In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, betreft het een geschil tussen een besloten vennootschap (eiseres) en een gedaagde aannemer over de aansprakelijkheid voor gebreken aan een stalen schuifvouwwand. De rechtbank heeft eerder op 4 mei 2022 een tussenvonnis uitgesproken waarin de eiseres de gelegenheid kreeg om te reageren op het verweer van de gedaagde. De eiseres heeft in een akte na het tussenvonnis bewijs geleverd dat zij de gedaagde na een rapport van een onafhankelijk adviseur gelegenheid tot herstel heeft geboden. De rechtbank oordeelt dat de gedaagde niet heeft gereageerd op deze gelegenheid en dat de gebreken aan de schuifvouwwand niet zijn hersteld.
De rechtbank behandelt vervolgens de vraag of de gedaagde aansprakelijk is voor de gebreken aan de schuifvouwwand. De eiseres stelt dat de wand instabiel is en dat er corrosie is, wat zou betekenen dat vervanging noodzakelijk is. De gedaagde betwist deze claims en stelt dat de gebreken te wijten zijn aan onjuist gebruik en externe factoren. De rechtbank concludeert dat er behoefte is aan een deskundigenbericht om de situatie verder te onderzoeken, en geeft partijen de gelegenheid om voorstellen te doen voor deskundigen en vragen die aan hen voorgelegd moeten worden. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan en verwijst de zaak naar de rol voor het nemen van een akte.