Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs
Wacht maar, die kogel waar je naam op staat ga je krijgen kankerhoer”.Zij herkende meteen de stem van haar ex-vriend, verdachte. In het dossier bevindt zich een geluidsfragment waarop de bedreiging is te horen. [9]
[mailadres]alsmede via Instagram, afkomstig van een nepaccount op naam van haar overleden stiefzus. [14] Verdachte ontkent dat voornoemde berichten eveneens van hem afkomstig zijn. De rechtbank gaat hieraan voorbij. De rechtbank stelt vast dat de inhoud, de strekking en het taalgebruik van/in deze berichten zodanige overeenkomsten heeft met de vele berichten van social media waarvan verdachte heeft erkend dat hij die naar aangeefster heeft gestuurd, dat ook deze berichten naar het oordeel van de rechtbank van hem afkomstig zijn. Bovendien komt de naam van verdachte voor in bovenstaand outlook-account en staat in de berichten onder meer dat hij de vader van de kinderen van aangeefster is en contact met hen wil. Voorts bevat het dossier geen aanknopingspunten dat aangeefster door een ander dan verdachte werd lastig gevallen.
3.De bewezenverklaring
05.235838.19
of omstreeks20 november 2018, in de gemeente Harderwijk,
in elk geval enig goed,die
geheel of ten deleaan een ander, te weten aan de firma [naam bedrijf] toebehoorde, heeft vernield
, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
05.332147.21
of omstreeks5 december 2021 te Harderwijk [naam slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht
en/of met zware mishandeling, door die [naam slachtoffer] dreigend de woorden toe te voegen "Wacht maar, die kogel waar je naam op staat ga je krijgen kankerhoer",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
of omstreeks5 december 2021 te Harderwijk opzettelijk en wederrechtelijk een (auto)band,
in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten deleaan [naam slachtoffer]
, in elk geval aan een andertoebehoorde
(n)heeft vernield
, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
of omstreeks5 december 2021 te Harderwijk opzettelijk heeft gehandeld in strijd met de gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van Strafvordering, te weten de gedragsaanwijzing d.d. 5 november 2021 gegeven door de officier van justitie te Oost-Nederland kort weergegeven inhoudende dat hij, verdachte, zich niet zal ophouden in een straal van 500 meter van de woning gelegen aan de [adres] en
/ofdat verdachte zich dient te onthouden van ieder contact met
/ofte begeven en
/ofop de ramen van die woning te bonken en
/of
meermalen, althans eenmaal,te bellen;
05.300777.21.
één of meer verschillendetijdstippen in
of omstreeksde periode van 1 september 2021 tot
/ofinstagram en
/offacebook,
althanssocial media en
/of
/of
en/ofzich in de buurt van die woning die
/of
/of
/of vrees aan te jagen;
of omstreeks28 september 2021 te Harderwijk opzettelijk en wederrechtelijk een auto (Mitsubishi Colt, grijs,
in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten deleaan [naam slachtoffer] ,
in elk geval aan een andertoebehoorde
(n
)heeft
vernield,beschadigd
, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
of omstreeksde periode van 17 september 2020 t/m 22 september 2020 te Harderwijk
, in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten deleaan [naam slachtoffer] ,
in elk geval aan een andertoebehoorde
(n)heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte
zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/ofdat weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, door onrechtmatig gebruik te maken van de (originele) sleutel;
/ofpapieren en
/ofledikanten en
/ofkinderspullen en
/ofeen fotolijst
enen
/ofeen geboortekaart en
/of een of meerandere in die woning zich bevindende goederen,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam slachtoffer]
, in elk geval aan een andertoebehoorde
(n
)heeft vernield
en beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De beoordeling van de civiele vordering
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
- verblijft bij IRISzorg of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start zodra verdachte is geaccepteerd door de instelling en zo gauw er een beschikbare plek is voor hem. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld. Zo lang verdachte geen vaste woon- of verblijfplaats heeft in Harderwijk, verblijft hij nog steeds op de reeds goedgekeurde adressen bij ouders en/of broer in Rotterdam;
- meewerkt aan de afspraken betreffende ambulante begeleiding, indien dit door de reclassering geïndiceerd wordt geacht;
- zijn medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- zijn medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;
beveelt dat de gestelde bijzondere en overige voorwaarden en het uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [naam slachtoffer] een bedrag te betalen van € 125 aan materiële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 december 2021 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 2 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;