ECLI:NL:RBGEL:2022:7056

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht

Zittingsplaats Arnhem

Parketnummer: 05/037019-22; 05/068749-20 (gev.ttz); 05/235362-20 (gev.ttz); 21/004961-17 (tul).

Datum uitspraak : 14 december 2022

Tegenspraak

vonnis van de meervoudige kamer

in de zaken van

de officier van justitie

tegen

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] 1980 in [plaats] ,

wonende aan de [adres] in [plaats] ,

op dit moment gedetineerd in de P.I. Achterhoek Gevangenis in Zutphen.

Raadsvrouw: mr. M.J.R. Roethof, advocaat in Arnhem.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na een wijziging tenlastelegging, ten laste gelegd dat:

Parketnummer 05/037019-22

hij in of omstreeks de periode van 1 augustus 2021 tot en met 4 februari 2022, althans op of omstreeks 4 februari 2022 te [plaats] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk (in een pand/woning gelegen aan [adres] te [plaats] ) heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd,

(telkens)

een hoeveelheid van (een) materiaal bevattende amfetamine en/of methamfetamine (crystal meth), zijnde amfetamine en/of methamfetamine (crystal meth) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid

van artikel 3a van die wet;

subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

[medeverdachte] en/of een of meer onbekend gebleven personen, in elk geval een ander dan

(telkens)

van artikel 3a van die wet, tot en/of bij het plegen van voorgenoemd misdrijf verdachte,

tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in of omstreeks de periode van 1 augustus 2021 tot en met 4 februari 2022, althans op of omstreeks 4 februari 2022 te [plaats] , althans in Nederland,

opzettelijk gelegenheid en/of middelen heeft verschaft en/of behulpzaam is geweest, door opzettelijk aan die [medeverdachte] en/of een of meer onbekend gebleven personen het

pand gelegen aan [adres] ter beschikking te stellen;

hij in of omstreeks de periode van 1 augustus 2021 tot en met 4 februari 2022, althans op of omstreeks 4 februari 2022 te [plaats] ,

althans in Nederland,

tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad (in totaal) (ongeveer) 26 liter aan methamfetamine-olie, in elk geval een

(grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende methamfetamine, zijnde methamfetamine (in ieder geval) (telkens) een middel bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

[medeverdachte] en/of een of meer onbekend gebleven personen, in elk geval een ander dan verdachte, in of omstreeks de periode van 1 augustus 2021 tot en met 4 februari

2022, althans op of omstreeks 4 februari 2022 te [plaats] , althans in

Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,

opzettelijk aanwezig heeft gehad (in totaal) (ongeveer) 26 liter aan methamfetamine-olie, in elk geval een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende

methamfetamine, zijnde methamfetamine (in ieder geval) (telkens) een middel bedoeld

in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet tot en/of bij het plegen van voorgenoemd misdrijf verdachte,

behulpzaam is geweest, door opzettelijk aan die Navarro en/of een of meer onbekend gebleven personen het pand gelegen aan [adres] ter beschikking te stellen;

hij in of omstreeks de periode van 1 augustus 2021 tot en met 4 februari 2022, althans op of omstreeks 4 februari 2022 te [plaats] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen,

te weten

- het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of

vervoeren, en/of

- het opzettelijk vervaardigen van methamfetamine en/of amfetamine, in elk geval een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet door een (grote) hoeveelheid (vloei)stoffen en/of materialen onder meer

- ( ongeveer) 26 liter methamfetamine olie en/of

- een of meer tafelweegscha(a)len en/of

- een of meer jerrycan(s )en/of

- een of meer kunstofbak(jes) (met deksel) en/of

- een of meer klemdeselvat(en) en/of

- een of meer gelaatsmasker(s) met filterbus en/of

- een of meer filerbus(sen) en/of

- een ph-meter en/of

- een of meer kunststof waterkoppeling(en) en/of

- een of meer (gebruikte) centrifuge(s) en/of

- een of meer emmer(s) en/of

- een of meer (vervuilde) maatbeker(s) en/of

- een of meer trechter(s) en/of

- een of meer speciekuip(en) (van 90 liter) en/of

- een diepvries en/of

- een of meer kookpannen (met residu methamfetamine) en/of

- een of meer kookpla(a)ten en/of

- ( ongeveer) 11 liter zoutzuur en/of

- ( ongeveer) 40 liter aceton en/of

- ( ongeveer) 12 kilogram caustic soda en/of

- ( ongeveer) 68 liter tuoleen (methylbenzeen) en/of

- ( ongeveer) 30,7 kilogram tetramisol en/of

- ( ongeveer) 2,5 kilogram wijsteenzuur en/of

- ( ongeveer) 1 kilogram benzocaine,

subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

[medeverdachte] en/of een of meer onbekend gebleven personen, in elk geval een ander dan verdachte, in of omstreeks de periode van 1 augustus 2021 tot en met 4 februari

2022, althans op of omstreeks 4 februari 2022 te [plaats] , althans in Nederland,

tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen,

te weten

- het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen,

afleveren, verstrekken en/of vervoeren, en/of

- het opzettelijk vervaardigen van methamfetamine en/of amfetamine, in elk geval een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen

krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet door een (grote) hoeveelheid (vloei)stoffen en/of materialen onder meer

- ( ongeveer) 26 liter methamfetamine olie en/of

- een of meer tafelweegscha(a)len en/of

- een of meer jerrycan(s )en/of

- een of meer kunstofbak(jes) (met deksel) en/of

- een of meer klemdeselvat(en) en/of

- een of meer gelaatsmasker(s) met filterbus en/of

- een of meer filerbus(sen) en/of

- een ph -meter en/of

- een of meer kunststof waterkoppeling(en) en/of

- een of meer (gebruikte) centrifuge(s) en/of

- een of meer emmer(s) en/of

- een of meer (vervuilde) maatbeker(s) en/of

- een of meer trechter(s) en/of

- een of meer speciekuip(en) (van 90 liter) en/of

- een diepvries en/of

- een of meer kookpannen (met residu methamfetamine) en/of

- een of meer kookpla(a)ten en/of

- ( ongeveer) 11 liter zoutzuur en/of

- ( ongeveer) 40 liter aceton en/of

- ( ongeveer) 12 kilogram caustic soda en/of

- ( ongeveer) 68 liter trioleen (methylbenzeen) en/of

- ( ongeveer) 30,7 kilogram tetramisol en/of

- ( ongeveer) 2,5 kilogram wijsteenzuur en/of

- ( ongeveer) 1 kilogram benzocaine,

(in elk geval) voorwerpen, vervoermiddelen en/of stoffen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s), wist (en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tol het plegen van dat/die feit(en) tot en/of bij het plegen van voorgenoemd misdrijf verdachte, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in of omstreeks de periode van 1 augustus 2021 tot en met 4 februari 2022, althans op of omstreeks 4 februari 2022 te [plaats] , althans in Nederland, opzettelijk gelegenheid en/of middelen heeft verschaft en/of behulpzaam is geweest, door opzettelijk

aan die [medeverdachte] en/of een of meer onbekend gebleven personen het pand gelegen aan [adres] ter beschikking te stellen;

Parketnummer 05/068749-20

hij op of omstreeks 16 maart 2020 te [plaats]

een mobiele telefoon, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander

toebehoorde, te weten aan de MediaMarkt, heeft weggenomen

met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;

Parketnummer 05/235362-20

hij op of omstreeks 18 september 2020 te [plaats]

een of meerdere levensmiddelen en/of winkelgoederen met een totaalwaarde van

(ongeveer) 90,13 euro, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander

toebehoorde, te weten aan Albert Heijn, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;

hij op of omstreeks 18 september 2020 te [plaats] opzettelijk aanwezig heeft gehad

ongeveer 1000 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal

bevattende methamfetamine, zijnde methamfetamine

een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Het standpunt van de officier van justitie

Ten aanzien van het parketnummer 05/037019-22 heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat verdachte ten aanzien van de onder 1, 2 en 3 primair ten laste gelegde feiten dient te worden vrijgesproken nu niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van deze feiten.

Ten aanzien van de onder 1, 2 en 3 subsidiair ten laste gelegde feiten heeft de officier van justitie tot een bewezenverklaring gerekwireerd. Daartoe is ten aanzien van alle drie de feiten aangevoerd dat verdachte medeplichtig is geweest aan de productie van synthetische drugs en de strafbare voorbereidingshandelingen hiervan. De officier van justitie heeft hierbij aangegeven dat een periode van 5 maanden bewezen kan worden verklaard, te weten vanaf het moment dat verdachte uit detentie kwam in 2021.

Ten aanzien van het parketnummer 05/068749-20 heeft de officier van justitie tot een bewezenverklaring van de diefstal gerekwireerd.

Ten aanzien van het parketnummer 05/235362-20 heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat feit 1 wettig en overtuigend kan worden bewezen. Ten aanzien van feit 2 heeft de officier van justitie tot vrijspraak gerekwireerd nu niet is onderzocht of de bij verdachte in een plastic bak aangetroffen witte kristallen verdovende middelen zijn.

Het standpunt van de verdediging

Ten aanzien van het parketnummer 05/037019-22 heeft de raadsvrouw integrale vrijspraak bepleit. Daartoe is aangevoerd dat niet is gebleken dat verdachte nog woonachtig was in de woning aan [adres] op het moment van het aantreffen van het drugslab en evenmin dat verdachte weet heeft gehad of betrokken is geweest bij het in de woning aangetroffen drugslab. De verdediging heeft verder bepleit dat de huurovereenkomst niet voor het bewijs kan worden gebruikt zolang medeverdachte [medeverdachte] zich op zijn verschoningsrecht beroept.

Ten aanzien van het parketnummer 05/068749-20 heeft de raadsvrouw geen verweer gevoerd.

Ten aanzien van het parketnummer 05/235362-20 heeft de raadsvrouw geen verweer gevoerd met betrekking tot de onder 1 ten laste gelegde diefstal. Ten aanzien van feit 2 heeft zij bepleit dat verdachte hiervan dient te worden vrijgesproken bij gebrek aan bewijs.

De beoordeling door de rechtbank

Parketnummer 05/037019-22^[1]

Feiten 1, 2 en 3

De rechtbank zal deze feiten integraal behandelen gelet op de onderlinge samenhang.

Algemene overwegingen

Op 4 februari 2022 heeft de politie de woning aan [adres] te [plaats] betreden. Op de begane grond troffen zij onder meer plastic zakken, een weegschaal en een warmhoudplaat aan. Op de vloer in de gang lag een plakkerige gekristalliseerde substantie en in de keuken stonden emmers met daarop ‘MSN’ geschreven. Op de bar in de keuken lag een zak met een witte substantie er in. Op de zolderkamer troffen zij onder meer aan een plastic bak met maatbekers, bakjes en doekjes. In de maatbekers was een kristalvorming te zien. De kasten in de ruimte waren gevuld met verschillende bakjes en er lagen volgelaatsgasmaskers. Onder de tafels stonden verschillende maten kookpannen, welke aan de kleur te zien zeker gebruikt zijn. Er hingen verschillende koolstoffilters aan het plafond die ervoor zorgen dat de lucht wordt gezuiverd. Deze koolstoffilters waren aangesloten met een slakkenhuis en zorgde voor de afvoer via het dak. Verder stonden er diverse blauwe tonnen en een vrieskist op de zolder.^[2]

De situatie in de woning wordt verder als volgt omschreven. Bij het binnentreden van de woning hangt er een chemische lucht die door de hele woning te ruiken is. Opgemerkt wordt dat het onwaarschijnlijk is om in deze woning te verblijven, zonder weet te hebben van hetgeen zich in de woning en met name op de zolder heeft afgespeeld met betrekking tot het vervaardigen van synthetische drugs. De lucht en de stoffen die werden aangetroffen op alle plaatsen in de woning wijzen hierop. Door de hele woning worden goederen aangetroffen die te maken hebben met het productieproces van synthetische drugs. Zo werden op de eerste verdieping in een kledingkast gezichtsmaskers aangetroffen en in de keuken stonden emmers met stoffen die gebruikt worden bij het productieproces. Via een open trap vanaf de eerste verdieping was de toegang naar de zolder waar het verdere productieproces voor het vervaardigen van synthetische drugs plaatsvond.^[3]

In het proces-verbaal van bevindingen van de Landelijke Faciliteit Ontmantelen (hierna: LFO) is de situatie in de woning eveneens beschreven. Het LFO concludeert dat, gelet op het verspreid door de woning aantreffen van verschillende chemicaliën en versnijdingsmiddelen, de ruimte voor langere tijd in gebruik was voor het bewerken/verwerken van verdovende middelen. Uit de inventarisatielijst van het LFO volgt dat de volgende materialen/goederen werden aangetroffen in de woning: 2 tafelweegschalen, 3 jerrycans, 11 kunststofbakjes, een klemdekselvat, 2 volgelaatsmaskers met filerbus, een ph-meter, kunststof waterkoppelingen, 2 gebruikte centrifuges, 4 emmers, maatbekers, trechters, 2 speciekuipen van 90 liter, een vrieskist, 3 kookpannen, kookplaten, 11 liter zoutzuur, 40 liter aceton, circa 12 kilogram caustic soda, 68 liter methylbenzeen, 30,7 kilogram tetramisol, 2,5 kilogram wijnsteenzuur en 1 kilo benzocaine.^[4]

Het LFO heeft monsters genomen en deze monsternames zijn onderzocht met o.a. de volgende resultaten:

ca 15 liter donkerbruine vloeistof > bevat metamfetamine (in een mengsel van water, aceton en tolueen);
ca 5 liter bruine vloeistof > bevat metamfetamine (in een mengsel van water, aceton en tolueen);
ca 4 liter bruine vloeistof > bevat metamfetamine (in een mengsel van water en aceton);
ca 4 liter gele vloeistof > bevat metamfetamine (in tolueen);
ca 7 liter kleurloze vloeistof > bevat metamfetamine (in een waterige vloeistof);

In het onderzoeksmateriaal is metamfetamine aangetoond. Metamfetamine en zouten van metamfetamine - zoals metamfetamine HCI - zijn vermeld op lijst I van de Opiumwet.^[5]

Door het LFO is geconcludeerd dat: “
gezien de algehele situatie in de woning en vooral het volume van de voornoemde vervuilde en met restanten metamfetamine-HCL besmette gebruiksvoorwerpen is er minimaal een keer ter plaatse een hoeveelheid van zeker enkele kilo’s maar vermoedelijk circa 16 kilo metamfetamine-HCL vervaardigd.”^[6]

Gelet op het voorgaande concludeert de rechtbank dat er in de woning aan [adres] te [plaats] synthetische drugs (methamfetamine) werden geproduceerd en dat dit drugslab minimaal één keer eerder is gebruikt voor de productie van synthetische drugs. Verder concludeert de rechtbank dat er in ieder geval 26 liter aan methamfetamine-olie in de woning aanwezig was.

Wat betreft de rol van verdachte bij dit drugslab overweegt de rechtbank als volgt.

Rol van verdachte

Op 4 februari 2022 rond 20.10 uur stonden verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 1] voor voornoemde woning aan [adres] . Er meldde zich een man bij verbalisant [verbalisant 1] die vroeg wat er was gebeurd. Op de vraag waarom hij dat wilde weten zei de man “
omdat ik hier woon. Dit is mijn huis.” Deze man was verdachte [verdachte] . Verbalisant [verbalisant 1] hoorde dat [verdachte] zei dat hij de woning huurde van een vriend genaamd [medeverdachte] .^[7]

In het dossier bevindt zich verder een ongedateerde huurovereenkomst met betrekking tot de woning [adres] te [plaats] , gesloten en ondertekend door verdachte, als huurder, en de eigenaar van de woning, [medeverdachte] , als verhuurder^[8]. Verdachte heeft verklaard dat de handtekening onder de huurovereenkomst van hem afkomstig is. Verdachte heeft verder verklaard dat hij de woning in juni 2021 huurde en dat hij de huur niet op enig moment heeft opgezegd.^[9]

Er heeft DNA-onderzoek plaatsgevonden waarbij het DNA-profiel van verdachte is vergeleken met DNA-profielen verkregen van het sporenmateriaal. Op de drinkopening van een drinkflesje aangetroffen in slaapkamer 1, is een DNA-mengprofiel aangetroffen, afkomstig van celmateriaal van minimaal twee donoren, van wie zeker één man. Er is een DNA-hoofdprofiel afgeleid van een man. Als mogelijke donor van dit DNA-hoofdprofiel is verdachte genoemd; de frequentie van het DNA-hoofdprofiel is kleiner dan één op één miljard. Op een tandenborstel aangetroffen in de badkamer, is een DNA-profiel aangetroffen van een man. De gehele borstelkop is rondom bemonsterd. Als mogelijke donor van dit DNA-profiel is verdachte genoemd; de frequentie van het DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard.

Op één sigarettenpeuk aangetroffen in de keuken is op twee plaatsen een DNA-profiel aangetroffen van een man. Als mogelijke donor hiervan is steeds verdachte genoemd; de frequentie van het DNA-profiel is steeds kleiner dan één op één miljard. Op een andere sigarettenpeuk, ook aangetroffen in de keuken, is op twee plaatsen een DNA-profiel aangetroffen. Als mogelijke donor van het DNA-profiel AAPP4948NL#02 is verdachte genoemd; de frequentie van het DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard.^[10]

De rechtbank stelt vast dat het NFI heeft gerapporteerd dat het celmateriaal op de drinkopening van het drinkflesje, de borstelkop van de tandenborstel en de sigarettenpeuken afkomstig kan zijn van verdachte, waarbij de matchkans van het DNA-profiel telkens kleiner is dan één op één miljard. De rechtbank concludeert op basis hiervan dat verdachte donor is van de genoemde DNA-profielen.

Getuige [getuige] is woonachtig aan [adres] te [plaats] . Hij heeft verklaard dat de woning op nummer [adres] is verbouwd. Dit gebeurde een half jaar tot een jaar geleden. Hierna was het zolderraampje van de woning dicht en hingen er camera’s aan de voor- en achterzijde van de woning.^[11]

Verdachte heeft aangevoerd dat hij geen weet had van de productie van methamfetamine in de woning aan [adres] te [plaats] , omdat hij hier alleen in juni 2021 heeft gewoond. In juli 2021 is hij gedetineerd geraakt. Na zijn detentie is hij alleen kort terug geweest in de woning om zijn spullen op te halen. Toen hij daar woonachtig was, huurde hij een kamer, niet de hele woning, en had hij geen weet van wat er verder in de woning gebeurde. Hij verbleef het grootste deel van de tijd bij zijn vriendin in [plaats] .

Medeplegen ten aanzien van de feiten 1, 2 en 3?

De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard als is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een bewuste en nauwe samenwerking. Ook als het ten laste gelegde medeplegen in de kern niet bestaat uit een gezamenlijke uitvoering tijdens het begaan van het strafbaar feit, maar uit gedragingen die doorgaans met medeplichtigheid in verband plegen te worden gebracht, kan sprake zijn van de voor medeplegen vereiste bewuste en nauwe samenwerking. De materiële en/of intellectuele bijdrage van de verdachte aan het strafbaar feit zal dan van voldoende gewicht moeten zijn. Bij de beoordeling of daaraan is voldaan, kan rekening worden gehouden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip.

De rechtbank overweegt het volgende. Verdachte heeft op 4 februari 2022 tegen de politie verklaard dat hij in de woning aan [adres] te [plaats] woont en dat het zijn huis is. Verder is op verschillende plekken in de woning DNA van verdachte aangetroffen en heeft hij verklaard dat hij een huurovereenkomst voor de woning heeft ondertekend en dat hij hier in juni 2021 is gaan wonen. De rechtbank merkt ten aanzien van de huurovereenkomst op dat reeds gelet op het feit dat verdachte ter zitting heeft verklaard dat zijn “krabbel” onder deze huurovereenkomst staat, er geen reden is deze huurovereenkomst uit te sluiten van het bewijs zoals door de verdediging bepleit. De rechtbank stelt op basis van de voorgaande bewijsmiddelen vast dat verdachte vanaf in ieder geval juni 2021 woonachtig is geweest in de woning aan [adres] en dat hij hier ten tijde van de ontdekken van het drugslab, in februari 2022, nog woonde. Zijn later afgelegde verklaring dat hij er alleen woonde in de maand juni 2021 en dat hij toen alleen een kamer huurde, acht de rechtbank niet geloofwaardig gelet op wat verdachte direct na het aantreffen van drugslab heeft gezegd tegen een agent die voor de woning stond, gelet op de huurovereenkomst die de gehele woning betreft en het feit dat DNA van verdachte is aangetroffen op verschillende spullen die op verschillende plekken in de woning is gevonden.

Door getuige [getuige] is verklaard dat de woning een half jaar tot een jaar geleden is verbouwd, waarna het zolderraam dicht zat en er camera’s hingen. De rechtbank concludeert op basis hiervan dat ergens in de periode tussen juni 2021 en februari 2022 de productie van de synthetische drugs (methamfetamine) op de zolder heeft plaatsgevonden. De rechtbank stelt verder vast dat de desbetreffende woning geheel was ingericht voor de productie van methamfetamine. De materialen voor de productie van de drugs lagen door de gehele woning verspreid en de chemische lucht was overal in de woning te ruiken. De rechtbank stelt, gelet op het voorgaande, vast dat het onmogelijk is om in de woning te wonen zonder weet te hebben van de productie van synthetische drugs.

Op basis van het voorgaande stelt de rechtbank vast dat het drugslab in werking is geweest vanaf het moment dat de woning is verbouwd (waarna het zolderraam dicht zat), volgens getuige [getuige] een half jaar tot een jaar geleden, en dus gedurende de tenlastegelegde periode van 1 augustus 2021 tot en met 4 februari 2022. Dit alleen is echter niet voldoende voor het bewijs voor medeplegen. De voor medeplegen vereiste voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de onbekend gebleven personen bij het bereiden en vervaardigen van methamfetamine komt op grond van het voorgaande niet vast te staan. Uit het dossier kan niet worden opgemaakt dat verdachte zelf betrokken is geweest bij het bereiden en vervaardigen van de methamfetamine. Zo is er geen DNA van verdachte aangetroffen op drugsgerelateerde goederen, zoals handschoenen of volgelaatsmaskers. Op deze goederen is wel DNA aangetroffen, maar dit was niet aan verdachte te linken. Niet is gebleken van een gezamenlijke uitvoering tussen verdachte en de onbekend gebleven personen. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van de onder 1, 2 en 3 primair ten laste gelegde feiten.

Medeplichtigheid ten aanzien van de feiten 1, 2 en 3

Dit ligt anders ten aanzien van de medeplichtigheid. Al met al is de rechtbank van oordeel dat verdachte opzet heeft gehad op het exploiteren van een productieplaats voor het bereiden en vervaardigen van synthetische drugs. Verdachte heeft daartoe opzettelijk gelegenheid verschaft. Uit voornoemde feiten en omstandigheden concludeert de rechtbank dat verdachte wetenschap moet hebben gehad van het feit dat personen in de woning aan [adres] te [plaats] zich bezighielden met het bereiden en vervaardigen van synthetische drugs. Van aanwijzingen voor het tegendeel is de rechtbank niet gebleken. Door de woning die hij huurde ter beschikking te stellen voor de productie van synthetische drugs heeft verdachte aldus de onbekend gebleven personen de gelegenheid verschaft methamfetamine te produceren. Het verweer van de verdediging dat niet is gebleken dat verdachte op [adres] te [plaats] woonachtig was, wordt op basis van het voorgaande verworpen. De rechtbank acht daarom het onder 1, 2 en 3 subsidiair tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen.

Parketnummer 05/068749-20^[12]

Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.

Bewijsmiddelen:

- het proces-verbaal van aangifte van [aangever] namens [bedrijf] , p. 10 – 15;

- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 30 november 2022.

De rechtbank acht op grond van voornoemde bewijsmiddelen de diefstal bewezen.

Parketnummer 05/235362-20^[13]

Feit 1

Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.

Bewijsmiddelen:

- het proces-verbaal van aangifte van [aangever] namens [bedrijf] , p. 4 – 6;

- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 30 november 2022.

De rechtbank acht op grond van voornoemde bewijsmiddelen de diefstal bewezen.

Feit 2

Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat er op 18 september 2020 verdovende middelen bij verdachte zijn aangetroffen. Hij zal daarom van dit feit worden vrijgesproken.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de subsidiair ten laste gelegde feiten met het parketnummer 05/037019-22 heeft begaan en dat hij de ten laste gelegde feiten met de parketnummers 05/068749-20 en 05/235362-20, onder feit 1, heeft begaan, te weten dat:

Parketnummer 05/037019-22

[medeverdachte] en/ofeen of meer onbekend gebleven personen, in elk geval een ander dan

verdachte, in
of omstreeksde periode van 1 augustus 2021 tot en met 4 februari 2022,
althans op of omstreeks 4 februari 2022 te [plaats] ,tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen, (in een
pand/woning gelegen aan [adres] te [plaats]
)heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt
en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerden/of vervaardigd, (telkens) een hoeveelheid van (een) materiaal bevattende amfetamine en/of methamfetamine (crystal meth), zijnde amfetamine en/of methamfetamine (crystal meth) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, tot en/of bij het plegen van voorgenoemd misdrijf verdachte,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen,in of omstreeks de periode van 1 augustus 2021 tot en met 4 februari 2022,
althans op of omstreeks 4 februari 2022 te [plaats] , althans in Nederland,

opzettelijk gelegenheid en/of middelen heeft verschaft en/of behulpzaam is geweest, door opzettelijk aan die
[medeverdachte] en/ofeen of meer onbekend gebleven personen het

pand gelegen aan [adres] ter beschikking te stellen;

[medeverdachte] en/ofeen of meer onbekend gebleven personen,
in elk geval een ander dan verdachte,in
of omstreeksde periode van 1 augustus 2021 tot en met 4 februari

2022,
althans op of omstreeks 4 februari 2022 te [plaats] , althans in

Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen,

opzettelijk aanwezig heeft gehad (in totaal) (ongeveer) 26 liter aan methamfetamine-olie, in elk geval een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende

methamfetamine, zijnde methamfetamine (in ieder geval) (telkens) een middel bedoeld

in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet tot en/of bij het plegen van voorgenoemd misdrijf verdachte,

tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen,in of omstreeks de periode van 1 augustus 2021 tot en met 4 februari 2022,
althans op of omstreeks 4 februari 2022 te [plaats] , althans in Nederland,opzettelijk gelegenheid en/of middelen heeft verschaft en/of

behulpzaam is geweest, door opzettelijk aan die
[medeverdachte] en/ofeen of meer onbekend gebleven personen het pand gelegen aan de [adres] ter beschikking te stellen;

[medeverdachte] en/ofeen of meer onbekend gebleven personen,
in elk geval een ander dan verdachte,in of omstreeks de periode van 1 augustus 2021 tot en met 4 februari 2022,
althans op of omstreeks 4 februari 2022 te [plaats] , althans in Nederland,tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen,om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen, te weten

- het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren, en
/of

- het opzettelijk vervaardigen van methamfetamine en/of amfetamine, in elk geval een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen

krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet door een (grote) hoeveelheid (vloei)stoffen en/of materialen onder meer

- ( ongeveer) 26 liter methamfetamine olie en
/of

- een of meer tafelweegscha(a)len en
/of

- een of meer jerrycan(s )en
/of

- een of meer kunstofbak(jes) (met deksel) en
/of

- een of meer klemdeselvat(en) en
/of

- een of meer gelaatsmasker(s) met filterbus en
/of

- een of meer filterbus(sen) en/of

- een ph -meter en
/of

- een of meer kunststof waterkoppeling(en) en
/of

- een of meer (gebruikte) centrifuge(s) en
/of

- een of meer emmer(s) en
/of

- een of meer (vervuilde) maatbeker(s) en
/of

- een of meer trechter(s) en
/of

- een of meer speciekuip(en) (van 90 liter) en
/of

- een diepvries en
/of

- een of meer kookpannen (met residu methamfetamine) en
/of

- een of meer kookpla(a)ten en
/of

- ( ongeveer) 11 liter zoutzuur en
/of

- ( ongeveer) 40 liter aceton en
/of

- ( ongeveer) 12 kilogram caustic soda en
/of

- ( ongeveer) 68 liter trioleen (methylbenzeen) en
/of

- ( ongeveer) 30,7 kilogram tetramisol en
/of

- ( ongeveer) 2,5 kilogram wijsteenzuur en
/of

- ( ongeveer) 1 kilogram benzocaine,

(in elk geval) voorwerpen, vervoermiddelen en
/ofstoffen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte en
/ofzijn mededader(s), wist (en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tol het plegen van dat/die feit(en) tot en/of bij het plegen van voorgenoemd misdrijf verdachte,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,in of omstreeks de periode van 1 augustus 2021 tot en met 4 februari 2022,
althans op of omstreeks 4 februari 2022 te [plaats] , althans in Nederland,opzettelijk gelegenheid en/of middelen heeft verschaft en/of behulpzaam is geweest, door opzettelijk

aan
die [medeverdachte] en/ofeen of meer onbekend gebleven personen het pand gelegen aan [adres] ter beschikking te stellen;

Parketnummer 05/068749-20

hij op
of omstreeks16 maart 2020 te [plaats] een mobiele telefoon,
in elk geval enig goed,dat geheel
of ten deleaan een ander toebehoorde, te weten aan de [bedrijf] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;

Parketnummer 05/235362-20

hij op
of omstreeks18 september 2020 te [plaats]
een ofmeerdere levensmiddelen en
/ofwinkelgoederen met een totaalwaarde van
(ongeveer)90,13 euro,
in elk geval enig goed,dat geheel
of ten deleaan een ander toebehoorde, te weten aan [bedrijf] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.

Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.

Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.

Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:

Parketnummer 05/037019-22

Feit 1

Medeplichtigheid aan het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod

Feit 2

Medeplichtigheid aan het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod

Feit 3

Medeplichtigheid aan: om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, een ander gelegenheid en middelen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen

Parketnummer 05/068749-20

Diefstal

Parketnummer 05/235362-20

Diefstal

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 20 maanden, met aftrek van de tijd die door verdachte is doorgebracht in voorlopige hechtenis.

Het standpunt van de verdediging

De raadsvrouw heeft bepleit dat bij een bewezenverklaring rekening dient te worden gehouden met de lange tijd die verdachte al in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Een straf die qua duur gelijk is aan het voorarrest is dan het meest passend. De raadsvrouw heeft eveneens bepleit dat sprake is geweest van geweld bij de aanhouding van verdachte in de zaak met het parketnummer 05/235362-20. Hierbij is verdachte zijn tand verloren. Dit toegepaste geweld dient te worden verdisconteerd in de strafmaat.

De beoordeling door de rechtbank

De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.

Verdachte is medeplichtig aan het vervaardigen van methamfetamine en het opzettelijk aanwezig hebben van methamfetamineolie. Ook is verdachte medeplichtig aan voorbereidingshandelingen als bedoeld in artikel 10a van de Opiumwet. Verdachte heeft de woning die hij huurde en waar de methamfetamine werd geproduceerd, beschikbaar gesteld voor de productie daarvan. In zijn woning zijn diverse hoeveelheden van (vloeistoffen) die methamfetamine bevatten aangetroffen en ook een grote hoeveelheid (vloei)stoffen, materialen en goederen bestemd voor de productie van methamfetamine.

Methamfetamine, ook wel crystal meth genoemd, is erg schadelijk. De drugs is zeer verslavend. Gebruik van het middel brengt zeer ernstige gezondheidsrisico’s met zich. lDe productie van dit middel is mede om die reden een zeer ernstig strafbaar feit. Bovendien zijn er ook veel uitvoeringstechnische risico’s aan een dergelijk drugslaboratorium verbonden, zoals brand- en ontploffingsgevaar en het vrijkomen van levensgevaarlijke dampen. Het door verdachte gehuurde huis staat middenin een woonwijk. De gezondheidsrisico’s voor omwonenden waren zeer groot. Ten aanzien van de afvalproducten geldt dat deze doorgaans in de natuur worden gedumpt, wat zeer schadelijk is voor de leefomgeving. Door zijn handelen heeft verdachte hieraan bijgedragen. Dat rekent de rechtbank hem aan.

Verdachte heeft zich eveneens schuldig gemaakt aan twee diefstallen. Diefstal is een hinderlijk feit dat niet alleen materiële schade veroorzaakt, maar ook de nodige hinder bij de betreffende winkeliers.

De rechtbank heeft verder acht geslagen op het uittreksel justitiële documentatie van 19 oktober 2022. Hieruit volgt dat verdachte eerder voor soortgelijke feiten (in het buitenland) is veroordeeld tot onvoorwaardelijke gevangenisstraffen. Uit het reclasseringsrapport van 21 september 2020 volgt dat verdachte niet met de reclassering in gesprek wenste te gaan.

De rechtbank heeft bij het bepalen van de straf rekening gehouden met de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) en de straffen die in vergelijkbare zaken worden opgelegd.

Gelet op het voorgaande acht de rechtbank alleen een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden. De rechtbank overweegt, mede gelet op de voornoemde oriëntatiepunten, dat een gevangenisstraf van 20 maanden onvoldoende recht doet aan de ernst van de feiten, mede erop gelet dat verdachte eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld. De rechtbank zal daarom aan verdachte een gevangenisstraf van 24 maanden opleggen. Op deze straf zal de rechtbank de dagen in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht in aftrek brengen.

Ten aanzien van de aanhouding van verdachte in de zaak met het parketnummer 05/235362-20 overweegt de rechtbank dat uit het dossier onvoldoende blijkt dat sprake is geweest van disproportioneel geweld jegens verdachte. De aanhouding van verdachte zal dan ook niet tot een andere straf leiden dan door de rechtbank is geconcludeerd.

Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8.De beoordeling van het beslag

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de in beslag genomen telefoon retour kan naar de rechthebbende.

De raadsvrouw heeft verzocht om teruggave van de telefoon van verdachte.

De rechtbank zal de teruggave van de telefoon, type Redmi (goednummer: 2688364) aan verdachte gelasten omdat geen strafvorderlijk belang zich daartegen verzet.

9.De vordering tot tenuitvoerlegging (parketnummer 21/004961-17)

Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft verdachte op 30 mei 2018 veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken.

De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat de vordering tot tenuitvoerlegging dient te worden afgewezen.

De raadsvrouw heeft bepleit dat dat de vordering tot tenuitvoerlegging dient te worden afgewezen.

De rechtbank stelt vast dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig heeft gemaakt aan een nieuw strafbaar feit en daarmee de algemene voorwaarde heeft overtreden. Gelet hierop kan de vordering tot tenuitvoerlegging in beginsel worden toegewezen. De rechtbank acht tenuitvoerlegging echter niet opportuun, omdat aan verdachte een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf wordt opgelegd. De vordering zal daarom worden afgewezen.

10.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen:

- 48, 57, 310 van het Wetboek van Strafrecht;

- 2, 10 en 10a van de Opiumwet.

11.De beslissing

De rechtbank:

 spreekt verdachte vrij van de onder parketnummer 05/037019-22 onder 1, 2 en 3 primair en onder parketnummer 05/235362-20 onder feit 2 ten laste gelegde feiten;

 verklaart bewezen dat verdachte de overige ten laste gelegde feiten, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;

 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;

 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;

 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;

 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een gevangenisstrafvoor de duur van
24 maanden;

 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;

 gelast de teruggave van de in beslag genomen telefoon (goednummer: 2688364) aan verdachte;

 wijst de vordering van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 30 mei 2018 voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van 2 weken af (parketnummer 21/004961-17).

Dit vonnis is gewezen door mr. M.P. Bos (voorzitter), mr. C.A.H. Pouwels en mr. S. Jansen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.A.M. Disberg, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 14 december 2022.

mr. M.P. Bos is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen

ECLI:NL:RBGEL:2022:7056

Medeplichtigheid aan de productie van methamfetamine en diefstal

Uitspraak

1.De inhoud van de tenlastelegging

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

3.De bewezenverklaring

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

5.De strafbaarheid van de feiten

6.De strafbaarheid van de verdachte

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

8.De beoordeling van het beslag

9.De vordering tot tenuitvoerlegging (parketnummer 21/004961-17)

10.De toegepaste wettelijke bepalingen

11.De beslissing

Voetnoten