ECLI:NL:RBGEL:2022:7526

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
9 november 2022
Publicatiedatum
29 maart 2023
Zaaknummer
401154
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Goederenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over eigendom en grenzen van onroerend goed tussen buren met betrekking tot woonhuis en bijbehorende percelen

In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, gaat het om een geschil tussen twee buren over de eigendom en de grenzen van hun onroerend goed. De eiseres in conventie, die eigenaar is van een perceel met woning, betwist de eigendom van een trapportaal en een deel van de keuken dat volgens haar in 1961 aan haar rechtsvoorganger is overgedragen. De gedaagden in conventie, die ook eigenaar zijn van een aangrenzend perceel, stellen dat zij recht hebben op deze delen op basis van kadastraal veldwerk uit 1962. De rechtbank heeft vastgesteld dat de feitelijke scheiding tussen de woningen sinds de levering in 1961 niet is veranderd en dat de huidige eigendomsverhoudingen niet in overeenstemming zijn met de kadastrale gegevens. De rechtbank heeft de vordering van de eiseres toegewezen en verklaard dat de grens tussen de percelen de binnenmuren van het trappenhuis volgt. Daarnaast heeft de rechtbank de gedaagden veroordeeld tot het verwijderen van een schutting die op het perceel van de eiseres staat en hen veroordeeld tot betaling van kosten voor een kadastrale reconstructie. De vorderingen van de gedaagden in reconventie zijn afgewezen, omdat niet is aangetoond dat de eiseres inbreuk heeft gemaakt op hun privacy door middel van camera's.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
zittingsplaats Arnhem
Vonnis van 9 november 2022
in de zaak met zaaknummer / rolnummer C/05/401154 / HA ZA 22-113 van
[eiseres conventie/verweerster in reconventie]
wonende te [woonplaats]
eiseres in conventie
verweerster in reconventie
advocaat: mr. A.J. Meijer te Doetinchem
tegen

1.[gedaagde conventie/eiser reconventie 1]

2.
[gedaagde conventie/eiser reconventie 2]
beiden wonende te [woonplaats]
gedaagden in conventie
eisers in reconventie
advocaat: mr. W. Leistra te Arnhem
Partijen zullen hierna [eiseres conventie/verweerster in reconventie] en [gedaagden conventie/eisers reconventie] worden genoemd.

1.De procedure

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 8 juni 2022
- de akte overlegging producties en conclusie van antwoord in reconventie tevens houdende vermeerdering van eis in conventie met producties
- een extra productie overgelegd door [eiseres conventie/verweerster in reconventie]
- het verkort proces-verbaal van descente en mondelinge behandeling van 23 september 2022.
1.2
Daarna is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1
[eiseres conventie/verweerster in reconventie] is eigenaar van het perceel met woning, gelegen aan [adres 1a] , kadastraal bekend [kadastrale gegevens 1a] . [gedaagden conventie/eisers reconventie] zijn eigenaar van het perceel met woning, gelegen aan de [adres 1b] , kadastraal bekend, voor zoveel hier van belang, [kadastrale gegevens 1b] .
2.2
In 1960 heeft de vader van [eiseres conventie/verweerster in reconventie] , [betrokkene 1] , zijn perceel met woning gesplitst in twee woningen met erf. De oorspronkelijke woning had een voordeur in het midden met daarachter een lange gang, eindigend in een trap naar de eerste verdieping. Door de splitsing werden de twee nieuwe woningen volledig van elkaar gescheiden. De gang werd halverwege dichtgemaakt, evenals een aantal zijverbindingen. Daardoor kwam de trap in de woning aan de – bezien vanuit de openbare weg – rechterzijde te liggen, de latere woning van [eiseres conventie/verweerster in reconventie] . Op een door [eiseres conventie/verweerster in reconventie] overgelegde blauwdruk van de oorspronkelijke woning, met daarop in groen de feitelijke scheiding, is dat als volgt weergegeven:
[AFBEEDLDING I]
Ten behoeve van de woning aan de linkerzijde, de latere woning van [gedaagden conventie/eisers reconventie] , is toen vanuit de gang een eigen trap naar boven gerealiseerd, die overigens omstreeks 2020 naar het achterhuis is verplaatst.
2.3
Op 16 juni 1961 heeft [betrokkene 1] overgedragen aan [betrokkene 2] :
De helft van een woonhuis met grond aan [adres ] , groot ongeveer vier aren vijf en zeventig centiaren, uitmakende het ter plaatse kennelijk aangeduid Noord-Westelijk deel van het perceel , kadastraal bekend [kadastrale gegevens, perceel 1] ,
en aan [betrokkene 3] :
De helft van een woonhuis met grond aan [adres ] , groot ongeveer vier aren vijf en zeventig centiaren, uitmakende het ter plaatse kennelijk aangeduid Zuid-Oostelijk deel van het perceel , kadastraal bekend [kadastrale gegevens, perceel 1] .
2.4
[betrokkene 2] was gehuwd met [betrokkene 1] ; [betrokkene 3] was gehuwd met de zus van [betrokkene 1] , [betrokkene 4] . [gedaagden conventie/eisers reconventie] zijn de kinderen van [betrokkene 3] en [betrokkene 4] . [betrokkene 2] , [betrokkene 3] en [betrokkene 4] zijn inmiddels overleden.
2.5
Op 25 september 1962 hebben [betrokkene 2] en [betrokkene 3] ten overstaan van het kadaster de grens tussen hun eigendommen aangewezen. Uit [perceel 1] ontstonden de nieuwe kadastrale percelen [perceel 1a] ( [betrokkene 2] ) en [perceel 1b] ( [betrokkene 3] ). Het veldwerk van die aanwijzing laat onder meer het volgende zien:
[AFBEELDING II]
De nis die volgens het veldwerk vanuit de woning van [betrokkene 3] uitsteekt in de richting van de woning van [betrokkene 2] heeft nooit bestaan. In werkelijkheid is het andersom: de nis stak en steekt vanuit de woning van [betrokkene 2] uit in de richting van de woning van [betrokkene 3] . Het gaat hier om de trap en het trapportaal behorende bij de woning van [betrokkene 2] .
2.6
Onder het perceel van [betrokkene 3] bevond zich een kelder die alleen vanuit het perceel van [betrokkene 2] toegankelijk was. Op 11 december 1962 is ten behoeve van het perceel van [betrokkene 2] en ten laste van het perceel van [betrokkene 3] “de daartoe strekkende erfdienstbaarheid” gevestigd. De kelder is in 2017 gevuld met zand, de keldertrap vanuit de woning van [eiseres conventie/verweerster in reconventie] is verwijderd en het trapgat is dichtgemaakt.
2.7
De percelen [perceel 1b] en [perceel 1a] zijn kadastraal thans anders genummerd (zie onder 2.1), mede als gevolg van een grondruil in 1990, waardoor zij ook in grootte zijn veranderd. Dit heeft echter geen invloed gehad op de omvang van de woningen. Het perceel van [eiseres conventie/verweerster in reconventie] zal hierna worden aangeduid als [perceel 1a (nieuw)] en het perceel van [gedaagden conventie/eisers reconventie] als [perceel 1b (nieuw)] . Na het overlijden van [betrokkene 2] is [eiseres conventie/verweerster in reconventie] eigenaar geworden van [perceel 1a (nieuw)] . [gedaagden conventie/eisers reconventie] zijn eigenaar geworden van [perceel 1b (nieuw)] op 9 december 2020. [gedaagden conventie/eisers reconventie] verhuren [perceel 1b (nieuw)] aan familie. [gedaagde conventie/eiser reconventie 2] (gedaagde sub 2) is woonachtig aan de [adres 3] (hierna: [adres 3] ). [adres 3] ligt naast [perceel 1a (nieuw)] . Tussen [adres 3] en de woning van [eiseres conventie/verweerster in reconventie] ligt een oprit die toebehoort aan [eiseres conventie/verweerster in reconventie] .
2.8
In een slaapkamer van de woning van [eiseres conventie/verweerster in reconventie] bevond zich vanaf de splitsing een kast in de muur, die uitstak in een slaapkamer van de woning van [gedaagden conventie/eisers reconventie] . De kast was alleen te gebruiken vanuit de woning van [eiseres conventie/verweerster in reconventie] . Omstreeks 2020 hebben [gedaagden conventie/eisers reconventie] de kast verwijderd en de muur ter plaatse opgevuld en afgedicht.
2.9
[gedaagden conventie/eisers reconventie] hebben op het erf achter de woningen een houten schutting geplaatst, die onder meer bevestigd is aan de woning van [eiseres conventie/verweerster in reconventie] .
2.1
Aan de zijgevel van de woning van [eiseres conventie/verweerster in reconventie] naast de oprit, alsmede aan het einde van de oprit tegen de schuur van [eiseres conventie/verweerster in reconventie] , heeft [eiseres conventie/verweerster in reconventie] een camera geplaatst.
2.11
In opdracht van [eiseres conventie/verweerster in reconventie] heeft op 30 juni 2022 een grensreconstructie door het kadaster plaatsgehad. Uit het relaas van bevindingen worden hier de volgende meetgegevens en waarnemingen weergegeven:
[zie volgende pagina]
[AFBEELDING III]

3.Het geschil en de vorderingen in conventie

3.1
Partijen betwisten elkaar de eigendom van het trapportaal en een gedeelte van de keuken (met daarboven de overloop) in de bij [eiseres conventie/verweerster in reconventie] in gebruik zijnde woning (zoals aangegeven onder 2.2 als de links door groen en rechts door rood omlijnde ruimte in het midden van de blauwdruk). Volgens [eiseres conventie/verweerster in reconventie] omvatte de overdracht aan [betrokkene 2] in 1961 ook het trapportaal en berust het kadastrale veldwerk op een vergissing. Voor zover dat niet het geval is beroept zij zich op verjaring en meer subsidiair dient de grens conform de feitelijke situatie te worden vastgesteld. Volgens [eiseres conventie/verweerster in reconventie] dient de grens tussen de woningen te lopen zoals door haar aangegeven door middel van een zwarte streep – die overeenstemt met de rode lijn op de blauwdruk – op productie III bij de dagvaarding:
[AFBEELDING IV]
[gedaagden conventie/eisers reconventie] hechten daarentegen sterk aan het veldwerk van 1962, dat volgens hen de uitdrukking vormt van de wil van de vervreemder, [betrokkene 1] , en betogen dat zij eigenaar zijn van het trapportaal en een deel van de keuken van [eiseres conventie/verweerster in reconventie] , met daarboven de overloop.
3.2
Daarnaast stelt [eiseres conventie/verweerster in reconventie] dat [gedaagden conventie/eisers reconventie] haar kelder zonder toestemming hebben gedempt (en daarmee ook inbreuk op de erfdienstbaarheid hebben gemaakt) en zij verlangt dat deze situatie ongedaan wordt gemaakt. Als gevolg daarvan heeft zij bovendien kosten moeten maken voor het verplaatsen van de watermeter, welke kosten (€ 702,78) zij door [gedaagden conventie/eisers reconventie] vergoed wil zien. [gedaagden conventie/eisers reconventie] voeren aan dat het opheffen van de kelder niet onrechtmatig was, immers krachtens gemeenschappelijk besluit is gegaan en dat de kinderen van [eiseres conventie/verweerster in reconventie] er zelfs aan hebben meegewerkt.
3.3
[eiseres conventie/verweerster in reconventie] stelt verder dat zij eigenaar is geworden van de uitstekende slaapkamerkast door verjaring en verlangt het herstel daarvan. [gedaagden conventie/eisers reconventie] voert aan dat in overleg is besloten om de kast te verwijderen en de muur dicht te maken.
3.4
Ten slotte vermoedt [eiseres conventie/verweerster in reconventie] dat een deel van de schutting op het achtererf op haar perceel staat en wenst de verwijdering daarvan, als blijkt dat dat op grond van een grensreconstructie inderdaad het geval is. Die grensreconstructie heeft tijdens de procedure plaatsgehad. De kosten daarvan (€ 920,-) wil [eiseres conventie/verweerster in reconventie] door [gedaagden conventie/eisers reconventie] vergoed zien.
3.5
Op grond van het bovenstaande vordert [eiseres conventie/verweerster in reconventie] na wijziging van haar eis, samengevat:
a. primair voor recht te verklaren dat de grens tussen woningen van partijen loopt zoals op de tekening onder 3.1 weergegeven, subsidiair dat de rechtbank die grens zo bepaalt op de voet van artikel 5:47 BW;
b. [gedaagden conventie/eisers reconventie] te veroordelen om mee te werken aan dienovereenkomstige wijziging van de kadastrale grens;
c. voor recht te verklaren dat in 1962 ten gunste van [perceel 1a (nieuw)] en ten laste van [perceel 1b (nieuw)] een erfdienstbaarheid tot het exclusieve gebruik van de kelder is gevestigd;
d. [gedaagden conventie/eisers reconventie] te veroordelen de kelder te (laten) openen en in de oorspronkelijke staat te herstellen, althans te gedogen dat [eiseres conventie/verweerster in reconventie] dit (laat) doen op kosten van [gedaagden conventie/eisers reconventie] ;
e. [gedaagden conventie/eisers reconventie] te veroordelen tot betaling aan [eiseres conventie/verweerster in reconventie] van € 702,78;
f. voor recht te verklaren dat de voormalige inbouwkast op de slaapkamer van [eiseres conventie/verweerster in reconventie] door verjaring onderdeel is geworden van [perceel 1a (nieuw)] en [gedaagden conventie/eisers reconventie] te veroordelen deze kast in de oorspronkelijke staat te herstellen;
g. [gedaagden conventie/eisers reconventie] te veroordelen de schutting op het achtererf te verwijderen, voor zover deze op [perceel 1a (nieuw)] staat;
h. [gedaagden conventie/eisers reconventie] te veroordelen in de kosten van het geding, met nakosten en rente;
i. [gedaagden conventie/eisers reconventie] te veroordelen tot betaling aan [eiseres conventie/verweerster in reconventie] van € 920,-.
3.6
[gedaagden conventie/eisers reconventie] voeren verweer, dat hierboven al in grote lijnen is weergegeven.

4.De vordering in reconventie

4.1
[gedaagden conventie/eisers reconventie] vorderen dat de rechtbank [eiseres conventie/verweerster in reconventie] verbiedt [adres 3] te filmen en dat [eiseres conventie/verweerster in reconventie] bevolen wordt de camera’s die gericht zijn op [adres 3] verwijdert en verwijderd houdt en geen nieuwe camera’s zal plaatsen die zicht op [adres 3] kunnen hebben, met veroordeling van [eiseres conventie/verweerster in reconventie] in de kosten van het geding, met nakosten en rente.
4.2
[eiseres conventie/verweerster in reconventie] voert verweer. Zij voert onder meer aan dat alleen [perceel 1a (nieuw)] wordt gefilmd.

5.De beoordeling in conventie

De grens
5.1
Ter staving van haar stelling dat aan haar rechtsvoorganger [betrokkene 2] in 1961 ook het trapportaal en het betwiste deel van de keuken in eigendom is overgedragen voert [eiseres conventie/verweerster in reconventie] het volgende aan:
a. Volgens de leveringsakte uit 1961 werd verkregen “de helft van een woonhuis met grond”. Die helft slaat taalkundig alleen op het woonhuis. Anders zou er hebben gestaan “de helft van een perceel met woonhuis”. Zoals het nu feitelijk is opgedeeld gaat het inderdaad om ongeveer de helft; in de opvatting van [gedaagden conventie/eisers reconventie] zou [betrokkene 2] een relevant kleiner deel van het woonhuis zijn geleverd.
b. Het gaat blijkens de leveringsakte om een “ter plaatse kennelijk aangeduid” gedeelte van het perceel [perceel 1]. De feitelijke splitsing van het woonhuis had daarvoor al plaatsgevonden. De enige denkbare kennelijke aanduiding (op grondniveau) als in de akte bedoeld in het woonhuis bestond uit die feitelijke scheiding.
c. Het kadastrale veldwerk van 1962 kan op het punt van de inkeping/de nis (zie onder 2.5) niet anders dan op een vergissing berusten, nu daarop in de keuken van [eiseres conventie/verweerster in reconventie] een muur is te zien die er nooit is geweest.
5.2
[gedaagden conventie/eisers reconventie] voeren aan dat “de helft van een woonhuis met grond” ook kan worden gelezen als de helft van dat geheel en dat een niet gelijke verdeling van het woonhuis niet uitsluit dat dat buiten wordt rechtgetrokken. Verder betogen zij dat ook in hun visie sprake is van een “ter plaatse kennelijk aangeduid” deel van het woonhuis: het betwiste deel in de keuken werd en wordt immers aan de kopse kant begrensd door twee muren en als de zijmuur van de overloop naar beneden wordt doorgetrokken kom je op de plaats uit waar de kadastrale grens ligt.
5.3
De rechtbank overweegt het volgende. Uit de akte moet voldoende duidelijk blijken wat is overgedragen. Daarbij kan ook een verband worden gelegd met een bepaalde feitelijke toestand ten tijde van de levering. Vaststaat dat de huidige feitelijke scheiding tussen de woningen sinds de levering in 1961 niet is veranderd. Die feitelijke toestand kan goed gelden als “ter plaatse kennelijk aangeduid”, als voor het standpunt van [gedaagden conventie/eisers reconventie] , te weten ‘eigendom aan de andere kant van de muur’, niet nog duidelijkere aanwijzingen voorhanden zijn. Die zijn er naar het oordeel van de rechtbank echter niet. De ligging van de zijmuur van de overloop boven, als deze al samenvalt met de door [gedaagden conventie/eisers reconventie] gewenste denkbeeldige lijn beneden, is beneden op geen enkele wijze kenbaar. Daarnaast was [perceel 1b (nieuw)] ten tijde van de overdracht al voorzien van een eigen trap. Voorts is de verdeling van de woonruimte in de opvatting van [eiseres conventie/verweerster in reconventie] een stuk evenwichtiger dan in de opvatting van [gedaagden conventie/eisers reconventie] , welke situatie ook taalkundig meer in overeenstemming is met de tekst van de akte dan die volgens de opvatting van [gedaagden conventie/eisers reconventie] . [gedaagden conventie/eisers reconventie] hebben overigens niet, althans onvoldoende, onderbouwd dat in hun lezing beide partijen inderdaad de helft van de grond hebben gekregen. Gelet op het voorgaande kan de weergave door het kadaster van de grensaanwijs in 1962 in zoverre dan ook niet anders dan op een vergissing berusten, te meer daar er op het kadastraal veldwerk een muur is ingetekend op een plaats waar deze nooit heeft gestaan. Dit laatste vormt op zichzelf reeds een argument voor de juistheid van de opvatting van [eiseres conventie/verweerster in reconventie] . Op dit laatste argument is door [gedaagden conventie/eisers reconventie] in de conclusie van antwoord en op de mondelinge behandeling geen reactie gegeven.
5.4
De primair onder a gevorderde verklaring voor recht zal dus worden toegewezen. Aan het beroep op verjaring komt de rechtbank niet toe.
5.5
Tijdens de mondelinge behandeling is al naar voren gekomen dat dit vonnis op grond van artikel 3:17 lid 1 onder e BW in de openbare registers kan worden ingeschreven onder de in die bepaling genoemde voorwaarden. [eiseres conventie/verweerster in reconventie] kan dit zelf doen en heeft daartoe niet de medewerking van [gedaagden conventie/eisers reconventie] nodig. Na inschrijving zal het kadaster de nodige stappen ondernemen om de ‘nieuwe’ grens kadastraal te verwerken. [gedaagden conventie/eisers reconventie] hoeft dus
– en kan dat trouwens ook niet – daartoe niet te worden gedwongen. De vordering onder b zal daarom worden afgewezen.
De kelder
5.6
Tijdens de grensaanwijs van 1962 heeft het kadaster geconstateerd dat [betrokkene 2] onder de woning van [betrokkene 3] een kelder in gebruik had en dat op het veldwerk genoteerd. Kennelijk naar aanleiding van die opmerking hebben [betrokkene 2] en [betrokkene 3] toen ten behoeve van [perceel 1a (nieuw)] en ten laste van [perceel 1b (nieuw)] “de daartoe strekkende erfdienstbaarheid” gevestigd. Nu uit de akte van vestiging verder niets is af te leiden moet er van uit worden gegaan dat de erfdienstbaarheid slechts strekte tot opheffing van de eigendomsinbreuk die de aanwezigheid van de kelder in de naburige grond inhield. Dat de erfdienstbaarheid strekte tot exclusief gebruik van dat recht door de eigenaar van [perceel 1a (nieuw)] blijkt niet uit de akte, maar is wel vanzelfsprekend, nu het om een exclusief recht gaat. De onder c gevorderde verklaring voor recht voegt dus niets toe aan wat niet al vaststaat en geldt, zodat zij zal worden afgewezen.
5.7
Wel is het zo dat men zonder toestemming de kelder van een ander niet mag volstorten en dichtmaken. Die ander ( [eiseres conventie/verweerster in reconventie] ) was immers eigenaar van de kelder (art. 3:4 lid 1 BW). [gedaagden conventie/eisers reconventie] hebben echter aangevoerd dat de kinderen van [eiseres conventie/verweerster in reconventie] hebben aangedrongen op verwijdering vanwege voortdurende wateroverlast in de kelder en de voor [eiseres conventie/verweerster in reconventie] te steile trap. De kinderen van [eiseres conventie/verweerster in reconventie] hebben de trap eruit gezaagd, het trapgat dichtgemaakt en leidingen verlegd. [gedaagden conventie/eisers reconventie] hebben alleen meegeholpen met het sjouwen van zandzakken en het dempen van de kelder, aldus [gedaagden conventie/eisers reconventie] .
5.8
[eiseres conventie/verweerster in reconventie] betwist dat het initiatief bij haar of haar kinderen heeft gelegen. Tijdens de mondelinge behandeling hebben haar kinderen dat ook met nadruk ontkend. Wel heeft men zonder al te veel mokken aan de wens van [gedaagden conventie/eisers reconventie] tot opheffing van de kelder meegewerkt, zo blijkt uit de aantekeningen van de mondelinge behandeling:
Dochter: Er werd gezegd we gaan dempen het is van ons. Mijn moeder zei het zal dan wel (..) Zoon: (..) Trap moesten wij eruit halen want was van hun (..) Dochter: (..) M’n moeder heeft niet ingestemd. Heeft gezegd: het zal dan wel.
5.9
Ook al wilde [eiseres conventie/verweerster in reconventie] de verwijdering mogelijk liever niet, uit de geschetste gang van zaken blijkt niet dat [eiseres conventie/verweerster in reconventie] of haar kinderen tegen de verwijdering hebben geprotesteerd. Onder die omstandigheden mochten [gedaagden conventie/eisers reconventie] het ‘het zal dan wel’ van [eiseres conventie/verweerster in reconventie] , gevolgd door het meewerken door haar kinderen aan de verwijdering van de trap en het dichtmaken van het trapgat, aanmerken als een instemming tot het gebeuren. Het volstorten van de kelder is dan niet onrechtmatig. De vordering onder d en, in haar gevolg, die onder e zullen daarom worden afgewezen.
De kast
5.1
Een soortgelijke overweging past waar het de kast op de slaapkamer betreft. Hier heeft [eiseres conventie/verweerster in reconventie] zelf op de mondelinge behandeling verklaard:
Ja het was van hun (..) Het moest weg want het stond in hun kamer, dat klopt (..) Ik heb niet geprotesteerd. Het was van hun. Ik denk dat zal wel.
Ook de vordering onder f zal daarom worden afgewezen. Daaraan doet niet af dat de kast op grond van artikel 3:4 lid 1 BW onderdeel van [perceel 1a (nieuw)] was.
De schutting
5.11
Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat [gedaagden conventie/eisers reconventie] hun schutting op het achtererf, die uitkomt ongeveer in het midden van het schuurgebouw, waarvan iedere partij ongeveer de helft in eigendom heeft, via een knik hebben laten uitkomen tegen de achterzijde van de woning van [eiseres conventie/verweerster in reconventie] . Op de onder 2.11 getoonde afbeelding gaat het om de verbinding tussen de punten 24 en 17. Daarbij is sprake van een grensoverschrijding tussen de punten 25 en 17 van 41 cm. [eiseres conventie/verweerster in reconventie] hoeft die grensoverschrijding niet te dulden. Ter zitting hebben [gedaagden conventie/eisers reconventie] weliswaar gezegd dat die overschrijding met toestemming van [eiseres conventie/verweerster in reconventie] is aangebracht, maar zij hebben er aan toegevoegd dat de schutting daar ook wel weg kan. De rechtbank zal hen daarom tot verwijdering van die grensoverschrijding veroordelen. De vordering onder g wordt dus toegewezen.
5.12
De kadastrale reconstructie van 2022 was nodig om deze grensoverschrijding aan het licht te brengen. Die kon immers niet worden afgeleid uit het veldwerk van 1962. De kosten van de reconstructie komen voor toewijzing in aanmerking. De gestelde toestemming hebben [gedaagden conventie/eisers reconventie] eerst ter zitting genoemd en niet verder onderbouwd, terwijl [eiseres conventie/verweerster in reconventie] door het doortrekken van de schutting van de toegang tot een raampje van haar woning werd afgesneden. De vordering onder i zal daarom worden toegewezen.
5.13
Nu partijen over en weer op meerdere punten in het ongelijk zijn gesteld zullen de kosten tussen hen worden gecompenseerd.

6.De beoordeling in reconventie

6.1
Blijkens tijdens de mondelinge behandeling getoonde beelden van het zicht van de aan de zijgevel van [perceel 1a (nieuw)] bevestigde camera (in de vorm van een zwaailicht) zag deze niet op [adres 3] en volgens [eiseres conventie/verweerster in reconventie] (haar zoon) kon dat ook niet. Een en ander is onvoldoende weersproken door [gedaagden conventie/eisers reconventie] . De andere camera was zichtbaar gericht op enkel de eigen oprit van [eiseres conventie/verweerster in reconventie] . De vordering zal daarom worden afgewezen.
6.2
Omdat door [gedaagden conventie/eisers reconventie] niet kon worden waargenomen of de aan de zijgevel bevestigde camera al dan niet (ook) zicht had op [adres 3] zullen ook in reconventie de proceskosten worden gecompenseerd.

7.De beslissing

in conventie:
De rechtbank
7.1
verklaart voor recht dat de grens tussen de percelen van partijen ([kadastrale gegevens 1b] en [kadastrale gegevens 1a]) ter hoogte van het trappenhuis de binnenmuren van dit trappenhuis volgt, zoals schetsmatig weergegeven met een dikgedrukte zwarte streep op de tekening bij productie III van de dagvaarding (zie hierboven onder 3.1);
7.2
veroordeelt [gedaagden conventie/eisers reconventie] om de schutting aan de achterzijde van het woonhuis (te zien op foto bij productie XII te verwijderen, voor zover deze op het perceel van eiseres (perceel [kadastrale gegevens 1a]) staat (zie hierboven onder 5.11);
7.3
veroordeelt [gedaagden conventie/eisers reconventie] hoofdelijk tot betaling aan [eiseres conventie/verweerster in reconventie] van € 920,-, te voldoen binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis;
7.4
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
7.5
wijst het meer of anders gevorderde af;
7.6
compenseert de proceskosten aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt;
in reconventie:
7.7
wijst de vordering af;
7.8
compenseert de proceskosten aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.J. van Acht en uitgesproken in het openbaar op 9 november 2022.