ECLI:NL:RBGEL:2023:1114
Rechtbank Gelderland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van onbetaalde facturen en schadevergoeding in verband met dubbel gefactureerde uren
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland, heeft eiser [eiser] een vordering ingesteld tegen gedaagde [gedaagde] wegens onbetaalde facturen en vermeende schade door dubbel gefactureerde uren. De procedure begon met een tussenvonnis op 25 november 2022, gevolgd door een mondelinge behandeling op 20 januari 2023. Eiser heeft in de periode van 7 december 2021 tot 15 februari 2022 werkzaamheden verricht rondom de woning van gedaagde, waarvoor hij twee facturen heeft gestuurd, die door gedaagde onbetaald zijn gelaten. Eiser vordert een totaalbedrag van € 9.786,13, inclusief buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente.
De kantonrechter heeft de feiten en het verweer van gedaagde beoordeeld. Gedaagde betwist de hoogte van de facturen en stelt dat hij geen prijs heeft afgesproken met eiser. De rechter oordeelt dat eiser recht heeft op een redelijke prijs voor de geleverde diensten, maar dat er onduidelijkheid bestaat over het aantal gefactureerde uren. De rechter heeft vastgesteld dat de gefactureerde uren in redelijkheid op de helft moeten worden gesteld, wat leidt tot een vermindering van de hoofdsom.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter geoordeeld dat gedaagde € 6.542,90 aan eiser moet betalen, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De rechter heeft de vordering van eiser grotendeels toegewezen, met uitzondering van de kredietbeperkingstoeslag, die werd afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken op 3 maart 2023.