ECLI:NL:RBGEL:2022:7404

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
18 november 2022
Publicatiedatum
24 januari 2023
Zaaknummer
05-161337-22
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewezenverklaring van brandstichting, poging tot zware mishandeling, bedreigingen en vernielingen door verdachte in Ede

Op 18 november 2022 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere strafbare feiten, waaronder brandstichting, poging tot zware mishandeling, bedreigingen en vernielingen. De rechtbank achtte bewezen dat de verdachte op 28 juni 2022 opzettelijk brand heeft gesticht in een woning in Ede, waarbij gemeen gevaar voor goederen te duchten was. Daarnaast heeft de verdachte geprobeerd om aan drie politieagenten zwaar lichamelijk letsel toe te brengen door glas en porselein in hun richting te gooien. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor levensgevaar voor anderen, maar dat de verdachte wel degelijk een poging tot zware mishandeling had gepleegd. Verder heeft de verdachte op verschillende momenten bedreigingen geuit naar meerdere personen, waaronder zijn moeder en een buurman, en heeft hij vernielingen gepleegd aan eigendommen van zijn moeder. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 365 dagen, waarvan 210 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren. Een bijzondere voorwaarde is dat de verdachte zich laat opnemen in een forensisch psychiatrische kliniek. De vordering van de benadeelde partij is niet-ontvankelijk verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummers: 05-161337-22, 05-119036-22, 05-130340-22, 0512722922, 05-138221-22, 05-157349-22 (alle zaken ttz gev.)
Datum uitspraak : 18 november 2022
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ,
wonende aan [adres] ,
op dit moment gedetineerd in de P.I. Zwolle, op de PPC-afdeling.
Raadsvrouw: mr. K.M.S. Bal, advocaat in Arnhem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting van 1 november 2022.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Verdachte wordt, kort gezegd, verweten dat hij:
Parketnummer 05-161337-22:
  • op of omstreeks 28 juni 2022 in Ede opzettelijk brand heeft gesticht in een woning, door open vuur in aanraking te brengen met papier en/of karton, waarna goederen zijn verbrand dan wel brand is ontstaan, met (levens)gevaar voor anderen en/of gemeen gevaar voor goederen (feit 1);
  • op of omstreeks 28 juni 2022 in Ede heeft geprobeerd om aan drie politieagenten ( [naam verbalisant] , [naam verbalisant] en [naam verbalisant] ) opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen door glas, porselein en een fles ammoniak in hun richting te gooien (feit 2 primair),
subsidiair, op of omstreeks 28 juni 2022 in Ede drie politieagenten ( [naam verbalisant] , [naam verbalisant] en [naam verbalisant] ) heeft bedreigd door glas, porselein en een fles ammoniak in hun richting te gooien (feit 2 subsidiair).
Parketnummer 05-119036-22
- op of omstreeks 12 mei 2022 in Ede [benadeelde partij] heeft bedreigd door hem en/of omstanders een (keuken)mes te tonen en te zeggen: "Ik steek jullie dood, ik maak jullie dood".
Parketnummer 05-130340-22
- op of omstreeks 25 mei 2022 in Ede [slachtoffer 1] heeft bedreigd door dreigend te zeggen: ''Ik moet nu geld hebben, anders pak ik mijn mes'' en hierbij richting die [slachtoffer 1] een mes in de hand te nemen of te tonen.
Parketnummer 05-127229-22
- op of omstreeks 22 mei 2022 in Ede opzettelijk en wederrechtelijk een deur en/of raam/ramen van [slachtoffer 2] heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt of weggemaakt.
Parketnummer 05-138221-22
- op of omstreeks 3 juni 2022 in Ede [benadeelde partij] heeft bedreigd door dreigend tegen hem te zeggen:
- ''Ik ga je neersteken vuile kankerlijer'' en/of
- ''Ik steek je kapot'' en/of
- ''Ik pak een mes en steek je helemaal kapot'' en/of
- ''Ik steek jouw kankerwijf ook kapot'' en/of
en daarbij een mes of schaar te tonen en daarmee in de richting van die [benadeelde partij] te wijzen.
Parketnummer 05-157349-22
- hij op of omstreeks 24 juni 2022 in Ede opzettelijk en wederrechtelijk een ruit van de woning aan [adres] van [slachtoffer 2] heeft vernield, beschadigd of onbruikbaar gemaakt.
De volledige tekst van de tenlastelegging is als bijlage bij dit vonnis gevoegd en maakt daarvan deel uit.

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Parketnummer 05-161337-22 [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ten aanzien van feit 1 gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan brandstichting, waarbij gemeen gevaar voor goederen te duchten was. Voor gevaar voor personen is onvoldoende bewijs.
De officier van justitie heeft ten aanzien van feit 2 gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een poging tot zware mishandeling ten aanzien van verbalisant [naam verbalisant] , door op korte afstand en met kracht glaswerk gericht naar hem te gooien. Het primair tenlastegelegde kan daarmee ten aanzien van [naam verbalisant] worden bewezenverklaard. Ten aanzien van de verbalisanten [naam verbalisant] en [naam verbalisant] kan niet worden vastgesteld dat sprake was van een aanmerkelijke kans op zwaar lichamelijk letsel, zodat verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft ten aanzien van feit 1 betoogd dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte brand heeft gesticht waarbij gemeen gevaar voor goederen is ontstaan. Voor gevaar voor personen is onvoldoende bewijs.
De raadsvrouw heeft ten aanzien van feit 2 betoogd dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte geprobeerd heeft verbalisanten [naam verbalisant] , [naam verbalisant] en [naam verbalisant] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen. Verdachte gooide spullen vanaf een behoorlijk grote afstand, zodat het gooien van glazen flessen geen aanmerkelijke kans op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel oplevert. De fles ammoniak stond ook niet in brand. Wel was sprake van een beangstigende situatie, zodat een bewezenverklaring van bedreiging voor te stellen is. Van het primair tenlastegelegde moet verdachte worden vrijgesproken.
Beoordeling door de rechtbank
Met de officier van justitie en de raadsvrouw is de rechtbank van oordeel dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte een brand heeft gesticht waarbij levensgevaar dan wel gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor medebewoners of andere aanwezigen was te duchten. Uit de bewijsmiddelen blijkt onvoldoende over de aard en omvang van de brand, de brandbaarheid van nabije materialen in de woning en de kans op brand voor omwonenden.
De rechtbank acht met dezelfde motivering ook niet bewezen dat er gevaar voor het pand zelf en voor de omliggende panden is ontstaan.
Voor het overige is ten aanzien van feit 1 sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 19;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 22;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 1 november 2022.
Ten aanzien van feit 2 overweegt de rechtbank het volgende. Verdachte heeft op 30 juni 2022 glas, porselein en een ammoniakfles vanuit zijn woning en vanaf zijn balkon gegooid. Op dat moment waren politieagenten ter plaatse, onder meer de verbalisanten [naam verbalisant] , [naam verbalisant] en [naam verbalisant] . [2]
Ten aanzien van de ammoniakfles overweegt de rechtbank dat later, na het gooien, gebleken is dat de fles leeg was. Hoewel verdachte wel een aansteker vast heeft gehouden, brandde de fles niet toen deze werd gegooid. Gelet op deze omstandigheden kan met betrekking tot het gooien van de lege ammoniakfles niet bewezen worden dat verdachte een deugdelijke poging heeft gedaan om de verbalisanten zwaar lichamelijk letsel toe te brengen.
Ten aanzien van het gooien van glas en porselein overweegt de rechtbank het volgende.
Ten aanzien van verbalisant [naam verbalisant]
Verbalisant [naam verbalisant] heeft camerabeelden bekeken en waargenomen dat de hondengeleider met zijn hond voor de woning van verdachte stond, op zo’n drie meter afstand, toen hij werd geraakt door rondvliegend glas en zich vervolgens in veiligheid bracht. Verder heeft hij op de beelden waargenomen dat een glazen kopje of mok op zo’n vier meter naast de collega’s, die in de struiken stonden, terechtkwam. [3]
Verbalisant [naam verbalisant] heeft zelf verklaard dat hij op zo’n vijf meter afstand stond van de woning, toen hij zag en hoorde dat er glas op de grond viel. In eerste instantie had hij dat nog niet zo door, maar bij de tweede keer zag hij dat verdachte hem in zijn ogen aankeek en nogmaals met kracht glas gooide. [naam verbalisant] zag dat het stukken glas van zo’n 10 tot 15 centimeter groot waren. Samen met zijn hond sprong hij naar achteren om te voorkomen dat hij geraakt werd. Hierna gooide verdachte nogmaals met glas van dezelfde grootte. [naam verbalisant] is toen de bosschages in gevlucht. [4]
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte geprobeerd heeft verbalisant [naam verbalisant] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen door stukken glas van voornoemde grootte met kracht en op een korte afstand naar verbalisant [naam verbalisant] te gooien. Dit gooien was naar zijn uiterlijke verschijningsvorm gericht op het raken van [naam verbalisant] . Verdachte heeft de aanmerkelijke kans dat hij [naam verbalisant] met die stukken glas zou raken ook aanvaard, temeer nu verdachte het gooien van glas bleef herhalen. Of [naam verbalisant] daadwerkelijk geraakt is door de stukken glas of niet, is in dat kader niet van belang.
Ten aanzien van verbalisanten [naam verbalisant] en [naam verbalisant]
Verbalisant [naam verbalisant] heeft zelf niet verklaard over de afstand waarop hij stond toen verdachte glas en porselein in hun richting gooide. Verbalisant [naam verbalisant] heeft verklaard dat hij en zijn collega’s op ongeveer 7 meter afstand stonden, toen verdachte glas gooide. Het porselein spatte op de grond een paar meter bij de verbalisanten vandaan. Later herhaalde verdachte het gooien van glas en porselein, toen verbalisanten volgens [naam verbalisant] op 20 à 25 meter afstand stonden. Verbalisant [naam verbalisant] heeft verklaard dat de groene vaas op een afstand van 15 meter voor hem op het trottoir uiteen spatte.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte geprobeerd heeft zwaar lichamelijk letsel toe te brengen door stukken glas en porselein richting de verbalisanten [naam verbalisant] en [naam verbalisant] te gooien. Anders dan bij verbalisant [naam verbalisant] was de afstand hier groter en spatte het glaswerk en porselein uiteen op de grond, een aantal meters bij de verbalisanten vandaan. De rechtbank is van oordeel dat in die situatie geen aanmerkelijke kans aanwezig was op zwaar lichamelijk letsel bij de verbalisanten [naam verbalisant] en [naam verbalisant] . Weliswaar was sprake van een zeer dreigende situatie voor de politieagenten, die juridisch gezien een bedreiging had kunnen opleveren, maar de rechtbank komt niet toe aan de subsidiair ten laste gelegde bedreiging van deze verbalisanten nu zij van oordeel is dat de primair ten laste gelegde poging tot zware mishandeling ten aanzien van [naam verbalisant] kan worden bewezen.
Parketnummer 05-119036-22 [5]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan bedreiging van [benadeelde partij] op 12 mei 2022.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij] , p. 9-10;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 12;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 1 november 2022.
Parketnummer 05-130340-22 [6]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan bedreiging van zijn vader [slachtoffer 1] .
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , p. 8;
- het proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer 2] , p. 11-12;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 1 november 2022.
Parketnummer 05-127229-22 [7]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan vernieling van ruiten en deuren van zijn moeder, [slachtoffer 2] .
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte raampjes van de deur heeft vernield. De deur zelf heeft verdachte niet vernield.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte twee kleine ramen, die in de voordeur van zijn moeder zaten, heeft vernield. Deze ruitjes waren onderdeel van een deur. Er is niet meer vernield dan de twee kleine ramen in de deur.
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] , p. 12;
- het fotoblad, p. 7-9;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 1 november 2022.
Parketnummer 05-138221-22 [8]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan bedreiging van [benadeelde partij] op 3 juni 2022, gelet op de aangifte, de bekennende verklaring van verdachte, de verklaring van getuige [getuige] en het proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten die ter plaatse gingen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte [benadeelde partij] heeft bedreigd, door te zeggen “ik ga je neersteken vuile kankerlijer”. Over de overige ten laste gelegde uitlatingen heeft getuige [getuige] verklaard, maar aangever zelf niet. De raadsvrouw vraagt verdachte daarvan vrij te spreken.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zijn buurman, [benadeelde partij] , op 3 juni 2022 heeft bedreigd door tegen hem te zeggen ''Ik ga je neersteken vuile kankerlijer''. Aangever [benadeelde partij] heeft de andere ten laste gelegde woorden niet gehoord, althans verklaard dat hij deze woorden heeft gehoord, zodat verdachte van bedreiging met deze woorden wordt vrijgesproken.
De rechtbank acht verder wettig en overtuigend bewezen dat verdachte een scherp voorwerp heeft getoond. Aangever [benadeelde partij] heeft verklaard dat hij verdachte op zijn balkon met een keukenmes zag zwaaien, toen hijzelf op zo’n 50 a 60 meter afstand stond. Tijdens het gesprek in de politieauto naar het bureau is door verdachte met verbalisanten gesproken over een (in beslag genomen) schaar. Hierna heeft verdachte telkens verklaard over de schaar waarmee hij aangever bedreigd heeft.
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij] , p. 13;
- het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige] , p. 17;
- het proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 34;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 1 november 2022.
Parketnummer 05-157349-22 [9]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan vernieling van een ruit van de woning aan [adres] , toebehorend aan zijn moeder [slachtoffer 2] .
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte de ruit heeft vernield.
Beoordeling door de rechtbank
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] , p. 8;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 1 november 2022.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder:
  • parketnummer 05-161337-22 feit 1 en feit 2 primair
  • parketnummer 05-119036-22
  • parketnummer 05-130340-22
  • parketnummer 05-127229-22
  • parketnummer 05-138221-22
  • parketnummer 05-157349-22
tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
Parketnummer 05-161337-22
1.
hij op
of omstreeks28 juni 2022 te Ede
, althans in Nederland,opzettelijk brand heeft gesticht op
/in/aan (een (gas)fornuis in de keuken van
)een woning, gelegen aan [adres] , zijnde een woning gelegen in een appartement
(encomplex
)/flat(op de eerste verdieping), door open vuur in aanraking te brengen met
één of meerderestuk
(ken
)papier
en/of stuk(ken) karton, althans met één of meer brandbare stof
(fen
), ten gevolge waarvan het (gas)fornuis en/of het interieur en/of
deoverige in het pand aanwezige goederen
en/of het pand zelf, geheel of gedeeltelijk
is/zijn verbrand,
in elk geval brand is ontstaan,en daarvan
- levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor medebewoners en/of aanwezigen in/nabij de aangrenzende/omliggende panden/percelen, in elk geval levensgevaar en/of zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen te duchten was en/of
- gemeen gevaar voor de in het pand aanwezige goederen
en/of het pand zelf en/of aangrenzende/omliggende panden/percelen, in elk geval gemeen gevaar voor goederente duchten was;
2.
hij op
of omstreeks28 juni 2022 te Ede
, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan
[naam verbalisant] en/of [naam verbalisant] en/of[naam verbalisant] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen:
- één of meerdere malen stuk(ken)/voorwerpen (van) glas en/of stuk(ken)/voorwerp(en) (van) porselein en/of een (gevulde) plastic fles ammoniak, althans puntige en/of scherpe en/of brandende en/of bijtende voorwerp(en) en/of vloeistof(fen), te gooien en/of te werpen in de richting van die [naam verbalisant] en/of [naam verbalisant] en/of
-
één of meerdere malenstuk
(ken
)glas
, althans puntige en/of scherpe voorwerp(en),in de richting van die [naam verbalisant] te gooien en
/ofte werpen, terwijl de uitvoering van het voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Parketnummer 05-119036-22
hij op
of omstreeks12 mei 2022 te Ede [benadeelde partij] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht
en/of met zware mishandeling, door die [benadeelde partij]
en/of een of meer omstander(s)een (keuken)mes
te tonenen/of (daarbij) die [benadeelde partij]
en/of die omstander(s)de woorden toe te voegen: "Ik steek jullie dood, ik maak jullie dood"
, althans (telkens) (een) handeling(en) en/of woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
Parketnummer 05-130340-22
hij op
of omstreeks25 mei 2022 te Ede [slachtoffer 1] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/ofmet zware mishandeling, door die [slachtoffer 1] dreigend de woorden toe te voegen: ''Ik moet nu geld hebben, anders pak ik mijn mes'' en
/ofhierbij een mes in de hand te nemen en die [slachtoffer 1] daarmee te benaderen en/of te richten op en/of te tonen aan die [slachtoffer 1] , althans woorden en/of feitelijkheden van gelijk dreigende aard of strekking;
Parketnummer 05-127229-22
hij op
of omstreeks22 mei 2022 te Ede opzettelijk en wederrechtelijk
een deur en/of een ofmeerdere ra
(a
)m
(en
), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] ,
in elk geval aan een andertoebehoorde
(n
)heeft vernield
, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
Parketnummer 05-138221-22
hij op
of omstreeks3 juni 2022 te Ede [benadeelde partij] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door voornoemde [benadeelde partij] dreigend de woorden toe te voegen:
- '' Ik ga je neersteken vuile kankerlijer'' en
/of
- ''Ik steek je kapot'' en/of
- ''Ik pak een mes en steek je helemaal kapot'' en/of
- ''Ik steek jouw kankerwijf ook kapot'' en/of
door (hierbij) voornoemde [benadeelde partij] een
mes/schaar, in elk geval eenscherp voorwerp te tonen en
/ofmet voornoemd voorwerp te wijzen
naar, althansin de richting van, voornoemde [benadeelde partij] ,
althans woorden en/of feitelijkheden van gelijk dreigende aard of strekking;
Parketnummer 05-157349-22
hij op
of omstreeks24 juni 2022 te Ede
, althans in Nederland,opzettelijk en wederrechtelijk een ruit behorend bij de woning
/ het appartementaan de [adres]
, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2]
, in elk geval aan een andertoebehoorde
(n)heeft vernield
, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
parketnummer 05-161337-22 feit 1:
opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is
parketnummer 05-161337-22 feit 2 primair:
poging tot zware mishandeling
parketnummer 05-119036-22:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
parketnummer 05-130340-22:
bedreiging met zware mishandeling
parketnummer 05-127229-22:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen
parketnummer 05-138221-22:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
parketnummer 05-157349-22:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft rekening gehouden met het psychologisch rapport van dr. D.J. Burck, GZ-psycholoog, van 29 augustus 2022, en heeft zich op het standpunt gesteld dat de feiten gedeeltelijk aan verdachte kunnen worden toegerekend, gelet op de psychische problematiek van verdachte. De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 520 dagen, met aftrek van voorarrest, waarvan 365 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren, en met de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd. De officier van justitie heeft tevens de dadelijke uitvoerbaarheid van deze voorwaarden verzocht. De officier van justitie heeft verzocht om te bepalen dat verdachte de dag na de uitspraak, te weten op 16 november 2022, met justitieel vervoer naar Transfore in Almelo zal worden gebracht.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat de feiten verminderd aan verdachte kunnen worden toegerekend. De raadsvrouw heeft bepleit dat aan verdachte geen langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf wordt opgelegd dan het voorarrest, zodat verdachte op 16 of 17 november 2022 naar Transfore kan. Bij een voorwaardelijk strafdeel kunnen de door de reclassering voorgestelde bijzondere voorwaarden worden bepaald. Verdachte wil daar zijn medewerking aan verlenen. De raadsvrouw heeft uitdrukkelijk geen verweer gevoerd tegen de dadelijke uitvoerbaarheid.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het volgende.
Verdachte heeft zich in een periode van minder dan twee maanden schuldig gemaakt aan zeven strafbare feiten, te weten brandstichting, een poging tot zware mishandeling, drie bedreigingen en twee vernielingen. Daarmee heeft verdachte veel overlast veroorzaakt en meerdere mensen angst aangejaagd. Niet alleen de slachtoffers zelf, maar ook buurtgenoten van verdachte hebben last gehad van verdachtes handelen. Daar komt bij dat ook zijn ouders, die hem probeerden te helpen, en een politieagent in de uitoefening van zijn werk het slachtoffer werden van dit gedrag. De rechtbank rekent verdachte dit aan.
De rechtbank heeft ook rekening gehouden met het strafblad van verdachte, waarop alleen een recente boete van na de bewezenverklaarde feiten staat. Hoewel verdachtes problematiek al langer aanwezig is, heeft dat kennelijk eerder nooit tot strafbare feiten geleid.
Verder heeft de rechtbank gelet op het reclasseringsadvies van 28 oktober 2022, waarin geadviseerd is in te zetten op een klinische behandeling, gevolgd door een ambulant traject. De reclassering heeft daartoe een reeks aan voorwaarden voorgesteld, te weten een meldplicht bij de reclassering, opname in een zorginstelling, begeleid wonen op een nader te bepalen moment, een verbod op drugsgebruik, het meewerken aan middelencontroles en het meewerken aan het verkrijgen van dagbesteding.
Ook heeft de rechtbank gelet op het psychologisch onderzoek van dr. D.J. Burck, GZpsycholoog, van 29 augustus 2022. Daaruit volgt onder meer dat verdachte lijdt aan een psychische stoornis in de vorm van schizofrenie. Deze stoornis komt tot uitdrukking in de vorm van een psychose. Daarnaast is sprake van een stoornis in het gebruik van middelen, te weten alcohol, cannabis en cocaïne. Verdachte heeft wel enig ziektebesef en -inzicht en weet dat zijn middelengebruik eraan bijdraagt dat hij zijn medicatie minder trouw inneemt en psychotisch ontregeld raakt. Geadviseerd wordt de ten laste gelegde feiten verminderd aan verdachte toe te rekenen, omdat zijn realiteitstoetsing als gevolg van de schizofrene stoornis gecombineerd met middelengebruik verstoord is geweest. Hierdoor was verdachte niet in staat de situaties waarin hij zich bevond te beoordelen en handelingsalternatieven te overzien. Het risico op herhaling van soortgelijk gewelddadig gedrag is matig tot hoog. Geadviseerd wordt om verdachte een klinische behandeling te laten ondergaan, waarna doorstroming kan plaatsvinden naar een geschikte woonvorm, ambulante behandeling en begeleiding.
Gelet op het advies van de psycholoog, het reclasseringsrapport en hetgeen ter terechtzitting naar voren is gekomen over de problematiek van verdachte, volgt de rechtbank het advies van de psycholoog en houdt de rechtbank rekening met een verminderde toerekenbaarheid van de feiten aan verdachte. De rechtbank acht een langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf dan het voorarrest tot het moment dat verdachte op 16 november 2022 aankomt bij de kliniek dan ook niet passend. Zowel voor verdachte zelf als voor de maatschappij is het van belang dat verdachte de behandeling en begeleiding krijgt, die hij nodig heeft om herhaling te voorkomen.
De rechtbank is verder van oordeel dat een lager voorwaardelijk strafdeel dan door de officier van justitie is gevorderd, passend is. Verdachte is niet eerder in aanraking met justitie gekomen en aan first offenders wordt voor bedreiging of vernieling doorgaans een taakstraf opgelegd. Gelet op de reeks bewezenverklaarde feiten acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 145 dagen (het voorarrest tot en met 16 november 2022) passend, maar kan verder worden volstaan met een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 210 dagen. Verdachte heeft verklaard mee te willen werken aan alle door de reclassering geadviseerde voorwaarden. De rechtbank acht een groter voorwaardelijk strafdeel als stok achter de deur derhalve niet nodig. De rechtbank zal daarbij bepalen dat aan het voorwaardelijk strafdeel de bijzondere voorwaarden zijn gekoppeld zoals voorgesteld door de reclassering.
De rechtbank zal het bevel tot voorlopige hechtenis opheffen met ingang van het tijdstip waarop de duur van die hechtenis gelijk is aan die van de opgelegde straf. Dat betekent dat verdachte op 16 november 2022 vrijkomt vanaf het moment dat hij met justitieel vervoer van DV&O aankomt bij de Transfore kliniek in Almelo.
De rechtbank ziet reden, gelet op de aard en ernst van de bewezenverklaarde feiten alsook de persoon van verdachte, om de dadelijke uitvoerbaarheid van deze voorwaarden te gelasten, zodat de klinische behandeling als bijzondere voorwaarde bij de strafoplegging naadloos aansluit op het voorarrest van verdachte. Naar het oordeel van de rechtbank is voldaan aan de voorwaarden die de wet stelt aan het bevelen van dadelijke uitvoerbaarheid. Verdachte wordt immers veroordeeld voor onder meer poging tot zware mishandeling - een geweldsmisdrijf en op grond van de aard en hoeveelheid van de bewezen verklaarde feiten en de psychische problematiek van verdachte moet er ernstig rekening mee worden gehouden dat verdachte opnieuw een misdrijf zal begaan dat is gericht tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.

8.De beoordeling van de civiele vordering

De benadeelde partij [benadeelde partij] heeft in verband met parketnummer 05-119036-22 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 113,64, ingevuld als proceskosten, en een niet nader ingevuld bedrag aan smartengeld.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering moet worden verklaard, omdat de vordering onvoldoende duidelijk is en niet is onderbouwd. De officier van justitie heeft daarbij vermeld dat het Openbaar Ministerie in de aanloop naar de zitting nog geprobeerd heeft contact met de benadeelde partij te leggen, maar dat dit niet is gelukt.
De verdediging heeft zich om dezelfde redenen als de officier van justitie op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering moet worden verklaard.
Overweging van de rechtbank
De benadeelde partij heeft vergoeding van reiskosten gevraagd en van kosten die zien op een opgenomen vrije dag. De benadeelde partij is niet ter terechtzitting verschenen en enige onderbouwing van de gevorderde schadevergoeding ontbreekt. Bij de post smartengeld is geen bedrag ingevuld. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de schadepost(en) ten aanzien van materiële schade/proceskosten onvoldoende zijn onderbouwd en dat ten aanzien van smartengeld geen schadevergoeding is gevorderd. Daarom zal de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering verklaren. De benadeelde partij kan de vordering nog aan de burgerlijke rechter voorleggen.

9.De beoordeling van het beslag

De officier van justitie heeft de verbeurdverklaring van het in beslag genomen aardappelschilmesje gevorderd. De raadsvrouw heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank zal het aardappelschilmesje (goednummer PL0600-2022231274-2752676), dat aan verdachte toebehoort en met behulp waarvan feit het tenlastegelegde onder parketnummer 05-130340-22 is begaan, verbeurdverklaren.
De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.

10.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 45, 57, 63, 285, 302 en 350 van het Wetboek van Strafrecht.

11.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
365 dagen;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
  • bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten
  • stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
  • stelt als bijzondere voorwaarden dat:
o verdachte zich meldt binnen drie werkdagen na het ingaan van zijn vonnis bij reclassering Iriszorg (verslavingszorg) op het adres Nieuwe Oeverstraat 65, 6811 JB Arnhem of op het telefoonnummer 088-8041401. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
o verdachte zich laat opnemen in FPA Kompas te Wolfheze of soortgelijke zorginstelling of in FPA Transfore te Almelo of soortgelijke zorginstelling ter overbruggingszorg, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname start woensdag 16 november 2022, vanaf het moment dat verdachte middels vervoer vanuit DV&O naar FPA Transfore is overgebracht . De opname duurt een jaar of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt verdachte mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
o verdachte verblijft in een nader te bepalen instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, indien nodig wordt bevonden door de reclassering en te bepalen door de reclassering. Het verblijf start op een nader te bepalen moment. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem/haar heeft opgesteld;
o verdachte geen drugs gebruikt en meewerkt aan controle op dit verbod. De controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
o verdachte meewerkt aan controle van het gebruik van alcohol om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
o verdachte zich inspant voor het deelnemen aan een zinvolle dagbesteding zodra dat haalbaar wordt bevonden;
 stelt als overige voorwaarden dat:
o verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
o verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;
  • geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van deze bijzondere voorwaarden en tot begeleiding van verdachte ten behoeve daarvan;
  • beveelt dat de gestelde voorwaarden en het uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn;
  • heft op het bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van 16 november 2022 op het tijdstip waarop verdachte met justitieel vervoer aankomt bij FPA Transfore in Almelo of soortgelijke zorginstelling ter overbruggingszorg;
  • verklaart onder parketnummer 05-119036-22 de benadeelde partij [benadeelde partij] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding;
  • verklaart onder parketnummer 05-130340-22 verbeurd het aardappelschilmesje (goednummer PL0600-2022231274-2752676).
Dit vonnis is gewezen door mr. E.S.M. van Bergen, voorzitter, mr. S.H. Keijzer en mr. M.W.R. Koch, rechters, in tegenwoordigheid van D.P.H. Snellink, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 15 november 2022.
De voorzitter en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: tenlastelegging
Parketnummer 05-161337-22
1.
hij op of omstreeks 28 juni 2022 te Ede, althans in Nederland, opzettelijk brand heeft gesticht op/in/aan (een (gas)fornuis in de keuken van) een woning, gelegen aan [adres] , zijnde een woning gelegen in een appartement(encomplex)/flat (op de eerste verdieping), door open vuur in aanraking te brengen met één of meerdere stuk(ken) papier en/of stuk(ken) karton, althans met één of meer brandbare stof(fen), ten gevolge waarvan het (gas)fornuis en/of het interieur en/of de overige in het pand aanwezige goederen en/of het pand zelf, geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, in elk geval brand is ontstaan, en daarvan
- levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor medebewoners en/of aanwezigen in/nabij de aangrenzende/omliggende panden/percelen, in elk geval levensgevaar en/of zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen te duchten was en/of
- gemeen gevaar voor de in het pand aanwezige goederen en/of het pand zelf en/of aangrenzende/omliggende panden/percelen, in elk geval gemeen gevaar voor goederen te duchten was;
2.
hij op of omstreeks 28 juni 2022 te Ede, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [naam verbalisant] en/of [naam verbalisant] en/of [naam verbalisant] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen:
- één of meerdere malen stuk(ken)/voorwerpen (van) glas en/of stuk(ken)/voorwerp(en) (van) porselein en/of een (gevulde) plastic fles ammoniak, althans puntige en/of scherpe en/of brandende en/of bijtende voorwerp(en) en/of vloeistof(fen), te gooien en/of te werpen in de richting van die [naam verbalisant] en/of [naam verbalisant] en/of
- één of meerdere malen stuk(ken) glas, althans puntige en/of scherpe voorwerp(en), in de richting van die [naam verbalisant] te gooien en/of te werpen, terwijl de uitvoering van het voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 28 juni 2022 te Ede, althans in Nederland, [naam verbalisant] en/of [naam verbalisant] en/of [naam verbalisant] heeft bedreigd met zware mishandeling, door
- één of meerdere malen stuk(ken) /voorwerpen (van) glas en/of stuk(ken)/voorwerp(en) (van) porselein en/of een (gevulde) plastic fles ammoniak, althans puntige en/of scherpe en/of brandende en/of bijtende voorwerp(en) en/of vloeistof(fen), te gooien en/of te werpen in de
richting van die [naam verbalisant] en/of [naam verbalisant] en/of
- één of meerdere malen stuk(ken) glas, althans puntige en/of scherpe voorwerp(en), in de richting van die [naam verbalisant] te gooien en/of te werpen;
Parketnummer 05-119036-22
hij op of omstreeks 12 mei 2022 te Ede [benadeelde partij] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [benadeelde partij] en/of een of meer omstander(s) een (keuken)mes getoond en/of (daarbij) die [benadeelde partij] en/of die omstander(s) de woorden toe te voegen:"Ik steek jullie dood, ik maak jullie dood", althans (telkens) (een) handeling(en) en/of woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
Parketnummer 05-130340-22
hij op of omstreeks 25 mei 2022 te Ede [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer 1] dreigend de woorden toe te voegen: ''Ik moet nu geld hebben, anders pak ik mijn mes'' en/of hierbij een mes in de hand te nemen en die [slachtoffer 1] daarmee te benaderen en/of te richten op en/of te tonen aan die [slachtoffer 1] , althans woorden en/of feitelijkheden van gelijk dreigende aard of strekking;
Parketnummer 05-127229-22
hij op of omstreeks 22 mei 2022 te Ede opzettelijk en wederrechtelijk een deur en/of een of meerdere ra(a)m(en), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
Parketnummer 05-138221-22
hij op of omstreeks 3 juni 2022 te Ede [benadeelde partij] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door voornoemde [benadeelde partij] dreigend de woorden toe te voegen:
- '' Ik ga je neersteken vuile kankerlijer'' en/of
- '' Ik steek je kapot'' en/of
- '' Ik pak een mes en steek je helemaal kapot'' en/of
- '' Ik steek jouw kankerwijf ook kapot'' en/of
door (hierbij) voornoemde [benadeelde partij] een mes/schaar, in elk geval een scherp voorwerp te tonen en/of met voornoemd voorwerp te wijzen naar, althans in de richting van, voornoemde [benadeelde partij] ,
althans woorden en/of feitelijkheden van gelijk dreigende aard of strekking;
Parketnummer 05-157349-22
hij op of omstreeks 24 juni 2022 te Ede, althans in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk een ruit behorend bij de woning / het appartement aan de [adres] , in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [naam verbalisant] van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2022293823, gesloten op 30 juli 2022, en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van bevindingen, p. 21.
3.Proces-verbaal van bevindingen, p. 33.
4.Proces-verbaal van aangifte van [naam verbalisant] , p. 59.
5.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [naam verbalisant] van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2022208475, gesloten op 16 mei 2022, en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
6.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [naam verbalisant] van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2022231274, gesloten op 26 mei 2022, en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
7.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [naam verbalisant] van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2022226027, gesloten op 25 mei 2022, en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
8.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [naam verbalisant] van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PLO600-2022246647, gesloten op 4 juni 2022, en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
9.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [naam verbalisant] van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2022283632-1, gesloten op 24 juni 2022, en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.