ECLI:NL:RBGEL:2022:7558

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
7 december 2022
Publicatiedatum
21 juli 2023
Zaaknummer
9758729
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Tussenbeschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet en verzoek om schadevergoeding in arbeidsrelatie

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 7 december 2022 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure tussen een werknemer, aangeduid als [verzoekster/verw.regenverzoek], en haar werkgever, Zorgdetail B.V. De werknemer verzocht om een aantal vergoedingen na een ontslag op staande voet dat door Zorgdetail was gegeven. De werknemer was sinds 2016 in dienst bij Zorgdetail en had verschillende functies, waaronder HR-adviseur en begeleider in de zorg. Het ontslag op staande voet was gebaseerd op het feit dat de werknemer de professionele grenzen had overschreden door een relatie aan te gaan met een aan haar toevertrouwde cliënt, wat leidde tot ernstige beschuldigingen van grensoverschrijdend gedrag.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat er inderdaad sprake was van een dringende reden voor het ontslag op staande voet. De werknemer had erkend dat zij de cliënt bij haar thuis had ontvangen en zich in zijn bijzijn had uitgekleed. De rechter oordeelde dat dit gedrag niet alleen onprofessioneel was, maar ook in strijd met de verantwoordelijkheden die de werknemer had als begeleider. De kantonrechter heeft de verzoeken van de werknemer om een transitievergoeding, een billijke vergoeding en andere schadevergoedingen afgewezen, omdat de werknemer ernstig verwijtbaar had gehandeld. De rechter heeft ook bepaald dat de werknemer de gelegenheid krijgt om haar nevenvorderingen verder toe te lichten, maar dat de beslissing over deze vorderingen aan een andere rechter zal worden voorgelegd, aangezien de huidige rechter met pensioen gaat.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zutphen
Zaakgegevens: 9758729 HA VERZ 22-13
beschikking d.d. 7 december 2022 van de kantonrechter
in de zaak van
mevrouw
[verzoekster/verw.regenverzoek],
wonende te [plaats] ,
verzoekster,
verweerder ter zake van het voorwaardelijk tegenverzoek,
gemachtigde: mr. E. Stammers,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Zorgdetail B.V.,
statutair gevestigd te Barendrecht,
verweerder,
verzoeker ter zake van het voorwaardelijk tegenverzoek,
gemachtigde: mr. J.G.H. Borgdorff.
Partijen worden hierna [verzoekster/verw.regenverzoek] en Zorgdetail genoemd.

1.Het verloop van de procedure

Dit verloop blijkt uit:
- het verzoekschrift ex artikel 7:681 BW, per post ingekomen ter griffie op 18 maart 2022;
- het verweerschrift tevens houdende voorwaardelijk verzoek;
- de brieven/e-mailberichten van mr. Stammers van 14 april, 18 april, 7 oktober 2022 met bijlagen, waaronder akten tot wijziging en/of vermeerdering van eis en geluidsfragmenten;
- de brieven/e-mailberichten van mr. Borgdorff van 15 april, 19 juli, 20 juli en 10 oktober 2022 (deels) met bijlagen;
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling ter zitting van 19 april 2022, waarbij de voorlopige voorziening en het voorwaardelijk tegenverzoek is ingetrokken en door beide advocaten pleitaantekeningen zijn overgelegd;
- het wrakingsverzoek bij brief van mr. Stammers van 20 april 2022 en de beslissing van de wrakingskamer in deze rechtbank van 24 mei 2022;
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling ter zitting van 12 oktober 2022 (hierna: de mondelinge behandeling), waarbij door beide advocaten spreekaantekeningen zijn overgelegd.

2.De vaststaande feiten

2.1.
Zorgdetail houdt zich hoofdzakelijk bezig met het detacheren van werknemers binnen zorginstellingen, met name gericht op instellingen voor jeugdzorg, moeilijk verstaanbaar gedrag, ouderenzorg, (particuliere) thuiszorg en gehandicaptenzorg.
2.2.
[verzoekster/verw.regenverzoek] , geboren op [geboortedatum] , is vanaf 1 september 2016 krachtens twee afzonderlijke arbeidsovereenkomsten in dienst getreden bij Zorgdetail in de functie van HR adviseur voor 40 uur per week en begeleider intensieve zorg voor 16 uur per week. Op de arbeidsovereenkomst is de CAO Gehandicaptenzorg van toepassing.
2.3.
Vanaf 2017 werd [verzoekster/verw.regenverzoek] regelmatig gedetacheerd bij de Stichting tot het verzorgen van Verstandelijk Gehandicapten De Schutse (hierna: de Schutse). Van april tot en met oktober 2021 was [verzoekster/verw.regenverzoek] op invalbasis werkzaam als reguliere begeleider bij de Schutse. Vanaf 1 oktober 2021 is zij als persoonlijk begeleider gekoppeld aan een 26 jarige mannelijke bewoner van de Schutse met een verstandelijke beperking en autisme (hierna: de cliënt).
2.4.
Op 18 januari 2022 is [verzoekster/verw.regenverzoek] door de Schutse uitgenodigd voor een gesprek over een op 17 januari 2022 ontvangen klacht betreffende ‘kwaliteit van zorg’. Op 19 januari 2022 heeft [verzoekster/verw.regenverzoek] in een gesprek met medewerkers van De Schutse verteld wat er volgens haar is gebeurd tussen haar en de cliënt.
De medewerker van De Schutse heeft dit direct doorgegeven aan de heer [betrokkene 1] (leidinggevende van [verzoekster/verw.regenverzoek] , hierna te noemen: [betrokkene 1] ). Hierop heeft de heer [betrokkene 1] [verzoekster/verw.regenverzoek] gebeld dat hij met mevrouw [betrokkene 2] (leidinggevende van [verzoekster/verw.regenverzoek] , hierna: [betrokkene 2] ) de volgende dag bij [verzoekster/verw.regenverzoek] thuis zou komen waarbij hij tevens heeft gezegd dat [verzoekster/verw.regenverzoek] uit het gesprek met de medewerkers van de Schutse zal hebben begrepen waar het over ging.
2.5.
[betrokkene 1] en [betrokkene 2] hebben [verzoekster/verw.regenverzoek] vervolgens op 20 januari 2022 thuis bezocht. Tijdens dat gesprek hebben zij aan [verzoekster/verw.regenverzoek] een verklaring overgelegd die zij heeft ondertekend.
In die verklaring is onder meer opgenomen:
“Beste [verzoekster/verw.regenverzoek] ,
Vandaag, 20 januari 2022 hebben we je meegedeeld dat Zorgdetail B.V. de arbeidsovereenkomsten zowel die als begeleider die als HR medewerker per onmiddellijke ingang beëindigt.
De reden is dat jij als begeleider de grenzen van professionele distantie hebt geschonden. Je hebt erkend dat jij een relatie bent aangegaan met een aan Zorgdetail B.V. toevertrouwde cliënt. Je hebt hem thuis ontvangen en erkend dat in ieder geval jij je hebt uitgekleed en elkaar hebt aangeraakt. Je hebt verklaard dat jullie geen geslachtsverkeer hebben gehad. Jouw verklaring doet niets af aan het feit dat er sprake is van zeer ernstig grensoverschrijdend gedrag. Niet alleen als begeleider, maar juist ook als HR medewerker had je moeten weten dat dergelijk gedrag ontoelaatbaar is. Wij zijn wettelijk verplicht de Inspectie Gezondheid en Jeugd op de hoogte te stellen. De Inspectie zal de kwestie verder onderzoeken en afronden.
Nu wij de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang hebben moeten beëindigen ben je schadeplichtig. De schade is in ieder geval het loon inclusief vakantietoeslag over de voor jouw geldende opzegtermijn. We zullen dit voor zover mogelijk verrekenen met je vakantietoeslag en (voor zover van toepassing op de niet genoten vakantiedagen.
Je dient ook direct alle zaken die je nog onder je hebt namens of krachtens je werkzaamheden voor Zorgdetail B.V. te retourneren. Dit betekent o.a. het inleveren van je auto, mobiele telefoon, sleutels.
(…)
We zullen gezamenlijk, na ondertekening, communiceren dat jij om persoonlijke redenen, niet langer werkzaam zult zijn voor Zorgdetail B.V.”

3.Het verzoek

3.1.
[verzoekster/verw.regenverzoek] verzoekt, na wijziging van de verzoeken, dat de kantonrechter bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren beschikking:
I. een dag zal vaststellen waarop de zaak ter terechtzitting wordt behandeld;
II. Zorgdetail zal veroordelen tot betaling van de transitievergoeding aan [verzoekster/verw.regenverzoek] van
€ 13.580,86 bruto;
III. Zorgdetail zal voordelen tot betaling van een vergoeding wegens onregelmatige opzegging aan [verzoekster/verw.regenverzoek] van € 18.122,40 bruto;
IV. Zorgdetail zal veroordelen tot betaling van een billijke vergoeding aan [verzoekster/verw.regenverzoek] van
€ 181.638,72 bruto, dan wel een in goede justitie door de kantonrechter te bepalen bedrag;
V. Zorgdetail zal veroordelen tot betaling van het achterstallig salaris vanaf december 2021 tot en met 19 januari ter hoogte van € 12.295,86, te vermeerderen met 50% wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW;
VI. Zorgdetail zal veroordelen tot betaling aan [verzoekster/verw.regenverzoek] van het totale aantal opgebouwde en niet-genoten verlofuren ten bedrage van € 4.537,69 bruto;
VII. Zorgdetail zal veroordelen tot betaling aan [verzoekster/verw.regenverzoek] van het totale aantal opgebouwde en niet-genoten PBL-uren ten bedrage van € 6.091,03 bruto;
VIII. Zorgdetail zal veroordelen tot betaling aan [verzoekster/verw.regenverzoek] van het totale aantal opgebouwde en niet-genoten overuren ten bedrage van € 20.965,50 bruto;
IX. Zorgdetail zal veroordelen tot betaling aan [verzoekster/verw.regenverzoek] van de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over de vorderingen II tot en met VII vanaf het tijdstip van opeisbaarheid van deze vorderingen tot aan de dag der algehele voldoening;
X. Zorgdetail zal veroordelen in de proceskosten en de nakosten;
XI. zal bepalen dat de onder vordering X genoemde kosten niet onder het fiscale loonbegrip vallen, zodat daarover geen loonheffing hoeft te worden ingehouden.
3.2.
[verzoekster/verw.regenverzoek] legt aan haar verzoek, tegen de achtergrond van de vaststaande feiten, onder meer de volgende stellingen ten grondslag.
Er is geen sprake van een dringende reden voor een rechtsgeldig ontslag op staande voet. Van het vermeende handelen heeft Zorgdetail geen bewijs aangedragen. Uit de getekende documenten kan niet worden afgeleid dat de daarin omschreven gedragingen hebben plaatsgevonden. Als zij zich zo heeft gedragen dan is dat veroorzaakt door de grote druk en intimidatie door de cliënt, waaraan zij geen weerstand kon bieden. Zij heeft die problemen en het gedrag van de cliënt bij de Schutse en Zorgdetail gemeld maar deze hebben daar niet of niet adequaat op ingegrepen.
Er is voor de mededeling van het ontslag op staande voet geen hoor en wederhoor toegepast. [verzoekster/verw.regenverzoek] voelde zich op 20 januari 2022 geïntimideerd en heeft onder protest getekend, uitsluitend zodat de leidinggevenden weer uit haar woning zouden vertrekken.

4.Het verweer

Zorgdetail heeft verzocht dat de kantonrechter primair het ontslag op staande voet in stand zal laten en subsidiair - bij vernietiging van het ontslag op staande voet - aan [verzoekster/verw.regenverzoek] geen billijke vergoeding toe te kennen en geen transitievergoeding omdat er sprake is van ernstig
verwijtbaar handelen, meer subsidiair indien het ontslag op staande voet in stand wordt gelaten, aan [verzoekster/verw.regenverzoek] geen transitievergoeding toe te kennen.
Het verweer van Zorgdetail zal, voor zover van belang, hierna worden weergegeven.

5.De beoordeling

5.1.
De kernvraag is of er sprake is van een dringende reden voor een ontslag op staande voet.
Als dringende redenen voor de werkgever worden ingevolge artikel 7:678 lid 1 BW beschouwd zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer, die ten gevolge hebben dat van de werkgever redelijkerwijs niet kan worden gevergd de dienstbetrekking te laten voortduren. Bij de beoordeling van die vraag moeten de omstandigheden van het geval, in onderling verband en samenhang, in aanmerking worden genomen. Daarbij behoren in de eerste plaats in de beschouwing te worden betrokken de aard en ernst van hetgeen de werkgever als dringende reden aanmerkt, en verder onder meer de aard van de dienstbetrekking, de duur daarvan en de wijze waarop de werknemer de dienstbetrekking heeft vervuld, alsmede de persoonlijke omstandigheden van de werknemer, zoals zijn leeftijd en de gevolgen die een ontslag op staande voet voor hem zou hebben. Ook indien de gevolgen ingrijpend zijn, kan een afweging van deze persoonlijke omstandigheden tegen de aard en de ernst van hetgeen de werkgever als dringende reden aanmerkt tot de slotsom leiden dat een onmiddellijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst gerechtvaardigd is.
5.2.
Blijkens de ontslagbrief van 20 januari 2022 heeft Zorgdetail aan het ontslag op staande voet ten grondslag gelegd dat zij: “
als begeleider de grenzen van professionele distantie hebt geschonden. Je hebt erkend dat jij een relatie bent aangegaan met een aan Zorgdetail B.V. toevertrouwde cliënt. Je hebt hem thuis ontvangen en erkend dat in ieder geval jij je hebt uitgekleed en elkaar hebt aangeraakt.”
5.3.
[verzoekster/verw.regenverzoek] heeft deze stellingen betwist en aangevoerd dat er geen sprake is van een dringende reden, onder meer omdat Zorgdetail zich niet zorgvuldig jegens haar heeft gedragen. De kantonrechter overweegt daarover het volgende. Tijdens de mondelinge behandeling is door medewerkers van De Schutse meegedeeld dat zij op 17 januari 2022 aan [verzoekster/verw.regenverzoek] hebben meegedeeld dat er bij hen een klacht over [verzoekster/verw.regenverzoek] was binnengekomen ter zake van ‘kwaliteit van zorg’. Hierover heeft op 19 januari 2022 een gesprek plaatsgevonden, waarbij aan [verzoekster/verw.regenverzoek] is gevraagd haar eigen verhaal te vertellen. Direct daarop heeft [verzoekster/verw.regenverzoek] verteld dat zij met betrekking tot de cliënt te ver was gegaan, hem thuis heeft ontvangen en dat tijdens een van die bezoeken zij zich heeft uitgekleed, aldus de medewerkers. [verzoekster/verw.regenverzoek] heeft erkend dat die bijeenkomst heeft plaatsgevonden, maar dat de versie van de medewerkers niet klopt.
Een van de medewerkers heeft daarop [betrokkene 1] hiervan op de hoogte gesteld. Op 19 januari 2022 heeft [betrokkene 1] [verzoekster/verw.regenverzoek] gebeld en gezegd dat hij met [betrokkene 2] de volgende dag bij [verzoekster/verw.regenverzoek] thuis zouden komen om de beëindiging van het dienstverband af te wikkelen. Op 20 januari 2022 kwamen zij bij [verzoekster/verw.regenverzoek] en laatstgenoemde heeft de schriftelijke mededeling gelezen en ondertekend. Zij had de eigendommen van Zorgdetail al klaargelegd zodat die meteen konden worden meegenomen.
Tijdens de mondelinge behandeling is door [verzoekster/verw.regenverzoek] erkend dat zij de cliënt meerdere keren bij haar thuis heeft laten komen, hem daarbij enkele keren heeft opgehaald en dat zij zich in het bijzijn van de cliënt bij haar thuis heeft uitgekleed. Hoewel door [verzoekster/verw.regenverzoek] betoogd, heeft zij tegenover de gemotiveerde betwisting door Zorgdetail, niet aannemelijk gemaakt dat zij zich als gevolg van ongeoorloofde druk door de heer [betrokkene 3] (directeur van Zorgdetail,
hierna: [betrokkene 3] ) (telefonisch), [betrokkene 1] en [betrokkene 2] van Zorgdetail op 20 januari 2022 tot ondertekening van de mededeling is overgegaan. Bedacht moet worden dat de inhoud daarvan feitelijk goeddeels overeenstemt met hetgeen door [verzoekster/verw.regenverzoek] in deze procedure is erkend.
Het betoog van [verzoekster/verw.regenverzoek] dat geen wederhoor is toegepast gaat niet op omdat [verzoekster/verw.regenverzoek] de verweten gedragingen zelf heeft verteld en erkend. Eerst in het gesprek met de medewerkers van De Schutse en een dag later door het ondertekenen van de schriftelijke mededeling.
Op grond van het voorgaande is voldoende komen vast te staan dat [verzoekster/verw.regenverzoek] de cliënt bij zich thuis heeft laten komen en zich daarbij heeft uitgekleed dan wel door de cliënt is uitgekleed. Hiermee komt de verhouding tussen professionele begeleider en cliënt buiten de gangbare grenzen van de begeleider-cliënt relatie. [verzoekster/verw.regenverzoek] had naar het oordeel van de kantonrechter deze cliënt niet bij haar thuis moeten laten komen en zij had zich al helemaal niet (door hem) moeten (laten) uitkleden in zijn bijzijn. Hiermee heeft [verzoekster/verw.regenverzoek] de grens van de professionele afstand ver overschreden.
5.4.
[verzoekster/verw.regenverzoek] heeft ter zitting nog aangevoerd dat dit met instemming van de cliënt is gebeurd, waaraan zij heeft toegevoegd dat de cliënt ‘volledig wilsbekwaam’ is. Dit gaat niet op nu vaststaat dat de cliënt verstandelijk zeer beperkt is en een stoornis in het autismespectrum heeft.
Verder heeft zij gesteld dat zij deze handelingen moest verrichten onder intimiderende druk en dwang van de cliënt. Uit de overgelegde stukken en geluidsfragmenten valt op te maken dat de cliënt verbaal lastig en dwingend kan zijn, maar dat is inherent aan diens gedragsstoornis en daarvan is [verzoekster/verw.regenverzoek] zich steeds volledig bewust geweest. Echter, niet is verklaarbaar dat zij in haar rol van professioneel begeleider objectief gezien niet anders heeft gekund dan de cliënt telkens bij haar thuis toe te laten en zich te (laten) ontkleden. Als zij zich door het dwingende gedrag van de cliënt of door het overige gedrag van de cliënt in haar persoon ernstig aangetast of bedreigd had gevoeld had zij dit tijdig moeten melden bij De Schutse en/of Zorgdetail, maar dat heeft zij nagelaten. Ook het uitkleden dat heeft plaatsgevonden in december 2021 had zij vanzelfsprekend direct horen te melden bij Zorgdetail. Dat geldt te meer als die handelingen het gevolg zou zijn geweest van intimidatie of ontoelaatbare druk van de cliënt.
5.5.
[verzoekster/verw.regenverzoek] heeft, na de gemotiveerde betwisting door Zorgdetail, onvoldoende aangetoond of aannemelijk gemaakt dat zij de (be-)dreigingen van de cliënt en de in deze procedure vermelde ernst en duur met de cliënt tijdig en adequaat heeft gedeeld met haar direct leidinggevenden bij De Schutse of Zorgdetail. Ook had zij kunnen aangeven dat zij niet meer aan deze cliënt wilde worden gekoppeld dan wel dat zij niet meer bij De Schutse wilde worden gedetacheerd. Het is dan ook niet zo dat Zorgdetail het verwijt zou kunnen treffen dat door haar nalaten [verzoekster/verw.regenverzoek] in de situatie is gebracht dat zij de professionele grenzen ver heeft overschreden. Er is naar het oordeel van de kantonrechter dan ook sprake van een dringende reden voor een ontslag op staande voet.
5.6.
Het ontslag op staande voet is ook terecht gegeven met betrekking tot de functie van HR medewerker. Met name als HR medewerker had [verzoekster/verw.regenverzoek] zich er van bewust moeten zijn dat de vastgestelde gedragingen zonder meer ontoelaatbaar zijn en heeft zij daardoor ook elk vertrouwen van Zorgdetail als werkgever in haar voortzetten in de HR functie verloren, zodanig dat dit ook een ontslag op staande voet in die functie rechtvaardigt.
5.7.
Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen zullen de verzoeken van [verzoekster/verw.regenverzoek] onder III en IV worden afgewezen. Ook het verzoek onder II zal worden afgewezen omdat [verzoekster/verw.regenverzoek] naar het oordeel van de kantonrechter ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. Er is gelet op het
voorgaande geen grondslag om desalniettemin een deel van de transitievergoeding of enige andere vergoeding toe te wijzen.
5.8.
De door partijen aangevoerde argumenten die in het voorgaande niet aan de orde zijn gekomen, behoeven geen bespreking, nu deze, in het licht van hetgeen is vastgesteld en overwogen, ten aanzien van de in 5.7. genoemde verzoeken niet tot een andere beslissing kunnen leiden.
5.9.
[verzoekster/verw.regenverzoek] heeft in haar verzoekschrift vorderingen ingesteld die verband houden met het einde van de arbeidsovereenkomst(en). Op 7 oktober 2022 heeft [verzoekster/verw.regenverzoek] haar eis op dit punt nog gewijzigd. De wijziging van eis heeft betrekking op betaling van verlof- PBL- en overuren. Zorgdetail heeft bezwaar gemaakt tegen de wijziging van eis. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de kantonrechter de eiswijziging toegestaan en Zorgdetail een termijn gegeven om schriftelijk op de eiswijziging te reageren. Dat heeft Zorgdetail gedaan, met daarbij gevoegd een aantal producties. Vervolgens heeft [verzoekster/verw.regenverzoek] op 1 november 2022 een akte genomen waarin zij heeft gereageerd op de producties, en - hoewel haar dit niet was toegestaan - ook stellingen heeft ingenomen die zien op de haar ingediende vorderingen. Zorgdetail heeft hierop nog niet kunnen reageren, waardoor het debat tussen partijen niet is afgerond.
Om te waarborgen dat aan de beginselen van hoor en wederhoor wordt voldaan, zal hetgeen [verzoekster/verw.regenverzoek] heeft gesteld in haar antwoordakte van 1 november 2022 buiten beschouwing worden gelaten. [verzoekster/verw.regenverzoek] zal in de gelegenheid worden gesteld in plaats daarvan een conclusie van repliek in te dienen met betrekking tot de door haar ingestelde nevenvorderingen zoals omschreven onder V, VI, VII, VIII en IX. Zorgdetail zal daarna in de gelegenheid worden gesteld een conclusie van dupliek te nemen.
5.10.
Het voorgaande leidt ertoe dat de verzoeken onder II, III en IV zullen worden afgewezen en de beslissing op de vorderingen V tot en met IX, alsmede de beslissing over de proceskosten zal worden aangehouden.
Met ingang van 1 januari 2023 zal mr. Heessels met pensioen gaan. Dat betekent dat een andere rechter zal moeten beslissen op de nevenvorderingen. Partijen zal worden verzocht per brief of e-mail mede te delen of zij daarmee instemmen, of dat zij in dat geval een mondelinge behandeling wensen (voor de behandeling van de nevenvorderingen).
5.11.
Omdat aan de voorwaarde waaronder het voorwaardelijk zelfstandig tegenverzoek door Zorgdetail is gedaan niet is voldaan, hoeft dit verzoek niet te worden beoordeeld.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst af hetgeen door [verzoekster/verw.regenverzoek] onder II (transitievergoeding), III (gefixeerde schadevergoeding) en IV (billijke vergoeding) is verzocht;
6.2.
bepaalt dat [verzoekster/verw.regenverzoek] met betrekking tot de door haar ingediende nevenvorderingen V tot en met IX een conclusie van repliek mag nemen uiterlijk op 18 januari 2023, waarna Zorgdetail in de gelegenheid wordt gesteld een conclusie van dupliek te nemen;
6.3.
bepaalt dat beide partijen uiterlijk op 21 december 2022 per brief aan de kantonrechter mededelen of zij ermee instemmen dat een andere rechter dan mr. Heessels de beslissing op de nevenvorderingen zal nemen of dat zij in dat geval een mondelinge behandeling wensen;
6.4.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.C.J. Heessels, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 7 december 2022 in aanwezigheid van de griffier.
conc: mh