ECLI:NL:RBGEL:2022:7055

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
16 december 2022
Publicatiedatum
19 december 2022
Zaaknummer
05.175393.22
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor ontuchtige handelingen met Shetland pony's

Op 16 december 2022 heeft de Rechtbank Gelderland in Arnhem uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 61-jarige man uit Neder-Betuwe. De man werd beschuldigd van het plegen van ontuchtige handelingen met meerdere Shetland pony's in de periode van 9 november 2021 tot en met 9 februari 2022. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan deze handelingen, waarbij hij zijn geslachtsdeel in de vagina van de pony's heeft gebracht. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden, met bijzondere voorwaarden zoals een meldplicht en ambulante behandeling. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de ernst van de feiten en de kwetsbaarheid van de dieren, en heeft benadrukt dat dergelijk gedrag maatschappelijk onacceptabel is. De verdachte heeft geen strafmaatverweer gevoerd en de rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij, die materiële schadevergoeding vorderde, toegewezen. De rechtbank heeft de verdachte verplicht om € 102,93 aan schadevergoeding te betalen aan de benadeelde partij, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 9 februari 2022.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05.175393.22
Datum uitspraak : 16 december 2022
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortejaar 1961] in [geboorteplaats] ,
wonende aan [adres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 2 december 2022.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na toewijzing van een vordering tot wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 9 november 2021 tot en met 9 februari 2022 te Dodewaard, althans in Nederland, ontuchtige handelingen heeft gepleegd met een of meerdere dieren, te weten een of meerdere (shetland) pony’s, althans paarden (eigendom van [aangever] ), immers heeft hij, verdachte, een of meerdere malen zijn handen en/of (ontblote) geslachtsdeel in de vagina van bovengenoemde (shetland) pony’s, althans paarden gebracht, althans heeft hij met zijn handen en/of (ontblote) geslachtsdeel bovengenoemde (shetland) pony’s, althans paarden rondom/op/bij de vagina aangeraakt.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [aangever] , p. 3 en 4;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 2 december 2022.
Ten aanzien van de ten laste gelegde periode acht de rechtbank bewezen dat verdachte in de periode van 1 december 2021 tot en met 9 februari 2022 ontuchtige handelingen heeft gepleegd met meerdere Shetland pony’s nu uit de aangifte blijkt dat de Shetland pony’s op een weiland stonden vanaf december 2021. Uit bovenstaande bewijsmiddelen noch uit de rest van het dossier is af te leiden dat verdachte met zijn handen in de vagina van één of meerdere Shetland pony’s is geweest dan wel dat hij één of meerdere pony’s met zijn handen rondom de vagina heeft aangeraakt. Van dit onderdeel van de tenlastelegging zal de rechtbank verdachte dan ook vrijspreken.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op
een of meertijdstippen in
of omstreeksde periode van 1 december 2021 tot en met 9 februari 2022 te Dodewaard,
althans in Nederland, ontuchtige handelingen heeft gepleegd met
een ofmeerdere dieren, te weten
een ofmeerdere (shetland)pony’s
, althans paarden(eigendom van [aangever] ), immers heeft hij, verdachte,
een ofmeerdere malen zijn
handen en/of (ontblote
)geslachtsdeel in de vagina van bovengenoemde (shetland)pony’s
, althans paardengebracht,
althans heeft hij met zijn handen en/of (ontblote) geslachtsdeel bovengenoemde (shetland) pony’s, althans paarden rondom/op/bij de vagina aangeraakt.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Met een dier ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van drie maanden met daarbij de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering, zo mogelijk met een behandeling bij therapeut [naam] , met een proeftijd van drie jaar.
Het standpunt van de verdachte
De verdachte heeft geen strafmaatverweer gevoerd.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het plegen van ontuchtige handelingen bij meerdere pony’s, door zijn penis in de vagina van de pony’s te brengen. De integriteit van dieren is een rechtens te respecteren belang en seksueel contact tussen mens en dier is in strijd met de goede zeden en is daarom ook strafbaar gesteld. Dergelijke feiten veroorzaken maatschappelijke onrust en verontwaardiging vanwege de kwetsbaarheid van dieren, die zich moeilijk kunnen verweren tegen dit soort gedrag.
Uit de justitiële documentatie van 4 november 2022 blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor een dergelijk strafbaar feit. Uit het reclasseringsrapport van 21 november 2022 blijkt dat verdachte zich na zijn aanhouding heeft gewend tot Kairos, waar hij (toen) inmiddels 12 gesprekken heeft gehad. Hier is onder andere gewerkt aan een terugvalpreventie- en signaleringsplan om recidive te voorkomen. Gezien de periode waarin verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan misbruik van dieren, het gegeven dat voorgaande hulpverleningstrajecten niet tot gedragsverandering hebben geleid en het gegeven dat verdachte zich eerder heeft onttrokken aan het gebruik van libidoremmende middelen acht de reclassering een verplicht kader op zijn plaats. De reclassering adviseert bij een veroordeling een deels voorwaardelijke straf met als bijzondere voorwaarden een meldplicht en ambulante behandeling bij Kairos of soortgelijke ambulante (forensische) zorg.
Verdachte heeft voorafgaand aan de zitting een aantal stukken bij de rechtbank ingediend, met daarin onder meer informatie over zijn behandeling bij Kairos. Daaruit blijkt dat de behandeling tot nu toe positief is verlopen. Ter zitting heeft verdachte toegelicht dat hij graag verder wil met behandeling door de heer [naam] , psychomotorisch therapeut, met wie hij (voor het eerst) een goede behandelrelatie heeft opgebouwd. Deze therapeut is echter niet langer werkzaam bij Kairos.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden met een proeftijd van drie jaren passend is. De rechtbank verbindt aan de voorwaardelijke gevangenisstraf de bijzondere voorwaarden van een meldplicht en de ambulante behandeling, zo mogelijk bij therapeut [naam] , ook al is deze nu werkzaam als particulier therapeut, nu verdachte eindelijk een therapeut heeft getroffen bij wie hij zich gehoord en geholpen voelt. De rechtbank acht oplegging van deze bijzondere voorwaarden noodzakelijk om recidive te voorkomen. Daarbij is het een stok achter de deur om niet opnieuw strafbare feiten te plegen.

8.De beoordeling van de civiele vordering

De benadeelde partij [aangever] heeft in verband met het tenlastegelegde feit een vordering tot schadevergoeding ingediend en vordert € 102,93 aan materiële schade, bestaande uit
€ 91,53 voor kosten dierenarts en € 11,40 voor reiskosten naar de dierenarts.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdachte heeft ter terechtzitting aangegeven dat hij bereid is de schade te betalen.
Overweging van de rechtbank
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank overweegt dat de schadepost niet is betwist.
Voor deze schade is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk.
Daarom is de rechtbank van oordeel dat de vordering voor wat betreft de materiële schade (tot een hoogte van € 102,93) kan worden toegewezen.
Verdachte is vanaf 9 februari 2022 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 57 en 254 van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
twee (2) maandenen bepaalt dat deze gevangenisstraf
niet ten uitvoerzal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van drie jaren niet heeft gehouden aan de volgende voorwaarden:
  • stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
  • stelt als bijzondere voorwaarden dat:
  • verdachte zich moet houden aan de aanwijzingen die Reclassering Nederland hem geeft, voor zover deze niet reeds zijn opgenomen in een andere bijzondere voorwaarde. Verdachte moet zich binnen 3 dagen volgend op het vonnis telefonisch melden bij Reclassering Nederland op het volgende telefoonnummer: [telefoonnummer] om een afspraak te maken voor een eerste gesprek. Hierna moet hij zich blijven melden, zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
  • verdachte wordt verplicht zijn medewerking te verlenen aan nadere diagnostiek en behandeling bij Kairos of een soortgelijke ambulante (forensische) zorg, zo mogelijk door behandelaar de heer [naam] , zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij verdachte zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt.
 stelt als overige voorwaarden dat:
  • verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
  • verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;
 geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van deze bijzondere voorwaarden en tot begeleiding van verdachte ten behoeve daarvan;
Vordering benadeelde partij [aangever]
  • veroordeelt verdachte in verband met het tenlastegelegde tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [aangever] van € 102,93 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 februari 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [aangever] , een bedrag te betalen van € 102,93 aan materiële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 februari 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 2 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. W. Bruins (voorzitter), mr. F.J.H. Hovens en mr. J.M. Breimer, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S.A. Teger, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 16 december 2022.
Mr. Breimer en mr. Teger zijn buiten staat dit vonnis te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant] van de politie Eenheid Oost-Nederland, district Gelderland-Zuid, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2022060325, gesloten op 19 maart 2022 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.