ECLI:NL:RBGEL:2022:974

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
22 februari 2022
Publicatiedatum
24 februari 2022
Zaaknummer
C/05/398928 KG RK 22-33
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking van de rechter in bestuursrechtelijke zaken met betrekking tot de Belastingdienst

In deze zaak heeft verzoeker, mr. A.F. Germs-de Goede, een wrakingsverzoek ingediend tegen de rechter in een aantal bestuursrechtelijke zaken met betrekking tot de Belastingdienst. Verzoeker stelt dat de rechter vooringenomen is, onder andere vanwege de wijze van behandeling ter zitting en het gebrek aan kritische vragen aan de Belastingdienst. De wrakingskamer benadrukt dat het aan de rechter is om de procedure te leiden en dat de rechter grote vrijheid heeft in het stellen van vragen. De wrakingskamer concludeert dat de verwachtingen van verzoeker niet zijn uitgekomen, maar dit maakt de rechter niet vooringenomen. Verzoeker heeft ook aangevoerd dat hij geen uitspraak heeft ontvangen op zijn beroep, maar dit is te wijten aan administratieve tekortkomingen en niet aan de rechter zelf. De wrakingskamer oordeelt dat de rechter niet vooringenomen is en dat de vrees daarvoor niet objectief gerechtvaardigd is. Het wrakingsverzoek wordt dan ook afgewezen.

Uitspraak

beslissing
RECHTBANK GELDERLAND, locatie Arnhem
Wrakingskamer
zaaknummer: C/05/398928 KG RK 22-33
beslissing van 21 februari 2022
van de meervoudige wrakingskamer van de rechtbank op het verzoek van
[verzoeker]
hierna te noemen: verzoeker,
strekkende tot de wraking van
mr. A.F. Germs-de Goede,rechter in deze rechtbank, hierna te noemen: de rechter.
l. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
Het wrakingsverzoek van verzoeker van 12 december 2021, ontvangen op 16 december 2021 inclusief bijlagen;
het proces-verbaal van de zitting van de enkelvoudige kamer van 21 juli 2021; de schriftelijke reactie van de rechter op het wrakingsverzoek.
1.2. De mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek heeft plaatsgevonden op 14 februari 2022. Verzoeker is verschenen en heeft zijn wrakingsverzoek nader toegelicht. In haar schriftelijke reactie heeft de rechter haar standpunt ten aanzien van het wrakingsverzoek naar voren gebracht. Daarnaast is zij voor een mondelinge toelichting ter zitting verschenen.

2.Het wrakingsverzoek

2.1.
Het verzoek strekt tot wraking van de rechter in de zaken met zaakgegevens ARN 20/1778, ARN 20/1779, ARN 20/1780 en ARN 21/1781 (de hoofdzaken). Verzoeker heeft blijkens zijn wrakingsverzoek samengevat het volgende aan zijn verzoek ten grondslag gelegd:
De rechter gaat klakkeloos uit van wat de Belastingdienst zegt over de ontvankelijkheid, ook nadat verzoeker heeft aangetoond dat dit niet juist is. Dat de Belastingdienst klakkeloos wordt gevolgd blijkt ook uit de brieven van 8 september 2020 en 4 november 2020, waarin aan verzoeker is gevraagd nader te onderbouwen waarom zijn bezwaar ten onrechte niet-ontvankelijk is verklaard.
De rechter was op zitting vooringenomen en had het dossier niet goed gelezen. Dit bleek onder meer uit haar bejegening op zitting. Zij heeft de Belastingdienst niet het
woord gegeven om zich te verweren en geen enkele kritische vraag gesteld. Zij heeft verzoeker niet in de gelegenheid gesteld zijn argumenten naar voren te brengen en zij bracht een eigen mening/oplossing naar voren die verzoeker zelf al tig keer had voorgesteld. Ook bleek dit uit haar opmerkingen zoals bijvoorbeeld "iedereen vergeet wel eens iets".
De rechter legt de jurisprudentie verkeerd uit en bepaalt, in strijd met de jurisprudentie van de Hoge Raad, hoe er getaxeerd moet worden.
De zaak loopt al heel lang en nadat verzoeker voor 1 september 2021 een taxatierapport moest indienen waarop de Belastingdienst binnen 4 weken moest reageren, heeft hij nadien niets meer van de rechter vernomen.
Ter zitting heeft verzoeker nog toegelicht dat uit het verweer van de rechter, dat verzoeker haar ter zitting had moeten wraken, ook haar grondhouding blijkt. Hij vindt dat sprake was van een soort arrogantie waarbij hij niet de kans kreeg om een weerwoord te geven.
2.2.
De rechter heeft laten weten niet in de wraking te berusten en heeft op het verzoek gereageerd. De reactie wordt hierna voor zover nodig besproken.

3.De beoordeling

3.1.
De rechter stelt dat, wanneer haar handelen op de zitting in de hoofdzaken voor verzoeker aanleiding gaf om te vrezen voor vooringenomenheid, hij al op dat moment een wrakingsverzoek had moeten dienen. Zo'n verzoek moet namelijk worden gedaan zodra de feiten of omstandigheden die aanleiding geven om te wraken, aan verzoeker bekend zijn geworden.
Verder geeft zij aan dat van enige vooringenomenheid geen sprake is. Tijdens de zitting in de hoofdzaken heeft de rechter een ontvankelijkheidsprobleem weggenomen, verzoeker uitgelegd dat hij de bewijslast heeft (en dat dit bewijs ontbrak) en hem alsnog de gelegenheid gegeven nadere stukken in te dienen. Voor zover de reden tot wraking vooral is gelegen in het feit dat de rechter nog geen uitspraak heeft gedaan, is dit een gevolg van een administratieve tekortkoming. Verzoeker heeft tijdig gereageerd naar aanleiding van het schorsingsverzoek, maar een onmiddellijke doorzending door de rechtbank naar de Belastingdienst is helaas achterwege gebleven. Ook is verzoeker er niet van op de hoogte gesteld dat daarna een reactie van de Belastingdienst is ontvangen. Hoe dit heeft kunnen gebeuren, is voor de rechter niet precies te achterhalen. Tijdens de zitting heeft de rechter nog toegelicht dat haar beleving van de zitting in de hoofdzaken heel anders is dan die van verzoeker. Zij was wel degelijk goed voorbereid, had de stukken gelezen en heeft juist geprobeerd verzoeker tegemoet te komen.
3.2.
De wrakingskamer is van oordeel dat verzoeker de wraking tijdig heeft ingesteld, gelet op de feiten en omstandigheden die hij ter zitting naar voren heeft gebracht over waarom hij het wrakingsverzoek pas op 12 december 2021 naar de rechtbank heeft toegezonden. Er bestaat daarom geen aanleiding om het verzoek niet-ontvankelijk te verklaren. De wrakingskamer zal het wrakingsverzoek dan ook inhoudelijk behandelen.
3.3.
De wrakingskamer stelt voorop dat de rechter uit hoofde van haar aanstelling moet worden vennoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die zwaarwegende aanwijzingen opleveren voor het oordeel dat de rechter met betrekking tot een procespartij vooringenomen is, althans dat de dienaangaande bestaande vrees objectief
gerechtvaardigd is. Ook de (te vermijden) schijn van partijdigheid is bij de beoordeling van het wrakingsverzoek van belang. De wrakingskamer is van oordeel dat in het onderhavige geval niet is gebleken dat de rechter vooringenomen is of dat de vrees daarvoor objectief gerechtvaardigd is en overweegt hiertoe het volgende.
3.3.l. Voor zover verzoeker stelt dat de vooringenomenheid van de rechter blijkt uit de brieven van 8 september 2020 en 4 november 2020, kan dit standpunt niet worden gevolgd, omdat de rechter op dat moment nog niet bij de zaak betrokken was.
3.3.2.
Verzoeker stelt dat de vooringenomenheid ook blijkt uit de wijze van behandeling ter zitting in de hoofdzaken en uit het feit dat de rechter geen of nauwelijks vragen stelde aan de Belastingdienst. In dit verband stelt de wrakingskamer voorop dat het aan de rechter is om binnen de daarvoor bestaande wettelijke kaders het verloop van de procedure te bepalen en met het oog daarop bepaalde beslissingen te nemen of bepaalde vragen al dan niet te stellen die zij zelf relevant acht voor de beoordeling van de zaak. De rechter heeft grote vrijheid om de zitting in te richten zoals zij dat wil. Dat verzoeker andere verwachtingen had van het verloop van de zitting en dat die niet zijn uitgekomen omdat de rechter (aan de Belastingdienst) niet de vragen heeft gesteld die zij volgens verzoeker had moeten stellen, maakt niet dat de rechter vooringenomen is, dan wel dat de schijn van partijdigheid is gewekt. Wel zou een bepaalde bejegening ter zitting ertoe kunnen leiden dat de schijn van partijdigheid wordt gewekt, bijvoorbeeld als verzoeker de mond is gesnoerd. Dat dit het geval is geweest, wordt echter door de rechter betwist en dit blijkt ook niet uit het proces­ verbaal. Ook overigens blijkt uit het proces-verbaal niet dat de rechter verzoeker op een manier heeft bejegend die ertoe kan leiden dat de schijn van partijdigheid wordt gewekt.
3.3.3.
Met betrekking tot het feit dat verzoeker nog steeds geen uitspraak heeft op zijn beroep, stelt de wrakingskamer met de rechter vast dat dit is gelegen in omstandigheden buiten de invloedsfeer van de rechter. Door een fout in het administratieve proces, is de tijdige reactie van verzoeker pas veel later aan de Belastingdienst verzonden, die vervolgens alsnog de afgesproken reactietermijn van vier weken heeft gekregen. Voordat de rechter uitspraak heeft kunnen doen, heeft verzoeker dit wrakingsverzoek ingesteld. Ook deze grond kan daarom niet tot wraking van de rechter leiden.
3.3.4.
Tot slot stelt verzoeker dat de rechter een verkeerde uitleg geeft aan de heersende jurisprudentie. Dit is echter geen grond voor wraking. Niet valt in te zien waarom dit zwaarwegende aanwijzing oplevert voor het oordeel dat de rechter met betrekking tot een procespartij vooringenomen is, althans dat de dienaangaande bestaande vrees objectief gerechtvaardigd is. Als verzoeker het niet eens is met (procesbeslissingen die zijn genomen of) de uitspraak die ter zijner tijd wordt gedaan, dan kan hij daartegen in hoger beroep.
3.4.
Gelet op het voorgaande zal het wrakingsverzoek worden afgewezen.

4.Beslissing

De wrakingskamer van de rechtbank wijst het verzoek tot wraking af.
Deze beslissing is gegeven door mr. S. Tegelaar, voorzitter, mr. A.S.W. Kroon en mr. D.R. Sonneveldt, rechters, in tegenwoordigheid van […], griffier.
De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 21 februari 2022.
De griffier is verhinderd de beslissing te ondertekenen
Griffier
Buiten staat te tekenen
In plaats van de voorzitter tekent mr. D.R. Sonneveldt
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open