ECLI:NL:RBGEL:2023:1060

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
24 februari 2023
Publicatiedatum
2 maart 2023
Zaaknummer
10025566
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een vordering tot betaling door een Belgische vennootschap tegen een gedaagde in verstek

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland, heeft de naamloze vennootschap Fiducre NV, gevestigd te Brussel, België, een vordering ingesteld tegen de gedaagde partij, J., die niet is verschenen. De procedure volgde op een tussenvonnis van 26 augustus 2022, waarin Fiducre werd opgedragen om haar stellingen nader toe te lichten. Fiducre heeft hierop gereageerd met een akte waarin zij haar vordering verder heeft onderbouwd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de voorgeschreven termijnen en formaliteiten zijn nageleefd, waardoor verstek is verleend tegen de gedaagde partij.

De kantonrechter heeft de vordering van Fiducre getoetst aan de dwingende bepalingen van het Europees consumentenrecht. De toetsing leidde niet tot een afwijzing van de vordering, aangezien er geen sprake was van schending van informatieverplichtingen door Fiducre en de bedingen waarop de vordering is gegrond niet als oneerlijk zijn aangemerkt. Fiducre heeft voldoende bewijs geleverd van de kredietwaardigheid van de gedaagde en de hoogte van de vordering, die onder andere gebaseerd is op een kredietovereenkomst met een aflossingsbedrag van € 100,00 per maand.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vordering toegewezen en de gedaagde veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 13.695,06, vermeerderd met contractuele vertragingsrente. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op een totaal van € 1.909,22. De veroordelingen zijn uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken op 24 februari 2023 door kantonrechter mr. D. Vergunst.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Nijmegen
zaakgegevens 10025566 \ CV EXPL 22-2157 \ 676 \ 40141
uitspraak van 24 februari 2023
vonnis
in de zaak van
de naamloze vennootschap Fiducre NV
gevestigd te Brussel (België)
eisende partij
gemachtigde mr. J.C.F. van Stiphout CollactiveBMK Incasso B.V.
tegen
J. [gedaagde partij]
wonende te Bemmel
gedaagde partij
niet verschenen
Partijen worden hierna Fiducre en [gedaagde partij] genoemd.

1.Het procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 26 augustus 2022 en de daarin genoemde processtukken;
- de akte nadere toelichting met producties.
1.2.
Bij tussenvonnis is Fiducre bevolen om de stellingen in de dagvaarding nader toe te lichten, zodat de kantonrechter in staat is om te beoordelen of de vordering onrechtmatig of ongegrond is en daarbij te beslissen of er aanleiding is om het Europees consumentenrecht ambtshalve toe te passen. Fiducre heeft vervolgens bij akte op het tussenvonnis gereageerd.
1.3.
Daarna is vonnis bepaald.

2.Beoordeling

2.1.
Omdat de voorgeschreven termijnen en formaliteiten in acht zijn genomen, wordt tegen [gedaagde partij] verstek verleend.
2.2.
Aan de hand van het gestelde in de dagvaarding en de akte van Fiducre is de vordering getoetst aan de dwingende bepalingen van het Europees consumentenrecht. Deze toets leidt niet tot gehele of gedeeltelijke afwijzing van de vordering. In het bijzonder geldt daarbij dat:
1. geen sprake is van een schending van de op Fiducre rustende informatieverplichtingen die leidt tot de sanctie dat de vordering geheel of gedeeltelijk moet worden afgewezen;
2. het beding of de bedingen waarop de vordering (deels) is gegrond niet oneerlijk zijn in de zin van art. 6:233 aanhef en onder a BW en art. 3 van Richtlijn 93/13 EG.
2.3.
Fiducre heeft in haar akte haar vordering voldoende (nader) toegelicht. Zo heeft zij gesteld dat de kredietwaardigheidscheck is uitgevoerd en een aanslagbiljet bij de belastingen van [gedaagde partij] bijgevoegd waaruit het inkomenspatroon van [gedaagde partij] blijkt. Daarnaast heeft Fiducre toegelicht dat het aflossingsbedrag € 100,00 per maand bedroeg en [gedaagde partij] geen enkele aflossing gedaan heeft. Verder heeft Fiducre door middel van een mutatieoverzicht onderbouwd dat het bedrag van € 10.000,00 opgenomen krediet betreft. Tot slot heeft Fiducre de interestvoeten en de nalatigheidsinterestvoet nader toegelicht door te verwijzen naar art. II.2.5 en II.2.8 van de algemene voorwaarden en aangegeven dat de interestvoeten gekoppeld zijn aan de maximuminterestvoet zoals bepaald door de Koning van België. Voor dat laatste heeft zij verwezen naar de website https://economie.fgov.be/nl/ themas/financiele-diensten/consumentenkrediet/kredietkosten/maximale-tarieven.
2.4.
De vordering komt aldus niet onrechtmatig of ongegrond voor en wordt daarom toegewezen.
2.5.
Gelet op de uitkomst van de procedure, zal [gedaagde partij] worden veroordeeld in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van de Fiducre vastgesteld op:
€ 1.384,00 aan griffierecht;
€ 129,22 aan explootkosten;
€ 396,00 aan salaris gemachtigde.

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
veroordeelt [gedaagde partij] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Fiducre een bedrag van € 13.695,06 te voldoen, vermeerderd met de contractuele vertragingsrente ad 11,10 per jaar over € 10.000,00 vanaf 26 oktober 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
3.2.
veroordeelt [gedaagde partij] in de proceskosten, tot deze uitspraak aan de kant van Fiducre vastgesteld op € 129,22 aan dagvaardingskosten, € 1.384,00 aan griffierecht en € 396,00 aan salaris voor de gemachtigde, te voldoen binnen 14 dagen na de betekening van dit vonnis, bij gebreke waarvan voormeld bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van de vijftiende dag na de betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
3.3.
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. D. Vergunst en in het openbaar uitgesproken op 24 februari 2023