[eisende partij] vordert bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Primair
A. voor recht te verklaren dat zij vanaf 1 april 2020 in dienst is geweest bij de gemeente voor gemiddeld 47,5 uur per week, althans een in goede justitie te bepalen aantal uren;
B. de gemeente te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 197.105,28 bruto, te
vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment van opeisbaarheid dan wel vanaf de dag van dagvaarding;
C. de gemeente te veroordelen tot betaling van de wettelijke verhoging van 50% over het bedrag van € 171.769,31 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment van opeisbaarheid dan wel vanaf de dag van dagvaarding;
D. de gemeente te veroordelen tot uitbetaling van 670,2 vakantie-uren;
E. de gemeente te veroordelen tot het verstrekken van een behoorlijk bewijs van kwijting waaruit volgt dat de gemeente de sinds 2017 door haar extra gewerkte uren heeft gemeld aan het pensioenfonds waar zij bij is aangesloten en, voor zover in verband met pensioenafdracht verdere verplichtingen op de gemeente rusten, te veroordelen tot nakoming van die verplichtingen;
Subsidiair
A. de gemeente te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 132.927,23 bruto, te
vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment van opeisbaarheid dan wel vanaf de dag van dagvaarding;
B. de gemeente te veroordelen tot betaling van de wettelijke verhoging van 50% over het bedrag van € 115.840,72 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment van opeisbaarheid dan wel vanaf de dag van dagvaarding;
C. de gemeente te veroordelen tot uitbetaling van 465,9 vakantie-uren;
D. de gemeente te veroordelen tot het verstrekken van een behoorlijk bewijs van kwijting waaruit volgt dat de gemeente de sinds 2017 door haar extra gewerkte uren heeft gemeld aan het pensioenfonds waar zij bij is aangesloten en, voor zover in verband met pensioenafdracht verdere verplichtingen op de gemeente rusten, te veroordelen tot nakoming van die verplichtingen;
Primair en subsidiair
A. de gemeente te veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente;
B. de gemeente te veroordelen in de na de uitspraak vallende kosten (nakosten), te vermeerderen met wettelijke rente;
C. althans zodanige beslissingen te nemen als de kantonrechter in goede justitie
vermeent te behoren.