Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
- een geel gekleurd ei-achtig voorwerp met daarin tien kleine gevouwen envelopjes (wikkels) met opschrift [tekst] ;
- een geldkistje met daarin een aantal zakjes met een witte substantie;
‘ml’GHB
(in plaats van
‘gram’) ziet de rechtbank dit als een kennelijke verschrijving, gelet op de inhoud van het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen en het NFI-rapport.
3.De bewezenverklaring
één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 juli 2022 tot25 augustus 2022 te Zutphen
(in
/vanuit een garagebox gelegen op/aan de [adres 2] en/ofeen woning aan de [adres 1]
),
althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans, (telkens) opzettelijk heeft vervoerd en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt, in elk geval (telkens)opzettelijk aanwezig heeft gehad
, (een)hoeveelhe
(i)d
(en
)cocaïne en
/ofmetamfetamine en
/ofgammahydroxyboterzuur (GHB), in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of metamfetamine en/of gammahydroxyboterzuur, zijnde cocaïne en
/ofmetamfetamine en
/ofgammahydroxyboterzuur,
(een)middel
(en
)als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
of omstreeks25 augustus 2022 te Zutphen
(in
een garagebox gelegen op/aan de [adres 2] en/ofeen woning aan de [adres 1]
), tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 4,88
mlgramgammahydroxyboterzuur (GHB) en
/of5,80 gram cocaïne en
/of5,15 gram metamfetamine, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende gammahydroxyboterzuur (GHB) en
/ofcocaïne en
/ofmetamfetamine, zijnde gammahydroxyboterzuur (GHB) en
/ofcocaïne en
/ofmetamfetamine
(een)middel
(en
)als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
of omstreeks25 augustus 2022 te Zutphen, in een woning gelegen
op/aan de [adres 1]
of omstreeks25 augustus 2022 te Zutphen een identiteitsbewijs als bedoeld in het eerste lid van artikel 231 van het Wetboek van Strafrecht, te weten een nationaal rijbewijs uit Griekenland voorzien van nummer [nummer 1] , afgegeven te Athene en op naam gesteld van [verdachte] (geboren [geboortejaar 1973] ) en geldig tot 03.06.2029, waarvan hij, verdachte, wist
of redelijkerwijs moest vermoedendat deze vals of vervalst was, voorhanden heeft gehad.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De beoordeling van het beslag
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 44 dagen;
in minderingzal worden gebracht;
taakstraf van 120 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 60 dagen;
- bepaalt dat een gedeelte van deze taakstraf, te weten
- stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit;
- stelt als bijzondere voorwaarde(n) dat verdachte:
heft ophet geschorste bevel tot voorlopige hechtenis;
- een telefoon ( [telefoon 2] , 733537);
- een telefoon ( [telefoon 1] , 733549);
- een geldbedrag van € 2.050,00 (733556) en
- een geldbedrag van € 140,00 (733546).