ECLI:NL:RBGEL:2022:7112

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
13 december 2022
Publicatiedatum
20 december 2022
Zaaknummer
10153658
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot voorlopig getuigenverhoor wegens onvoldoende duidelijkheid over de vordering en te bewijzen feiten

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 13 december 2022 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van een verzoeker die in persoon procedeerde. Het verzoek betrof een voorlopig getuigenverhoor, waarbij de verzoeker meer dan 28 getuigen wilde horen, waaronder een wethouder, (oud) burgemeesters, rechters, een staatssecretaris, medewerkers van de politie, een hoofdofficier en een directeur van de belastingdienst. De verzoeker stelde dat hij duidelijkheid wilde verkrijgen over de rechtsgronden waarop zijn rechten mogelijk werden ontnomen, en dat hij vreesde voor schending van de mensenrechten en feitelijk onrechtmatig handelen.

De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de verzoeker onvoldoende duidelijkheid heeft gegeven over de aard van zijn vordering en welke feiten en rechten hij wilde bewijzen. Het verzoek werd als onvoldoende concreet en strijdig met een goede procesorde beschouwd. De kantonrechter heeft het verzoek afgewezen en de verzoeker in de proceskosten veroordeeld, die aan de kant van de gemeenten op nihil zijn vastgesteld.

De beschikking is openbaar uitgesproken door de kantonrechter mr. S.S. van Nijen, die de zaak heeft behandeld. De procedure was eerder verwezen van de rechtbank Oost-Brabant naar de rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, waar deze beschikking is gegeven.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaakgegevens 10153658 \ AZ VERZ 22-42 \ 44456 \ 40141
uitspraak van 13 december 2022
beschikking
in de zaak van
[verzoeker]
wonende te [woonplaats]
verzoekende partij
procederend in persoon
en

1.de overheidsinstelling de gemeente Land van Cuijk

gevestigd te Cuijk
niet verschenen

2. de overheidsinstelling de gemeente West Maas en Waal

gevestigd te Beneden-Leeuwen
niet verschenen

3. de overheidsinstelling de gemeente Druten

gevestigd te Druten
vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger verweerster sub 3]

4. de overheidsinstelling de gemeente Beuningen

gevestigd te Beuningen Gld
vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger verweerster sub 4]
verwerende partijen
Partijen worden hierna [verzoeker] en de gemeenten genoemd.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit de beschikking van de kantonrechter van de rechtbank Oost-Brabant van 13 oktober 2022. In die beschikking heeft de kantonrechter zich onbevoegd verklaard van het verzoekschrift kennis te nemen en de zaak verwezen naar de rechtbank Gelderland, locatie Arnhem.

2.De verdere beoordeling

2.1.
Het verzoek van [verzoeker] zal worden afgewezen. [verzoeker] heeft onvoldoende duidelijk gemaakt wat de aard van zijn vordering is en welke feiten en rechten hij wil bewijzen.
2.2.
[verzoeker] wil meer dan 28 getuigen horen, onder andere een wethouder, (oud) burgemeesters, rechters, een staatssecretaris, medewerkers van de politie, een hoofdofficier en een directeur van de belastingdienst. In zijn 18 pagina’s tellende verzoekschrift geeft hij op lastig te volgen wijze aan dat hij het voorlopig getuigenverhoor wil houden in verband met “
het mogelijk uitroepen of anders gezegd het afkondigen, of anders gezegd, er een noodbevel op de verzoeker rust of ruste.” Daarnaast geeft hij aan dat het doel van het te starten voorlopig getuigenverhoor is “
duidelijkheid te verkrijgen op welk gebied en op welke rechtsgronden de verzoeker zijn rechten worden ontnomen, alles wijst nu op een onrechtmatige daad, het schenden van de Rechten van de Mens, het psychisch martelen van de verzoeker als gevolg van het feitelijk handelen. Duidelijkheid te verkrijgen wat de achterliggende gronde zijn voor deze handelingen. Mogelijk wordt hier de rechten van de mens geschonden of gronde van een onterecht uitgeroepen noodbevel of wordt op een ander wetsartikel de verzoeker zijn rechten ontnomen, hierin zal duidelijkheid moeten komen, dit zou duiden op feitelijk onrechtmatig handelen, een onrechtmatige daad.” Het verzoek is, omdat het onvoldoende concreet is, strijdig met een goede procesorde.
2.3.
[verzoeker] wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten dragen.

3.De beslissing

De kantonrechter,
3.1.
wijst het verzoek af;
3.2.
veroordeelt [verzoeker] in de proceskosten, tot deze uitspraak aan de kant van de gemeenten vastgesteld op nihil aan salaris voor de gemachtigde.
Deze beschikking is gegeven door de kantonrechter mr. S.S. van Nijen en in het openbaar uitgesproken op 13 december 2022.