ECLI:NL:RBGEL:2022:7529

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
14 december 2022
Publicatiedatum
13 april 2023
Zaaknummer
10244345 MP VERZ 22-2403
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van een mentor wegens gewichtige redenen in het kader van mentorschap

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 14 december 2022 ambtshalve een mentor ontslagen in al zijn zaken op grond van gewichtige redenen, zoals bedoeld in artikel 1:461 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek. De procedure begon met een melding van het Landelijk Kwaliteitsbureau in verband met een handhavingscontrole, waarna meerdere gesprekken met de mentor hebben plaatsgevonden. De kantonrechter heeft geconstateerd dat de mentor, ondanks herhaalde waarschuwingen en gesprekken, niet voldeed aan de eisen die aan een professioneel mentor gesteld worden. Er waren meerdere klachten en meldingen over zijn functioneren, wat leidde tot een onderzoek naar zijn geschiktheid als mentor. Tijdens de mondelinge behandeling op 2 december 2022 werd duidelijk dat de mentor zich niet aan gemaakte afspraken hield en zich bleef presenteren als mentor, terwijl hij dat niet was. Dit gedrag leidde tot verwarring bij betrokkenen en hun families, en verstoorde de relatie met andere mentoren. De kantonrechter concludeerde dat het disfunctioneren van de mentor zodanig was dat ontslag gerechtvaardigd was. Tevens werd een opvolgend mentor benoemd en werden er voorwaarden gesteld aan de rapportage en evaluatie van de nieuwe mentor.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team bewind en erfrecht
Zittingsplaats Zutphen
Zaaknummer: 10244345 MP VERZ 22-2403
Registernummer: MB 19847

Ambtshalve beschikking van de kantonrechter d.d. 14 december 2022

inzake het ontslag in alle zaken van

[naam mentor]

correspondentieadres: [adres 1] ,
benoemd tot mentor van:

[betrokkene] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
wonende [adres 2] ,
hierna te noemen: betrokkene.

De procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
- de melding van het Landelijk Kwaliteitsbureau (in verband met de handhavingscontrole 2020) d.d. 21 april 2021;
- de gespreksaantekeningen van de gesprekken met de kantonrechter op 18 augustus 2021, 8 september 2021 en 21 februari 2022;
- de brief d.d. 23 februari 2022 van de kantonrechter mr. M.J.H. Schuurman aan mr. G.J. Boven;
- het e-mailbericht d.d. 3 mei 2022 van mr. G.J. Boven;
- de gespreksaantekeningen van het gesprek met de kantonrechter op 19 september 2022;
- het e-mailbericht d.d. 19 september 2022 van de griffier aan de mentor;
- het e-mailbericht d.d. 19 september 2022 van de mentor;
- de e-mailberichten d.d. 20 november 2022 van de mentor;
- de zittingsaantekeningen van de zitting van 2 december 2022;
- de bevindingen van de rechtbank Gelderland;
- de bereidverklaringen van de opvolgend mentoren.
Op 2 december 2022 heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden, waarbij de heer [naam mentor] is verschenen.

De feiten

De kantonrechter heeft ambtshalve een onderzoek ingesteld naar het functioneren van [naam mentor] als mentor. Naar aanleiding hiervan hebben op 18 augustus 2021, 8 september 2021, 21 februari 2022 en 19 september 2022 gesprekken met [naam mentor] plaatsgevonden. De op 19 september 2022 gemaakte afspraken zijn bij e-mailbericht van 19 september 2022, aan [naam mentor] bevestigd op het e-mailadres: [e-mailadres] . In dit e-mailbericht is voorts aan [naam mentor] medegedeeld dat bij uitblijven van verbetering de kantonrechter de mentor in alle zaken kan ontslaan.

De beoordeling

Op grond van artikel 1:461 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW) wordt een mentor ontslag verleend hetzij op eigen verzoek hetzij wegens gewichtige redenen of omdat de mentor niet meer voldoet aan de eisen om mentor te kunnen worden, zulks op verzoek van een medementor of degene die gerechtigd is mentorschap te verzoeken als bedoeld in artikel 451, eerste en tweede lid, BW dan wel ambtshalve. In dit geval is de vraag aan de orde of er gewichtige redenen zijn om aan de mentor (ambtshalve) ontslag te verlenen in alle zaken.
Naar aanleiding van bevindingen, meldingen en klachten in mentorschapsdossiers waarin [naam mentor] is benoemd tot mentor, heeft de kantonrechter een onderzoek naar het functioneren van de mentor ingesteld. Bij brief van 23 februari 2022 is [naam mentor] medegedeeld dat twijfel bestaat over de geschiktheid van [naam mentor] als professioneel mentor. In de brief d.d. 23 februari 2022 zijn overwegingen opgenomen met betrekking tot geconstateerde nalatigheden. De tekst van deze brief geldt als hier ingelast.
In het kader van zijn functioneren zijn met [naam mentor] verschillende gesprekken gevoerd en is hem de gelegenheid geboden om zijn functioneren als mentor te verbeteren.
Na wederom klachten te hebben ontvangen is [naam mentor] tijdens het gesprek van 19 september 2022 door de kantonrechter finaal in de gelegenheid gesteld om zijn functioneren als mentor te verbeteren en te zorgen dat geen nieuwe bevindingen of klachten meer zouden worden ontvangen. De kantonrechter heeft aan [naam mentor] medegedeeld dat hij tot die tijd niet wordt benoemd als mentor. Bij e-mailbericht d.d. 19 september 2022 zijn de gemaakte afspraken aan [naam mentor] bevestigd en is hem medegedeeld dat hij niet wordt benoemd in nieuwe zaken en ook dat in de lopende mentorschapsverzoeken verzoekers in de gelegenheid worden gesteld een andere mentor voor te stellen. Dit bericht is per e-mail verstuurd naar [e-mailadres] .
Nu [naam mentor] ter zitting van 2 december jl. nogmaals heeft bevestigd dat dit zijn enige e-mailadres is, mag worden aangenomen dat hij ook deze bevestiging van de mondeling gemaakte afspraken en aanzegging heeft ontvangen.
Na de zitting van 19 september 2022 stuurt [naam mentor] echter: “
Er zullen meer aanvragen bij de rechtbank Gelderland terrecht komen , welke ook specifik om mij zullen vragen gezien mijn expertise t.a.v. dubbele problematiek rond psychiatrie en verstandelijke beperkingen , LVG problematiek(…)”.
En ook daarna volgen nieuwe meldingen en heeft de opstelling en het gedrag van [naam mentor] wederom tot problemen geleid. Tijdens de zitting op 2 december 2022 is een aantal van deze na 19 september 2022 geconstateerde incidenten met [naam mentor] besproken.
Aannemen van nieuwe cliënten en presenteren als benoembaar
Ondanks dat aan [naam mentor] is medegedeeld dat hij niet zal worden benoemd als mentor en met hem is afgesproken dat hij geen nieuwe cliënten aanneemt totdat zijn functioneren is verbeterd en in ieder geval tot het einde van het jaar 2022, presenteert [naam mentor] zich jegens nieuwe cliënten en hun familie alsof hij kan worden benoemd tot mentor. Zo verschijnt [naam mentor] op 20 november 2022, ter zitting als voorgestelde mentor in een nieuw mentorschapsverzoek ( [dossiernummer 1] ). Tijdens de behandeling van dit verzoek ter zitting blijkt dat [naam mentor] al een kennismakingsgesprek heeft gevoerd met betrokkene. Door zich zo op te stellen heeft hij niet alleen de afspraak met de rechtbank genegeerd, maar heeft hij ook betrokkene en zijn familie op het verkeerde spoor gezet. Bovendien is de verhouding met de huidige mentor nog meer verstoord geraakt. Dit alles is allerminst in het belang van betrokkene die wegens ernstige psychische problematiek een mentor heeft.
Daarbij komt dat [naam mentor] in de zaken waarin verzoekers in de gelegenheid zijn gesteld een andere mentor voor te stellen, zich als mentor blijft presenteren en gedragen (onder andere zaaknummer: [zaaknummer 1] en dossiernummer: [dossiernummer 1] ). Ter zitting bevestigt [naam mentor] dat hij mentorschapswerkzaamheden voor betrokkenen verricht, terwijl hij in de betreffende dossiers niet als mentor is benoemd. Op de vraag van de kantonrechter naar de status van een verzoek en in welke hoedanigheid [naam mentor] de taken uitvoert, geeft [naam mentor] aan dat hij dit niet doet als mentor, maar als ‘soort vriend’ en dat hij ‘de gemeente adviseert’. Gelet op de gesprekken die hebben plaatsgevonden met de kantonrechter heeft het voor [naam mentor] duidelijk moeten zijn dat hij geen mentor is, en dat hij ook niet zal worden benoemd tot mentor in de betreffende zaken. Van een professioneel mentor mag worden verwacht dat hij alleen mentorschapstaken uitvoert in het kader van zijn benoeming als mentor en dat hij, hangende een verzoek waarin hij als mentor wordt voorgesteld, zich in principe onthoudt van het uitvoeren van mentorschapstaken. Daarentegen presenteert [naam mentor] zich tegenover instanties, betrokkenen en hun familieleden als zijnde de mentor van betrokkene. Nog kwalijker is dat [naam mentor] in [dossiernummer 2] en [dossiernummer 3] zichzelf presenteert en handelt als ware hij benoemd tot mentor terwijl reeds een andere professioneel mentor is benoemd en hij daarmee – bewust – deze professionele mentor in de uitvoering van zijn taken belemmert en frustreert, niet in de minste plaats door bij betrokkene verwarring te creëren over de persoon van de mentor. Hierop is [naam mentor] ook aangesproken.
Administratie dossiers en bereidverklaring
Voorts lijkt uit de door [naam mentor] aan de rechtbank verstuurde e-mailberichten te volgen dat [naam mentor] zijn administratie in zijn mentorschapsdossiers en -verzoeken niet op orde heeft. Zo heeft [naam mentor] meerdere bereidverklaringen in mentorschapsverzoeken ingediend (onder andere zaaknummer: [zaaknummer 2] ), terwijl hij vervolgens, na oproeping voor een geplande mondelinge behandeling, aan de rechtbank bericht dat hij de persoon in kwestie niet kent en hij ervan uitgaat dat het om een misverstand gaat. Dat [naam mentor] echter wel degelijk (enige) kennis heeft van de (situatie van) betrokkene blijkt wel uit de aantekeningen van [naam mentor] op de betreffende bereidverklaring. Ter zitting heeft [naam mentor] verklaard dat hij betrokkene inderdaad kende en een bereidverklaring heeft ingediend.
Daarbij komt dat [naam mentor] op 20 november 2022 in (bijna) al zijn mentorschapsdossiers en -verzoeken waarin hij voorgesteld mentor is, de rechtbank heeft gevraagd welke informatie mist, zodat hij dat aan kon vullen. Ter zitting heeft [naam mentor] toegelicht dat hij graag van de kantonrechter wilde vernemen of er bepaalde stukken in de dossiers ontbraken.
Van een professioneel mentor mag echter worden verwacht dat hij duidelijk heeft voor welke cliënten hij een bereidverklaring indient en wat de status van zijn (zes) mentorschapsdossiers is.
Het is aan de mentor om zijn dossiers op orde te hebben en te houden. Naar hetgeen uit de stukken en ter zitting is gebleken, heeft [naam mentor] de status van zijn mentorschapsdossiers en ingediende bereidverklaringen echter onvoldoende inzichtelijk.
Mentorschapsrapportage
[naam mentor] heeft nagelaten om tijdig een mentorschapsrapportage in te dienen ( [dossiernummer 4] ). [naam mentor] heeft deze rapportage eerst ingediend, nadat hierom door de rechtbank is verzocht. Het ingediende mentorschapsverslag was bovendien moeilijk leesbaar als gevolg van de vele spelfouten. [naam mentor] wijt dit aan een slecht functionerende computer. Van een professioneel mentor mag worden verwacht dat hij tijdig een fatsoenlijk leesbare mentorschapsrapportage indient. Dit heeft [naam mentor] niet gedaan.
Conclusie
Het beeld van de afgelopen maanden is hetzelfde als het beeld uit het eerdere onderzoek van de kantonrechter in verschillende mentorschapsdossiers van [naam mentor] . Over een langere periode is sprake van disfunctioneren van [naam mentor] , zodanig dat [naam mentor] inmiddels ook is veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding aan een betrokkene in verband met gedragingen van [naam mentor] waarvoor hij aansprakelijk is ( [dossiernummer 5] ).
De indruk die ontstaat uit voorgaande constateringen is dat [naam mentor] niet geschikt is om zijn taken als professioneel mentor goed uit te voeren. De kantonrechter is overtuigd van de goede bedoelingen van [naam mentor] , maar bij het zijn van professioneel mentor komt meer kijken dan dat. In dit rechtsgebied hebben we veelal te maken met zeer kwetsbare mensen die voor veel zaken afhankelijk zijn van een mentor, curator of bewindvoerder. Aan de kantonrechter is de taak opgedragen ten behoeve van deze kwetsbaren groep toezicht te houden op degene die als mentor, curator of bewindvoerder is aangesteld.
De kantonrechter ziet in bovenstaande constateringen voldoende aanleiding om [naam mentor] in al zijn zaken te ontslaan vanwege gewichtige redenen, als bedoeld in artikel 1:461 lid 2 BW.
De kantonrechter heeft [naam opvolgend mentor] correspondentieadres: [adres 3] , bereid gevonden te worden benoemd tot opvolgend mentor.
De kantonrechter zal de opvolgend mentor opdracht geven om te beoordelen of zich mogelijk onregelmatigheden hebben voorgedaan tijdens de voorafgaande periode waardoor sprake is van toerekenbaar tekortkomen van de mentor en daardoor schade voor betrokkene is ontstaan, in welk geval de mentor deze schade moet vergoeden.
De kantonrechter zal de jaarbeloning van de te benoemen mentor, inclusief onkostenvergoeding en exclusief omzetbelasting voor zover van toepassing, vaststellen overeenkomstig artikel 4 lid 2 sub a van de Regeling beloning curatoren bewindvoerders en mentoren.
Nu het ontslag van de mentor en de benoeming van de opvolgend mentor niet de keuze is van betrokkene, is de kantonrechter van oordeel dat de beloning voor de aanvangswerkzaamheden niet ten laste van het vermogen van betrokkene mag worden gebracht.
De kantonrechter legt de verplichting op aan de mentor dat jaarlijks een schriftelijke rapportage aan de kantonrechter wordt overgelegd, waarin verslag wordt gedaan van de verrichte werkzaamheden ten behoeve van betrokkene.
De kantonrechter bepaalt dat de mentor de vijfjaarlijkse evaluatie als bedoeld in artikel 1:459 lid 3 BW moet indienen op 30 april 2026 middels het standaardformulier dat op rechtspraak.nl beschikbaar is. Daarbij moet de bewindvoerder zich ook uitlaten over de vraag of de maatregel moet voortduren dan wel of een minder ver of juist verder strekkende voorziening is aangewezen. Over feiten die voor de maatregel of het voortduren ervan van betekenis zijn moet de bewindvoerder de kantonrechter terstond informeren.

De beslissing

De kantonrechter:
- ontslaat, ambtshalve, met ingang van heden [naam mentor] als mentor ten behoeve van betrokkene;
- benoemt, met ingang van diezelfde datum, tot opvolgend mentor ten behoeve van betrokkene: [naam opvolgend mentor] correspondentieadres: [adres 3] ;
- gelast [naam mentor] het papieren en digitale dossier van betrokkene, alle elektronische en/of digitale gegevensdragers waarop zich gegevens van betrokkene bevinden en alle inlogcodes en wachtwoorden die toegang bieden tot gegevens van betrokkene over te dragen aan de opvolgend mentor;
- stelt de jaarbeloning van de mentor vast overeenkomstig artikel 4 lid 2 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren;
- bepaalt dat de beloning voor aanvangswerkzaamheden niet ten laste van het vermogen van betrokkene mag worden gebracht;
- legt de mentor de verplichting op dat jaarlijks verslag van de werkzaamheden wordt gedaan aan de kantonrechter;
- bepaalt dat de mentor op 30 april 2026 middels het daarvoor bestemde formulier de vijfjaarlijkse evaluatie moet indienen;
- draagt de opvolgend mentor op het door de ontslagen mentor gevoerde mentorschap te onderzoeken;
- verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.A. Bijl, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 14 december 2022, in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze beslissing kan -uitsluitend door tussenkomst van een advocaat- hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden.
a. door de verzoeker en degenen aan wie de griffier een afschrift van deze beschikking heeft verstrekt of verzonden: binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na betekening daarvan of nadat deze beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.