Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure|
- het tussenvonnis van 9 november 2022
- de akte overlegging producties 15 tot en met 20 van Elis, ingekomen 17 januari 2023
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 31 januari 2023.
2.De feiten
3.De vordering
- tot nakoming van de overeenkomst en tot het verlenen van medewerking aan het verrichten van de overeengekomen diensten door Elis aan [gedaagde] ten aanzien van de resterende duur van de overeenkomst ingaand vanaf de dag van het te wijzen vonnis, onder verbeurte van een dwangsom van € 25.000,00 per dag voor iedere dag dat [gedaagde] niet binnen zeven dagen na datum van het te wijzen vonnis daaraan voldoet,
- primair, tot het betalen van een schadevergoeding, bestaande uit gederfde winst uitgaande van een bedrag van € 333,05 per dag te rekenen over de periode van 1 juli 2021 tot aan de dag van het te wijzen vonnis, subsidiair tot het betalen van een schadevergoeding nader op te maken bij staat, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente, althans de wettelijke rente,
- tot het betalen van de buitengerechtelijke kosten van € 2.289,80, te vermeerderen met de wettelijke rente,
4.De beoordeling
Tot stand komen overeenkomst
1.196,00(2 punt × tarief € 598,00)