vervolgens in de loods is ontstaan, waarbij gevaar voor personen en voor goederen is ontstaan. De explosie en brand vormden niet alleen (levens)gevaar voor verdachte, maar ook voor de overige aanwezigen in en om de loods en naastgelegen bedrijfsruimten. Daarnaast heeft de brand een verwoestend effect gehad op de gehele loods.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
de feiten onder 1 subsidiair, 2 primair en 3 ten laste gelegdheeft begaan, te weten dat:
1.
subsidiair
hij op
of omstreeks28 juli 2022 te Beesd,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, grovelijk, althansaanmerkelijk onvoorzichtig
en/of onoplettend en/of onachtzaamin het pand aan [adres] , waar zich een ketel
(bestemd voor de productie van synthetische drugs
)bevond,
(onder deze ketel
)open vuur in aanraking heeft gebracht met een of meer brandbare stof(fen) en
/of (vervolgens
)die ketel
(bestemd voor de productie van synthetische drugs
) onbeheerd heeft achtergelaten en/of (vervolgens) die ketel (bestemd voor de productie van synthetische drugs)is geëxplodeerd
(mede)ten gevolge waarvan het aan zijn schuld te wijten is geweest, dat die ketel
(bestemd voor de productie van synthetische drugs
), de inboedel, het pand en
/ofomliggende pand
(en
) is/zijn verbrand en/of geëxplodeerd
en/of vernield, in elk geval, dat er brand is ontstaan,en daardoor gemeen gevaar voor omliggende panden,
in elk geval gemeen gevaar voor goederenen
/oflevensgevaar voor bewoners en/of bezoekers van omliggende panden,
in elk geval levensgevaar voor een ander of anderenen/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor bovengenoemde bewoners en/of bezoekers,
in elk geval gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen,ontstond.
2.
primair
hij op
of omstreeks28 juli 2022 te Beesd,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,opzettelijk
(in een pand aan [adres]
)heeft
geteeld en/ofbereid en
/ofbewerkt
en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd,
(telkens)een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA
en/of een of meer ander(e) stof(fen) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, zijnde MDMA, (telkens)een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
3.
hij op
of omstreeks28 juli 2022 te Beesd,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,om een feit, bedoeld in het vierde
of vijfdelid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden
en/of te bevorderen, te weten
- het opzettelijk telen,bereiden, bewerken,
verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren, en/of
- het opzettelijk vervaardigen
van MDMA
en/of een of meer ander(e) stof(fen)vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I,
in elk geval een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet
- ( een) locatie
('s)aan [adres] heeft gehuurd
/betreden en deze locatie('s) ter beschikking heeft gesteld voor de productie van MDMA,
- een alarmsysteem ter controle en
/ofbeveiliging van het pand te
(laten)plaatsen
),
althans de plaatsing van het alarmsysteem ter controle en/of beveiliging toe te staan,
-
een of meer goederen welkedieworden gebruikt bij de productie van MDMA heeft/hebben gekocht,
- voorwerpen (waaronder een rvs ketel, bestemd voor de productie van synthetische drugs,
en/of een of meerjerrycan
(s
)en
/of een of meerklemdekselvat
(en
)),
vervoermiddelenen
/ofstoffen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte
en/of zijn mededader(s), wist
(en) of ernstige reden had(den) om te vermoedendat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit,
door het voorhanden hebben van een of meer grondstof
(fen
)en
/ofgasfles
(sen
)en
/ofeen ketel ten behoeve van de productie van die MDMA
en/of een of meer ander(e) stoffen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1 subsidiair:
aan zijn schuld brand en ontploffing te wijten zijn, terwijl daardoor gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar voor een ander ontstaat.
Ten aanzien van feit 2 primair:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
Ten aanzien van feit 3:
om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, voorwerpen en stoffen voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaren met aftrek van het voorarrest.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft geen strafmaatverweer gevoerd.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de productie van MDMA. Daarnaast heeft hij stoffen (chemicaliën) en goederen voorhanden gehad ter voorbereiding van deze productie. Het gaat om voor de gezondheid van personen schadelijke stoffen die bij wet verboden zijn. Los van de gevaren die het gebruik van deze synthetische drugs voor de volksgezondheid vormen, is algemeen bekend dat de vervaardiging van deze drugs gevaarlijk is, omdat er gevaar is voor brand, ontploffing en het vrijkomen van giftige stoffen. Dat gevaar heeft zich in dit geval in een zeer hevige vorm verwezenlijkt. Tijdens het productieproces is de ketel ontploft en is brand ontstaan in de loods van verdachte en naastgelegen loodsen. Dat dit is gebeurd, is aan de schuld van verdachte te wijten. Als gevolg van de kracht van de explosie is de ketel (met een inhoud van 311 liter) door het dak gelanceerd en tientallen meters verderop in een loods terecht gekomen in een ruimte waar tot enkele minuten daarvoor een vader en zijn kind verbleven. Het betreft een zeer ernstig incident dat diepe indruk moet hebben gemaakt op de omstanders die hiervan getuige zijn geweest. Verdachte heeft door zijn handelen gevaar veroorzaakt voor goederen en niet alleen zijn eigen leven, maar ook het leven van omstanders in gevaar gebracht. Bijzonder kwalijk is dat verdachte de brandende loods direct verliet zonder hulp in te schakelen. Hij heeft, ook naderhand, geen enkele poging ondernomen om de schade te beperken. De schade als gevolg van de explosie is bijzonder groot: meerdere bedrijfspanden zijn volledig in de as gelegd en ook het pand waar de ketel door het dak is gevlogen, is aanzienlijk beschadigd. Dat de gevolgen beperkt zijn gebleven tot deze (brand)schade, is bovendien een wonder.
De rechtbank is van oordeel dat het geheel aan feiten zo ernstig is dat de enige passende reactie daarop een langdurige gevangenisstraf is en wel voor de duur van vijf jaren. De tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht wordt daarop in mindering gebracht.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen:
- 57 en 158 van het Wetboek van Strafrecht;
- 2, 10 en 10a van de Opiumwet.

9.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van het onder feit 1 primair ten laste gelegde;
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (vijf) jaren;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. S. Jansen (voorzitter), mr. A. Tegelaar en mr. M.M. Klaasen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L.H.M. van Keulen en mr. U. Posthumus, griffiers, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 15 maart 2023.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant] van de politie Oost-Nederland, Dienst Regionale Recherche, opgemaakte proces-verbaal, onderzoeksnummer ONRAA22042 / Rossel, gesloten op 10 januari 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Processen-verbaal van bevindingen, p. 25-26, p. 29-30 en p. 97-100.
3.Proces-verbaal verhoor getuige [getuige] , p. 38-39 en proces-verbaal van bevindingen, p. 128-129.
4.Verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 1 maart 2023.
5.Proces-verbaal (ondersteuning LFO), p. 107.
6.Proces-verbaal (ondersteuning LFO), p. 106.
7.Proces-verbaal (ondersteuning LFO), p. 106.
8.Proces-verbaal (ondersteuning LFO), p. 103-107.
9.Verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 1 maart 2023.
10.De processen-verbaal van bevindingen (uitkijken camerabeelden), p. 58-62, p. 64-73, p. 76-80, p. 82-85 en p. 318-319.