Na wederom klachten te hebben ontvangen is [naam mentor] tijdens het gesprek van 19 september 2022 door de kantonrechter finaal in de gelegenheid gesteld om zijn functioneren als mentor te verbeteren en te zorgen dat geen nieuwe bevindingen of klachten meer zouden worden ontvangen. De kantonrechter heeft aan [naam mentor] medegedeeld dat hij tot die tijd niet wordt benoemd als mentor. Bij e-mailbericht d.d. 19 september 2022 zijn de gemaakte afspraken aan [naam mentor] bevestigd en is hem medegedeeld dat hij niet wordt benoemd in nieuwe zaken en ook dat in de lopende mentorschapsverzoeken verzoekers in de gelegenheid worden gesteld een andere mentor voor te stellen. Dit bericht is per e-mail verstuurd naar [e-mailadres] .
Nu [naam mentor] ter zitting van 2 december jl. nogmaals heeft bevestigd dat dit zijn enige e-mailadres is, mag worden aangenomen dat hij ook deze bevestiging van de mondeling gemaakte afspraken en aanzegging heeft ontvangen.
Na de zitting van 19 september 2022 stuurt [naam mentor] echter: “
Er zullen meer aanvragen bij de rechtbank Gelderland terrecht komen , welke ook specifik om mij zullen vragen gezien mijn expertise t.a.v. dubbele problematiek rond psychiatrie en verstandelijke beperkingen , LVG problematiek(…)”.
En ook daarna volgen nieuwe meldingen en heeft de opstelling en het gedrag van [naam mentor] wederom tot problemen geleid. Tijdens de zitting op 2 december 2022 is een aantal van deze na 19 september 2022 geconstateerde incidenten met [naam mentor] besproken.
Aannemen van nieuwe cliënten en presenteren als benoembaar
Ondanks dat aan [naam mentor] is medegedeeld dat hij niet zal worden benoemd als mentor en met hem is afgesproken dat hij geen nieuwe cliënten aanneemt totdat zijn functioneren is verbeterd en in ieder geval tot het einde van het jaar 2022, presenteert [naam mentor] zich jegens nieuwe cliënten en hun familie alsof hij kan worden benoemd tot mentor. Zo verschijnt [naam mentor] op 20 november 2022, ter zitting als voorgestelde mentor in een nieuw mentorschapsverzoek ( [dossiernummer 1] ). Tijdens de behandeling van dit verzoek ter zitting blijkt dat [naam mentor] al een kennismakingsgesprek heeft gevoerd met betrokkene. Door zich zo op te stellen heeft hij niet alleen de afspraak met de rechtbank genegeerd, maar heeft hij ook betrokkene en zijn familie op het verkeerde spoor gezet. Bovendien is de verhouding met de huidige mentor nog meer verstoord geraakt. Dit alles is allerminst in het belang van betrokkene die wegens ernstige psychische problematiek een mentor heeft.
Daarbij komt dat [naam mentor] in de zaken waarin verzoekers in de gelegenheid zijn gesteld een andere mentor voor te stellen, zich als mentor blijft presenteren en gedragen (onder andere zaaknummer: [zaaknummer 1] en dossiernummer: [dossiernummer 1] ). Ter zitting bevestigt [naam mentor] dat hij mentorschapswerkzaamheden voor betrokkenen verricht, terwijl hij in de betreffende dossiers niet als mentor is benoemd. Op de vraag van de kantonrechter naar de status van een verzoek en in welke hoedanigheid [naam mentor] de taken uitvoert, geeft [naam mentor] aan dat hij dit niet doet als mentor, maar als ‘soort vriend’ en dat hij ‘de gemeente adviseert’. Gelet op de gesprekken die hebben plaatsgevonden met de kantonrechter heeft het voor [naam mentor] duidelijk moeten zijn dat hij geen mentor is, en dat hij ook niet zal worden benoemd tot mentor in de betreffende zaken. Van een professioneel mentor mag worden verwacht dat hij alleen mentorschapstaken uitvoert in het kader van zijn benoeming als mentor en dat hij, hangende een verzoek waarin hij als mentor wordt voorgesteld, zich in principe onthoudt van het uitvoeren van mentorschapstaken. Daarentegen presenteert [naam mentor] zich tegenover instanties, betrokkenen en hun familieleden als zijnde de mentor van betrokkene. Nog kwalijker is dat [naam mentor] in [dossiernummer 2] en [dossiernummer 3] zichzelf presenteert en handelt als ware hij benoemd tot mentor terwijl reeds een andere professioneel mentor is benoemd en hij daarmee – bewust – deze professionele mentor in de uitvoering van zijn taken belemmert en frustreert, niet in de minste plaats door bij betrokkene verwarring te creëren over de persoon van de mentor. Hierop is [naam mentor] ook aangesproken.
Administratie dossiers en bereidverklaring
Voorts lijkt uit de door [naam mentor] aan de rechtbank verstuurde e-mailberichten te volgen dat [naam mentor] zijn administratie in zijn mentorschapsdossiers en -verzoeken niet op orde heeft. Zo heeft [naam mentor] meerdere bereidverklaringen in mentorschapsverzoeken ingediend (onder andere zaaknummer: [zaaknummer 2] ), terwijl hij vervolgens, na oproeping voor een geplande mondelinge behandeling, aan de rechtbank bericht dat hij de persoon in kwestie niet kent en hij ervan uitgaat dat het om een misverstand gaat. Dat [naam mentor] echter wel degelijk (enige) kennis heeft van de (situatie van) betrokkene blijkt wel uit de aantekeningen van [naam mentor] op de betreffende bereidverklaring. Ter zitting heeft [naam mentor] verklaard dat hij betrokkene inderdaad kende en een bereidverklaring heeft ingediend.
Daarbij komt dat [naam mentor] op 20 november 2022 in (bijna) al zijn mentorschapsdossiers en -verzoeken waarin hij voorgesteld mentor is, de rechtbank heeft gevraagd welke informatie mist, zodat hij dat aan kon vullen. Ter zitting heeft [naam mentor] toegelicht dat hij graag van de kantonrechter wilde vernemen of er bepaalde stukken in de dossiers ontbraken.
Van een professioneel mentor mag echter worden verwacht dat hij duidelijk heeft voor welke cliënten hij een bereidverklaring indient en wat de status van zijn (zes) mentorschapsdossiers is.
Het is aan de mentor om zijn dossiers op orde te hebben en te houden. Naar hetgeen uit de stukken en ter zitting is gebleken, heeft [naam mentor] de status van zijn mentorschapsdossiers en ingediende bereidverklaringen echter onvoldoende inzichtelijk.
Mentorschapsrapportage
[naam mentor] heeft nagelaten om tijdig een mentorschapsrapportage in te dienen ( [dossiernummer 4] ). [naam mentor] heeft deze rapportage eerst ingediend, nadat hierom door de rechtbank is verzocht. Het ingediende mentorschapsverslag was bovendien moeilijk leesbaar als gevolg van de vele spelfouten. [naam mentor] wijt dit aan een slecht functionerende computer. Van een professioneel mentor mag worden verwacht dat hij tijdig een fatsoenlijk leesbare mentorschapsrapportage indient. Dit heeft [naam mentor] niet gedaan.
Conclusie
Het beeld van de afgelopen maanden is hetzelfde als het beeld uit het eerdere onderzoek van de kantonrechter in verschillende mentorschapsdossiers van [naam mentor] . Over een langere periode is sprake van disfunctioneren van [naam mentor] , zodanig dat [naam mentor] inmiddels ook is veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding aan een betrokkene in verband met gedragingen van [naam mentor] waarvoor hij aansprakelijk is ( [dossiernummer 5] ).