1.De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 30 augustus 2019 tot en met 10 december 2019 te Hattemerbroek, gemeente Oldebroek, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad
- grote hoeveelheden (in elk geval ongeveer 15 kilogram) van een materiaal bevattende amfetamine, en/of
- grote hoeveelheden (in elk geval ongeveer 1300 XTC pillen) van een materiaal bevattende MDMA, zijnde amfetamine en/of MDMA, (telkens) een middel als bedoeld in de bij de
Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
2.
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 30 augustus 2019 tot en met 10 december 2019 te Hattemerbroek, gemeente Oldebroek, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(telkens) opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd,
- een (gebruikers)hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA, en/of
- een (gebruikers)hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine, (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3.
Primair
hij in of omstreeks de periode van 27 november 2019 tot en met 10 december 2019
te Hattemerbroek, gemeente Oldebroek, althans in Nederland,
al dan niet opzettelijk, als een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis,
professioneel vuurwerk, te weten:
- 21 stuks, althans een aantal, Cobra's 6, en/of
- 158 stuks, althans een aantal, Dumbum's 2G+, heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad in een chalet, gelegen aan de [adres 2] ;
Subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 27 november 2019 tot en met 10 december 2019
te Hattemerbroek, gemeente Oldebroek, althans in Nederland,
al dan niet opzettelijk professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten:
- 21 stuks, althans een aantal, Cobra's 6, en/of
- 158 stuks, althans een aantal, Dumbum's 2G+,
heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad in een chalet, gelegen aan de [adres 2] .
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan medeplegen van het aanwezig hebben, dealen en vervoeren van XTC-pillen/MDMA, zoals ten laste gelegd onder feit 1 en 2. Volgens de officier van justitie is er geen grond om de verklaringen van [getuige 1] uit te sluiten van het bewijs.
Voor zover het tenlastegelegde ziet op amfetamine is vrijspraak gevorderd. Voorts is bewezenverklaring geëist voor feit 3 primair.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich voor het (eenmaal) vervoeren van een gebruikershoeveelheid MDMA evenals voor feit 3 gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Voor het overige onder feit 2 alsmede voor feit 1 is vrijspraak bepleit. Daartoe is aangevoerd dat verdachte geen wetenschap had van de aanwezige drugs in de chalet en daar al geruime tijd niet meer was geweest. De DNA-match kan niet dienen als bewijs. Het getuigenverhoor van [getuige 1] is ten onrechte niet audiovisueel opgenomen, nu het hier gaat om een kwetsbare getuige. De betrouwbaarheid van zijn verklaringen kan hierdoor niet worden getoetst zodat (primair) bewijsuitsluiting moet volgen. Voorts heeft de moeder van verdachte wisselend verklaard en heeft medeverdachte
[medeverdachte] verklaard dat verdachte niets met zijn drugszaken te maken heeft gehad.
Beoordeling door de rechtbank
Feit 1 en 2
Gelet op de onderlinge samenhang zal de rechtbank de feiten 1 en 2 gezamenlijk bespreken, te beginnen met feit 2. Daarbij geldt dat elk bewijsmiddel – ook in zijn onderdelen – wordt gebruikt voor het feit waarop het gezien de inhoud kennelijk betrekking heeft.
Aantreffen verdovende middelen
Op 10 december 2019 trof de politie tijdens een doorzoeking in [adres 2] aan de [adres 2] in Hattemerbroek in een openstaande kluis een gripzak aan met een grote hoeveelheid gekleurde op XTC-lijkende pillen.Uit onderzoek van de politie en het NFI blijkt dat de pillen, in totaal ruim 1300 stuks, MDMA bevatten.
DNA-match
De politie heeft de buitenzijde van een sealbag en zich daarin bevindende gripzakjes met drugs (paars poeder), aangetroffen in voornoemde chalet, bemonsterd op sporen. Uit onderzoek van het NFI blijkt dat de bemonstering een DNA-mengprofiel bevat van minimaal 4 personen waaronder een relatief kleine hoeveelheid DNA-materiaal van verdachte.
WhatsApp-gesprekken tussen [getuige 2] , de moeder van verdachte, en verdachte
- Op 27 november 2019 stuurt zij verdachte een bericht dat ze hem uit de chalet gaat trappen omdat het een bende is en overal drugs liggen;
- Op 28 november stuurt zij verdachte een bericht dat het haar niet uitmaakt wat er achter de deur gedaan wordt maar dat zij niets meer wil zien. Geen weegschaal meer en alles wat zij ziet gaat direct de prullenbak in;
- Op 30 november 2019 stuurt zij verdachte berichten dat hij eruit gaat, dat de drugs overal voor het oprapen liggen, dat zij aangifte tegen hem gaat doen;
- Op 5 december 2019 vraagt verdachte haar of zij weet waar de weegschaal is;
- Op 7 december 2019 stuurt verdachte haar een bericht dat hij wat MDMA gaat brengen;
- Op 10 december 2019 stuurt zij berichten aan verdachte waarin zij vraagt wat zij met zijn spullen moet doen omdat zij hem en [medeverdachte] [de rechtbank begrijpt medeverdachte [medeverdachte] ] eruit wil hebben, dat zij er klaar mee is omdat zij er maar op los dealen.
WhatsApp-gesprekken tussen [getuige 2] en medeverdachte [medeverdachte]
- Op 28 november 2019 stuurt zij [medeverdachte] een bericht dat zij een gesprek met hem wil omdat zij alle drugs eruit wil hebben, ook de weegschaal;
- Op 8 december 2019 stuurt zij hem een bericht dat hij alleen maar met drugshandel bezig is.
Verklaringen
Over bovenstaand Whatsapp-gesprek van verdachte van 7 december 2019 over het wegbrengen van MDMA, heeft [getuige 2] verklaard dat voor haar duidelijk was dat verdachte aan het dealen was. De laatste drie weken voor 10 december 2019 werd verdachte meegetrokken in het verhaal van medeverdachte [medeverdachte] . Haar WhatsApp-gesprekken over drugs die zij overal in de chalet vond, gaan met name over XTC-pillen. Bij het stofzuigen sprongen de XTC-pillen uit het tapijt. [getuige 2] zag verdachte vanaf de zomer 2019 tot een paar dagen voor haar aanhouding op 10 december 2019 dagelijks in de chalet.
[getuige 3] heeft verklaard dat hij zich herkent op de foto die de politie hem heeft getoond, waarop een persoon is te zien die een kluis vasthoudt. [getuige 3] heeft verklaard dat deze foto is gemaakt toen hij en [verdachte] , de rechtbank begrijpt verdachte, de kluis ophaalden in Zwolle. Verbalisant zag dat de kluis op de foto veel overeenkomsten heeft met de kluis in de chalet waarin de XTC-pillen werden gevonden, zoals de kleur, het formaat, de zwarte ronde pootjes en de ronde knoppen.
Ter zitting van 25 november 2022 heeft verdachte verklaard dat hij in de ten laste gelegde periode geregeld in chalet [adres 2] aan de [adres 2] in Hattembroek verbleef bij zijn moeder en medeverdachte [medeverdachte] . Een (toenmalige) vriend van verdachte genaamd [getuige 3] , de rechtbank begrijpt getuige [getuige 3] , verbleef ook wel eens met hem in de chalet. Geconfronteerd met bovenstaand WhatsAppgesprek van 7 december 2019, heeft verdachte bekend dat hij die dag MDMA heeft vervoerd.
Op 14 december 20219 ontving de politie een melding van de ouders van [getuige 1] dat [getuige 1] in het bezit was XTC-pillen. [getuige 1] had tegen zijn ouders gezegd dat hij deze pillen zo’n twee maanden terug had gekregen van verdachte en van hem moest verkopen.Uit onderzoek van de politie en het NFI blijkt dat de in beslag genomen pillen, in totaal 86 stuks, MDMA bevatten.Op 14 december 2019 heeft de politie bij hem thuis met hem en zijn ouders gesproken. Op 18 december 2019 is hij op het politiebureau en in aanwezigheid van zijn ouders als getuige gehoord.
Betrouwbaarheid van de verklaringen van [getuige 1]
Vaststaat dat de verklaringen die [getuige 1] , destijds 17 jaar, op 18 december 2019 als getuige bij de politie heeft afgelegd niet auditief of audiovisueel zijn geregistreerd. Anders dan de raadsman heeft betoogd, acht de rechtbank [getuige 1] op basis van het dossier niet zodanig kwetsbaar dat audiovisuele registratie noodzakelijk was. Ook gelet op de aard en het verloop van het verhoor zoals beschreven in het proces-verbaal, bestond naar het oordeel van de rechtbank hiertoe geen noodzaak. Daartoe overweegt de rechtbank dat [getuige 1] in aanwezigheid van zijn ouders is gehoord en dat de politie vooraf op de hoogte was gesteld van de door de ouders benoemde beperking van [getuige 1] . Gezien het verhoor zijn hem duidelijke vragen gesteld en valt uit de antwoorden niet af te leiden dat hij vragen niet begreep of verkeerd heeft geïnterpreteerd. De rechtbank ziet in het ontbreken van een auditieve of audiovisuele registratie dan ook geen reden om de verklaringen van [getuige 1] uit te sluiten van het bewijs.
Ook ziet de rechtbank geen reden om te twijfelen aan de geloofwaardigheid en de betrouwbaarheid van de verklaringen van [getuige 1] . Zij is van oordeel dat de belastende verklaringen van [getuige 1] consistent, gedetailleerd en voldoende specifiek zijn. Zo heeft [getuige 1] nader beschreven hoe hij verdachte heeft leren kennen. Ook heeft hij beschreven waar verdachte woonde en heeft hij een juiste en gedetailleerde routebeschrijving naar de chalet in Hattemerbroek gegeven. Ook heeft hij concreet verklaard waar verdachte hem de XTC pillen heeft overhandigd. Met zijn verklaringen heeft hij bovendien ook zichzelf belast. Gezien het voorgaande, zal de rechtbank de verklaringen van [getuige 1] dan ook voor het bewijs gebruiken.
[getuige 1] heeft op 14 en 18 december 2019 verklaard dat hij de XTC- pillen die de politie bij hem in beslag heeft genomen, zo’n twee maanden daarvoor had gekregen van een persoon genaamd [verdachte] , de rechtbank begrijpt verdachte. [getuige 3] en verdachte hadden hem opgehaald met de auto en bij zwembad Veldkamp in Wezep kreeg hij van hen een pak met pillen toegeschoven. Verdachte en [getuige 3] wilden dat hij deze pillen ging verkopen waarvoor hij meerdere maanden de tijd kreeg. Verder heeft [getuige 1] verklaard dat verdachte drugs, XTC verkoopt en wel eens met de vriend van zijn moeder naar Duitsland gaat om tegen betaling drugs te verpakken. Verdachte brengt de drugs naar iemand toe of verkoopt de drugs bijvoorbeeld in het winkelcentrum. [getuige 1] is bij verdachte thuis geweest in de caravan op een camping en zag toen op het aanrecht in de keuken een zakje met XTC-pillen liggen. Verdachte heeft hem een foto gestuurd waarop [getuige 3] , de rechtbank begrijpt [getuige 3] , is te zien met een kluis in zijn handen. [getuige 1] heeft deze foto van verdachte ontvangen een paar dagen nadat hij van verdachte een bericht had ontvangen dat hij en [getuige 3] op zoek waren naar een kluis om drugs in op te slaan.
Bewijsoverwegingen feit 2
Op basis van bovenstaande Whatsappgesprekken, de belastende verklaringen van zijn moeder en van [getuige 1] en de verklaring van verdachte zelf, in onderlinge samenhang bezien, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de ten laste gelegde periode XTC-pillen/MDMA heeft verkocht, afgeleverd, verstrekt en vervoerd en dat hij dit heeft gedaan tezamen en in vereniging met een of meer anderen. Dat de politie de XTC-pillen die onder [getuige 1] in beslag zijn genomen, niet heeft vergeleken met de XTC- pillen aangetroffen bij verdachte, doet hieraan niet af. De enkele stelling van verdachte dat de MDMA die hij op
7 december 2019 heeft weggebracht voor eigen gebruik was, acht de rechtbank in het licht van de bewijsmiddelen, kennelijk ongeloofwaardig.
De rechtbank acht niet bewezen dat verdachte in de ten laste gelegde periode amfetamine heeft verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd zodat hij hiervan wordt vrijgesproken.
Bewijsoverwegingen feit 1
Vaststaat dat de politie op 10 december 2019 een grote hoeveelheid XTC-pillen, ruim 1500 stuks, heeft aangetroffen in een kluis in voornoemde chalet en dat verdachte daar in de ten laste gelegde periode tot een paar dagen voor 10 december 2019 met grote regelmaat verbleef. Op basis van de verklaringen van [getuige 3] en [getuige 1] en de bevindingen van verbalisant over de gelijkenis van de kluis met de kluis afgebeeld op de door [getuige 1] verstrekte foto- in onderlinge samenhang bezien - stelt de rechtbank vast dat verdachte deze kluis heeft opgehaald en dat daarin kennelijk drugs is opgeslagen. Verder is op de sealbag met zich daarin bevindende gripzakjes met drugs (paars poeder) DNA-materiaal van (onder meer) verdachte aangetroffen. Dat het gaat om een kleine hoeveelheid DNA-materiaal doet hieraan niet af. Verdachte heeft desgevraagd geen verklaring kunnen of willen gegeven voor de aanwezigheid van zijn DNA op de sealbag en gripzakken. Het namens hem gevoerde verweer dat sprake moet zijn geweest van indirecte overdracht via spullen van verdachte die in de chalet lagen, heeft een hoog theoretisch gehalte en acht de rechtbank bij gebrek aan concrete onderbouwing en in het licht van de overige bewijsmiddelen niet aannemelijk geworden. Het voorgaande leidt de rechtbank tot het oordeel dat verdachte wetenschap had van de grote hoeveelheid XTC-pillen in de kluis. Daar hij in de ten laste gelegde periode in de chalet verbleef, bevonden de pillen zich mede in zijn machtssfeer. Ook gezien hetgeen hierboven onder feit 2 is overwogen over het dealen van verdachte, acht de rechtbank bewezen dat verdachte in de ten laste gelegde periode samen met een of meer anderen een grote hoeveelheid XTC-pillen voorhanden heeft gehad.
De rechtbank acht niet bewezen dat verdachte wetenschap had van de grote hoeveelheden amfetamine die de politie op 10 december 2019 in de chalet heeft aangetroffen. Verdachte wordt daarom vrijgesproken van het opzettelijk aanwezig hebben hiervan.
Feit 3 primair
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen:
- de verklaring van verdachte afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting van
- proces-verbaal van bevindingen p. 146, gelezen in onderlinge samenhang met proces-verbaal van bevindingen p. 171-176;
- verkort rapport explosievenonderzoek van het NFI p. 389-390 en proces-verbaal van onderzoek inbeslaggenomen vuurwerk p. 385-387.