ECLI:NL:RBGEL:2022:7205

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
28 december 2022
Publicatiedatum
22 december 2022
Zaaknummer
C/05/396000 / HA ZA 21-577
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van netbeheerder Liander voor schade door te hoge spanningsfluctuaties en -pieken

In deze zaak vordert de vennootschap onder firma [eiser] schadevergoeding van Liander N.V. wegens schade die zij stelt te hebben geleden door te hoge spanningsfluctuaties en -pieken in de elektriciteitslevering. [eiser] is een groothandel in bloemen en planten en heeft een overeenkomst met Liander voor aansluiting en transport van elektriciteit. Sinds oktober 2018 heeft [eiser] problemen ervaren met de netspanning, wat leidde tot storingen in haar apparatuur. Liander heeft de aansprakelijkheid afgewezen, zich beroepend op haar algemene voorwaarden, waarin aansprakelijkheid voor schade door onderbreking of beperking van het transport is uitgesloten, tenzij er sprake is van opzet of grove schuld. De rechtbank heeft geoordeeld dat Liander niet aansprakelijk is voor de schade, omdat de geleverde spanning voldeed aan de wettelijke normen en de klachten van [eiser] niet onder de uitsluiting van aansprakelijkheid vallen. De rechtbank heeft de vorderingen van [eiser] afgewezen en haar in de proceskosten veroordeeld.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/396000 / HA ZA 21-577 / 115
Vonnis van 28 december 2022
in de zaak van
de vennootschap onder firma
[eiser],
gevestigd en kantoorhoudende te [plaatsnaam] , gemeente [naam gemeente] ,
eiseres,
advocaat mr. E.W.F.M. Hoogma te Zoetermeer,
tegen
de naamloze vennootschap
LIANDER N.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Arnhem,
gedaagde,
advocaat mr. I.P.M. Vadokas-Hofmans te Arnhem.
Partijen zullen hierna [eiser] en Liander worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 4 mei 2022 waarbij een mondelinge behandeling is gelast,
  • het verkorte proces-verbaal van de mondelinge behandeling op 5 oktober 2022.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Liander is als netbeheerder wettelijk verantwoordelijk voor het beheer en de exploitatie van het (regionale) transportnetwerk voor elektriciteit. In dat kader beheert zij onder meer het midden- en laagspanningselektriciteitsnet in de provincie Noord-Holland.
2.2.
[eiser] is een groothandel in de teelt van bloemen en planten. Zij is gebruiker van het pand aan de [adres] .
2.3.
[eiser] is aangesloten op het middenspanningsnet van 10 kV van Liander en beschikt over een grootverbruikersaansluiting (dat wil zeggen een aansluiting met een capaciteit tussen 160 kVA en 630 kVA). Daartoe hebben [eiser] en Liander een overeenkomst betreffende aansluiting en transport van elektriciteit voor grootverbruikers gesloten van 29 december 2010 (hierna: ATO). In de ATO is, voor zover hier relevant, het volgende bepaald:

Artikel 2 Transport
1.
De netbeheerder verbindt zich tegen betaling met inachtneming van de omvang van het gecontracteerd transportvermogen elektriciteit voor de afnemer te transporteren naar het punt waar de elektrische installatie van de afnemer op het door de netbeheerder beheerde net is aangesloten.(…)
Artikel 4 Voorwaarden voor aansluiting en transport
1.
Op deze overeenkomst zijn van toepassing de ‘Algemene Voorwaarden aansluiting en transport elektriciteit voor zakelijke afnemers’.(…)
3. De afnemer verklaart een exemplaar van de ‘Algemene Voorwaarden aansluiting en transport elektriciteit voor zakelijke afnemers (niet-zijnde producenten)’(…)
van de netbeheerder te hebben ontvangen en/of daarvan kennis te hebben genomen. De voornoemde voorwaarden zijn tevens vermeld op de website van de netbeheerder (www.liander.nl).(…)
Artikel 10 Bijlagen
Van deze overeenkomst maken onverbrekelijk deel uit de volgende bijlagen:a. Het aanhangsel ‘gegevens afnemer’;b. Algemene Voorwaarden aansluiting en transport elektriciteit voor zakelijke afnemers;c. Aansluit- en transporttarieven elektriciteit voor zakelijke grootverbruikers per 1 januari 2011.(…)”
In het ‘aanhangsel gegevens afnemer’ bij de ATO staat onder meer:

Aansluitcategorie
>160 kVA t/m 630 kVA met trafo en LS-meting
Maximale capaciteit van de aansluiting
630 kVA
Aansluitspanning
10.000 Volt
(…)
(…)
Plaats overdrachtspunt
Afgaande klemmen van het transformatorveld van Magnefix
2.4.
[eiser] huurt sinds 1 november 2017 een transformator van [bedrijf] (hierna: [bedrijf] ). De transformator is bedoeld om de binnenkomende spanning te reduceren. De transformator zet de door Liander geleverde middenspanning van 10 kV om in laagspanning van 400 V (het spanningsniveau tussen de fasen) en 230 V (het spanningsniveau tussen de fasen en de nul geleider). De transformator is voorzien van een trapstandregeling waarmee de verhouding tussen middenspanning (aan de primaire zijde van de transformator) en laagspanning (aan de secundaire zijde van de transformator) kan worden gewijzigd. Door aanpassing van de trapstand kan bij een lage of hoge middenspanning toch een normale laagspanning verkregen worden. Verlaging van de trapstand leidt tot verlaging van de spanning aan de secundaire zijde van de transformator.
2.5.
Het overdrachtspunt (dat wil zeggen het punt waar de elektrische installatie van [eiser] is aangesloten op het netwerk van Liander, zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 ATO) bevindt zich op klemmen van de afgaande kabels na de beveiliging in de inkoopruimte. Vanaf deze klemmen loopt een 10 kV-kabel naar de transformator en vervolgens naar de installatie van [eiser] . Alles tot het overdrachtspunt behoort tot het netwerk en de aansluiting van Liander. Alles na het overdrachtspunt, waaronder de transformator, behoort tot de installatie van [eiser] . De situatie en de ligging van het overdrachtspunt en de transformator ter plaatse blijken uit onderstaande afbeelding:
2.6.
In de Algemene Voorwaarden voor aansluiting en transport elektriciteit voor zakelijke afnemers (niet-producenten) van Liander (hierna: Algemene voorwaarden) staat onder meer het volgende:

Artikel 8
Aard van de transportdienst/beschikbaar te stellen transportvermogen
8.1
Rekening houdend met het bepaalde in 2.2.1 en 2.3.1 van de voorwaarden als bedoeld in artikel 31, lid 1, onderdeel a van de Elektriciteitswet 1998 (de Netcode) alsmede met de aard en omvang van de elektrische installatie, stelt de netbeheerder transportcapaciteit ter beschikking in de vorm van:

éénfase-wisselstroom van lage spanning met een nominale frequentie van 50 Hertz en een nominale spanning van 230 Volt tussen fase en nul of tussen twee fasen;

driefasen-wisselstroom van lage spanning met een nominale frequentie van 50 Hertz en een nominale spanning van 400 Volt tussen de fasen en van 230 Volt tussen fasen en nul;

driefasen-wisselstroom van lage spanning met een nominale frequentie van 50 Hertz en een nominale spanning van 230 Volt tussen de fasen;

éénfase-wisselstroom van hoge spanning met een normale frequentie van 50 Hertz, waarbij de nominale spanning is vastgelegd in de schriftelijke overeenkomst;

driefasen-wisselstroom van hoge spanning met een nominale frequentie van 50 Hertz, waarbij de nominale spanning is vastgelegd in de schriftelijke overeenkomst.
Voor het overige zal het transport zodanig plaatsvinden dat bij aangeslotenen op netten met een spanningsniveau tot en met 50kV wordt voldaan aan het gestelde in de norm NEN-EN 50160:1995 ‘Spanningskarakteristieken in openbare elektriciteitsnetten’, met dien verstande dat voor aangeslotenen op netten van 50 kV de in de norm genoemde waarden voor aangeslotenen op netten van 35 kV van toepassing zijn. Bij aangeslotenen op netten met een spanningsniveau hoger dan 50 kV gelden de toetsingscriteria die worden gehanteerd bij de planning van hoogspanningsnetten, beschreven in 4.1.3 van de voorwaarden als bedoeld in artikel 31, lid 1, onderdeel a van de Elektriciteitswet 1998 (de Netcode). Omwille van zijn bedrijfsvoering of die van een leverancier kunnen op de geleverde spanning kortstondig toonfrequente signalen gesuperponeerd worden, dan wel kan de geleverde spanning kortstondig gedeformeerd worden. Indien de elektrische installatie de ontvangst van die gesuperponeerde c.q. gedeformeerde signalen belemmert, kan de netbeheerder de afnemer verplichten om voor diens rekening voorzieningen te treffen.
(…)
Artikel 21Aansprakelijkheid
21.1
De netbeheerder is jegens de afnemer niet aansprakelijk voor schade, die ontstaat ten gevolge van:
a)
onderbreking of beperking van het transport;
b)
een gebrek, defect of storing in de aansluiting, de hoofdleiding of andere bedrijfsmiddelen die door de netbeheerder worden beheerd en/of een of meer andere onderdelen van het elektriciteitsvoorzieningssysteem;
c)
handelen of nalaten in verband met de aansluiting, de hoofdleiding of andere bedrijfsmiddelen die door de netbeheerder worden beheerd en/of een of meer andere onderdelen van het elektriciteitsvoorzieningssysteem door de netbeheerder, zijn werknemers of ondergeschikten, dan wel niet-ondergeschikten.
21.2
Het in het vorige lid gestelde lijdt uitzondering ingeval de schade ontstaat als gevolg van opzet of grove schuld van de netbeheerder(…).
Behoudens ingeval de schade ontstaat als gevolg van opzet of grove schuld van de netbeheerder(…)
is de netbeheerder evenwel nimmer gehouden tot vergoeding van bedrijfsschade waaronder begrepen winst- of inkomstenderving en tot vergoeding van immateriële schade.
2.7.
Volgens [eiser] heeft zij sinds oktober/november 2018 storingen in het wifi netwerk en de kascomputer (voor aansturing van luchtcondities / ventilatie in de kas). Die systemen moesten regelmatig gereset worden waarna alles gedurende enige tijd weer werkte, aldus [eiser] .
2.8.
Op 7 februari 2019 heeft een onderhoudsmonteur tijdens regulier onderhoud aan de kachel van de kassen van [eiser] geconstateerd dat de frequentieregelaar van de brander van de kachel niet volledig opstartte en een storing aangaf. De monteur heeft toen de netspanning opgemeten en een inkomende spanning gemeten van 253 V (op de 230 volt-aansluiting) en van 438 V (op de 400 volt-krachtstroomaansluiting). De monteur heeft de frequentieregelaar van de kachel vervolgens anders afgesteld waardoor het probleem verholpen was. [eiser] heeft de hoge spanning als storing bij Liander gemeld.
2.9.
Diezelfde dag heeft een monteur van Liander bij [eiser] een inkomende spanning gemeten van 250 V. De monteur van Liander heeft vervolgens de trapstand in de transformator verlaagd van 4 naar 2 en daarmee de netspanning verlaagd naar 238 V. Op 13 maart 2019 is de trapstand nogmaals met 1 trap verlaagd en naar de laagste trapstand (1) gezet, dit keer door [bedrijf] .
2.10.
Op 8 februari 2019 heeft [eiser] bij Liander een claim ingediend voor schade als gevolg van levering van te hoge spanning op het net.
2.11.
Bij e-mailbericht van 7 maart 2019 heeft Liander het verzoek tot vergoeding van schade afgewezen en zich onder meer beroepen op artikel 21 van haar Algemene voorwaarden. In dit bericht is, voor zover hier relevant, het volgende vermeld:

Uw schadeclaim hebben wij ontvangen. U geeft aan dat u op 1 januari 2018 te maken heeft gehad met een stroomstoring. U vraagt Liander N.V. om de schade die u hierdoor heeft geleden te vergoeden.
Algemene voorwaarden
U bent contractant van Liander en op grond van het type aansluiting aan te merken alsgrootverbruiker.
De Algemene Voorwaarden aansluiting en transport elektriciteit voor zakelijke afnemers (niet zijnde producenten) van Liander vormen een onderdeel van de overeenkomst tussen Liander en u. De claim dienen wij dan ook te beoordelen tegen de achtergrond van die overeenkomst en de algemene voorwaarden(…).
Liander niet aansprakelijkIn artikel 21 van de Algemene voorwaarden is bepaald dat de netbeheerder jegens de afnemer niet aansprakelijk is voor schade, die ontstaat ten gevolge van een onderbreking of beperking van het transport, tenzij er sprake is van opzet of grove schuld. Van dit laatste is geen sprake geweest.
2.12.
[eiser] heeft in haar e-mailbericht van dezelfde dag aangevoerd dat haar situatie niet onder artikel 21 van de algemene voorwaarden (tijdelijke onderbrekingen of het deels wegvallen van de spanning) valt. Zij stelt dat zij langere tijd een te hoge spanning heeft gehad op haar net, waardoor er schade is ontstaan aan diverse apparaten/toestellen/motoren. Volgens [eiser] is dat in strijd met artikel 8 van de algemene voorwaarden (beschikbaar te stellen transportvermogen) en aansprakelijkheid daarvoor is niet uitgesloten in de algemene voorwaarden. En verder:

De situatie is momenteel als volgt: de te hoge spanning van tussen de 250 en 260 is met succes teruggebracht. Momenteel varieert de spanning constant tussen de 220 en 240 met uitschieters naar boven. Er is totaal geen rust in de spanning die ons geleverd wordt en lijkt soms wel een achtbaan. De uitschieters zorgen er voor dat wij steeds terugkerende storingen hebben doordat o.a. frequentiemeters, computers, etc. in de storing gaan door een te hoge spanning en uiteindelijk stuk.
Wij willen vooral dit laatste graag voorkomen en hopen dat u samen met [bedrijf] op korte termijn een oplossing kan vinden voor ons probleem.”
2.13.
Bij brief van 19 maart 2019 heeft [eiser] Liander in gebreke gesteld en gesommeerd tot herstel van de aansluiting en/of transport van het elektriciteitsnetwerk (dat wil zeggen: levering van 230 V stroom) binnen vijf werkdagen na dagtekening van die brief. In die brief is Liander ook aansprakelijk gesteld voor de reeds geleden en nog te lijden schade als gevolg van de hoogspanning en/of stroompieken. Volgens [eiser] moet Liander op grond van de ATO spanning van 230 V leveren, maar is sprake van stroompieken en aanhoudende hoogspanning van 253 V op haar adres. Als gevolg daarvan geven haar apparaten en installaties storingen, zijn zij tijdelijk onbruikbaar en/of raken zij permanent defect. Liander moet deze schade vergoeden, aldus [eiser] in de brief.
2.14.
Per e-mailbericht van 28 maart 2019 heeft Liander aansprakelijkheid van de hand gewezen en [eiser] verwezen naar [bedrijf] voor vergoeding van de gestelde schade:

De oorzaak van de storing vloeit niet voort uit de overeenkomst betreffende aansluiting en transport van elektriciteit tussen [eiser] en Liander. [bedrijf] heeft zich met uw cliënte verbonden tot het verlenen van de meetdiensten conform de Elektriciteitswet en de Meetcode Elektriciteit. [bedrijf] is de meetverantwoordelijke van [eiser] . Liander adviseert u om uw claim bij uw meetverantwoordelijke in te dienen”.
2.15.
[eiser] heeft haar sommatie bij e-mailbericht van 4 april 2019 herhaald, waarbij tevens aanspraak is gemaakt op vergoeding van de (door [eiser] nog te maken) deskundigenkosten. In dat e-mailbericht is, voor zover relevant, het volgende vermeld:

U geeft aan dat cliënte zich moet wenden tot [bedrijf] omdat cliënte met [bedrijf] een overeenkomst zou hebben gesloten voor meetdiensten en de oorzaak van hoogspanning te wijten zou zijn aan [bedrijf] . Doch u laat na om dit standpunt te onderbouwen. [bedrijf] heeft immers bij cliënt aangegeven dat de travo bij cliënt deugdelijk is en de oorzaak van de hoogspanning ligt op het net. De oorzaak van de wisselingen in de spanning ligt volgens de deskundigen bij de windmolens. Hoe harder het waait, hoe hoger de spanning is”.
2.16.
In de periode van 8 tot en met 15 april 2019 heeft Liander metingen verricht bij [eiser] . In het meetrapport van Liander van 16 april 2019 is als conclusie vermeld dat dat de kwaliteit van de netspanning bij [eiser] voldoet aan de Netcode. Bij e-mailbericht van 1 mei 2019 heeft Liander aansprakelijkheid daarom opnieuw van de hand gewezen:

Naar aanleiding van uw bezwaar hebben wij onderzoek gedaan. In de bijlage treft u een uitgebreide kopie van het onderzoeksrapport meetdienst laagspanning. Uit het onderzoek is gebleken dat de kwaliteit van de netspanning voldoet aan de Netcode.(…)
SpanningsnormUw cliënte is aangesloten op het laagspanningsnet en de hoogte van de spanning is ongeveer 230 Volt. Om uitval of beschadiging aan apparatuur te voorkomen, zijn er regels (normen) gemaakt die grenzen stellen aan de maximale afwijking van de spanning. Apparatuur moet zo zijn ontworpen dat die binnen de gestelde grenzen goed werken. De spanning moet voldoen aan de Europese Norm NEN-EN 50160. Voor het laagspanningsnet is bepaald dat de spanning tussen 207 en 253 volt moet liggen. Uit het onderzoek is gebleken dat de spanning voor het laagspanningsnet 232 volt is. De spanningsnormen zijn niet overschreden.”
2.17.
Tussen 25 juni 2019 en 22 juli 2019 heeft Liander opnieuw metingen verricht bij [eiser] . De conclusie van Liander in het meetrapport van 22 juli 2019 is wederom dat de kwaliteit van de netspanning bij [eiser] voldoet aan de Netcode.
2.18.
Bij e-mailbericht van 11 juli 2019 heeft Liander aan [eiser] een overzicht verstrekt van de meldingen die zij heeft ontvangen en de werkzaamheden die zij heeft verricht bij [eiser] sinds 1 januari 2019:

7 februari:
De spanning was te hoog(250 Volt
). De trapstand op de trafo versteld van 4 naar 2. Spanning met 12Volt naar beneden gebracht. Spanning is nu 238Volt.
11 maart: in Msr v campen hebben we gemeten op de trafo(…).
Dat is bij de klant installatie ook zo. Maar dat is te hoog voor als er in de kas de verwarming aan gezet wordt (verwarming voor de bloemen) dan komt de installatie boven de 240 v en sc.
12 maart: Monteur Liander kan niets betekenen. Grootzakelijk en [bedrijf] moeten dit oppakken.
13 maart: MSR: V CAMPEN. [bedrijf] doet verzoek van vrijschakelen trafo MSR v Campen(…)
voor trapstand verstellen.
[eiser] heeft spannings fluctuaties vanuit het net. (te hoge spanning)
28 maart: melding aangemaakt voor schrijvende meter.”
2.19.
Bij e-mailbericht van 22 juli 2019 heeft [bedrijf] een zelfde soort overzicht aan [eiser] verstrekt. Daarin is, voor zover hier relevant, het volgende vermeld:
“(…)
Een totaal overzicht verstrekken is heel lastig omdat niet alles is geregistreerd.(…)
In jullie geval zijn verschillende collega’s tussendoor even op weg naar huis langs geweest. Ik heb wel een logging van de storingen vanaf maart kunnen vinden. Die heb ik hieronder aangegeven.
Storing 12-03-2019
Er is vanmiddag een monteur geweest vanuit [bedrijf] naar locatie. Klant heeft spanningsklachten, nu belt de [eiser] naar Liander. Probleem zou bij Liander liggen. Meneer vraagt naar monteur voor overleg in verband met storing.
Storing 13-03-2019
De trapstand van de trafo wordt met 1 stap verlaagd
Storing 09-04-2019
Is geregeld tapstand is omlaag.
Storing 18-06-2019
De netspanning is niet goed Liander zegt Trafo is niet goed. Men komt er op locatie niet uit. Men heeft nog altijd piekspanningen zo nu en dan. Mevrouw weet niet zeker of de laagspanningsverdeler uitstaat.
2.20.
Bij brief van 27 augustus 2019 heeft [eiser] aan Liander medegedeeld dat de digitale meters uit haar meterkastopstelling de volgende maximale waarden hebben gemeten en dat de spanningsnormen (dus) zijn overschreden:
230 volt net
400 volt net
L1
274 V
468 V
L2
274 V
470 V
L3
276 V
472 V
In die brief heeft [eiser] verder medegedeeld dat de spanning inmiddels (na verlaging van de trapstand in de transformator naar de laagste stand door Liander en [bedrijf] ) weliswaar lager is, maar dat zij nog steeds hinder ondervindt van spanningsfluctuaties op het net (tussen 220 V en 243 V) en dat zij Liander aansprakelijk stelt voor haar schade, die zij voorlopig begroot op € 68.150,00.
2.21.
Op verzoek van [eiser] heeft de heer R. van Tiggele van EMN Expertise (hierna: EMN) een onderzoek verricht naar mogelijke spanningsfluctuaties op het elektriciteitsnetwerk bij [eiser] . Op 15 augustus 2019 heeft een inspectie plaatsgevonden bij [eiser] . Liander was daarbij aanwezig. EMN heeft de firma HyTEPS (hierna: HyTEPS) verzocht om metingen te verrichten ten behoeve van haar rapport. HyTEPS heeft op verzoek van EMN twee verschillende metingen uitgevoerd bij [eiser] : één meting op basis van de Netcode Elektriciteit (metingen met een gemiddelde van een interval van 10 minuten) en één meting die een gemiddelde vastlegt met een interval van 10 seconden. De metingen zijn verricht in de periode van 10 november tot en met 2 december 2019. In het meetrapport van HyTEPS zijn de volgende conclusies vermeld:

Conclusies
De volgende conclusies worden getrokken naar aanleiding van de meetresultaten gedurende de meetperiode. In andere weken met andere (weers)omstandigheden kunnen de waarden verschillen. De conclusies zijn onderverdeeld in conclusies naar aanleiding van de EN-50106 meting(…)
en de gedetailleerde meting.
EN50160

De kwaliteit van de voedingsspanning op het aansluitpunt valt binnen de EN-50160 norm aangezien alle parameters binnen de gegeven limieten vallen.

Met een transformator trapstand van 10500/420V is het spanningsniveau binnen de EN-50160 limieten. Het maximale 10-min gemiddelde van de spanning is 250.72V.
Gedetailleerde meting

De kwaliteit van de voedingsspanning op het aansluitpunt is binnen de limieten. De spanning overschrijdt de EN-50160 spanningslimiet als er uitgegaan wordt van een transformator trapstand verhouding van 10500/420V. De maximaal gemeten spanning zou dan 255.51V zijn geweest.”
2.22.
In het rapport van EMN van 2 april 2021 is als conclusie vermeld dat, gelet op hiervoor genoemde meetresultaten van HyTEPS, na terugrekening de spanning vóór 7 februari 2019 te hoog is geweest (255,51 V in plaats van maximaal 253 V). Vóór 7 februari 2019 stond de transformator immers nog ingesteld op trapstand 4, aldus EMN. Dat Liander te hoge spanning heeft geleverd blijkt volgens EMN ook uit de (foto’s van de) meter in de meterkast, met maximale waarden van 276 V (fase-nul) en 472 V (fase-fase). In het rapport van EMN is verder vastgesteld dat [eiser] schade heeft geleden door de spanningsfluctuaties en -pieken, bestaande uit onder meer herstelkosten van diverse apparatuur en omzetderving door de uitval van diverse automatische systemen van de kassen van [eiser] . EMN begroot de schade op een bedrag van € 126.249,75 exclusief btw. In het rapport is verder, voor zover hier relevant, het volgende vermeld:

1. Is er een te hoge spanning op het net van Verzekerde? Zo ja, waardoor wordt deze hoogspanning veroorzaakt?
De te hoge spanningen op het aansluitpunt van verzekerde werden veroorzaak door een combinatie van:
-
capaciteitsproblemen in het net van Liander;
-
vergroting van het vermogen van het windmolenpark;
-
de regelmatig optredende hoge windsnelheden;
-
niet tijdig aanpassen van de instelling (trapstand) van de transformator.
2. Kunt u aan de hand van de oorzaak van de hoogspanning bekijken wie verantwoordelijk is; ligt dit bij de netbeheerder Liander bij het meetbedrijf [bedrijf] of bij een ander bedrijf.
Uit ons onderzoek is gebleken dat de energieopwekking in de omgeving in 2018 en 2019 is veranderd, waardoor de netspanning in de omgeving is verhoogd. Netbeheerder Liander is verantwoordelijk voor een correcte waarde van de netspanning. (…)
4. Wat is de oorzaak van de schade?
De oorzaak van de schade is een te hoge netspanning, waardoor diverse machines en apparatuur defect zijn geraakt. Apparatuur en machines hoeven niet bestand te zijn tegen dergelijke hoge spanningen. (…)
2.23.
Bij brief van 8 april 2021 heeft [eiser] Liander gesommeerd tot betaling van de schade zoals begroot door EMN. Deze sommatie is bij brief van 15 juli 2021 herhaald. Liander heeft iedere aansprakelijkheid van de hand gewezen en zich onder meer beroepen op artikelen 8 en 21 van haar Algemene voorwaarden.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert - samengevat en na vermindering van eis - dat Liander bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, wordt veroordeeld tot betaling van € 114.874,75 in hoofdsom, buitengerechtelijke incassokosten van € 2.037,50, deskundigenkosten van € 13.244,66, de wettelijke rente over deze bedragen, en de proces- en nakosten.
3.2.
[eiser] voert daartoe het volgende aan. Primair geldt dat Liander is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit hoofde van de ATO, omdat zij elektriciteit heeft geleverd aan het aansluitpunt van [eiser] die niet voldoet aan de wettelijk vastgestelde kwaliteitsniveaus en spanningswaardes. Subsidiair geldt dat Liander door dit handelen haar zorgplicht jegens [eiser] heeft geschonden. In de periode vanaf eind 2018 hebben zich immers spanningsfluctuaties en spanningspieken voorgedaan tot 276 V (fase-nul) en 472 V (fase-fase), terwijl die waardes volgens de NEN-EN 50160 maximaal 253 V respectievelijk 440 V mogen zijn. Als gevolg hiervan zijn diverse apparaten in het bedrijf van [eiser] kapotgegaan die zij heeft moeten vervangen of (laten) herstellen. Ook is [eiser] hierdoor inkomsten gederfd, zoals begroot door EMN. Ter verkrijging van betaling buiten rechte heeft [eiser] haar vordering uit handen moeten geven. Ook heeft zij een deskundige moeten inschakelen ter vaststelling van de schade en aansprakelijkheid.
3.3.
Liander voert gemotiveerd verweer. Er is bij [eiser] sprake geweest van een storing in de leverantie van elektriciteit. Op grond van artikel 21 van de Algemene voorwaarden is zij niet aansprakelijk voor de door [eiser] geleden schade.
Zij betwist dat sprake is van een wanprestatie en/of onrechtmatige daad, schade en causaal verband. Zij stelt daartoe, kort gezegd, dat zij enkel verantwoordelijk kan worden gehouden voor de spanning die zij rechtstreeks levert op het overdrachtspunt op het 10 kV-net en niet verantwoordelijk is voor de spanning die bij [eiser] aan de secundaire zijde van de transformator wordt gemeten nadat deze transformator de geleverde spanning heeft omgezet naar laagspanning. De door Liander geleverde spanning voldeed aan de geldende wettelijke kwaliteitsvereisten, aldus Liander.
3.4.
Op de overige stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Algemene voorwaarden

De aanvaarding van de gelding van de voorwaarden
4.1.
Partijen hebben een ATO gesloten op 29 december 2010. Daarin staat in artikel 4.1 onder meer de tekst: “
Op deze overeenkomst zijn van toepassing de ‘Algemene Voorwaarden aansluiting en transport elektriciteit voor zakelijke afnemers’”. Met deze tekst heeft Liander aan [eiser] kennis gegeven dat zij die voorwaarden (ook) voor de onderhavige transportovereenkomst wenste te hanteren. Gelet op de ondertekening door [eiser] van de ATO moet het ervoor worden gehouden dat zij de verwijzingstekst heeft gelezen, althans heeft kunnen lezen. Door die ondertekening van [eiser] , zonder enig protest tegen die verwijzing naar de algemene voorwaarden van Liander, heeft [eiser] de gelding van die voorwaarden uitdrukkelijk aanvaard (artikel 6:231 onder c jo. 3:33 jo. 6:232 BW). Dat Liander, zoals [eiser] in sub 27 van haar dagvaarding aanvoert, die voorwaarden niet ter hand heeft gesteld, is voor de aanvaardingsvraag niet van betekenis. Indien [eiser] als wederpartij van Liander als gebruiker van die voorwaarden ten tijde van de ondertekening van die overeenkomst niet bekend was met de inhoud van die voorwaarden, kan dat immers geen beletsel vormen om aanvaarding aan te nemen (artikel 6:232 BW).
Vernietigbaarheid ex artikel 6:233 sub b jo. 6:234 BW
4.2.
[eiser] heeft aangevoerd dat Liander haar geen redelijke mogelijkheid heeft geboden om van de algemene voorwaarden kennis te nemen. Zij heeft daarmee een beroep gedaan op vernietigbaarheid van de algemene voorwaarden van Liander.
4.3.
In artikel 6:234 BW is bepaald dat de gebruiker van algemene voorwaarden aan de wederpartij een redelijke mogelijkheid heeft geboden om kennis te nemen van de algemene voorwaarden indien (onder meer) de gebruiker de voorwaarden overeenkomstig de in artikel 6:230 sub c BW voorziene wijze heeft verstrekt.
4.4.
Liander is als netbeheerder dienstverrichter als bedoeld in artikel 6:230 a BW. Ingevolge artikel 6: 230 b aanhef en punt 6 dient zij in voorkomend geval aan de afnemer van haar diensten haar algemene voorwaarden ter beschikking te stellen. Op grond van artikel 6:230 sub c BW, waarop Liander zich beroept (conclusie van antwoord onder randnummer 24), heeft de gebruiker van algemene voorwaarden bedoelde informatie ter beschikking gesteld indien deze voor de afnemer van haar diensten gemakkelijk elektronisch toegankelijk is op een door de dienst meegedeeld adres.
4.5.
Aan die voorwaarde is voldaan. In artikel 4 lid 3 van de ATO aan het slot wordt immers verwezen naar de website van Liander (www.liander.nl) waarop de algemene voorwaarden staan vermeld. [eiser] heeft niet gesteld dat de Algemene voorwaarden niet gemakkelijk toegankelijk zijn op het door Liander aangegeven adres. [eiser] had dus voordat zij de ATO ondertekende kennis kunnen nemen van de algemene voorwaarden van Liander. In zoverre strandt het door [eiser] gedane beroep op vernietiging van de Algemene voorwaarden.
Kunnen de artikelen 8 en 21 van de Algemene voorwaarden in het onderhavige geval tot uitsluiting of beperking van de aansprakelijkheid van Liander leiden?
4.6.
De rechtbank leest in artikel 8 van de Algemene voorwaarden geen uitsluiting of beperking van de aansprakelijkheid van Liander. In dit artikel wordt aangegeven in welke vorm de netbeheerder transportcapaciteit ter beschikking stelt aan haar klanten, waarbij verwezen wordt naar de Netcode. De vraag of Liander wat Lianders verplichtingen zijn en of ze daarin tekortgeschoten is, staat los van de vraag of Liander in het geval van tekortschieten aansprakelijk is voor de door de afnemer van die stroom geleden schade. Daarover gaat artikel 21 van de Algemene voorwaarden.
4.7.
De rechtbank wijst het beroep van [eiser] op vernietigbaarheid van artikel 8 van de Algemene voorwaarden als niet terzake doende dan ook af. Evenmin kan gezegd worden dat het beroep van Liander op dit artikel naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.
4.8.
Naar het oordeel van de rechtbank is in artikel 21 lid 1 van de Algemene voorwaarden sprake van een algehele uitsluiting van aansprakelijkheid, behoudens opzet of grove schuld. De klachten waarover het in deze procedure gaat (enerzijds te hoge spanningspieken en anderzijds te hoge en snelle spanningsvariatie) vallen naar het oordeel van de rechtbank niet onder “onderbreking of beperking van het transport” als bedoeld in de uitsluiting onder artikel 21.1 sub a, maar - zoals Liander heeft betoogd en [eiser] tevergeefs heeft bestreden - onder “storing” als bedoeld in de uitsluiting onder artikel 21.1 sub b van de Algemene voorwaarden.
4.9.
[eiser] heeft niet gesteld dat - veronderstellende wijze aangenomen dat Liander jegens [eiser] tekortgeschoten is - aan de zijde van Liander sprake is van opzet.
4.10.
[eiser] is van mening dat er sprake is van grove schuld aan de zijde van Liander. Zij stelt daartoe dat Liander, ofschoon zij bij machte was om de spanningspieken en de extreme spanningsvariaties op te lossen, willens en wetens de gevaarlijke en schadelijke situatie zo’n anderhalf jaar heeft laten voortbestaan.
4.11.
De rechtbank oordeelt als volgt. Op de dag waarop [eiser] Liander in kennis heeft gesteld van de verhoogde netspanning (7 februari 2019), heeft Liander een monteur bij [eiser] langs gestuurd. Deze monteur heeft toen de trapstand van de transformator teruggebracht naar niveau 2, waardoor de netspanning tot een aanvaardbaar niveau was teruggebracht. Liander heeft ook in maart 2019 de trapstand van de transformator aangepast. Met Liander is de rechtbank van oordeel dat Liander niet verantwoordelijk is voor de stroomspanning die bij [eiser] aan de secundaire zijde van de transformator wordt gemeten nadat deze transformator de door Liander geleverde spanning heeft omgezet naar laagspanning. Liander heeft voorts aangevoerd dat zij in totaal gedurende een periode van 6 weken heeft gemeten bij [eiser] , waarbij geen overschrijdingen van de in acht te nemen norm zijn gebleken. Anders dan [eiser] heeft gesteld, is in deze niet de NEN-EN 50160:1995 van toepassing. Op grond van artikel 8 van de Algemene voorwaarden geldt die norm voor de ‘overige gevallen’, maar daar valt [eiser] niet onder. [eiser] valt onder de tweede van de daaraan voorafgaande 5 bullets omschreven vormen van door Liander ter beschikking te stellentransportcapaciteiten. In artikel 8 lid 1 van de Algemene voorwaarden wordt verwezen naar de Netcode. Op grond van het in de Netcode onder § 7.2. artikel 7.3 lid 4 bepaalde is hier de NEN-EN 50160:2010 van toepassing, waarbij een afwijking van 10% aanvaardbaar is.
4.12.
Het feit dat Liander de oorzaak van de klachten van [eiser] niet heeft kunnen vinden, betekent niet zonder meer dat er sprake is van ernstige nalatigheid om de storing te verhelpen en dat er dus sprake zou zijn van grove schuld.
4.13.
Het mag zo zijn dat [eiser] , nadat zij in juni 2020 door Liander op een ander netwerk was aangesloten, geen last meer had van spanningspieken en extreme spanningsvariaties, maar daarmee is niet alles gezegd. Liander kan immers naar het oordeel van de rechtbank niet verweten worden dat zij niet eerder is overgegaan om [eiser] op een ander netwerk aan te sluiten. Uit bijlage 9, bladzijde 9 bij het rapport van EMN (de bijlage dateert van 24 september 2019), waarnaar [eiser] heeft verwezen, blijkt dat het netwerk waarop [eiser] is aangesloten zijn capaciteitsgrens voor de teruglevering van elektriciteit heeft bereikt alsmede dat Liander verwacht dat dit probleem op zijn vroegst eind 2020 is opgelost. Liander wijst er (op bladzijde 10 van bedoelde bijlage) in dit verband op dat de met versterking van het elektriciteitsnet gemoeide investeringen met veel partijen moeten worden afgestemd alsmede dat de uitvoeringscapaciteit van Liander en haar aannemers schaars is. Liander heeft bij gelegenheid van de mondelinge behandeling aangevoerd dat het feit dat [eiser] in juni 2020 op een ander netwerk is aangesloten niets te maken had met de problemen van [eiser] en de wens van Liander om die te verhelpen, maar dat dit is gedaan in het kader van “het totale plaatje”. [eiser] heeft dit weliswaar tegengesproken door te stellen dat de aansluiting op haar verzoek werd aangepast, maar zij heeft deze door Liander bestreden stelling niet nader geadstrueerd, zodat daaraan voorbij moet worden gegaan.
4.14.
Het door [eiser] gedane beroep op grove schuld aan de zijde van Liander wordt dan ook niet gehonoreerd.
Is artikel 21 van de Algemene voorwaarden onredelijk bezwarend?
4.15.
Anders dan [eiser] stelt, is het enkele feit dat in de algemene voorwaarden iedere aansprakelijkheid is uitgesloten, behouden opzet of grove schuld onvoldoende om te kunnen oordelen dat het hier genoemde artikel onredelijk bezwarend is.
Immers, Liander heeft met recht aangevoerd dat zij op grond van de Elektriciteitswet 1998 gehouden is om klanten te accepteren en deze klanten gelijkluidende voorwaarden aan te bieden. Voorts heeft Liander aangevoerd dat het risico dat zij loopt niet in verhouding staat tot de betaalde kosten voor de aansluiting op het elektriciteitsnet. Dit is door [eiser]
niet tegengesproken. Tot slot heeft Liander aangevoerd dat zonder gebruikmaking van deze algemene voorwaarden de dienstverlening voor haar praktisch en financieel onmogelijk wordt en dat zij zich niet kan verzekeren tegen ongelimiteerde aansprakelijkheidsrisico’s zonder een aanzienlijke stijging van haar tarieven. De rechtbank neemt dit aan. De stelling dat van Liander mag worden verwacht dat zij voor dergelijke schades verzekerd is, wordt dan ook verworpen.
Is het beroep van Liander op artikel 21 van haar algemene voorwaarden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar?
4.16.
[eiser] stelt dat gelet op de aard, ernst en omvang van de schade in relatie tot de ernstige nalatigheid van Liander om de aan haar toerekenbare tekortkomingen te herstellen, alsmede de wetenschap dat van Liander mag worden verwacht dat zij voor dergelijke schades verzekerd is, toepassing van artikel 21 van de Algemene voorwaarden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.
4.17.
De rechtbank volgt [eiser] niet in dit betoog. Veronderstellende wijze aangenomen dat Liander jegens [eiser] tekortgeschoten is, kan niet gezegd worden dat Liander jegens [eiser] ernstig nalatig is geweest om tot herstel over te gaan. De rechtbank verwijst hiervoor naar hetgeen zij heeft overwogen met betrekking tot de afwezigheid van grove schuld aan de zijde van Liander. Uit hetgeen hiervoor onder 4.15. is overwogen volgt dat [eiser] niet mocht verwachten dat Liander zich voor eventuele aansprakelijkheidsrisico’s zou verzekeren.
4.18.
Het vorenstaande betekent dat Liander zich met recht op artikel 21 van de Algemene voorwaarden heeft beroepen waardoor zij niet aansprakelijk is voor de door [eiser] gestelde schade. De rechtbank komt derhalve niet toe aan de vraag of Liander jegens [eiser] toerekenbaar tekortgeschoten is.
4.19.
Voor zover de vordering tot betaling van schadevergoeding is gebaseerd op onrechtmatige daad, is zij ook niet voor toewijzing vatbaar. Wat er van die grondslag ook zij, [eiser] kan niet aan de werking van het exoneratiebeding in haar overeenkomst met Liander ontkomen door op deze buitencontractuele grondslag vergoeding van dezelfde schade te vorderen.
Conclusie
4.20.
De vorderingen van [eiser] worden dus afgewezen.
4.21.
[eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van het geding. Voor een hoofdelijke veroordeling in de proceskosten en in de nakosten als door Liander is verzocht, is in deze geen plaats. Dit zou anders hebben gelegen indien naast [eiser] tevens haar vennoten de onderhavige procedure jegens Liander zouden hebben aangespannen, maar dat is niet het geval.
4.22.
Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [eiser] als volgt vastgesteld:
- griffierecht € 4.200,00
- salaris advocaat
€ 3.540,00 (2 punten x € 1.770,00)Totaal € 7.740,00
Dit bedrag zal worden vermeerderd met de wettelijke rente als hierna te melden.
4.23.
De nakosten zullen worden toegewezen als hierna zal worden vermeld.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen van [eiser] af,
5.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van Liander tot dit vonnis vastgesteld op € 7.740,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over voormeld bedrag met ingang van de veertiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling, indien betaling binnen voormelde termijn achterwege blijft,
5.3.
veroordeelt [eiser] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen met € 85,00 aan salaris advocaat en met de explootkosten als [eiser] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden,
5.4.
verklaart dit vonnis voor wat betreft de proceskosten en de nakosten uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.J. Meijer en in het openbaar uitgesproken op 28 december 2022.