Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
- [slachtoffer] hebben toegevoegd aan de groepsapp “ [naam 1] ”, die voor de prostitutiewerkzaamheden werd gebruikt;
- [slachtoffer] naar de woning op het adres [adres 2] in Apeldoorn hebben gebracht, haar daar hebben laten verblijven, en dat zij die woning als werkplek voor prostitutiewerkzaamheden ter beschikking hebben gesteld;
- [slachtoffer] uitleg en/of instructies gegeven over de te verrichten prostitutiewerkzaamheden;
- contacten hebben onderhouden met (potentiële) prostitutieklanten, afspraken met hen tot stand hebben gebracht en daarbij afspraken hebben gemaakt over de aard van de prostitutiewerkzaamheden en/of de daarvoor te betalen bedragen.
3.De bewezenverklaring
of omstreeksde periode van 20 mei 2020 t/m 22 mei 2020 te
Enschede en/ofApeldoorn
en/of Almere en/of Den Haag, althans in Nederland,
een of meeranderen,
althans alleen,een ander, genaamd [slachtoffer] , geboren op [geboortejaar 2002] , (werknaam [slachtoffer] )
overgebracht,gehuisvest
of opgenomenmet het oogmerk van seksuele uitbuiting van die [slachtoffer] , terwijl die [slachtoffer] de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, en
/of
(s
)wist
(en
) en/of redelijkerwijs moest(en) vermoedendat die [slachtoffer] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die handelingen, terwijl die [slachtoffer] de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
sub 8)
heeft/hebben verdachte en
/ofhaar mededader
(s
)
/ofhaar daar naar toe gereden en
/of
/ofinstructies gegeven over de te verrichten prostitutiewerkzaamheden en
/of
/ofafspraken tot stand gebracht met (potentiële) prostitutieklanten en die [slachtoffer] en
/ofafspraken gemaakt met (potentiële) prostitutieklanten over de aard van de prostitutiewerkzaamheden en
/ofde daarvoor te betalen bedragen en
/of
en/of
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De beoordeling van de civiele vordering
- verdachte het oogmerk had het nadeel toe te brengen,
- de benadeelde partij lichamelijk letsel heeft opgelopen,
- de benadeelde partij in zijn eer of goede naam is geschaad, of
- de benadeelde partij op andere wijze in de persoon is aangetast.
- de aard en de ernst van het feit;
- de korte tijd waarin de handelingen hebben plaatsgevonden;
- het feit dat de prostitutie niet onder dwang heeft plaatsgevonden;
- de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen toewijzen.
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
- bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten 141 dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van drie jaren niet heeft gehouden aan de algemene voorwaarde dan wel verdachte zich voor het einde van de proeftijd van drie maanden niet heeft gehouden aan de navolgende bijzondere en overige voorwaarden:
- stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat:
- verdachte haar medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van haar identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- verdachte haar medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer] , een bedrag te betalen van € 162,- aan materiële schade en € 2.500,- aan smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 mei 2020 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 36 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
- bepaalt dat als de medeverdachte(n) (een deel van) het schadebedrag betaalt/betalen dat bedrag op de betalingsverplichting van verdachte in mindering wordt gebracht;
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.