ECLI:NL:RBGEL:2023:11
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zedenzaken wegens onvoldoende bewijs en niet-ontvankelijkheid benadeelde partij
Op 3 januari 2023 heeft de Rechtbank Gelderland in Arnhem uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van seksueel binnendringen bij een minderjarige en ontucht. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van beide tenlastegelegde feiten, omdat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was. De zaak was complex, vooral omdat het vermeende slachtoffer, een minderjarige met autisme, zelf geen verklaring kon afleggen. De aangifte was gedaan door de moeder van het slachtoffer, die niet aanwezig was bij de vermeende gebeurtenissen. De rechtbank benadrukte dat in zedenzaken vaak de verklaring van de aangever tegenover die van de verdachte staat, zonder getuigen die de feiten kunnen bevestigen.
De rechtbank heeft de verklaringen van de moeder en de oma van het slachtoffer kritisch beoordeeld. Er waren verschillende uitlatingen van het slachtoffer die mogelijk beïnvloed waren door de informatie over de eerdere veroordeling van de verdachte voor een zedenmisdrijf. De rechtbank concludeerde dat de verklaringen van de getuigen onvoldoende steun boden voor de aangifte. Bovendien ontbrak medische documentatie die de claims van de moeder en de oma over de gezondheidstoestand van het slachtoffer kon onderbouwen.
De benadeelde partij, het slachtoffer, had een vordering tot schadevergoeding ingediend, maar omdat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kwam, werd de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering. De rechtbank heeft uiteindelijk de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten en de vordering van de benadeelde partij afgewezen.