ECLI:NL:RBGEL:2022:7236

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
16 december 2022
Publicatiedatum
27 december 2022
Zaaknummer
C/05/412382 / JE RK 22-1447
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing over gesloten jeugdhulp en ondertoezichtstelling van een minderjarige met complexe problematiek

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Gelderland op 16 december 2022 een beschikking gegeven met betrekking tot de ondertoezichtstelling en de gesloten jeugdhulp van een minderjarige. De kinderrechter heeft de spoedmachtiging voor gesloten jeugdhulp, die eerder was verleend, opgeheven. De Raad voor de Kinderbescherming had verzocht om de minderjarige in een gesloten accommodatie te plaatsen vanwege ernstige zorgen over haar veiligheid en ontwikkeling. De minderjarige, die zich in een ontwikkelingsfase van een driejarig kind bevindt, heeft een complexe hulpverleningsgeschiedenis en heeft eerder in gesloten jeugdhulp verbleven, wat traumatische gevolgen heeft gehad.

Tijdens de mondelinge behandeling is naar voren gekomen dat de thuissituatie van de minderjarige de afgelopen week verbeterd is en dat er een hulpverlenings- en veiligheidsplan ligt dat nog niet volledig is uitgevoerd. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de gesloten plaatsing niet in het belang van de minderjarige is en dat zij beter geholpen kan worden vanuit de thuissituatie. De kinderrechter heeft de GI (geestelijke gezondheidszorg) opgedragen om samen met de ouders en de hulpverlening te zorgen voor de uitvoering van het hulpverleningsplan. De kinderrechter heeft de voorlopige ondertoezichtstelling in stand gelaten om de GI een rol te geven in de uitvoering van het plan.

De kinderrechter heeft benadrukt dat de ouders bereid zijn om hulp te ontvangen, maar dat het hen niet lukt om de noodzakelijke hulpverlening te faciliteren. De kinderrechter heeft de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard en aangegeven dat hoger beroep mogelijk is. De beschikking is mondeling gegeven door de kinderrechter in aanwezigheid van de griffier en is op 20 december 2022 schriftelijk vastgelegd.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Arnhem
Zaaknummer: C/05/412382 / JE RK 22-1447
Datum uitspraak: 16 december 2022

Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

Raad voor de Kinderbescherming,

regio Gelderland, locatie Arnhem, hierna te noemen: de Raad,
betreffende

[de minderjarige] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,

hierna te noemen: [de minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[moeder] ,

hierna te noemen: de moeder,
wonende te [woonplaats] ,

[vader] ,

hierna te noemen: de vader,
wonende te [woonplaats] .

Het verdere procesverloop

Dit blijkt uit:
- de beschikking van de kinderrechter van deze rechtbank van 9 december 2022;
- de instemmingsverklaring van de gedragswetenschapper van 9 december 2022,
ingekomen bij de griffie op 9 december 2022.
- het e-mailbericht met bijlagen van mr. Van Gruijthuijsen-van Gent van 13 december
2022.
Op 15 december 2022 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- [de minderjarige] , bijgestaan door mr. C.J.M. van Gruijthuijsen-van Gent;
- de vader;
- de moeder;
- dhr. dr. [naam] , voormalig kind- en jeugdpsychiater, aan wie bijzondere toegang tot de zitting is verleend;
- een vertegenwoordigster van de Raad;
- twee vertegenwoordigsters van de GI.

Het standpunt van de verzoeker

De Raad heeft het verzoek tijdens de mondelinge behandeling gehandhaafd. De Raad heeft toegelicht dat er sprake is van zeer complexe problematiek bij [de minderjarige] . Voor haar veiligheid en de veiligheid van de ouders is het noodzakelijk dat [de minderjarige] binnen de gesloten jeugdhulp gestabiliseerd wordt. De Raad had liever gezien dat [de minderjarige] binnen de GGZ geholpen zou worden, maar die heeft aangegeven dat [de minderjarige] daar niet past. Het is een keuze tussen twee kwaden, maar als ze thuis blijft dan is haar veiligheid in het geding. Er hebben in de thuissituatie forse escalaties plaatsgevonden, waarbij [de minderjarige] haar ouders heeft aangevallen, met messen heeft gegooid en zichzelf heeft geautomutileerd. Volgens de moeder horen de escalaties erbij, maar er zijn ook momenten geweest dat de moeder niet meer wist wat ze moest doen en [de minderjarige] in een caravan werd gezet die een paar honderd meter van het huis afstaat. De gesloten plaatsing is een tijdelijke ingreep om haar verder te stabiliseren en een plan te maken voor specialistische hulpverlening in de thuissituatie. Het heeft de Raad verbaasd dat de GI niet heeft gehandeld naar de spoedmachtiging gesloten jeugdhulp die is afgegeven. De Raad voelt zich ook voor een dilemma geplaatst, maar de zorg om de veiligheid van [de minderjarige] blijft staan. [de minderjarige] dreigt tussen wal en schip te vallen qua hulpverlening.

Het standpunt van de GI

Namens de GI is tijdens de mondelinge behandeling naar voren gebracht dat er een plek in een gesloten accommodatie voor [de minderjarige] was, maar [de minderjarige] niet thuis was toen ze haar kwamen ophalen. Nadat de GI met de moeder van [de minderjarige] had gesproken is besloten om deze zitting af te wachten. De GI vindt het moeilijk om een mening te geven over het verzoek, omdat ze de afgelopen week geen contact met [de minderjarige] hebben kunnen maken. Ook hebben ze geen contact met het RET-team kunnen maken over het hulpverleningsplan dat er ligt. Omdat de moeder zegt dat er een hulpverleningsplan ligt, maar er nog wordt gewacht op afstemming met de gemeente, gaat de GI daarvanuit. De gesloten plaatsing van [de minderjarige] zal een tussenstap zijn om tot uitvoering van het hulpverleningsplan te komen. In het kader van de voorlopige ondertoezichtstelling moet de GI dan in overleg gaan met de gemeente om het plan gefaciliteerd te krijgen.

Het standpunt van de belanghebbenden

Door [de minderjarige] en haar advocaat is tijdens de mondelinge behandeling naar voren gebracht dat [de minderjarige] na de mondelinge behandeling van de voortzetting van de crisismaatregel naar huis is gegaan, omdat het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel was afgewezen. [de minderjarige] zou de kans krijgen te laten zien dat het mogelijk was thuis te verblijven. Vervolgens is er een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp afgegeven. [de minderjarige] is echter niet gesloten geplaatst en voor zover de advocaat kan nagaan is er door de GI ook niet actief naar de machtiging gehandeld. De afgelopen week is het in de thuissituatie goed gegaan met [de minderjarige] . Er zijn geen ruzies geweest en er is geen gebruik gemaakt van de caravan. [de minderjarige] wil heel graag thuis blijven wonen. Volgens de Raad is een gesloten plaatsing van [de minderjarige] noodzakelijk om haar te stabiliseren, maar de vorige keer is de gesloten plaatsing van [de minderjarige] echt niet goed gegaan. Voor [de minderjarige] is het belangrijk dat ze gezien en gehoord wordt en als mens behandeld wordt. [de minderjarige] is een meisje van 16 jaar oud, maar ze bevindt zich in een ontwikkelingsfase van een kind van 3 jaar. Een kind van 3 jaar kan je gewoonweg niet in een gesloten setting plaatsen. Bij Pactum is geconcludeerd dat een gesloten plaatsing niet passend is voor [de minderjarige] . Het is zelfs schadelijk voor haar. Ze kan beter vanuit de thuissituatie geholpen worden. De moeder van [de minderjarige] erkent ook dat er escalaties zijn in de thuissituatie, maar die escalaties horen nu eenmaal bij [de minderjarige] . [de minderjarige] verzoekt het verzoek tot gesloten plaatsing af te wijzen. Daarnaast verzoekt zij om ook de voorlopige ondertoezichtstelling op te heffen, want het is de vraag welke meerwaarde die heeft. Er ligt een volledig plan klaar vanuit het RET-team (waaraan ook de Raad en het college van burgemeester en wethouders hebben bijgedragen) om [de minderjarige] in de thuissituatie hulp te bieden. Dit plan is tot op heden nog niet volledig uitgevoerd, omdat het college nog niet alle benodigde indicaties en middelen heeft ingezet. Als de GI er in het kader van de ondertoezichtstelling voor kan zorgen dat de hulpverlening wordt gefaciliteerd door de gemeente dan kan de voorlopige ondertoezichtstelling worden voortgezet.
Door de moeder is tijdens de mondelinge behandeling naar voren gebracht dat het de afgelopen week goed is gegaan met [de minderjarige] in de thuissituatie. De Raad vindt het nodig om [de minderjarige] extern te stabiliseren, maar eerdere plaatsingen, zoals binnen de gesloten jeugdzorg, de detentie bij de politie en de plaatsing bij Karakter hebben laten zien dat dit leidt tot automutileren en suïcidaal gedrag bij [de minderjarige] . In een gesloten setting is [de minderjarige] juist een gevaar voor zichzelf. Na haar insluiting bij Karakter, waar zij ook heeft geautomutileerd, is vorige week tijdens een overleg met de hulpverlening besloten om haar de rust te gunnen. Uit de rapportage van Pactum blijkt ook dat een gesloten plaatsing mogelijk de dood van [de minderjarige] tot gevolg kan hebben. Voor de moeder is dat een reden om haar niet op te sluiten. In de thuissituatie gaat het goed. De escalaties komen en gaan en die heeft [de minderjarige] soms nodig om haar evenwicht te vinden. Bij de gemeente ligt er al heel lang een hulpverlenings- en veiligheidsplan, waarbij de thuissituatie de behandelsetting is. Dit plan is opgesteld in overleg met de Raad, het RET-team, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente (het college), de ouders en de heer [naam] (voormalig kinder- en jeugdpsychiater). De moeder vecht er al heel lang voor om dat gefaciliteerd te krijgen. Ook met het RET-team zijn afspraken gemaakt, maar die worden nu niet uitgevoerd. Verder is BOEG ingeschakeld, die er speciaal is voor de kinderen die voor hulp tussen wal en schip dreigen te raken.
De heer [naam] , aan wie bijzondere toegang tot de mondelinge behandeling is verleend, heeft naar voren gebracht dat [de minderjarige] een meisje van 16 jaar is die zich in een ontwikkelingsfase van een meisje van drie jaar bevindt. Het gedrag van [de minderjarige] is een gevolg daarvan, omdat zij steeds overvraagd wordt. Door een gesloten plaatsing, zoals door de Raad wordt verzocht, komt [de minderjarige] in een situatie waar zij wordt behandeld als een meisje van 16 en niet als een meisje van 3 jaar. Het is onbegrijpelijk dat gedacht wordt dat opsluiting van [de minderjarige] stabiliserend zal werken. Doordat de gemeente gefaald bij het faciliteren van de hulpverlening die volgens het hulpverleningsplan ingezet zou worden, is de situatie nu geëscaleerd. De gemeente heeft de moeder niet in de gelegenheid gesteld om thuis de behandeling voor [de minderjarige] in te zetten die nodig is. De gedachte om [de minderjarige] gesloten te plaatsen in Harreveld is levensgevaarlijk. De gesloten plaatsing bij Pactum heeft dat uitgewezen en daarom is besloten om [de minderjarige] thuis te houden waar zij veilig is. Ook het idee dat er eerst een plan moet komen is onjuist, want er ligt al een plan en dat plan hoeft alleen nog gefaciliteerd te worden. [de minderjarige] heeft het nodig dat ze serieus wordt genomen in het niveau dat zij heeft. Er is geen rekening mee gehouden dat zij is blijven steken op het niveau van een driejarig meisje.

De verdere beoordeling

Bij beschikking van 9 december 2022 heeft de kinderrechter een spoedmachtiging verleend om [de minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 8 december 2022 voor de duur van vier weken, tot 5 januari 2023. Iedere verdere beslissing is aangehouden tot de mondelinge behandeling van 15 december 2022.
De kinderrechter zal het verzoek om [de minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van de ondertoezichtstelling afwijzen en de lopende spoedmachtiging voor verblijf in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp van [de minderjarige] opheffen. Daarbij neemt de kinderrechter het navolgende in aanmerking.
[de minderjarige] is met spoed binnen de GGZ geplaatst, omdat de thuissituatie niet langer houdbaar was en de veiligheid van [de minderjarige] en de ouders niet langer gewaarborgd kon worden. Nadat [de minderjarige] met een crisismaatregel op 5 december 2022 was opgenomen op de HIC bij Karakter in [plaats] , heeft er op 7 december een overleg plaatsgevonden waarin is geconcludeerd dat er binnen de GGZ geen mogelijkheden zijn om de problematiek van [de minderjarige] te behandelen. De voortzetting van de crisismaatregel is op 8 december 2022 afgewezen. Het onmiddellijk dreigend ernstig nadeel was op dat moment geweken. Vervolgens heeft de Raad een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp aangevraagd. Ter zitting is gebleken dat de spoedmachtiging niet is uitgevoerd en dat [de minderjarige] de afgelopen week thuis bij haar ouders is gebleven. De kinderrechter ziet dat er serieuze zorgen zijn over de ontwikkeling van [de minderjarige] . [de minderjarige] is een meisje van 16 jaar dat al een lange hulpverleningsgeschiedenis kent en bij wie sprake is van complexe persoonlijkheidsproblematiek. [de minderjarige] bevindt zich in een ontwikkelingsfase van een driejarig meisje. Ze kampt met grensoverschrijdend gedrag en heeft kenmerken van een autismespectrumstoornis. Het is de kinderrechter gebleken dat [de minderjarige] al eerder in de gesloten jeugdhulp heeft verbleven en dat dit zeer traumatisch voor haar is geweest. Bij Pactum heeft [de minderjarige] met regelmaat opstandig en zelfbeschadigend gedrag (bonken, krassen, zichzelf een bloedneus slaan) laten zien en is er eveneens sprake geweest van suïcidaal gedrag. Door haar opname bij Pactum heeft zij PTSS ontwikkeld en een achteruitgang laten zien in haar ontwikkeling. Vanuit Pactum is geconcludeerd dat er in de gesloten setting geen ruimte is voor ontwikkeling, eerder voor stagnatie en mogelijk zelfs beschadiging van [de minderjarige] met in het ergste geval de dood als gevolg. Om die reden is vastgesteld dat er meer kansen lijken te zijn op ontwikkeling binnen de thuissituatie met een goed gekaderd hulpverlenings- en veiligheidsplan. De voormalige kind- en jeugdpsychiater [naam] heeft dit standpunt bevestigd op zitting en nader onderbouwd. De kinderrechter volgt het oordeel van deze deskundigen. De hulp die [de minderjarige] nodig heeft moet vanuit de thuissituatie worden ingezet, zodat zij niet wordt overvraagd en behandeling krijgt die bij haar ontwikkelingsfase past. Hoe deze hulp er concreet uit zou moeten zien is maanden geleden al in overleg met verschillende partijen in een plan neergelegd. Dit plan dient nu uitgevoerd te worden om verdere escalaties in de toekomt zo veel mogelijk te voorkomen.
De kinderrechter heft, alles afwegende, dan ook de bij beschikking van 9 december 2022 verleende spoedmachtiging op en wijst het verzoek tot gesloten plaatsing van [de minderjarige] voor het overige af.
De kinderrechter vindt het wel belangrijk dat de voorlopige ondertoezichtstelling blijft doorlopen. Het is de kinderrechter gebleken dat de ouders wel bereid zijn, maar niet in staat om de hulpverlening voor [de minderjarige] in te zetten. Het is immers tot op heden niet gelukt om de noodzakelijk hulpverlening gefaciliteerd te krijgen door het college. Er ligt bij het college al heel lang een hulpverlenings- en veiligheidsplan, waarbij de thuissituatie de behandelsetting is. De kinderrechter acht het van belang dat de GI de komende periode in het kader van de ondertoezichtstelling met de ouders en de hulpverlening aan de slag gaat om ervoor te zorgen dat het hulpverlenings- en veiligheidsplan dat er ligt wordt uitgevoerd. Bij het opstellen van dit plan is, als gezegd, onder andere het RET-team betrokken geweest waar de GI onderdeel van uitmaakt. Hierbij merkt de kinderrechter op dat als de GI van oordeel is dat deze hulpverlening noodzakelijk is, het bevoegde college gehouden is deze vorm van jeugdhulp in te zetten, gelet op artikel 2.4, tweede lid, onder b en artikel 3.5 van de Jeugdwet.

De beslissing

De kinderrechter:
heft met ingang van heden de spoedmachtiging op om [de minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp die bij beschikking van 9 december 2022 is verleend;
wijst het verdere verzoek tot verlening van een machtiging om [de minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp af;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. dr. E.L. de Jongh, kinderrechter, in tegenwoordigheid van J.A.M. Rozema, als griffier en in het openbaar uitgesproken op 16 december 2022. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 20 december 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden.