ECLI:NL:RBGEL:2023:1318

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
13 maart 2023
Publicatiedatum
13 maart 2023
Zaaknummer
C/05/411843 / KG ZA 22-387
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot verkoop van woning op basis van levenstestament tussen zussen

In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, vordert eiseres, een zus, om als gevolmachtigde van haar moeder de woning te verkopen. De moeder heeft in haar levenstestament bepaald dat de zussen gezamenlijk als gevolmachtigden optreden. Eiseres stelt dat er dringende financiële redenen zijn om de woning te verkopen, omdat de moeder sinds oktober 2020 in zorginstellingen verblijft en niet meer terug kan naar haar woning. Gedaagde, de andere zus, verzet zich tegen de verkoop en stelt dat er geen noodzaak is om de woning te verkopen. De voorzieningenrechter oordeelt dat de gezamenlijke volmacht niet kan worden omgezet in een volmacht aan eiseres alleen, omdat de moeder in het levenstestament heeft bepaald dat de zussen hun taken samen moeten uitoefenen. De rechter concludeert dat er onvoldoende bewijs is dat de financiële situatie van de moeder zo ernstig is dat verkoop van de woning noodzakelijk is. De vorderingen van eiseres worden afgewezen, met uitzondering van de vordering tot verstrekking van inloggegevens van de moeder bij de ING bank, die gedeeltelijk wordt toegewezen. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/411843 / KG ZA 22-387
Vonnis in kort geding van 13 maart 2023
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [plaats ],
eiseres,
advocaat mr. M.C. van Rijn te Utrecht,
tegen
[gedaagde],
wonende te [plaats ],
gedaagde,
verschenen in persoon.
Partijen zullen hierna eiseres en gedaagde genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties 1 t/m 14,
  • de conclusie van antwoord met producties 1 t/m 8,
  • de conclusie tot vermeerdering eis met producties 15 en 16,
  • de mondelinge behandeling, gehouden op 12 januari 2023,
  • de e-mail van 27 februari 2023 van gedaagde,
  • de e-mail van 27 februari 2023 van eiseres.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Partijen zijn zussen. De moeder van partijen, [moeder] (hierna: de moeder) heeft op 18 oktober 2018 een notarieel levenstestament op laten maken. Daarin zijn partijen als algemeen gevolmachtigden aangewezen. Bepaald is dat partijen hun taken als algemeen gevolmachtigden slechts samen kunnen uitoefenen. Ook is bepaald dat de woning van de moeder mag worden verkocht als de moeder haar intrekt neemt in een verpleeg- of verzorgingsinstelling en er geen zicht is op terugkeer naar de woning.
2.2.
De moeder is enig eigenaar van de woning aan de [adres] (hierna: de woning).
2.3.
Op 15 mei 2020 is een aanvraag gedaan voor zorg voor de moeder op grond van de Wet langdurige zorg. Op 19 mei 2020 is door het Centrum Indicatiestelling Zorg voor het eerst een indicatiebesluit afgegeven, waarin is bepaald dat de moeder recht heeft op ‘beschermd wonen met intensieve dementiezorg’ (24-uurszorg).
2.4.
De moeder verblijft sinds 16 oktober 2020 in verschillende zorginstellingen, laatstelijk in woonzorgcentrum ‘[woonzorgcentrum]’ in [plaats ].
2.5.
Vanwege haar ziektebeeld zal de moeder niet meer in de woning kunnen wonen.

3.Het geschil

3.1.
Eiseres vordert, na vermeerdering van eis, bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis,
I. eiseres te machtigen om de woning te verkopen als gevolmachtigde van de moeder, waarbij aan eiseres vervangende toestemming wordt verleend om mede namens gedaagde deze verkoop te realiseren, door het geven van een opdracht daartoe aan Jillis Baggerman Makelaardij te Bennekom, dan wel aan een andere door eiseres aan te wijzen makelaar, waarbij eiseres in overleg met de makelaar de vraag- en laatprijs zal bepalen,
II. eiseres te machtigen om namens de moeder alle aan de verkoop dienstige handelingen, waaronder de bezichtiging van de woning door de makelaar en potentiële kopers, alsmede de ontruiming van de woning en het leeg opleveren daarvan, te verrichten dan wel te doen verrichten, waarbij zoveel nodig aan eiseres vervangende toestemming wordt verleend om deze handelingen mede namens gedaagde te verrichten,
III. eiseres te machtigen om als gevolmachtigde van de moeder de koopakte en de leveringsakte te ondertekenen die voor de verkoop en overdracht van de woning noodzakelijk zijn, waarbij aan eiseres vervangende toestemming wordt verleend om dit mede namens gedaagde te doen,
IV. gedaagde te veroordelen om bovengenoemde handelingen en verrichtingen te gedogen,
V. eiseres te machtigen om mede namens gedaagde het formulier “Volmacht uit notariële akte of levenstestament” van de ING te ondertekenen, zodat aan beide partijen zelfstandige bevoegdheid toekomt ter zake het regelen van de bankzaken van de moeder, dan wel te bepalen dat het vonnis in de plaats komt van de toestemming van gedaagde voor het zelfstandig regelen van de bankzaken van de moeder door eiseres.
3.2.
Ter onderbouwing van haar vordering heeft eiseres gesteld dat er dringende financiele redenen zijn om de woning van de moeder te verkopen, te meer nu vast staat dat de moeder niet meer zal terugkeren naar de woning. Eiseres heeft een overzicht verstrekt van de inkomsten en uitgaven van de moeder waaruit haars inziens blijkt dat de moeder inteert op haar spaargeld. Eiseres wijst er voorts op dat de woning door de aangekondigde wijzingen in box III van de inkomstenbelasting in de nabije toekomst zwaarder zal worden belast. Bovendien wordt de woning sinds 16 oktober 2020 niet meer bewoond. Volgens eiseres is het een feit van algemene bekendheid dat de staat van een woning die niet bewoond wordt, achteruit gaat. Daar komt bij dat een leegstaande woning meer risico heeft op inbraak en bovendien duurder is om te verzekeren. Eiseres wijst er verder op dat het onderhoud van het huis en de tuin onnodige kosten meebrengen. Aangezien de moeder in het levenstestament uitdrukkelijk heeft bepaald dat de gevolmachtigden aan de (klein)kinderen schenkingen mogen doen ‘als dat met het oog op onder meer de belastingbesparing gunstig is’, is het bij de huidige financiele stand van zaken (ook) in de visie van de moeder wenselijk om tot verkoop van de woning over te gaan.
3.3.
Gedaagde voert gemotiveerd verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen. Volgens gedaagde wordt niet ingeteerd op het vermogen van de moeder, althans ontbreekt de noodzaak om op korte termijn over te gaan tot verkoop van de woning.
3.4.
Op de overige stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het spoedeisend belang van de vorderingen vloeit voort uit de stellingen van eiseres.
4.2.
Kern van het geschil betreft de vraag of de door de moeder aan partijen gezamenlijk verleende volmacht, feitelijk moet worden omgezet in een volmacht aan enkel eiseres, op grond waarvan eiseres zelfstandig – zonder instemming van gedaagde – de taken van gevolmachtigde kan uitoefenen.
4.3.
In het levenstestament heeft de moeder bepaald dat de woning mag worden verkocht als zij haar intrek neemt in een verpleeg- of verzorgingsinstelling en er geen zicht is op terugkeer naar de woning. De moeder heeft tevens bepaald dat partijen hun taken als algemeen gevolmachtigden slechts samen kunnen uitoefenen.
Partijen worden het samen niet eens over de verkoop van de woning. Eiseres heeft in de dagvaarding, noch tijdens de mondelinge behandeling van 12 januari 2023 een grondslag aangevoerd op grond waarvan zij zonder medewerking van gedaagde tot verkoop van de woning zou kunnen overgaan. De gemachtigde van eiseres heeft pas in de e-mail van 27 februari 2023 gesteld de vorderingen berusten op misbruik van bevoegdheid en dat ‘de vordering mede wordt gegrond op de redelijkheid en billijkheid’. Aangezien de mondelinge behandeling al op 12 januari 2023 is gesloten en de aanhouding van de zitting enkel diende om partijen in de gelegenheid te stellen gezamenlijk een oplossing te bereiken, is het eiseres niet toegestaan om nadien de grondslag van haar vorderingen te preciseren of aan te vullen. Daardoor zou gedaagde immers de mogelijkheid worden ontnomen om daarop te reageren. Zonder daar afbreuk aan te willen doen, ziet de voorzieningenrechter aanleiding om toch in te gaan op de door eiseres in haar brief van 27 februari 2023 genoemde grondslagen.
4.4.
Voorop staat dat partijen geen deelgenoten zijn in de woning, de woning is volledig eigendom van de moeder en er is dus geen sprake van een gemeenschap. Anders dan eiseres heeft betoogd, is naar het oordeel van de voorzieningenrechter geen sprake van misbruik van bevoegdheid, omdat gedaagde op grond van het levenstestament van de moeder geen bevoegdheid is toegekend die zij zelfstandig zou kunnen uitoefenen en eventueel misbruiken. De moeder heeft in het levenstestament uitsluitend aan eiseres en gedaagde gezamenlijk een bevoegdheid toegekend. Dat eiseres en gedaagde het vervolgens niet eens worden, levert geen misbruik van bevoegdheid op.
Evenmin is aannemelijk geworden dat de opstelling van gedaagde in de gegeven omstandigheden strijd oplevert met de redelijkheid en billijkheid. In dit kader is van belang dat partijen twisten over de financiën van hun moeder. Dat de financiële situatie van hun moeder op dit moment zodanig is dat verkoop van de woning op korte termijn noodzakelijk is, is niet aannemelijk geworden. Bovendien valt niet in te zien waarom verkoop van de woning de enige optie zou zijn om de gestelde financiële situatie te verbeteren. Voor zover al moet worden aangenomen dat het aanhouden van de woning van de moeder ertoe leidt dat er wordt ingeteerd op het vermogen van de moeder, leidt die omstandigheid niet tot de conclusie dat sprake is van strijd met de redelijkheid en billijkheid. Dit geldt te meer nu het vermogen waarop eventueel wordt ingeteerd (nog) niet het eigen vermogen is van partijen.
4.5.
De gemachtigde van eiseres heeft nog gewezen op een vonnis van de rechtbank Gelderland in een andere zaak waarin een (haars inziens: soortgelijk) geschil speelde tussen kinderen over het (niet) verkopen van de woning van moeder, die elders werd verzorgd (ECLI:NL:RBGEL:2022:6165).
Een vergelijking met die zaak gaat niet op, omdat in de zaak waarnaar de gemachtigde van eiseres verwijst – anders dan in de onderhavige zaak – een volmacht was gegeven aan één kind om (kort gezegd) de woning van moeder te verkopen. In die zaak was de eisende partij ‘slechts’ gevolmachtigd om de moeder te vertegenwoordigen bij beslissingen over de vraag of zij al dan niet thuis kon worden verzorgd tot haar overlijden. De door de eisende partij in die zaak ingestelde vordering had echter betrekking op de verkoop van de woning van moeder, waarvoor zij niet gevolmachtigd was. De eisende partij werd in die procedure dan ook niet-ontvankelijk verklaard in haar vorderingen.
4.6.
Partijen verschillen van mening over de financiële gevolgen in het geval de woning van de moeder niet op korte termijn wordt verkocht. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is thans niet aannemelijk geworden dat de financiële situatie van de moeder dermate ernstig is dat verkoop van de woning binnen afzienbare tijd noodzakelijk is. Gedaagde heeft de stellingen van eiseres op dit punt gemotiveerd weersproken. Bij deze stand van zaken kan dan ook niet worden vastgesteld welke financiële gevolgen het niet-verkopen van de woning heeft voor de moeder. Dat het aanhouden van de woning er mogelijk toe leidt dat wordt ingeteerd op het vermogen van de moeder, biedt - zoals hiervoor overwogen - geen, althans onvoldoende grondslag voor toewijzing van de vorderingen. Het ligt op de weg van partijen om – al dan niet met behulp van een onafhankelijke derde – samen beslissingen te nemen.
4.7.
Al het voorgaande leidt tot de conclusie dat de vorderingen van eiseres worden afgewezen. Alleen de vordering, zoals vermeld in 3.1 sub V wordt deels toegewezen als na te melden, omdat gedaagde ter zitting heeft toegezegd dat zij bereid is die gegevens te verschaffen.
4.8.
Gelet op de relatie tussen partijen zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
bepaalt dat gedaagde de inloggegevens van de moeder bij de ING bank binnen drie dagen na heden dient te verstrekken aan eiseres,
5.2.
wijst de overige vorderingen af,
5.3.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.J. Meijer en in het openbaar uitgesproken op 13 maart 2023.