ECLI:NL:RBGEL:2023:1111
Rechtbank Gelderland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vordering tot schadevergoeding wegens krassen op bedrijfsbus na aanbrengen van belettering
In deze zaak heeft de kantonrechter op 3 maart 2023 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen twee partijen over de schadevergoeding voor krassen op een bedrijfsbus. De eiser, die zijn bedrijfsbus had laten beletteren door de gedaagde, stelde dat de krassen op de bus waren ontstaan tijdens het aanbrengen van de belettering. De eiser heeft als bewijs een getuigenverklaring van zijn partner overgelegd, die aanwezig was bij het aanbrengen van de belettering. De getuige verklaarde dat er bij het ophalen van de bus krassen zichtbaar waren, die er niet waren voordat de belettering werd aangebracht. De gedaagde heeft echter een andere getuige, zijn zoon, laten horen, die verklaarde dat de krassen niet door de werkzaamheden van zijn vader konden zijn veroorzaakt.
De kantonrechter heeft de verklaringen van beide getuigen beoordeeld en geconcludeerd dat de eiser niet in zijn bewijs is geslaagd. De verklaringen van de getuigen waren tegenstrijdig en er was geen bewijs dat de krassen onder de belettering doorliepen. De kantonrechter heeft daarom de vordering van de eiser afgewezen en de gedaagde in het gelijk gesteld. In reconventie werd de vordering van de gedaagde toegewezen, en de eiser werd veroordeeld tot betaling van proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van bewijsvoering in civiele zaken en de noodzaak om tegenstrijdige verklaringen te onderbouwen met objectief bewijs.