ECLI:NL:RBGEL:2023:1060
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een vordering tot betaling door een Belgische vennootschap tegen een gedaagde in verstek
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland, heeft de naamloze vennootschap Fiducre NV, gevestigd te Brussel, België, een vordering ingesteld tegen de gedaagde partij, J., die niet is verschenen. De procedure volgde op een tussenvonnis van 26 augustus 2022, waarin Fiducre werd opgedragen om haar stellingen nader toe te lichten. Fiducre heeft hierop gereageerd met een akte waarin zij haar vordering verder heeft onderbouwd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de voorgeschreven termijnen en formaliteiten zijn nageleefd, waardoor verstek is verleend tegen de gedaagde partij.
De kantonrechter heeft de vordering van Fiducre getoetst aan de dwingende bepalingen van het Europees consumentenrecht. De toetsing leidde niet tot een afwijzing van de vordering, aangezien er geen sprake was van schending van informatieverplichtingen door Fiducre en de bedingen waarop de vordering is gegrond niet als oneerlijk zijn aangemerkt. Fiducre heeft voldoende bewijs geleverd van de kredietwaardigheid van de gedaagde en de hoogte van de vordering, die onder andere gebaseerd is op een kredietovereenkomst met een aflossingsbedrag van € 100,00 per maand.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vordering toegewezen en de gedaagde veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 13.695,06, vermeerderd met contractuele vertragingsrente. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op een totaal van € 1.909,22. De veroordelingen zijn uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken op 24 februari 2023 door kantonrechter mr. D. Vergunst.