Uitspraak
1.De procedure
2.De verdere beoordeling
mogelijkeinvloed op garantie of coulance heeft.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de kantonrechter zich gebogen over een vordering van een besloten vennootschap (hierna: eiser) tegen een andere besloten vennootschap (hierna: gedaagde) met betrekking tot de fabrieksgarantie op een BMW F90 M5 competition. Eiser stelt dat de fabrieksgarantie op de auto is vervallen door ingrijpen in de motormanagementsoftware, wat door een verklaring van een medewerker van de vestigingsdirectie van de dealer is onderbouwd. De procedure volgde op een tussenvonnis van 18 mei 2022, waarin eiser de gelegenheid kreeg om bewijs te leveren voor zijn stelling.
Eiser heeft een akte ingediend met twee producties, waaronder een verklaring van de heer [naam 1], die stelt dat er aan de motorsoftware is gerommeld, wat de garantie op de auto zou hebben doen vervallen. Gedaagde heeft hierop gereageerd met een antwoordakte en heeft betoogd dat er nog steeds sprake is van fabrieksgarantie, onderbouwd met een uitdraai van de auto.
De kantonrechter oordeelt dat eiser niet is geslaagd in de bewijsopdracht. De verklaring van [naam 1] wordt niet ondersteund door bewijs van de producent of importeur van de auto, wat volgens de rechter wel op eiser had gelegen. De kantonrechter concludeert dat de vordering van eiser niet voor toewijzing in aanmerking komt en wijst deze af. Eiser wordt als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 1.245,00 aan salaris voor de gemachtigde van gedaagde. De veroordeling is uitvoerbaar bij voorraad.