ECLI:NL:RBGEL:2022:6852
Rechtbank Gelderland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Toewijzing voorlopige voorziening alcoholvergunningen na weigering door burgemeester op basis van slecht levensgedrag
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, wordt een verzoek om voorlopige voorziening behandeld. Verzoekers, twee horecaondernemers, hebben aanvragen ingediend voor alcoholvergunningen voor hun horecagelegenheden. De burgemeester van de gemeente heeft deze aanvragen geweigerd op basis van het argument dat verzoeker 1 van slecht levensgedrag is. Verzoekers hebben hiertegen bezwaar gemaakt en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat zij hun horeca-inrichtingen kunnen openen.
De voorzieningenrechter heeft op 28 november 2022 de zaak behandeld en oordeelt dat verzoekers een spoedeisend belang hebben bij het treffen van een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter wijst het verzoek toe en schorst de besluiten van de burgemeester. Hij stelt dat de burgemeester onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat verzoeker 1 van slecht levensgedrag is, en dat de feiten die aan de weigering ten grondslag zijn gelegd niet voldoende zijn om te concluderen dat verzoeker 1 niet aan de voorwaarden voor de alcoholvergunning voldoet.
De voorzieningenrechter benadrukt dat de burgemeester de mogelijkheid heeft om in het besluit op bezwaar alsnog een dragende motivering op te nemen, maar dat de voorlopige voorziening in de tussentijd moet worden verleend. De voorzieningenrechter bepaalt dat de burgemeester verzoekers met ingang van de zevende dag na de uitspraak moet behandelen alsof zij in het bezit zijn van de aangevraagde alcoholvergunningen. Tevens wordt de burgemeester veroordeeld tot betaling van griffierecht en proceskosten aan verzoekers.