ECLI:NL:RBGEL:2022:7395

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
1 december 2022
Publicatiedatum
17 januari 2023
Zaaknummer
C/05/410590 / KG ZA 22-347
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verstek
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding betreffende verstek en proceskostenveroordeling

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Gelderland op 1 december 2022, hebben eisers, vertegenwoordigd door advocaat mr. I.L. Conijn, een kort geding aangespannen tegen gedaagde partij 1, die niet is verschenen. De eisers, bestaande uit twee besloten vennootschappen en een natuurlijke persoon, hebben verzocht om een aantal veroordelingen tegen de gedaagde partij, die onder een handelsnaam opereert. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat het gevorderde niet onrechtmatig of ongegrond is en heeft de vorderingen toegewezen.

De voorzieningenrechter heeft gedaagde partij 1 veroordeeld om binnen 48 uur na betekening van het vonnis de volledige administratie en boekhoudkundige documenten van de eisers over de jaren 2016 tot en met 2022 af te geven. Daarnaast is gedaagde partij 1 verplicht om een afschrift van de reeds verrichte boekhoudkundige werkzaamheden te overhandigen en medewerking te verlenen aan het omzetten van de machtiging naar een ander boekhoudkantoor. Tevens is er een dwangsom van € 5.000,00 per dag opgelegd voor het geval gedaagde partij 1 niet aan de veroordelingen voldoet, met een maximum van € 50.000,00.

De proceskosten zijn aan de zijde van de eisers begroot op € 1.439,89, en gedaagde partij 1 is veroordeeld in deze kosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. G.J. Meijer.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/410590 / KG ZA 22-347
Vonnis in kort geding van 1 december 2022
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eisende partij 1],
gevestigd te [plaats] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eisende partij 2] .,
gevestigd te [plaats] ,
3.
[eisende partij 3],
wonende te [plaats] ,
4.
[eisende partij 4],
wonende te [plaats] ,
eisers,
advocaat mr. I.L. Conijn te Doetinchem,
tegen
[gedaagde partij 1], handelend onder de naam
[handelsnaam] ,
wonende en zaakdoende te [plaats] ,
gedaagde,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna [eisende partijen] en [gedaagde partij 1] worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties
  • de mondelinge behandeling van 1 december 2022
  • het tijdens de behandeling tegen [gedaagde partij 1] verleende verstek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Het gevorderde komt de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal als volgt worden toegewezen.
2.2.
[gedaagde partij 1] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van eisers worden begroot op:
- betekening oproeping € 107,89
- griffierecht 676,00
- salaris advocaat
656,00
Totaal € 1.439,89

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
veroordeelt [gedaagde partij 1] , tegen wie verstek is verleend, om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis de gehele administratie, boekhoudkundige en fiscale documenten en gegevens van [eisende partijen] , zowel zakelijk als privé, voor de gehele jaren 2016 tot en met 2022 af te geven,
3.2.
veroordeelt [gedaagde partij 1] om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis een afschrift van de reeds verrichte boekhoudkundige werkzaamheden van [gedaagde partij 1] voor de jaren 2016 tot en met 2022 af te geven,
3.3.
veroordeelt [gedaagde partij 1] om binnen 48 uur na betekening van het vonnis medewerking te verlenen aan het omzetten van de machtiging van [bedrijf 1] en [bedrijf 2] naar boekhoudkantoor [bedrijf 3] .,
3.4.
veroordeelt [gedaagde partij 1] om aan [eisende partijen] een dwangsom te betalen van € 5.000,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij niet aan de onder 3.1. tot en met 3.3. uitgesproken veroordelingen voldoet, tot een maximum van € 50.000,00 is bereikt,
3.5.
veroordeelt [gedaagde partij 1] in de proceskosten, aan de zijde van [eisende partijen] tot op heden begroot op € 1.439,89, en in de nakosten, begroot op € 157,00 aan salaris advocaat en € 237,00 indien betekening heeft plaatsgevonden, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de proceskosten en de nakosten met ingang van veertien dagen na de datum van dit vonnis tot aan de dag van volledige betaling,
3.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.J. Meijer en in het openbaar uitgesproken op 1 december 2022.