ECLI:NL:RBGEL:2022:6774

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
1 december 2022
Publicatiedatum
6 december 2022
Zaaknummer
C/05/410092 / KG ZA 22-335
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Contact- en locatieverbod opgelegd aan man wegens stalking en bedreiging

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland op 1 december 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een vrouw en een man, waarbij de vrouw een contact- en locatieverbod tegen de man heeft gevorderd. De vrouw heeft aangifte gedaan van stalking door de man, die haar en haar ouders heeft bedreigd en lastiggevallen. De vrouw vorderde onder andere dat de man gedurende 12 maanden geen contact met haar mocht opnemen en zich niet in de nabijheid van haar woning mocht bevinden. De voorzieningenrechter oordeelde dat de vrouw een spoedeisend belang had bij haar vorderingen en dat de feiten en omstandigheden voldoende aannemelijk maakten dat de man onrechtmatig handelde. Het contactverbod werd toegewezen voor de duur van 12 maanden, terwijl de locatieverboden voor 6 maanden werden opgelegd. Daarnaast werd de man veroordeeld tot het betalen van een dwangsom van € 250 per overtreding, met een maximum van € 10.000. De voorzieningenrechter verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad en compenseerde de proceskosten tussen partijen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team familie en jeugd
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/410092 / KG ZA 22-335
Vonnis in kort geding van 1 december 2022
in de zaak van
[naam eiseres], de vrouw,
wonende te [woonplaats] ,
eiseres,
advocaat mr. H.A. From te Zwolle,
tegen
[naam gedaagde], de man,
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
in persoon verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van de vrouw,
  • productie 14 en 15 van de vrouw, ingekomen op 15 november 2022,
  • de mondelinge behandeling van 17 november 2022 waarbij zijn verschenen de vrouw met haar advocaat en de man.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Partijen hebben een relatie met elkaar gehad van [maand] 2019 tot [maand] 2022.
2.2.
De vrouw heeft aangifte tegen de man gedaan van stalking.

3.Het geschil

3.1.
De vrouw vordert, uitvoerbaar bij voorraad:
I. te bepalen dat het de man wordt verboden om gedurende 12 maanden na betekening van het vonnis persoonlijk, schriftelijk, telefonisch, per sms, via whatsapp, per e-mail of anderszins contact te hebben of op te nemen met de vrouw;
II. te bepalen dat het de man wordt verboden om gedurende 12 maanden na betekening van het vonnis zich te bevinden in de directe omgeving van de woning van de vrouw aan [adres] te [woonplaats] , met name binnen het gearceerde gebied dat wordt begrensd door de [straatnaam 1] , [straatnaam 2] en [straatnaam 3] , zoals staat aangegeven op de als productie 12 aan de dagvaarding gehechte plattegrond,
III. te bepalen dat het de man wordt verboden om gedurende 12 maanden na betekening van het vonnis zich te bevinden in de directe omgeving van de woning van de ouders van de vrouw aan [adres 2] te [plaats] , met name binnen het gearceerde gebied dat wordt begrensd door [straatnaam 4] en [straatnaam 5] , zoals staat aangegeven op de als productie 13 aan de dagvaarding gehechte plattegrond,
IV. de vrouw te machtigen om de man met behulp van de sterke arm van justitie en politie uit het onder II en III genoemde gebied te doen verwijderen indien hij zich niet aan het onder II en III genoemde verbod zou houden;
V. te bepalen dat de man een dwangsom zal verbeuren van € 500 voor iedere handeling die hij in strijd met het onder I, II of III vermelde verbod zal verrichten, nadat twee dagen na betekening van het vonnis zijn verstreken, met een maximum van € 25.000,
VI. de man te veroordelen in de kosten van het geding,
VII. althans een zodanige beslissing te nemen als de rechtbank juist acht.
3.2.
De man heeft mondeling verweer gevoerd.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Spoedseisend belang (ontvankelijkheid)

4.1.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat de vereiste spoedeisendheid in deze procedure voortvloeit uit de aard van de vordering, namelijk een contact- en locatieverbod. De voorzieningenrechter acht de vrouw daarom ontvankelijk. De voorzieningenrechter zal overgaan tot een inhoudelijke beoordeling.
Het contact- en locatieverbod (vordering I, II en III)
4.2.
De voorzieningenrechter zal het gevorderde contactverbod toewijzen voor de duur van 12 maanden en de gevorderde locatieverboden toewijzen voor de duur van 6 maanden. De voorzieningenrechter zal uitleggen waarom.
4.3.
De voorzieningenrechter stelt voorop dat een contact- en locatieverbod een ingrijpend middel is dat met terughoudendheid moet worden toegepast. Zo’n verbod vormt namelijk een inbreuk op iemands recht om zich vrijelijk te verplaatsen en op de persoonlijke vrijheid van een individu (hier de man). Voor het toewijzen van zo’n ingrijpende maatregel moet sprake zijn van in hoge mate aannemelijke feiten en omstandigheden die zo'n inbreuk kunnen rechtvaardigen. Van belang is daarom of het door de vrouw gestelde voldoende aannemelijk is geworden en aangemerkt moet worden als onrechtmatig handelen van de man jegens haar. Dan wel of dit de conclusie rechtvaardigt dat sprake is van een dreiging van onrechtmatig handelen.
4.4.
De vrouw heeft gesteld dat zij erg bang is door de man. Hij lijkt niet te kunnen accepteren dat de vrouw de relatie heeft verbroken. Zij stelt dat zij verbaal en fysiek mishandeld is door de man, dat zij en haar ouders berichten van hem ontvangen met (doods)bedreigingen en dat de man haar bleef lastigvallen per telefoon, per mail en via social media. De man heeft haar opgewacht bij haar oude woning en bij haar ouders. Beide keren is de politie ingeschakeld om de man te bewegen weg te gaan. Op [datum] 2022 heeft de politie een stopgesprek met de man gevoerd. Op [datum] 2022 heeft de vrouw aangifte tegen de man gedaan. Desondanks heeft de man haar op [datum] 2022 en op [datum] 2022 opgewacht bij haar woning. De vrouw voelde zich niet langer veilig in haar woning en heeft op [datum] 2022 via Stichting [naam stichting] [plaats] een andere woning gekregen. De vrouw durft zich niet meer vrij te bewegen door [woonplaats] , ervaart angst en onveiligheid. Zij heeft psychisch veel last van het gedrag van de man. De vrouw heeft haar verklaringen over het gedrag van de man onderbouwd met foto’s van letsel, app-berichten, getuigenverklaringen van haar ouders, mailberichten, proces-verbaal van aangifte, een bericht van Slachtofferhulp, een verwijsbrief voor een psycholoog en het bericht van de [naam stichting] .
4.5.
De man stelt voorop dat hij zich niet vrij voelt om zijn kant van het verhaal te vertellen met het oog op de strafzaak die mogelijk nog zal volgen. Hij heeft de gedragingen die de vrouw stelt niet betwist, maar stelt dat deze in de dagvaarding uit verband zijn gerukt, dan wel buiten context zijn geplaatst. De man heeft aanvankelijk last gehad van de relatiebreuk en snapt tot op heden niet wat de aanleiding was voor de relatiebreuk. Hij ervaarde aanvankelijk veel liefdesverdriet en emoties. De man stelt dat hij zich inmiddels richt op zijn eigen leven. Daar gaat al zijn energie in zitten. Hij heeft schulden, waarvan de huurachterstand momenteel het grootste probleem is. Hij is niet langer student en heeft geen inkomen of uitkering. Verschillende instanties en stichtingen zijn betrokken om hem te helpen bij zijn schulden, het vinden van een baan en om simpelweg te zorgen dat hij te eten heeft. Sinds de man op de hoogte is dat de vrouw deze procedure is gestart, heeft hij geen contact gezocht met de vrouw en heeft hij geprobeerd om buiten het gebied te blijven dat de vrouw heeft gevorderd als locatieverbod. Hij wil het gevoel van onveiligheid graag wegnemen bij haar.
4.6.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat de door de vrouw aangevoerde feiten gelet op de aard en de ernst ervan een contact- en locatieverbod rechtvaardigen. Zij heeft een zwaarwegend belang bij haar vorderingen. Daarbij neemt de voorzieningenrechter in aanmerking dat de man lange tijd na het verbreken van de relatie op een grensoverschrijdende manier is blijven proberen om contact op te nemen met de vrouw. De man bagatelliseert zijn aandeel in het geheel en lijkt niet beseffen dat zijn handelingen en uitspraken zeer ver buiten de grenzen van normaal liefdesverdiet liggen. De vrouw thuis opwachten, teksten naar haar en haar familie sturen als “ze gaat GVD nu praten of ik sla alles kapot hier” en “ik sla haar nu dood” en “succes met je kankerdochter’ zijn enorm dreigend. Zeker als dit maandenlang aanhoudt. De voorzieningenrechter heeft grote zorgen over de uitspraak van de man dat hij nog steeds niet begrijpt waarom de vrouw de relatie heeft verbroken. De voorzieningenrechter vreest dat de man niet kan accepteren dat de relatie met de vrouw voorbij is en in zijn zoektocht naar antwoorden over grenzen heen zal blijven gaan. Het contact- en locatieverbod is nodig om rust te creëren.
De duur van het contact- en locatieverbod
4.7.
De man heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat hij door het gevorderde contactverbod onevenredig in zijn dagelijks leven wordt beperkt. De voorzieningenrechter zal het contactverbod daarom opleggen voor de gevorderde duur van één jaar.
4.8.
Voor het locatieverbod in de omgeving van de ouders van de vrouw ervaart de man naar eigen zeggen geen beperking in zijn bewegingsvrijheid. De man heeft wel aannemelijk gemaakt dat hij door het locatieverbod in [woonplaats] in zijn dagelijks leven wordt beperkt, omdat er veel werkgelegenheid is in het nabijgelegen industrieterrein. Ook zitten twee stichtingen waar de man ondersteuning van ontvangt in het gebied dat valt onder het locatieverbod.
4.9.
In verband met de eisen van proportionaliteit zal de voorzieningenrechter de locatieverboden in duur beperken en opleggen voor 6 maanden. Het locatieverbod acht de voorzieningenrechter namelijk ingrijpender voor de man dan het contactverbod, zodat daar zwaarder getoetst wordt aan de eisen van proportionaliteit. Daarbij weegt de voorzieningenrechter ook mee dat de man sinds hij kennis heeft genomen van de dagvaarding niet in de gebieden is geweest waarvoor het verbod is gevorderd, waarmee de man bereidheid heeft getoond om het gevoel van veiligheid voor de vrouw te vergroten.
4.10.
De voorzieningenrechter zal de plattegrond met daarop het gebied waarop het locatieverbod ziet, aan het vonnis hechten.
Sterke arm (vordering IV)
4.11.
Omdat de inzet van politie vaker nodig is geweest, machtigt de voorzieningenrechter de vrouw om het vonnis met behulp van de sterke arm ten uitvoer te leggen.
Dwangsom (vordering V)
4.12.
Omdat de man heeft laten zien dat hij de wens van de vrouw om met rust gelaten te moeilijk kan respecteren, zal de voorzieningenrechter de door de vrouw gevorderde dwangsom toewijzen.
4.13.
De man heeft verteld dat hij geen inkomen heeft en er sprake is van schulden. Hij heeft hiervoor al hulp gezocht, maar het levert hem veel stress en spanning op. Vooral de huurachterstand is problematisch.
4.14.
Gelet op de beperkte financiële middelen van de man, zal de voorzieningenrechter de dwangsom beperken tot € 250 per overtreding, met een maximum tot € 10.000. De voorzieningenrechter is van oordeel dat dit bedrag, gelet op de financiële situatie van de man, een voldoende financiële prikkel oplevert om de man te weerhouden van het zoeken van contact met de vrouw. Een hogere dwangsom heeft mogelijk een averechts effect, doordat de schuldenlast door het verbeuren van een dwangsom zo hoog kan worden, dat de man het gevoel kan krijgen dat hij financieel toch niets meer te verliezen heeft bij het overtreden van het contact- of locatieverbod.
Uitvoerbaar bij voorraad
4.15.
De voorzieningenrechter verklaart het vonnis uitvoerbaar bij voorraad, zoals gevorderd door de vrouw. Dat betekent dat hieraan uitvoering moet worden gegeven, ook als er hoger beroep zou worden ingesteld.
Proceskosten (vordering VI)
4.16.
Omdat de zaak sterk verband houdt met het einde van de relatie tussen partijen, zal de voorzieningenrechter de proceskosten compenseren, in die zin dat ieder partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter:
5.1.
verbiedt de man gedurende 12 maanden na betekening van het vonnis persoonlijk, schriftelijk, telefonisch of anderszins contact op te nemen met de vrouw,
5.2.
verbiedt de man om gedurende 6 maanden na betekening van het vonnis zich te begeven naar en/of zich te bevinden in de directe omgeving van de woning van de vrouw aan [adres] te [woonplaats] , te weten binnen het gearceerde gebied dat wordt begrensd door de [straatnaam 1] , [straatnaam 2] en [straatnaam 3] , zoals staat aangegeven op de aan dit vonnis gehechte plattegrond,
5.3.
verbiedt de man om gedurende 6 maanden na betekening van het vonnis zich te begeven naar en/of bevinden in de directe omgeving van de woning van de ouders van de vrouw aan [adres 2] te [plaats] , te weten binnen het gearceerde gebied dat wordt begrensd door [straatnaam 4] en [straatnaam 5] , zoals staat aangegeven op de aan dit vonnis gehechte plattegrond,
5.4.
veroordeelt de man om aan de vrouw een dwangsom te betalen van € 250 voor iedere handeling die hij in strijd met het onder 5.1, 5.2 of 5.3 vermelde verbod zal verrichten, tot een maximum van € 10.000 is bereikt,
5.5.
machtigt de vrouw om met behulp van de sterke arm van justitie en politie de tenuitvoerlegging van dit vonnis te bewerkstelligen, indien de man de onder 5.1, 5.2 en 5.3 genoemde verboden overtreedt,
5.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.7.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.8.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. G. Hilberink, rechter, in aanwezigheid van
mr. M. Cox-Weber als griffier, en in het openbaar uitgesproken op 1 december 2022.